Veranderingen der Aardopper vlakte. Begin dezer week ontving „En zoo niet, dan ga ik toch a.m het werk,' zeide Will. Eu de volgende dagen stond hij in stilte naast Bess, die vol wanhoop op de gebro ken kist zat, bij Jessie, haar moederliefde onderdrukkend voor het recht. Het kind lag doodstil, het gezichtje blauw en kond en vertrokken, maar in 't moederoog schoo- ner dan ooit. Nu en dan steunde het kind en al had hij Collies voor gek verklaard, hij zelt bracht een kop bouillon, door een buur vrouw gebracht, aan de lippen van het kind en wedijverde met zijn vrouw in tee- dere zorgen. Zoo ging de Vrijdag voorbij en de nacht kwam. Bess bleef bij het zieke kind zitten, als een beschermengel voor een onbekend kwaad. Langzamerhand ontstond er een vreemde beweging op straat. Haastige voetstappen kwamen en gingen. Kreten braken de stil te af. De kerktoren begon te luiden, vroo- lijk opgewekt. Will sprong op. Wat zou dat alles beteekenen Wat was er gebeurd Hij vloog naar de deur. Mannen en vrou wen haastten zich naar de markt. „Wat is er is?" vroeg hij hun. „Goed uieuws, goed nieuws is er geko men En naar zijn pet grijpend, ging hij met hen mee. Op de markt was een groote menigte ver zameld. Ieders gelaat teekende vreugde. Men gaf elkaar de hand en drukte die met warmte. „Wij hebben overwonnen, jongens!* hoor de men de mannen roepen. De vrouwen dansten, lachten en ween den. Het geheele dorp scheen krankzinnig van vreugde. Will was te afgemat om duidelijk alles te begrijpen. „Wat is er vroeg hij nogmaals. „Maandag aan 't werk. De strike is ge ëindigd. Wij hebben 't gewonnen. Geen loonsvermindering „Goddank,het kindis gered Goddank," snikte Will. „Dat zal ik dadelijk aan Bess gaan vertellen- Hij veegde de tranen van zijn gelaat, terwijl hij over de straat vloog. Toen hij ziju woning binnentrad zag hij zijn viouw zitten, zooals hij haar verlaten had, met het kind op den schoot. „Vrouw,'-' riep bij, „goed meuws. De patroons hebben toegegeven. Maandag gaan wij aan 't werk Er zal weer voedsel ge noeg zijn voor 't kind I" Het geheele lichaam van Bess schokte. Zij stond op, liet het kind zien en zei- de' met sidderende stem „Te laat Will, 't kind is docd (1) Vereeniging. (2) Bond. {De Huismoeder.) Dingen die niet algemeen bekend zijn. Niets schijnt ons, omdat wij het alle dagen zien, vaster en bestendiger, dan de bodem, waarop wij leven, dien wij bebou wen, waarop wij onze trotsche bouwwer ken oprichten. En toch, niets is onbestendiger. Deze bodem, aan welken wij ons zelf en al het onze toevertrouwen hij mag van los zand of van kiezelharde rots zijn is onophoudelijk aan verandering onderhe vig; maar wij merken het gewoonlijk niet op, omdat het zoo buitengewoon langzaam geschiedt. Hier is dus geen sprake van de plotse linge omkeeringen, als door aardbeving worden veroorzaakt, maar van de langza me veranderingen der aardoppervlakte, die door daling en opheffing van het vas teland plaats vindt. Neemt men een groot stuk van Europa waar, dan gelijkt het een op één punt ondersteunde, wippende plank. Nu stijgt het eene einde, terwijl het tegenovergestelde daalt, dan weder heeft het omgekeerde plaats. Daar de spiegel van de zee in het al gemeen onveranderd blijft, zoo blijkt dat stijgen en dalen het duidelijkst daardoor, dat de zee van de kusten van het eene land terugtreedt, terwijl ze die van ande re landen meer en meer overstroomt. Ee- ni»e der meest interessante voorbeel den voor deze feiten, zijn de volgen de Op Capri, tegenover Napels, bouwde Tiberius een paleis aan het strand der zee. Tegenwoordig na ruim 1800 jaren, stroomen de golven hoog over de ruïnen der muren van dit paleis heen. De niet vtr van daar gelegen tempel vau Jupiter Serapis te Pruzzuoli, ook in onze tijdreke ning gebouwd, beeft zich afwisselend onder den spiegel der zee en weder op het droge land bevonden. Het bewijs hiervoor levert de zeefachti ge doorboring van zijne, voor een deel nog staande marmeren zuilen, welke door boring door boormosselen is gedaan, waar van hier en daar de schalen nog in de gaten steken. Deze mosselen leven slechts in zeewater en daar die boringen zich 7 h 8 meter boven den tegenwoordigen spiegel der zee bevinden, zoo kan men daarnaar nauwkeu rig berekenen, hoe diep de tempel gezon ken was. Gelijksoortige verschijnselen bieden de kusten van de Middellandsche zee nog op zeer verschillende andere punten. Zoo is te Ceëta de bodem in de eerste negen eeuwen na Cristus 9 meter gedaald; nu heeft hij echter weder de vroegere hoogte berijkt. De oude tempel van Hercules te Gibral tar is nu door de zee bedekt. De rotsen bij Mentono zijn op beduidende hoogte bo' ven den spiegel der zee door boormosselen aangegrepen. Zij hebben zich dus vroeger ook onder water bevonden. De noordkust vau Afrika rijst. De pyra- miden van Memphis werden vroeger door de zee bespoeld en het eiland Pharos, dat ten tijde van Homerus een scheepsdagreis van Egypte verwijderd lag, vormt nu een deel van het vaste land. Wenden wij ons naar de Atlantische kust van Frankrijk dan vinden wij niet minder duidelijke verschijnselen. Bij Duin kerken zijn Gallische en Romeinsche mun ten uit ruinen opgevischt, waarover de zeestrooming heentrekt. Sporen van een oud boscb worden bij Boulogne en Etap pes onder de zee gevonden en hel is be wezen geworden, dat de daling na den tijd van de verovering door de Romeinen plaats vond. De bocht van Mout Saint-Michel, de bank van Les Ninguiers, de Cbausseij ei landen en misschien ook het eiland Jerseij behoorden allen tot een groot woud, dat zich van Cranville in bet departement La Manche tot aan Kaap de la Hague uit strekt. Het zuidelijk deel van dit woud draagt in oude oorkonden den naam van „Woud van Koquelande," en het noordelijk deel „Woud van Scisfey." De abdij stond in het jaar 709 midden in dit woud, 10 mijlen van de zee verwij derd. Heden is ze aan alle zijden door de zee omgeven. Zelfs de granietbodem van Bretagne daalt en wel 0,75 tot 1.50 meter iu eene eeuw. Een voorval van nieuweren datum had plaats bij Saint-Jean de Luz. Hier bedekt de zee huizen, die blijkens de ou de stadsplans nog ten tijde van bet hu welijk van Lodewijk XIV bewoond wa ren. Dezelfde dalingsbeweging vertoont o. a. de zeeboezem van Morbihan daar zijn ze s bij eboe, voorhistorische monumen- en, die toch in dien tijd op drogen bodem waren opgericht, volkomen onder water. Nog op andere punten der kusten en Qn eilanden in hunne nabijheid heeft men der gelijke geheel of gedeeltelijk door de Z verslondene oude gedenkteekeuen zoowel als andere bouwwerken ontdekt en berekent de grootte van de daling sTot Nog in de 18e eeuw verzamelde de ka- nuuuik Moreau aan het zeestrand in het departement Finnterre, wapenen, Qrnen en steenen doodkisten. Hij zag regelmatig geplante boomen, geplaveide straten en no* staande muren, die zich ver in zee uit. strekken. Ook onze kusten zijn aan die daling on derworpen. Te Katwijk aan Zee, aan den linker oever van den Ouden Rijn, bemerkt men nog onder het water, 540 meter van hel strand verwijderd, de overblijfselen van eene onder de regeering van keizer Clau- dius gebouwde Romeinsche vesting en ver schillende gedenkteekenen uit den histori- schen tijd, leveien het bewijs, dat in nog veel jonger tijd, Friesland met Holland door vast land verbonden was. In de 7e eeuw telde men 14 grootere eilandeu daar waar zich nu van Wieringen tot Rottum nauwelijks 9 bevinden en te Zantvoort bij Haarlem heeft de zee sedert 1750 onge veer 73 meter gewonnen. Dat daarentegen Zweden langzaam uit de zee opstijgt is een reeds sedert eene eeuw bekend feit. Eerst meende men ech ter, dat de spiegel van de Oostzee daalde. Men heeft berekend dat deze heffing, die zich yan Fredericia aan de kleine Belt in Jutland tot Abo in Finland vertoont, se dert het begin van den historischen tijd 40 duim in elke hondtrd jaren bedroeg. Een daarmee overeenstemmende heffing ondergaat het Noordelijk Rusland en deze schijnt iu veel sneller tempo plaats te hebben, want 250 mijlen zuidelijk van de Witte zee, aan de oevers van de Dwina en Waga vond men hoopen van zeemos selen, die hunne oorspronkelijke friscbheid van kleur nog niet verloren hadden. Het Siberisch eiland Diomida, dat in het jaar 1760 oostelijk van Swjatoi-Rosz gezien werd, was 60 jaten later volkomen aan bet vasteland verbonden. Als de opheffing van de beide zijden van den Oostzeeoever in dezelfde male voortgaat, dan zal na 3 a 400 jaren, de zeeëngte van Quarken, welke de Bottniscbe zeegolf tusscben den 63en en 64en graad noorderbreedte in tweeën scheidt tot eene landengte worden en een weinig later zullen ook de Alandsei- landen, hoewel daar de opheffing reeds langzamer gaat, tot een brug tusscben Zweden en Rusland worden. Nieuwere onderzoekingen hebben bewe zen, dat ook Amerika niet vrij is van dai bewegingen. Rondom de Hudsonsbaai stijgt de bodem. Sedert de oprichting der pos ten vau de Hudsonsbaai-compagnie neemt men aan de verschillende vloed wendingen, waar, dat het landen der schepen, elk jaar moeilijker wordt. Blijkens de oude strand- lijnen, die zich op eene hoogte van 160 meter boven het tegenwoordige strand be vinden, bedraagt de opheffing minstens 2 a 3 meter in de eeuw. De tegenoverlig gende westkust van Groenland, daalt we der langzaam onder de wateren van staa Davids zoodat de palen, aan welke de eens daarheen verhuisde Europeanen, hunne booten vastmeerden, reeds onder het water verdwenen zijn. „nt,|„2 de koopman Friedlander in de Neue W ü- helmstrasse in de nabijheid '^njerden Linden te Berlijn een toen het geopend werd, eene °ntpl°flijS veroorzaakte. De gouvernante en W jarig zoontje van den koepmauwdnaan het hoofd en de oogen gewond ^pakje, dat den vorm had van een ro PP' vatte een blikken bus, die met krmdw gevuld. De afzender van het pakket l niet bekend. Snelpersdruk van J. Winkel teSchagen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 6