L a n (1 b o u w. Gemengd Nieuws. Men trok langs Spui, Singel, Konings plein, Heerengracht, Amstel, Amstelstraat, de Kalverstraat in. Hier deed zich weer het Terschijnsel yoor als bg de laatste wande ling. Op zij tan den stoet werden her haaldelijk voorbijgangers met hun vroawen lastig gevallen en teruggeduwd. Ongeveer op de hoogte van den Heili gen weg klonk de kreetpolitie*, maar men kon nog voortwandelen tot aan het Spui. Daar kwam eensklaps aanzetten, onder bevel teur. Een paniek ontstond en velen stormden terug. Niet alzoo echter de commissie en een vijftigtal, die stil bleven wachten. De politie trok op hen aan. Wollring poogde zich te doen *verstaan aan den in- spcteur, maar een gedrang ontstond en plotseling werden de sabels (niet de wa penrok) getrokken en regende het slagen. De commissieleden, Geel en Wollring werden gewond, Geel aan de hand en op verschillende andere plaatsen, Wollring aan het hoofd. een patrouille van een inspec- voortdnrende omgeving van zieken, welke aan dezelfde kwaal lijdende zijn. Het is en blijft iDtasschen hoofdzaak, dat de geneesheer zich geheel en al aan de- behandeling van teringlijders wijdt en dat hij zijne methode kan wijzigen naar gelang van het stadium der ziekte van eiken patiënt. Een brochure van Dr. Oidtmarrn over Tuberculose is verschenen bij Spohr te Leipzig en bij iederen boekhandelaaar te verkrijgen. Nog een patrouille kwam opzetten, ter wijl de gewonden naar het Gasthuis wer den geleid en in de nabijzijnde huizen werden gedragen. Van de zijde van de Luthersche kerk werden toen naar de agenten enkele stee- nen geworpen en toen werden ook in die richting eenige charges gemaakt. Eea nreis- je werd gearresteerd, dat de agenten uit schold. Gedurig moest nog in de Kalver- straat en op den N. Z. Voorburgwal worden gepatrouilleerd en tot doorloopen aange maand en bleef men nog geruimen tijd in groepjes der schrille tegenstelling van het Vrede op Aarde" bespreken. Op den N. Z. Voorburgwal werden hier en daar eenige glazen ingeworpen. Over de nieuwe behande ling der Tuberculoae, schrijft ons Dr. Oidt- man te MAASTRICHT De publiciteit welke sedert eenige weken in de couranten aan mijne „nieuwe be handeling der Tuberculose" door „Tuber kelgas' gegeven is, noopt mij hieromtrent ter voldoening aan vele aanvragen om in lichtingen, eeoige opheldering te geven. Overtuigd, dat inwendige middelen te gen deze vreesalijke ziekte zonder uitwer king blijven, heb ik sedert vijf jaren eene meer rationeele behandeling der longteering beproefd, en wel eene inademingsmethode door „Tuberkelgas". Mijne geneeswijze moet niet verward worden met de hier en daar zoowel in het groot als in het klein toe gepaste iiademing van medicamentense wa terdampen. Deze methode is absoluut zon der uitwerking, omdat geeue waterdeelen, ai zijn ze nog zoo fijn verdeeld, verder dan het strottenhoofd komen. Over deze illu soire methode heeft de wetenschap reeds lang den staf gebroken. Na het fiasco der „gevaarlijke* Koch'- sche inenting moet het streven der weten- ■chap zijn eene onschadelijke geneeswijze te vinden, welke direct" inwerkt op de len gen en de bacillen, Deze methode moet aan de volgende voorwaarden voldoen. In de eerste plaats moet men verzekerd zijn, dat de medicamenten tot in de ui terste pnnten der longen doordringen, zoo als zulks blijkens vele proefnemingen met het Tuberkelgas het geval is. In de tweede plaats moeten de gasvor mige medicamenten eene antiseptische wer king hebben om de afscheidingen der lon gen, waarin de bacillen, voortwoekeren, onschadelijk te maken. Dat het Tuberkel gas deze eigenschap bezit, bewijst de om standigheid, dat ongezouten versch vleesch zonder de geringste bijvoeging van kunst middelen nooit bederft in eene atmosfeer, welke met dit gas bezwangerd is." In de derde plaats moet de sterkte van het Tnberkelg&s zoodanig geregeld kun nen wordeo, dat naar behoefte de longen worden geprikkeld en zij dientengevolge uitwerpen of uitdrogen. Dat het «Tuber kelgas" aan deze voorwaarde voldoet, be wijst het gevoel van drooge handen, wan neer men zich in de inademiDge-kamer bevindt. Met het oog op bovenbedoelde eigen schappen zoude men mijne vinding meer eene methode dan wei een middel kunnen noemen want de werking van het „Tu- berkelgas" is afhankelijk van zijne meer of minder oordeelkundige toepassing. Het „Tuberkelgas" kan dan ook alleen bij een oordeelkundige gebrnik onder medisch toe zicht worden aangewend als een geneesmid del, dat om die reden, afgezien nog van de moeielijke verpakking, niet vatbaar is voor verzending. Dit dient sla antwoord op de t&llooze aanvragen om elders behandeld te worden. Meer dan ieder andere zieke dient de be handeling der Tuberknlose onttrokken te worden aan de routine van eenen gewonen geneesheer, die daaraan niet de noodige aandacht kan wijden. Het daarstellen ee- ner inrichting uitsluitend voor de gene zing van „Tuberculose' langs den weg van inademing, ligt dan ook in mijne bedoe ling. Intusschec bestaat er voor „teringlijders* thans reeds gelegenheid om door inwoning bij particulieren in het Geuldal van Meer sen-Valkenburg met ,Tuberkelgaa" be handeld te worden. De huisvesting kan voor iederen patiënt geregeld worden naar mate van den aard der ziekte en de con stitutie van den lijder. Deze wijze van behandeling is in zoover verkieselijk boven het verblijf in eene speciale Nieuwe methode van boterbereidingf. De heer. L. v. d. Wonde, te LEEUV - ARDEN, heeft aan H. M. de Koningin- Regentes het verzoek gericht, dat hem ee ne vergoeding worde gegeven als hij ee ne betere methode van boterbereiding be kend maakt, waardoor men niet alleen een betere kwaliteit van de boter verkrijgt, maar ook hare duurzaamheid ver hoogt. De Regeering stelt er groot belang in, dat deze zaak wordt onderzocht, maar is niet bereid daarvoor geld nit te geven. Na is de „Friesche Maatschappij van Land bouw' met die zaak in kennis geste'd en heeft de heer Mesdag met den heer Van der Wonde overlegd om proeven te nemen op de boerderijen, die zich daartos bereid verklaren en aan de zuivelschool te Bolsward. De eene dag zal de boter op de gewo ne wijze worden bereid en den volgenden dag zal de heer Van der Wonde de boter volgeDs zijne methode bereiden. Beide partijen worden tegen marktprijs gekocht en naar Leeuwarden gezonden, waar een commissie van drie boterhandelaren, aan wier bevoegdheid niet valt te twijfelen, beide partijen zal onderzoeken, dat onder zoek 14 dagen later herhalen en over een maand nog eens. voor Tuberculose, dat de lijders niet met elkander in aanraking komen en dus niet De taal van de Hand Een enkele handdruk zegt dikwijls meer dan woorden; een handdruk is in staat iemands geheele persoonlijkheid te teeke nen. Groote zielen hebben dikwijls een scherp geestesooghetwelk in 't verleden en in de toekomst ziet, waar deze voor anderen achter een dikken sluier zijn verborgen zij voelen instinctmatig het angstig kloppen van 't hart waar duizenden anderen zonder eenig vermoeden voorbijgaan, zij voelen hoe een levenskiem met den dood strijdt en zij hebben altijd een elixer bij zich, dat slechts zijn groote ziel weet te bereiden, een warm woord, of waar dit niet gespro ken wordt, een warmen handdruk, waarin zooveel kan opgesloten liggen, meer nog dan met woordan kan worden gezegd. Het bestaan van 't hand-orakel kan niet worden weggecijferd, het brengt u nimmer op dwaalwegen, zooals zoo gemakkelijk met schoon klinkende woorden het geval is het spreekt slechts één taal, die voor ingewij den slechts één beteekens heeft, Welk een onaangenaam gevoel kan zich van obs mees ter maken, wanneer een koude, gladde, klamme hand de onze drukt, Onwillekeu rig trekt men de hand terug. Wanneer men wist, hoe het hart samen krimpt bij zulk een handdruk, wanneer men vermoedde welk een konden hoog moed die handdruk verraadt, menigeen zou zich bezinnen een zoo duidelijk beeld te geven van zichzelf wat zoo gaarne en niet zonder reden verborgen wordt gehouden. Andere orakels kunnen zich vergissen, het handorakel nimmer. Een vriendelijke handdruk kan echter in plaats van vertrouwen, schrik veroorza ken. Geen handdruk die door zijn kracht ons onaangenaam verrast eo ons een kreet van pijn afperst, neen, dat verraadt slechts ge brek aan opvoeding, maar die langzame, steedB vaster wordende handdruk, die on willekeurig aan een schroef doet denken. Bij den voortdurenden omgang met zulke personen, kan men zich gevoelen als iu een folterkamer. De blik der oogen, het zuchten, die over zoete woorden kunnen alle martelwerktui gen worden, waaraan men zich niet dan door veel krachtsinspanning onttrekken kan. Een vaste handdruk verraadt karakter, 't zij in goed of in slecht. Men leert de taal, die een handdruk spreekt beter ver staan, naarmate men ouder wordt. Ieder moet zijn studietijd in deze doormaken en niet ieder voleindt die stadie. Yele men- schen leeren nooit die taal en evenals voor vele andere dingen, moet men ook hier een weinig talent voor hebbentalent, instinct is misschien nog juister. De temperatuur der hand is ook van veel beteekenis. Als zij gloeit dan dnidt dit in vele gevallen toorn aan; is zij koel dan werkt men niet, men is lui. Hoe heerlijk kan de handdruk eener moedtr zijn. Die handdruk vertelt ons of wij goed hebben opgepast of slechts ten deele onzen plicht hebben gedaan. Het ergste is, wanneer die spraak ver stomt, dan heeft men haar gegriefd, men heeft haar verdriet gedaaD. Hoe krachtig kan de vaderhand spreken, beter en met meer succes dan duizenden boetpredikaties en welk een gelukkig ge voel, als dezelfde band zich weder op het kinderhoofd legt en als 't ware de vertol- inrichting ker is voor de vergiffenis -van den kleinen Dan reeds geeft zij dikwijls een blik in de toekomst en moet men in zulke oogea- blikken niet alle krachten inspannen, om goed te zijn, om beter te worden Maar nogmaals, niet ieder verslaat de taal van de hand, W3nt ware dat het ge val, dan kon menige moeder de schutsen gel worden van 't kleine kinderhart, dat vol dwaasheden is en het leven nog niet kent. Dan zouden er meer moeders zijn, die haar heerlijke roeping, haar groote verantwoordelijkheid beter begrepen en dan zonden velen haar plicht beter nakomen. Vleesch braden. Wanneer men een mager stuk vleesch zeer fijn eu smakelijk wil braden, wordt het niet vooraf gezouten, maar in een ge olied papier op een rooster in de braadpan ?elegd eo gestadig bedropen met gesmol ten vet in kleine hoeveelheden. Het geeft nooit malsch vleesch, dat bedropen is met jus uit den braadpan; men maakt de jus eerst met water en wat meel in gehalte, als het vleesch van het papier ontdaan en op een warme vleeschschotel gelegd is. Eerst wordt het vet er afgegoten en in den braadpan, die op het vuur gezet is, met het water met meel gedaan eu al wrijven de met een lepel bruin gebraden tot een hoeveelheid als men voer het gezin noo- dig zal hebben en bij het vet, dat men er afgegoten heeft, gevoegd. Als men denkt, dat het vleesch geen gelijke bruine kleur in den oven heeft ge kregen, kan men het papier er een kwar tier te voren afnemen, om dit ongedekt een korstje te geven. Begint het sterk te vrie zen zonder dat er eerst een laag sneeuw ge vallen is, dan is het raadzaam de matten en andere bedekkingen over planten en groen ten, met water te besproeien, altijd wan neer het water niet doorloopt. De daar door gevormde ijskorst is een uitstekende bedekking. Heeft men nog te planten en voorziet men dat de vorst het graven onmogelijk zal maken, dan bedekke men den grond met een laag stroo of mest, de vorst dringt dan lang zoo diep niet door. wildzang. En dan wanneer de kleine hand van 't dtn nadeeligen invloed ondervinden, welke kind nog slechts in staat is om een enkelen noodzakelijk mort voortvloeien nit eene vinger van de moeder va&t te houden 1 In de vorige week waste Berlijn het nieuwtje verspreid, dat een dienstmeisje in de loterij van het Roods Kruit den prijs van 100,000 mark had getrokken, maar het bedrag niet kon ontvangen. Zij had, zoo hoorde men, in de maening dat op het nommer een niet was gevallen, het lot in den vuilnisbak geworpen, die vervolgens door den vuilnis man was geledigd. Het loterijbriefje was verzeild geraakt naar de algemeene wie aas verzamelplaats van vuil en afval en zou het daaruit kunnen opscharlen Voor den vinder werd eene premie van 5000 mark uitgeloofd en natuurlijk werd aan het bureau van het Roods Kruis aan zegging gedaan, opdat het lot aldaar niet zou worden ingewisaeld. In den avond van 18 dezer werd in de Berlijnsche bla den het gebeurde vermeld. Vervolgens vernam men, dat het dienstmeisje met hulp der waschvrouw een adres aan den Keizer had opgemaakl, inhoudende het verzoek om als in dit buitengewoon ge val wanneer het loterijbriefje niet terecht kwam, toch den prijs uit tebetalen. Nadat zoo de zaak eenige dagen aller aandacht had getrokken, wordt nu eensklaps ge meld, dat de prijs reeds inden voor middag van 18 dezer was uitbetaald aan een heer, die met het briefje op het bureau was gekomen. Het briefje was ook niet verfrommeld of bezoedeld geweest. Wie die persoon was, weet men niet, omdat op het bureau niemand zijn naam had gevraagd, doordien er op dat oogenblik nog niets bekend was van het gebeurde bij bet dienstmeisje. Nu is het wel vreemd, dat dit eerst thans aan het licht wordt gebracht, nadat er zooveel dagen toch veel over te doen is geweest. Met dat al bleef het een zonderling geval, waarover ech ter thans licht is gekomen. Het blijkt nu, dat het meisje vroeger het nommer had opgeschreven en het papiertje, waarop die aanteekening stond, toevallig weer in handen had gekregen nadat zij het lote rij briefje had weggeworpen. Doch bij nader onderzoek schijnt nu alles uit te loopen hieropdat zij in die aanteekening een schrijffout beeft begaan en daardoor al die drukte heeft teweeggebracht, waarin zelfs de justitie zich had gemengd. De heer Terray, de onuit- puttelijke uitvinder van nieuwe belastingen, minister van financiën onder Lodewijk XV, kwam op een herfstdag op het uur, waar in de voorname wereld in deu tuin van Palais Royal wandelde, met een reusachtige mof. Den volgenden dag ging te Parijs het volgende epigram van mond tot mond Waartoe de mof Hebt gij het koud, mijn beer Terray Dat moet ons waarlijk verrassen, V ant houdt ge uwe handen niet Doorloopend in onze kassen Keurvorst Christiaan II wierp eens in een beker vol wijn een goudstuk en reikte den beker aan Taubmann, zeggende„als gij een bizon- der vroolijk versje improviseert, dan zal het goudstuk voor u zijn.* Taubmann greep den beker, haalde het goudstuk er uit en rijmde „Zwei Götter könuen zich im Becher nicht vertrageD, Geh, Plutus in den Sack, du Bscchus in den Magen.' Dat is „Twee goden kunnen elkander inéén te- ker niet verdragen, Ga, Plutus, in de zik, gij, Bacchus, in de maag.' Daarmede stak hij het goudstuk in zijn zak en ledigde den beker. Een geheimzinnige mis daad. In het stadje Colchester heerscht groote opgewondenheid over den treurigen dood van een kleermaker, wiens verkoold lichaam in zijn brandend huis werd aan getroffen. De geneesheeren zijn van mee ning, dat hier een zwaar misdriji in het spel is, wat nog versterkt werd door de getuigenis van verscheidene personen, die op den avoud, toen de brand plaats vond, een verdracht persoon in den omtrek za gen rondzwerven. Men houdt bet ervoor, dat de verdachte den man eerst een doo- delijken slag heeft toegebracht en hem vervolgens een touw om den hals heeft geslingerd om het te doen voorkomen, alsof de ongelukkige zich had opgehangen. Vervolgens zou de verdachte, die vroeger bij den man als loopknecht in betrekking was, hel huis in brand gestoken hebben, na zich eerst al het geld, dat zich in huis bevond, te hebben toegeëigend. De politie is den dader tot dusverre nog niet op het spoor. Bestraft kwajongens- werk. In de plaats Fisch'nausen be weerde dezer dagen een zestienjarige knaap, dat hij er is slagen zon op deu rug van een jongen stier naar het huis van een buurman te rijden. De knaap werd van alle kanten gewaarschuwd, maar toch werd het domme plan ten uitvoer gebracht en wel op het tijdstip dat het vee aan een vijver te drinken kreeg. Nauwelijks was de dolzinnige ruiter op den rng van den stier gesprongen en had hij zich san diens hals vastgeklampt of bet dier sloeg onder woedend gebrul niet den weg naar dtn buurman in maar rende in galop gevolgd door bet overige vee, naar een openstaande schuur. Hier kwam het woedende dier tussehen wagens ploegen en eggen terecht en werd ernstig gekwetst, 'tgeen ook met den ruiter bet geval was de knaap slaagde erin, van den rng van den stier af. te springen, maar viel en du bracht het dier hem nog vrij ernstige verwondingen aan het boofd toe en brak hem door een stoot met de hoorns twee ribben. Al de persoon die zich op de pachthoeve bevonden, hadden de handen vol werk, om den roekeloozen jongen uit zijn levensgevaarlijken toestand te bevrij den. Ontzettende oogenblik- ken. Omtrent het in brand geraken eener danseres te St. Petersburg, deelen buiten- landsche bladen nog het volgende mede Zaterdag-middag zou in den Maria- Schouwburg de repetitie van het ballet „Asschepoetsser" plaatsvinden tn de too- neelmeester wilde reeds bet teeken geven om te beginnen. De danseres Maria Aüder- eene zeer geliefde en talentvolle kun- een gedeelte van den weg per tram af de passagiers staken de hoofden biiP en fluisterden over dien militair, die zqq bijeen en kend op keizer Alexander leek: m., S^e" mand herkende hem. Op de fabriek wekte zoek groote beweging, dit en vervracht be. paleis was iutusschen 't geval bekeud* worden, en vele politie-agenten haaste" zich den keizer tegemoet te gaan, die zj niet weinig vermaakte, dat hij eindel' W eens aan 't oog zijner bewakers was 0nt snapt. Iets later begaf Z. M. zich op een avond alLen uit en wandelde door de straten Gatschina. Na een poos geloopen te hebbe* kwam hij in eenige straten waar taarns niet brandden, hoewel dit Hij sprak een politie-sgent aan: n was. de laQ. verordend „Vrien 1, waarom branden hier da lantaarns niet „Dat heeft de hoofdinspecteur van politie zoo ge'ast, mijnheer." „ZooIk meende dat er een bevel was uitgevaardigd, dat in Catschina verlicht moesten zijn „Dat wist ik niet, mijnheer" „Maar als de keizer nu eens hier komt en ziet, dat zijn bevel niet voerd P" beizerljk alle straten is uitge- son stenares stond voor haar kaptafel en was bezig met een warm ijzer haar kapsel in orde te brengen. Door een onvoorzichtige beweging met de hand wierp zij een spiri- tuslampje om en in een oogwenk stond haar kleeding in brand. Zij verloor haar tegenwoordigheid van geest niet en tracht te zich in zware gordijnen, die voor de deur hiDgen, te wikkelen. Toen echter ook deze vlam vatten, vluchtte zij de ka mer uit. Een vreeselijke paniek ontstond. De regisseur wierp de brandende danse res zijn pelsjas om, een ander riep haar toe zich op den grond te laten vallen en wierp een tweede pels over haar heen. Na enkele seconden was het vuur ge- bluscht, maar de kunstenares was reeds hevig gewond. Het gelaat is enkel op sommige plekken niet ernstig gedeerd, maar aan heupen, borst, beenen en rug bevonden zich zware brandwonden. Lan ger dan een nar, lag de arme vrouw, die geen oogenblik het bewuszijn verloor, zon der geneeskundige hulp. De docter van den schouwburg was afwezig eu toen einde lijk drie geneesheeren, die men opgezocht had, verschenen, was in de schouwburg apotheek geen glycerine, soda of verband middelen te vinden. Eerst na twee en een half uur werd mevrouw Anderson naar het hospitaal overgebracht. Ondertus- scheti was de repetitie voortgezet, maar de eene danseres voor en de audere na, werd bewusteloos. Des avonds had in denzelfden schouw burg, waar toen het zangspel „Tanrrhauser' werd opgevoerd,bijna dergelijk onheil plaats. Eene danseres, wier costuum met een metalen netwerk was versierd, ging op een kastje zitten, waarin zich de draden voor de electrische geleiding bevonden. Nau welijks kwam het netwerk hiermede in aanraking of de dunne kleeding der dan seres stond in vlam. Ditmaal was geluk kig een brandweerman bij de hand, die de vlammen onmiddellijk meteen doek bluschte vóór de danseres nog brandwonden had bekomen. De dagbladen van Sint Peters- burg spreken er schande over dat de kleeding der danseressen niet gelijk aan andere groote buitenlandscbe schouwburgen ge beurt ontbrandbaar wordt gemaakt. De Czaar vrij uit- Aan een der Deensche biaden wordt uit Rusland het volgende geschreven t Czaar schijnt in Denemarken zoozeer 't genot van zich ongedwongen te bewe gen, te hebben leeren waardeere», dat hij tot schrik zijner lijfwacht ook in Rusland begiut zich alleen uit te wagen. Onlangs bracht hij geheel onverwacht, alleen, in offi ciersuniform, een bezoek aan de groote kei zerlijke glasfabriek aan den zuidelijken buitenkant vau St Pelersburg. Hij legde O, de keizer komt hier niet, mijnheer V at zou die hier te maken hebben „Goeden avond," „Goeden avond mijnheer." Den volgenden morgen werd de hoofd inspecteur bij den keizer geroepen en ont ving een strenge berisping." 't Zou heel wat lichter hier in't land worden,* dns eindigt op treffende wijzede correspondent, „als de keizer wat meer met eigen oogen te zien kreeg, hoe donker het er nu nog is.' Jongejuffers onder elkan- der. In Engeland is een geheel nieuw Ge nootschap opgericht door jonge dames uit de hoogste standen der maatschappij en wel in het westelijk deel der stad Londen, dat tevens het rijke deel kan genoemd worden. Die club heeft tot naam „Five Foot-Nine" (vijfvoet-negen). Ieder der leden moet min stens eene lengte hebben van vijf voet en ne gen duim, of auders gezegd, één meter en vijf- eu-zeventig centimeters. De jonge dames, die er toe behooren, moeten niet enkel van adel, maar ook mooi zijn Enkel de pre sidente die door een klein comité wordt bij- gestaan, velt oordeel over de dames, die zich aanmelden en beslist over haar toe lating. Alle ochtenden vroeg kan men, sedert eenige dageD, in Hyde-park de stoet jeug dige Engelschen paard zien rijden, kaars recht in het zadel zittende, maar overigens heel bekoorlijk. De vergaderingen der „Fi- ve-Poot-Nine" hebben om de veertien dagen plaats, afwisselend bij elk der leden aan huis. Een en drie kwart meter is, vooral voor eene vrouw, een heele knappe lengte en de jonge dames zullen, als ze bij elkander zijn, wel iets van een troepje vrouwelijke grena diers weg hebben. De redactie van een En- gelsch blad deelde onlangs mede dat een oude dame was overleden, die haar geheele fortuin 2000 pd. st. aan uitgever en redactie had vermaakt. „Een navol genswaardig voorbeeld," staal boven het bericht. Onder het opschrift„Fre- derik de Groote als scheidsrechter" wordt in een der Duitsche bladen het vol verteld Onder de regeering van Prederik II was in Kleef tusscheu de echtgeuooten van den regeerings- en van den kamerpresident een strijd ontstaan over de vraag, welke der heide dames den voorrang had. Geen van beide wilde toegeven, en hoeveel moeite de heeren echtgenooten zich ook gaven den strijd bij te leggen, alles bleef bij het ou- dï. Daar komt de regeeringspresidente op de gedachte den koning in deze te laten beslissen. De kamerpresidente nam met het voorstel genoegen en terstond werd eea stuk geschreven en naar den koning te Potsdam gezonden. Eerder dan men ver wacht had, kwam het antwoord. Het schrij ven werd teruggezonden met de minder vleiende kantteekening„De grootste gek kin gaat voor.' Wie van de twee dames nu nog den voorrang begeerde, wordt niet verteld. Een Chineesch Salomo* Koning Salomo van Israël was 'D tijd om zijn kennis van rechtszaken ze beroemd. Vandaar dat men elk scherpzitL rechter wel eens Salomo noemt in ntg ontkende en iegd krach- Zoo'n rechter was er ook in China. Eea man werd beschuldigd een tate stolen te hebben, maar hij zei, dat hij den diefstal onmogelij kon hebben. Zijn arm toch was z°ü teloos, dat hij er onmogelijk een tafei me® optillen. De rechter vertrouwde hem niet en dacht een middel, waardoor hij den man bekentenis kon dwingen. m Het spijt mij, zei hij, dat uw «oo zwak is, dat ge er niets mede tillen. Ga naar huis en zorg, dat uw a sterker wordt. Maar ik zie, dat ge arm zijt en den o neesheer wellicht niet kunt betalen. e zie hier een bak met 10.000 kopeien ge stukjes (ongeveer f 50). Dien schen u. De man scheen zeer dankbaar. Hij-tilde den aak op zijn schouders verwijderde zich. Toen hij echter Hj de deur ge 0 was, riep de rechter hem toe: Nu zie iic, dat ge mij bedrogen new* J

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1893 | | pagina 2