L a n (1 b o u w.
Gemengd Nieuws.
Men trok langs Spui, Singel, Konings
plein, Heerengracht, Amstel, Amstelstraat,
de Kalverstraat in. Hier deed zich weer
het Terschijnsel yoor als bg de laatste wande
ling. Op zij tan den stoet werden her
haaldelijk voorbijgangers met hun vroawen
lastig gevallen en teruggeduwd.
Ongeveer op de hoogte van den Heili
gen weg klonk de kreetpolitie*, maar
men kon nog voortwandelen tot aan het
Spui.
Daar kwam eensklaps
aanzetten, onder bevel
teur.
Een paniek ontstond en velen stormden
terug.
Niet alzoo echter de commissie en een
vijftigtal, die stil bleven wachten.
De politie trok op hen aan. Wollring
poogde zich te doen *verstaan aan den in-
spcteur, maar een gedrang ontstond en
plotseling werden de sabels (niet de wa
penrok) getrokken en regende het slagen.
De commissieleden, Geel en Wollring
werden gewond, Geel aan de hand en op
verschillende andere plaatsen, Wollring aan
het hoofd.
een patrouille
van een inspec-
voortdnrende omgeving van zieken, welke
aan dezelfde kwaal lijdende zijn.
Het is en blijft iDtasschen hoofdzaak,
dat de geneesheer zich geheel en al aan de-
behandeling van teringlijders wijdt en dat
hij zijne methode kan wijzigen naar gelang
van het stadium der ziekte van eiken
patiënt.
Een brochure van Dr. Oidtmarrn over
Tuberculose is verschenen bij Spohr te
Leipzig en bij iederen boekhandelaaar te
verkrijgen.
Nog een patrouille kwam opzetten, ter
wijl de gewonden naar het Gasthuis wer
den geleid en in de nabijzijnde huizen
werden gedragen.
Van de zijde van de Luthersche kerk
werden toen naar de agenten enkele stee-
nen geworpen en toen werden ook in die
richting eenige charges gemaakt. Eea nreis-
je werd gearresteerd, dat de agenten uit
schold. Gedurig moest nog in de Kalver-
straat en op den N. Z. Voorburgwal worden
gepatrouilleerd en tot doorloopen aange
maand en bleef men nog geruimen tijd in
groepjes der schrille tegenstelling van het
Vrede op Aarde" bespreken. Op den
N. Z. Voorburgwal werden hier en daar
eenige glazen ingeworpen.
Over de nieuwe behande
ling der Tuberculoae, schrijft ons Dr. Oidt-
man te MAASTRICHT
De publiciteit welke sedert eenige weken
in de couranten aan mijne „nieuwe be
handeling der Tuberculose" door „Tuber
kelgas' gegeven is, noopt mij hieromtrent
ter voldoening aan vele aanvragen om in
lichtingen, eeoige opheldering te geven.
Overtuigd, dat inwendige middelen te
gen deze vreesalijke ziekte zonder uitwer
king blijven, heb ik sedert vijf jaren eene
meer rationeele behandeling der longteering
beproefd, en wel eene inademingsmethode
door „Tuberkelgas". Mijne geneeswijze moet
niet verward worden met de hier en daar
zoowel in het groot als in het klein toe
gepaste iiademing van medicamentense wa
terdampen. Deze methode is absoluut zon
der uitwerking, omdat geeue waterdeelen,
ai zijn ze nog zoo fijn verdeeld, verder dan
het strottenhoofd komen. Over deze illu
soire methode heeft de wetenschap reeds
lang den staf gebroken.
Na het fiasco der „gevaarlijke* Koch'-
sche inenting moet het streven der weten-
■chap zijn eene onschadelijke geneeswijze te
vinden, welke direct" inwerkt op de len
gen en de bacillen, Deze methode moet aan
de volgende voorwaarden voldoen.
In de eerste plaats moet men verzekerd
zijn, dat de medicamenten tot in de ui
terste pnnten der longen doordringen, zoo
als zulks blijkens vele proefnemingen met
het Tuberkelgas het geval is.
In de tweede plaats moeten de gasvor
mige medicamenten eene antiseptische wer
king hebben om de afscheidingen der lon
gen, waarin de bacillen, voortwoekeren,
onschadelijk te maken. Dat het Tuberkel
gas deze eigenschap bezit, bewijst de om
standigheid, dat ongezouten versch vleesch
zonder de geringste bijvoeging van kunst
middelen nooit bederft in eene atmosfeer,
welke met dit gas bezwangerd is."
In de derde plaats moet de sterkte van
het Tnberkelg&s zoodanig geregeld kun
nen wordeo, dat naar behoefte de longen
worden geprikkeld en zij dientengevolge
uitwerpen of uitdrogen. Dat het «Tuber
kelgas" aan deze voorwaarde voldoet, be
wijst het gevoel van drooge handen, wan
neer men zich in de inademiDge-kamer
bevindt.
Met het oog op bovenbedoelde eigen
schappen zoude men mijne vinding meer
eene methode dan wei een middel kunnen
noemen want de werking van het „Tu-
berkelgas" is afhankelijk van zijne meer
of minder oordeelkundige toepassing. Het
„Tuberkelgas" kan dan ook alleen bij een
oordeelkundige gebrnik onder medisch toe
zicht worden aangewend als een geneesmid
del, dat om die reden, afgezien nog van
de moeielijke verpakking, niet vatbaar is
voor verzending.
Dit dient sla antwoord op de t&llooze
aanvragen om elders behandeld te worden.
Meer dan ieder andere zieke dient de be
handeling der Tuberknlose onttrokken te
worden aan de routine van eenen gewonen
geneesheer, die daaraan niet de noodige
aandacht kan wijden. Het daarstellen ee-
ner inrichting uitsluitend voor de gene
zing van „Tuberculose' langs den weg van
inademing, ligt dan ook in mijne bedoe
ling.
Intusschec bestaat er voor „teringlijders*
thans reeds gelegenheid om door inwoning
bij particulieren in het Geuldal van Meer
sen-Valkenburg met ,Tuberkelgaa" be
handeld te worden. De huisvesting kan
voor iederen patiënt geregeld worden naar
mate van den aard der ziekte en de con
stitutie van den lijder. Deze wijze van
behandeling is in zoover verkieselijk boven
het verblijf in eene speciale
Nieuwe methode
van boterbereidingf.
De heer. L. v. d. Wonde, te LEEUV -
ARDEN, heeft aan H. M. de Koningin-
Regentes het verzoek gericht, dat hem ee
ne vergoeding worde gegeven als hij ee
ne betere methode van boterbereiding be
kend maakt, waardoor men niet alleen een
betere kwaliteit van de boter verkrijgt,
maar ook hare duurzaamheid ver
hoogt.
De Regeering stelt er groot belang in,
dat deze zaak wordt onderzocht, maar is
niet bereid daarvoor geld nit te geven. Na
is de „Friesche Maatschappij van Land
bouw' met die zaak in kennis geste'd en
heeft de heer Mesdag met den heer Van
der Wonde overlegd om proeven te nemen
op de boerderijen, die zich daartos bereid
verklaren en aan de zuivelschool te
Bolsward.
De eene dag zal de boter op de gewo
ne wijze worden bereid en den volgenden
dag zal de heer Van der Wonde de boter
volgeDs zijne methode bereiden. Beide
partijen worden tegen marktprijs gekocht
en naar Leeuwarden gezonden, waar een
commissie van drie boterhandelaren, aan
wier bevoegdheid niet valt te twijfelen,
beide partijen zal onderzoeken, dat onder
zoek 14 dagen later herhalen en over een
maand nog eens.
voor Tuberculose, dat de lijders niet met
elkander in aanraking komen en dus niet
De taal van de Hand
Een enkele handdruk zegt dikwijls meer
dan woorden; een handdruk is in staat
iemands geheele persoonlijkheid te teeke
nen.
Groote zielen hebben dikwijls een scherp
geestesooghetwelk in 't verleden en in
de toekomst ziet, waar deze voor anderen
achter een dikken sluier zijn verborgen
zij voelen instinctmatig het angstig kloppen
van 't hart waar duizenden anderen zonder
eenig vermoeden voorbijgaan, zij voelen
hoe een levenskiem met den dood strijdt
en zij hebben altijd een elixer bij zich, dat
slechts zijn groote ziel weet te bereiden,
een warm woord, of waar dit niet gespro
ken wordt, een warmen handdruk, waarin
zooveel kan opgesloten liggen, meer nog
dan met woordan kan worden gezegd.
Het bestaan van 't hand-orakel kan niet
worden weggecijferd, het brengt u nimmer
op dwaalwegen, zooals zoo gemakkelijk met
schoon klinkende woorden het geval is
het spreekt slechts één taal, die voor ingewij
den slechts één beteekens heeft, Welk een
onaangenaam gevoel kan zich van obs mees
ter maken, wanneer een koude, gladde,
klamme hand de onze drukt, Onwillekeu
rig trekt men de hand terug.
Wanneer men wist, hoe het hart samen
krimpt bij zulk een handdruk, wanneer
men vermoedde welk een konden hoog
moed die handdruk verraadt, menigeen zou
zich bezinnen een zoo duidelijk beeld te
geven van zichzelf wat zoo gaarne en niet
zonder reden verborgen wordt gehouden.
Andere orakels kunnen zich vergissen, het
handorakel nimmer.
Een vriendelijke handdruk kan echter in
plaats van vertrouwen, schrik veroorza
ken.
Geen handdruk die door zijn kracht ons
onaangenaam verrast eo ons een kreet van
pijn afperst, neen, dat verraadt slechts ge
brek aan opvoeding, maar die langzame,
steedB vaster wordende handdruk, die on
willekeurig aan een schroef doet denken.
Bij den voortdurenden omgang met zulke
personen, kan men zich gevoelen als iu een
folterkamer.
De blik der oogen, het zuchten, die over
zoete woorden kunnen alle martelwerktui
gen worden, waaraan men zich niet dan
door veel krachtsinspanning onttrekken kan.
Een vaste handdruk verraadt karakter,
't zij in goed of in slecht. Men leert de
taal, die een handdruk spreekt beter ver
staan, naarmate men ouder wordt. Ieder
moet zijn studietijd in deze doormaken en
niet ieder voleindt die stadie. Yele men-
schen leeren nooit die taal en evenals voor
vele andere dingen, moet men ook hier een
weinig talent voor hebbentalent, instinct
is misschien nog juister. De temperatuur
der hand is ook van veel beteekenis. Als
zij gloeit dan dnidt dit in vele gevallen
toorn aan; is zij koel dan werkt men niet,
men is lui.
Hoe heerlijk kan de handdruk eener
moedtr zijn. Die handdruk vertelt ons of
wij goed hebben opgepast of slechts ten
deele onzen plicht hebben gedaan.
Het ergste is, wanneer die spraak ver
stomt, dan heeft men haar gegriefd, men
heeft haar verdriet gedaaD.
Hoe krachtig kan de vaderhand spreken,
beter en met meer succes dan duizenden
boetpredikaties en welk een gelukkig ge
voel, als dezelfde band zich weder op het
kinderhoofd legt en als 't ware de vertol-
inrichting ker is voor de vergiffenis -van den kleinen
Dan reeds geeft zij dikwijls een blik in
de toekomst en moet men in zulke oogea-
blikken niet alle krachten inspannen, om
goed te zijn, om beter te worden
Maar nogmaals, niet ieder verslaat de
taal van de hand, W3nt ware dat het ge
val, dan kon menige moeder de schutsen
gel worden van 't kleine kinderhart, dat
vol dwaasheden is en het leven nog niet
kent. Dan zouden er meer moeders zijn,
die haar heerlijke roeping, haar groote
verantwoordelijkheid beter begrepen en dan
zonden velen haar plicht beter nakomen.
Vleesch braden.
Wanneer men een mager stuk vleesch
zeer fijn eu smakelijk wil braden, wordt
het niet vooraf gezouten, maar in een ge
olied papier op een rooster in de braadpan
?elegd eo gestadig bedropen met gesmol
ten vet in kleine hoeveelheden. Het geeft
nooit malsch vleesch, dat bedropen is met
jus uit den braadpan; men maakt de jus
eerst met water en wat meel in gehalte,
als het vleesch van het papier ontdaan
en op een warme vleeschschotel gelegd
is.
Eerst wordt het vet er afgegoten en in
den braadpan, die op het vuur gezet is,
met het water met meel gedaan eu al wrijven
de met een lepel bruin gebraden tot een
hoeveelheid als men voer het gezin noo-
dig zal hebben en bij het vet, dat men
er afgegoten heeft, gevoegd.
Als men denkt, dat het vleesch geen
gelijke bruine kleur in den oven heeft ge
kregen, kan men het papier er een kwar
tier te voren afnemen, om dit ongedekt
een korstje te geven.
Begint het sterk te vrie
zen zonder dat er eerst een laag sneeuw ge
vallen is, dan is het raadzaam de matten en
andere bedekkingen over planten en groen
ten, met water te besproeien, altijd wan
neer het water niet doorloopt. De daar
door gevormde ijskorst is een uitstekende
bedekking.
Heeft men nog te planten en voorziet
men dat de vorst het graven onmogelijk
zal maken, dan bedekke men den grond
met een laag stroo of mest, de vorst
dringt dan lang zoo diep niet door.
wildzang.
En dan wanneer
de kleine hand van 't
dtn nadeeligen invloed ondervinden, welke kind nog slechts in staat is om een enkelen
noodzakelijk mort voortvloeien nit eene vinger van de moeder va&t te houden 1
In de vorige week waste
Berlijn het nieuwtje verspreid, dat een
dienstmeisje in de loterij van het Roods
Kruit den prijs van 100,000 mark had
getrokken, maar het bedrag niet kon
ontvangen. Zij had, zoo hoorde men, in
de maening dat op het nommer een niet
was gevallen, het lot in den vuilnisbak
geworpen, die vervolgens door den vuilnis
man was geledigd. Het loterijbriefje was
verzeild geraakt naar de algemeene
wie
aas
verzamelplaats van vuil en afval en
zou het daaruit kunnen opscharlen
Voor den vinder werd eene premie van
5000 mark uitgeloofd en natuurlijk werd
aan het bureau van het Roods Kruis aan
zegging gedaan, opdat het lot aldaar niet
zou worden ingewisaeld. In den avond
van 18 dezer werd in de Berlijnsche bla
den het gebeurde vermeld. Vervolgens
vernam men, dat het dienstmeisje met
hulp der waschvrouw een adres aan
den Keizer had opgemaakl, inhoudende
het verzoek om als in dit buitengewoon ge
val wanneer het loterijbriefje niet terecht
kwam, toch den prijs uit tebetalen. Nadat
zoo de zaak eenige dagen aller aandacht
had getrokken, wordt nu eensklaps ge
meld, dat de prijs reeds inden voor
middag van 18 dezer was uitbetaald
aan een heer, die met het briefje op het
bureau was gekomen. Het briefje was ook
niet verfrommeld of bezoedeld geweest.
Wie die persoon was, weet men niet,
omdat op het bureau niemand zijn naam
had gevraagd, doordien er op dat oogenblik
nog niets bekend was van het gebeurde
bij bet dienstmeisje. Nu is het wel vreemd,
dat dit eerst thans aan het licht wordt
gebracht, nadat er zooveel dagen toch veel
over te doen is geweest. Met dat al bleef
het een zonderling geval, waarover ech
ter thans licht is gekomen. Het blijkt nu,
dat het meisje vroeger het nommer had
opgeschreven en het papiertje, waarop die
aanteekening stond, toevallig weer in
handen had gekregen nadat zij het lote
rij briefje had weggeworpen. Doch bij
nader onderzoek schijnt nu alles uit te
loopen hieropdat zij in die aanteekening
een schrijffout beeft begaan en daardoor
al die drukte heeft teweeggebracht, waarin
zelfs de justitie zich had gemengd.
De heer Terray, de onuit-
puttelijke uitvinder van nieuwe belastingen,
minister van financiën onder Lodewijk XV,
kwam op een herfstdag op het uur, waar
in de voorname wereld in deu tuin van
Palais Royal wandelde, met een reusachtige
mof.
Den volgenden dag ging te Parijs het
volgende epigram van mond tot mond
Waartoe de mof Hebt gij het koud, mijn
beer Terray
Dat moet ons waarlijk verrassen,
V ant houdt ge uwe handen niet
Doorloopend in onze kassen
Keurvorst Christiaan II
wierp eens in een beker vol wijn een
goudstuk en reikte den beker aan
Taubmann, zeggende„als gij een bizon-
der vroolijk versje improviseert, dan zal
het goudstuk voor u zijn.*
Taubmann greep den beker, haalde
het goudstuk er uit en rijmde
„Zwei Götter könuen zich im Becher
nicht vertrageD,
Geh, Plutus in den Sack, du Bscchus in
den Magen.'
Dat is
„Twee goden kunnen elkander inéén te-
ker niet verdragen,
Ga, Plutus, in de zik, gij, Bacchus, in
de maag.'
Daarmede stak hij het goudstuk in zijn
zak en ledigde den beker.
Een geheimzinnige mis
daad. In het stadje Colchester heerscht
groote opgewondenheid over den treurigen
dood van een kleermaker, wiens verkoold
lichaam in zijn brandend huis werd aan
getroffen. De geneesheeren zijn van mee
ning, dat hier een zwaar misdriji in het
spel is, wat nog versterkt werd door de
getuigenis van verscheidene personen, die
op den avoud, toen de brand plaats vond,
een verdracht persoon in den omtrek za
gen rondzwerven. Men houdt bet ervoor,
dat de verdachte den man eerst een doo-
delijken slag heeft toegebracht en hem
vervolgens een touw om den hals heeft
geslingerd om het te doen voorkomen,
alsof de ongelukkige zich had opgehangen.
Vervolgens zou de verdachte, die vroeger
bij den man als loopknecht in betrekking
was, hel huis in brand gestoken hebben,
na zich eerst al het geld, dat zich in huis
bevond, te hebben toegeëigend. De politie
is den dader tot dusverre nog niet op
het spoor.
Bestraft kwajongens-
werk. In de plaats Fisch'nausen be
weerde dezer dagen een zestienjarige knaap,
dat hij er is slagen zon op deu rug van
een jongen stier naar het huis van een
buurman te rijden. De knaap werd van
alle kanten gewaarschuwd, maar toch werd
het domme plan ten uitvoer gebracht en
wel op het tijdstip dat het vee aan een
vijver te drinken kreeg.
Nauwelijks was de dolzinnige ruiter op
den rng van den stier gesprongen en had hij
zich san diens hals vastgeklampt of bet
dier sloeg onder woedend gebrul niet den
weg naar dtn buurman in maar rende in
galop gevolgd door bet overige vee, naar
een openstaande schuur. Hier kwam het
woedende dier tussehen wagens ploegen en
eggen terecht en werd ernstig gekwetst,
'tgeen ook met den ruiter bet geval was
de knaap slaagde erin, van den rng van
den stier af. te springen, maar viel en du
bracht het dier hem nog vrij ernstige
verwondingen aan het boofd toe en brak
hem door een stoot met de hoorns twee
ribben. Al de persoon die zich op de
pachthoeve bevonden, hadden de handen
vol werk, om den roekeloozen jongen uit
zijn levensgevaarlijken toestand te bevrij
den.
Ontzettende oogenblik-
ken. Omtrent het in brand geraken eener
danseres te St. Petersburg, deelen buiten-
landsche bladen nog het volgende mede
Zaterdag-middag zou in den Maria-
Schouwburg de repetitie van het ballet
„Asschepoetsser" plaatsvinden tn de too-
neelmeester wilde reeds bet teeken geven
om te beginnen. De danseres Maria Aüder-
eene zeer geliefde en talentvolle kun-
een gedeelte van den weg per tram af
de passagiers staken de hoofden biiP
en
fluisterden over dien militair, die zqq
bijeen en
kend op keizer Alexander leek: m., S^e"
mand herkende hem.
Op de fabriek wekte
zoek groote beweging,
dit
en
vervracht be.
paleis was iutusschen 't geval bekeud*
worden, en vele politie-agenten haaste"
zich den keizer tegemoet te gaan, die zj
niet weinig vermaakte, dat hij eindel' W
eens aan 't oog zijner bewakers was 0nt
snapt.
Iets later begaf Z. M. zich op een avond
alLen uit en wandelde door de straten
Gatschina. Na een poos geloopen te hebbe*
kwam hij in eenige straten
waar
taarns niet brandden, hoewel dit
Hij sprak een politie-sgent aan:
n
was.
de laQ.
verordend
„Vrien 1, waarom branden hier da lantaarns
niet
„Dat heeft de hoofdinspecteur van politie
zoo ge'ast, mijnheer."
„ZooIk meende dat er een
bevel was uitgevaardigd, dat
in Catschina verlicht moesten zijn
„Dat wist ik niet, mijnheer"
„Maar als de keizer nu eens hier komt
en ziet, dat zijn bevel niet
voerd P"
beizerljk
alle straten
is
uitge-
son
stenares stond voor haar kaptafel en was
bezig met een warm ijzer haar kapsel in
orde te brengen. Door een onvoorzichtige
beweging met de hand wierp zij een spiri-
tuslampje om en in een oogwenk stond
haar kleeding in brand. Zij verloor haar
tegenwoordigheid van geest niet en tracht
te zich in zware gordijnen, die voor de
deur hiDgen, te wikkelen. Toen echter
ook deze vlam vatten, vluchtte zij de ka
mer uit. Een vreeselijke paniek ontstond.
De regisseur wierp de brandende danse
res zijn pelsjas om, een ander riep haar
toe zich op den grond te laten vallen en
wierp een tweede pels over haar heen.
Na enkele seconden was het vuur ge-
bluscht, maar de kunstenares was reeds
hevig gewond. Het gelaat is enkel op
sommige plekken niet ernstig gedeerd,
maar aan heupen, borst, beenen en rug
bevonden zich zware brandwonden. Lan
ger dan een nar, lag de arme vrouw, die
geen oogenblik het bewuszijn verloor, zon
der geneeskundige hulp. De docter van den
schouwburg was afwezig eu toen einde
lijk drie geneesheeren, die men opgezocht
had, verschenen, was in de schouwburg
apotheek geen glycerine, soda of verband
middelen te vinden. Eerst na twee en een
half uur werd mevrouw Anderson naar
het hospitaal overgebracht. Ondertus-
scheti was de repetitie voortgezet, maar de
eene danseres voor en de audere na, werd
bewusteloos.
Des avonds had in denzelfden schouw
burg, waar toen het zangspel „Tanrrhauser'
werd opgevoerd,bijna dergelijk onheil plaats.
Eene danseres, wier costuum met een
metalen netwerk was versierd, ging op
een kastje zitten, waarin zich de draden
voor de electrische geleiding bevonden. Nau
welijks kwam het netwerk hiermede in
aanraking of de dunne kleeding der dan
seres stond in vlam. Ditmaal was geluk
kig een brandweerman bij de hand, die de
vlammen onmiddellijk meteen doek bluschte
vóór de danseres nog brandwonden had
bekomen. De dagbladen van Sint Peters-
burg spreken er schande over dat de kleeding
der danseressen niet gelijk aan andere
groote buitenlandscbe schouwburgen ge
beurt ontbrandbaar wordt gemaakt.
De Czaar vrij uit-
Aan een der Deensche biaden wordt uit
Rusland het volgende geschreven
t Czaar schijnt in Denemarken zoozeer
't genot van zich ongedwongen te bewe
gen, te hebben leeren waardeere», dat hij
tot schrik zijner lijfwacht ook in Rusland
begiut zich alleen uit te wagen. Onlangs
bracht hij geheel onverwacht, alleen, in offi
ciersuniform, een bezoek aan de groote kei
zerlijke glasfabriek aan den zuidelijken
buitenkant vau St Pelersburg. Hij legde
O, de keizer komt hier niet, mijnheer
V at zou die hier te maken hebben
„Goeden avond,"
„Goeden avond mijnheer."
Den volgenden morgen werd de hoofd
inspecteur bij den keizer geroepen en ont
ving een strenge berisping."
't Zou heel wat lichter hier in't land
worden,* dns eindigt op treffende wijzede
correspondent, „als de keizer wat meer met
eigen oogen te zien kreeg, hoe donker
het er nu nog is.'
Jongejuffers onder elkan-
der. In Engeland is een geheel nieuw Ge
nootschap opgericht door jonge dames uit
de hoogste standen der maatschappij en wel
in het westelijk deel der stad Londen, dat
tevens het rijke deel kan genoemd worden.
Die club heeft tot naam „Five Foot-Nine"
(vijfvoet-negen). Ieder der leden moet min
stens eene lengte hebben van vijf voet en ne
gen duim, of auders gezegd, één meter en vijf-
eu-zeventig centimeters. De jonge dames,
die er toe behooren, moeten niet enkel van
adel, maar ook mooi zijn Enkel de pre
sidente die door een klein comité wordt bij-
gestaan, velt oordeel over de dames, die
zich aanmelden en beslist over haar toe
lating.
Alle ochtenden vroeg kan men, sedert
eenige dageD, in Hyde-park de stoet jeug
dige Engelschen paard zien rijden, kaars
recht in het zadel zittende, maar overigens
heel bekoorlijk. De vergaderingen der „Fi-
ve-Poot-Nine" hebben om de veertien dagen
plaats, afwisselend bij elk der leden aan
huis.
Een en drie kwart meter is, vooral voor
eene vrouw, een heele knappe lengte en de
jonge dames zullen, als ze bij elkander zijn,
wel iets van een troepje vrouwelijke grena
diers weg hebben.
De redactie van een En-
gelsch blad deelde onlangs mede dat een
oude dame was overleden, die haar geheele
fortuin 2000 pd. st. aan uitgever
en redactie had vermaakt. „Een navol
genswaardig voorbeeld," staal boven het
bericht.
Onder het opschrift„Fre-
derik de Groote als scheidsrechter" wordt
in een der Duitsche bladen het vol
verteld
Onder de regeering van Prederik II was
in Kleef tusscheu de echtgeuooten van den
regeerings- en van den kamerpresident een
strijd ontstaan over de vraag, welke der
heide dames den voorrang had. Geen van
beide wilde toegeven, en hoeveel moeite de
heeren echtgenooten zich ook gaven den
strijd bij te leggen, alles bleef bij het ou-
dï. Daar komt de regeeringspresidente op
de gedachte den koning in deze te laten
beslissen. De kamerpresidente nam met het
voorstel genoegen en terstond werd eea
stuk geschreven en naar den koning te
Potsdam gezonden. Eerder dan men ver
wacht had, kwam het antwoord. Het schrij
ven werd teruggezonden met de minder
vleiende kantteekening„De grootste gek
kin gaat voor.'
Wie van de twee dames nu nog den
voorrang begeerde, wordt niet verteld.
Een Chineesch Salomo*
Koning Salomo van Israël was 'D
tijd om zijn kennis van rechtszaken ze
beroemd. Vandaar dat men elk scherpzitL
rechter wel eens Salomo noemt
in
ntg
ontkende en
iegd
krach-
Zoo'n rechter was er ook in China.
Eea man werd beschuldigd een tate
stolen te hebben, maar hij
zei, dat hij den diefstal onmogelij
kon hebben. Zijn arm toch was z°ü
teloos, dat hij er onmogelijk een tafei me®
optillen.
De rechter vertrouwde hem niet en
dacht een middel, waardoor hij den man
bekentenis kon dwingen. m
Het spijt mij, zei hij, dat uw
«oo zwak is, dat ge er niets mede
tillen. Ga naar huis en zorg, dat uw a
sterker wordt.
Maar ik zie, dat ge arm zijt en den o
neesheer wellicht niet kunt betalen. e
zie hier een bak met 10.000 kopeien ge
stukjes (ongeveer f 50). Dien schen
u.
De man scheen zeer dankbaar.
Hij-tilde den aak op zijn schouders
verwijderde zich.
Toen hij echter Hj de deur ge 0
was, riep de rechter hem toe:
Nu zie iic, dat ge mij bedrogen new*
J