ÖSSTÖ1M1G BLOED. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: §CHAGIN. £<aaii, D 4. Gemeente 8 c li a g e n. Bekendmakingen. Nationale Militie. Oproeping voor de tweede zitting van den militieraad. "Donderdag 4 Janu J leer had Ie art meet -n, niet wijl uk Nieuws- RARIT. Aimisilil- k LiiMlit Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden A DVERTEXTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. (Art. 87 der wet op de Nationale Militie.) Burgemeester en Weihouders der ge meente Schagen, gelet op eene missive van den Heer Militie-Commissaris in het 3e dist riet van Noord Holland brengen ter kennis, van de belanghebbenden Datde tweede zitting van den Militieraad Jzal worden gebonden te Alkmaar, opDics- 'dag 3en 9 Januari eerstkomende, des mor gens te IQ ure. Dat op gemelden dag voor dien Raad behooren te verschijnen de loteliugeD, iwier zaken in de zitting van den 12 De cember 1893 zijn uitgesteld. Dat aangezien er geene zittingen meer 'worden gehouden, een ieder die zulks aan gaat wordt aanbevolen, zich dien dag ten nutte te maken. Schagen, den 30 December 1893. Burgemeester en Weihouders voornoemd W. A. HAZEU, Weth. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester en Wethouders van Schagen doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van den vdeo December Achttienhonderddrie-en- gentig is vastgesteld de volgende ver ordening. Verordening tot wijziging van sommige artikelen in en toevoeging van een nieuw artikel aan dealgeme^ne J?oli- tieverordening voor de gemeente Sohagen De Raad der gemeente Schagen, Overwegende de gebleken noodzakelijkheid, a. van de wijziging eo aanvulling van de hieionder vermelde artikelen der alge- meer politieverordening voor die gemeente, \astw ,steld in de Raadsvergadering van den tweeden Juni Achttienhonderdeenennegentig; b. van de aanvulling dier v verordening niet een geheel nieuw artikel, heeft besloten: 1. de hieronder volgende artikelen der ver ordening bovenvermeld, voortaan te doen lui den als volgt: Art. 6. Alle houders vsn de in het vorig artikel bedoelde inrichtigen zijn verplicht deze ten elf ure des namiddags te sluiten en tot des voormidags zes ore gesloten te houden Het is hun verboden in dien tusschentijd te tappen of bezoekers*in huis te hebben. Zij zyn verplicht, hunne bezoekers, bij het naderen van het sluitingsuur aan te zeggeD, dat zij de inrichting moeten verlaten, en in dien daaraan geen gehoor wordt gegeven, daarvan terstond aangifte te doen hij de po- 1 litie. Art. 7. Het is verboden zich als bezoe ker tusecken des namiddags elf ure en. des voormiddags zes ure in een der in art. 5 btdoelde inrichtingen te bevinden. Als bezoekers worden niet beschouwd le. de leden des huisgezins. 2e. de buitenshuis wonende kinderen van den houder der inrichting. 36. Zij, wier tegenwoordigheid door drin gende omstandigteiden wordt vereischt. 4e. dezulken dio bij hen logeeren. Als zoodanig zullen echter niet worden aange merkt, personen, in deze of eene aangrenzen de gemeente woonachtig of gehuisvest. Art. 8. Te bepalingen der twee laatste artikelen zijn niet van toepassing cp lokalen of inrichtingen ten aanzien van welke de Bur gemeester bij tijdelijke of wel doorlooperde, maar steeds herroepbare vergunning eeu later sluitingsuur zal hebben toegestaan. Art. 25. Elke woning zal van eene ge wone huisdeur voorzien zijD, en elk vertrek vaneen goeden houten vloer envam en uit glas ruiten bestaand lichtvenster ter'groot'e van minstens 1 M3, dat aan do buitenlucht uit komt, en geopend kan worden. Elk vet trek zal eene hoogte moeten hebbeo van minstens M. 2.75 en voorzien moeten zijn van een vloer die zich minstens 20 cM. boven den beganen gtond bevindt. Van deze bepalingen kunnen Burgemester en Wethouders onthef fing verleenen. Art. 27. Het is verboden een gebouw te stellen, te herstellen, te veranderen of uit te breken, zonder voorafgaande overlegging van bestek en teekoning aan en daarop ge volgde schriftelijke vergunning, van Burge meester en Wethouders. Voor geringe herstellingen, welke tot bet onderhoud van gebouwen kunnen worden ge rekend', ol voor het veranderen van deuren of vensters, wordt geen vergunning vereischt. Art. 32. Stookplaatsen en rookleidingen moeten, tenzij Borg-meester en Wethouders vergunning verleenen om daarvan al te wij ken, ter dikte van minstens M 0.08 gemet seld worden op een brandvrij wulf of fuD. FEUILLETON. Roman van HERMAN HEIBERG. (Vertalingsrecht verzekerd.) 20. Den volgenden morgen, nadat Otto zich ternauwernood naar zijn kantoor had bege ven, nam Therese aan tafel plaats en schreef aan Frans von Beudler bet volgende briefje „Ik wil volstrekt niet te kort doen aan de waarde uwer gevoelensik ben er uit het diepst mijner ziel dankbaar voor, dat gy uwe belangstellig betuigdet aan een arm, verlaten meisje, hetwelk zich in der daad Diet gelukkig gevoelt. Maar wat gij vanmjj wenscht kan ik u niet toestaan, hoezeer mij dit ook spijt. Zeker zou het beter zijn, dat ik U dit filles mondeling verklaarde; ook zou ik gaarne Kooren wat gij hebt te zeggen, maar ik weet Ibet: de kwelling zou daardoor slechts te giooter worden; het onrecht, hetwelk ik bega, is zelfs niet te noemen stel u voor, dat het een droom is geweest, welke u mijn persoon voor den geest riep; ik wil ook trachten, mij wjs te maken, dat ik werke lijk "ooit uwe stem heb geboord. Niet waar bet lot der meeste mtn- het geluk afstand moeten toe grooter het kon zijn. agelyks bidden, dat het n i u zoozeer Tb. Fr." gedachten niet ten volle 3, de tranen bevochtigden wilde aan Franz niet zeg- j lief had, en toch moest ch moest bij bet tnsschen kennen lezen l Nog eetmaal >acBoer zij dezen briet af- Ike brug achter zich af, ook bij niet meer tcbryvtn, dat .1 zeker neer aannemen zou, dat zij )g eens na. het poetkantoor zon gaan, om zien of er cok een brief van htm was. q watneer zij neg eenmaal schreef, wan- ler zij het niet langer kon uithouden, zou ar brief bem den nog bereiken? Maar toen boot Let baar te binnen, dat zij op goed luk af naar zijne woning een bi iet zou innen zendtD. Ja, dat bleet baai nog over. Zij bracht nu den brief op de post. De frissche wandeling bracht haar verontrust zenuwgestel een we'nig tot kalmte. Zij begon nu weder eenig begrip te krygm van hare plichten. Toen zij dan ook in bare woning was teruggekeerd, begaf zij zich met lust aan haar huiswerk, en bracht alles in bare ka mer in oide. liet was alsof bare zorgen haar waren ontvloden. Zij meende zich zelve over wonnen te hebben. Zij koD Otto nu weder onbeschroomd aanzien. Toen zij eindelijk aan een handwerkje was begonnen, verscheen eensklaps de brievenbe steller en bracht baar twee brieven. Werk tuigelijk opende Tberese den briet, die aan haar gericht was, bij bet lezen van den inhoud helderde baar gelaat op. Het schrij ven luidde aldus: Dr. Ernst Weiker, Notaris, Breitestr. 14. Aan Mej. Therese Franz (Vincent.) Friedriihstr. 110. Hof, 3 Trappen. Zeer geachte Mejuffrouw I Bij dezen bericht ik u, dat uw stiefvader, de beer Karl Vincent, den 11 April 1.1. is gestorven, en dat hij zijne vrouw, geboren Flör, benoemd heeft tot eenige erfgename, onder voorwaarde, dat aan u en uw stief broeder, mijnheer Otto Vincent, drie maan den na zijn overigden, aan elk twiotig dui zend golden moet worden uitbetaald. Ik verzoek u beleefd, teneinde dit geld iD ont vangst te neiuen, u by mg te willen vervoe gen, 8'voormiddags tusschen acht tot tien of namiddags van vier tot zeven uur en uwe legitimatiepapieren te willen meebrengen. Uw Dienstw. Ernst Weiker." Wonderlgke gedachten doorkruisten nu Therese's herseien. Nu eens waren het van die hoogdravende edele gevoelens, welke gevolg zgn van het onverwsebt geluk; dan weder overvielen baar angstige voorgevoelens. Nu zou Otto bepaald spreken in bare ge dachten hoorde zgretdszgDe woord en:, wij hebben nu een basis voor or s bestaan, wanneer wg beide kapitalen tot één voegen. De reDten en wat ik door mgn werk er by kao verdienen, waarborgen ons een burger- lyk bestaan. Wordt dan du ook de mgne, Tberese I* Eu zou zg dan neen zeggen Dat zou zg evenmin kunnen als dat bet mogelijk zou zgn een ja" over bare lippen te drgven! Wat waren de levensomstandigheden voor baar nu geheel veranderd. Zg was geen ri k meisje, maar zg kon tocb taar toekon stigen echtgenoot een aardig kapitaaltje mede tea dement en Tan voldoende verankering voor zien zgn en mogen zich daaraan en daarin slechts gzeren deuren en rookstokken be vinden. Deze bepalingen gelden mede ten aan zien van vernieuwing of herstelling van bestaande stookplaatsen of rookleidingen. Art. 37. Het is verboden eenig gebouw tot woning in te richten of te bestemmen, dat niet voorzien is van een regenbak en van een beboorlgk ingericht privaat, voor zoover hut binnen's buts is, door een raam of luchtkoker in rechtstreekRcbc gemeenschap in of met de buitenlucht. Do regenbak moet gemetseld worden van klinker baksternen, de muren ter dikte van minstens M 0.12, de bodem ter dikte van minstens M 0.18, alles gemetseld met sterke trasspecie o! portlandcement, en met een inhoud van minstens 2 M'. Voor zoover de privaten niet gesteld zijn boven vaarten, slooten of wateringen, be hooren de faecaliën verzameld te worden in onder de privaten gestelde vet plaatsbare bakkcD, die minstens eenmaal per week worden geledigd. Onder privaten, geplaatst boven vaar- ton, slooten of wateringen, moet bij oene uitgestrektheid van minstens 1 M2 eene wa terdiepte van minstens M 0.5 aanwezig zijn- Voor de riebtige naleving van het in de beide voorgaande alinea's bepaaldde zijn do bewoners of beheerders van de woningen, waarbij de privaten behooren, aansprake lijk. Burgemeester en Wethouders kunnen verguunnen dit meerdere aan een of diebt nabij elkander gebouwde woningen slechts van ééu gemeenschappelijk privaat of van één gi meenschappelijken regenbak zullen voorzien zijn, Art. 64. Het drijven von vee en ander gedierte langs den openbaren weg, is niet anders geoorloofd dan onder voortdurend toe zicht van den drijver, die zorg draagt dat het vee en gedierte steeds voortgaat. Stie ren behooren voorzien te zijn van ten ring door den neus en als voetgangers of rijtui gen naderen, steeds aan den kop vastgehou den te worden. Stieren naar of van de markt gevoerd wordende, of daar ter plaatse aanwezig, behooren bovendien steeds geknieband te ziju. Deze laatste bepaling is niet van toe passing op stierkalveren. Art. 117. Do eigenaars, vruchtgebruikers of beheerders v in binnen of aan de grens van de kom der gemeente gelegen slooten huwelijk brengen. Meisjes met een rente va achthonderd gulden waren niet zoo over vloedig in de wereld. Nu uu kregen de zaken voor haar en Franz von Bend- ler een geheel ander karakter. In der daad? Was dat werkelijk zoo? Zonderling, boe dergelijko toevalligheden invloed uitoe fenden op de levensbeschouwingen Thérè- se zag alles in ten geheel ander, deels gun stiger, deels onguustiger licht. Nu dat Otto bescheiden, maar onbezorgd kon leven, kwam het baar Diet meer zoo vreeselijk voor, zich vau hem log te maken; en daar zij geen arm schepseltje meer was, gevoelde zij zich tegenover Frauz meer op een gelijk standpunt geplaatst, vond zij een toeoadoring tot bem minder bedenkelijk. Zij geraakte niet in geldelijke ellende, al bleef h et tocb ook niets moer dau een roes, wanneer hij baar op zekeren dag mocht laten zitten. Maar waatom dan? Nu tocb des te minder! En waren niet Franz von Bondler's vooruit zichten schitterend Felix bad verteld, dat graaf Kurland hem wilde adopteeren 1 Dus, zij wilde aan zijn verlangen gevolg geven. Maar nu aarzelde zij toch wedor. Zou Otto niet zeggen Nu, als het o goed gaat, wilt gij mij verlaten Tot heden, zoolang gij in de ellendo verkeerdet, wus ik uw stiefbroeder, uw beste kameraad I En waar heen zult gij u du wenden Ah 1 Gij hadt achter mijn rug om geheimen met een ge- weteuloos' meosch, als deze Beodler is, ter wijl ik op uwe eerbaarheid en kuisehheid vertrouwde. Gy bedroogt mijGij huicheldet, gij zyt een verachtelijke Dus waren hare levensomstandigheden door deze erfenis niet beter, maar eerder moeie- lijker geworden En raast die voorstelling der dingen ver rezen nog anderen bij haar, met betrekking tot bet da^elyksche, haar geheele bestaan. Nu behoelde zij niet meer in zulk eeu kleine armoedige kamer te wonen. Alles wat baar tevreden oog nog een uur geleden in ver rukking gebracht en verheugd had, alles waarin baar sm.ak voor bet scbooue nog be hagen geechept bad, verbleekte nu, en be zat nu een kleurloos, burgerlijk eD behoeftig voorkomen. Zij maakte vergelijkingen. Hoe schooD, boe rijk en voornaam was het io de villa Vincent geweestHoe armoedig daaren tegen zag het meubilair harer kamer er uit! De slechte plekken van bet behaDg, moes ten door schilderijen en platen bedekt wor- den, de vloer lag los en de vensterkozijnen droegen bijna geen enkel spoor van verl meer. Wanneer Thérèse vijftienhonderd gulden of wateren, zijn verplicht, deze te doen uit baggeren of te doen slooten, zoo dikwerf Burgemeester en Wethouders dit bevelen, en tot eene diepte en boderabreedte, en binnen den tijd, daarbij te bepalen. Art 147. Het is verboden, licht ontvlam mende of ontploffende stoffen, hooi eu stroo daaronder begrepen, buitenshuis te verza melen of te brengen op minder dan 10 M. a'stand van den openbaren weg, van eenige Toor het publiek toegankelijk gestelde opeue plaats ol van eenig gebouw of getimmerte, tenzij daarvan gescheiden door eene dichte planken schutting ter hoogte van minstens 2 M. v Burgemeester en Wethouders kunnen van het hier bepaalde ontheffing verleenen. De strafbepalingen, op de overtreding der vorenstaande artikelen oorspronkelijk vast gesteld, blijven daarop na hunne wijzigiDg en aanvulling, van toepassing. 2. de algemeone politieverordening alsnog aan te vullen met het volgende artikel Art. 11a. Wanneer zulks door Burgemees ter eu Wethouders bij kermis, markten of feesten in hot belang dei openbare veiligheid wordt noodig geaoht, on zulks door afkon diging, en het plaatsen van borden tot waar schuwing is kenbaar gemaakt, zal in het binnen do bedoelde borden gelegen gedeelte van de kom der gemeente, niet anders dan stapvoets mogen worden gereden. Overtreding van dit artikel wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 10. Vastgesteld in de Vergadering van den Raad der gemeente Schagen, op den zesden December achttienhonderd drie en negentig. De Secretaris, De Burgemeester a. i., (get.) DENIJS. (get.) W. A. HAZEU. Zijnde dezo verordening aan de Gedepu teerde Staten van Noord-Holland, volgens hun bericht van 20 December 1893, No. 37, in afschrift medegedeeld. En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 30 December 1893. Burgemeester en Wethouders van Schagen, W. A. HAZEU, Burgem. a. i. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester a. i. vau Schagen, her- riunert belanghebbenden ter voorkoming van mogelijke bekeuringen aan de volgen de bepalingen, opgenomen iu de politiever ordening dier gemeente. Art 51. Elk ingezetene binnen de koir der ge meente is verplicht om vóór het door hem bewoonde pand de loopstraat van sneeuw te reinigen zonder daarbij gebruik te mo gen msken van l ij' n <-n mokers, terwijl het verboden is bij viiozend weder de straten te schrobben of water daarover uittestorten of te laten loopen. Art. 54. Wanceer tengevolge van ijzel, SDeeuw of vorst de straten glad geworden zijn is elk ingezetene verplicht de loopstraten voor en terzijde van zijne woning othet door hem gebruikte pand ten minste ter breedte van M. 0.50 met zand te bestrooien en met zand bestrooid te houden zoolang de glad- beid zulks vordert. Art. 83. Wanneer de straat met sneeuw is be dekt moeten alle aangespannen paarden en ezels voorzien zijn van duidklinkeude bellen. Nalatigheid of overtreding wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste IO gulden. SchageD, den 2 Januari 1894. De Burgra, voorn. W. A. HAZEU. Binnonlandsch Nieuws. Vergadering van den Raad der gemeente Zijpe op Dinsdag 2 Januari uur. 1894, des morgens 10 voor meubelen uitgaf, kun zij het netjes in richten dan hield zij nog de renten over van acbttiun en een half duizend en bovendien, zij kon er gemakkelijk in een jaar eeu paar honderd gulden bij verdienen. Eindelijk bleven hare gedachten gevestigd op haren overleden stieivader. Hij had zich nog in bet laatste uur over haar ontfermd; voor baar had hij altijd iets over gehad.En zyn plicht gevoel had ton slotto ook nog een woordje meegesproken, daar hij O to eveneens had bedacht. Een gevoel van dankbaarheid eu erkenning maakte zich van haar meester, dreel haar een traan in het eog en bracht baar weder tot bet tegenwoordige. Zij was nu zich zelve weder. Alleen de bezorgdheid bleef, hoe nu alles zou terecht komeu de vreugde over bet geluk, hetwelk haar zoo eensklaps ten deel viel, werkte nog na. Daar keerde Otto van het kantoor terug. Hij was beden bij tonder goed geluimd, eu zag er vergenoegd uit. Ja, zijn voorkomen bad iets aantrekkelijks, en terwijl hij Thérèse zacht en schertsend omhelsde, neuriede bij een vroolijk wijsje. „Nu, mijn beste Thérèse riep bij uit, „rijt gij tevreden Ja, gij ziet er zoo uit En hebt gij hongor Ik bob een verbazouden honger. Kom schat, maak u gereed. Wij wil len vandaag eens een bezoek brengen in de nieuwe restauratie in de Dorotbeastraat, waar bet zeer goed en goedkoop moet ziju." Tberese legde haar werk ter zijde, Dam mantel en hoed, doch zich eensklaps beden kende, zeide zij „Ah ja daar daar ligt een brief voor u. Naar het schijnt een dagvaarding van het gerecht 1 Hebt gij schulden ge maakt Otto!?" „Hoe? Wats* riep Otto verbaasd uit: „Geel bier notaris Weiker?" Nu ontstond een pauze en eindelijk jubelde hij: „Diommels, Thérèse I Thérèse' Weet gij wat er in den brief staat Neet), natuurlijk niet! Wij hebben elk twintig duizend gulden ge- ërld van onzen stiefvader A—hkom meid, geef mij suel een kus Dat is te veel, dat is Maar eensklaps liet hij den brief zakken en bromde tusschen de tanden „Neen, noen, van dien ellendeling neem ik geen csnt aan. Dat meubel, zijn vrouw, mag het met het overige houdeul* En den brief op tafel werpende, staarde hij stroef vcor zich uit. Maar ik bid u, Otto, welk eene dwaas heid viel Thérèse bem leveDdig in de re de. „Bewijst bij niet berouw er over te ge voelen, dat hy onrechtvaardig jegens u ge- Afwezig waien de heeren Sc/iuyt, de Wit en Zeemanalleu wegens ongesteld heid. De voorzitter de heer Hulst, opent de vergadering, en verzoekt den secretaris, den heer Bossende notnlen te lezen, welke daarna worden goedgekeurd. Ingekomen was een adres van 3 leden van het onderwijzend personeel der ge meente, met het verzoek, ook hun tracte- meut gelijk te stellen met dat van den nog te benoemen onderwijzer. Voorzitter doet de rand mededeeling, dat n- g geen enkele sollicitant zich voor de vacante betrek ting van onderwijzer heeft aangemeld. Dus acht Spr. het raadzaam, dit adris aan te houden tot dat er eeu onderwijzer benoemd is, daar men nu toch onmogelijk een besluit omtrent dien persoon kan nemen. De heer Nobel is het met den heer Hulst eens wat betreft htt aanhouden van dat adrrs, maar oneens wat betreft dat handeld bad Is dat niet een boete Wilt gij bem uwe vergiffenis ontbonden, wilt gy nog met eon doode twisten Zij, zyn vrouw was het, die ophitste, verdacht maakte en schuld droeg van alles; hy had in den grond der zaak een rechtvaardig karakter; by mis sie alleen beschaving en zelf beheersching. Wat wint gij er by, in w'ens voordeel han delt gy, wanneer gij bet geld weigert Gy zult zeggen: gy gehoorzaamt aan uw gewe ten, het duldt niet, dat gy vau iemand, wien gij zoo de waarheid in het gelaat geslingerd hebt, geld aanneemt. Maur dat is overdreven eergevoel, want dit kapitaal was in zeker opzicht ons eigendom. Zij hadden ons als hunne kinderen aangenomen, daarom kwam ons ook een rechtmatig deel toe van Ik wil u een vraag doen Therese!" viel Ot to haar in de rede. „Zoudt gy ook met eeu onbezwaard hart,-wanneer morgen onze stief moeder kwam te overlyden eu zy u een ka pitaal had beschreven dit aannemen Men wil geen weldaden van menschen, die men niet kan achten. Dat is een diep ingeworteld gevoel, hetwelk aan onaf hanke- lijke naturen eigen is. Eveneens als gij haar baat, evenzeer verzette zich mijn gevoel te gen hem. Juist dat hij zich door die vrouw liet beheerschen, maakt hem in mijne oogen verachtelijk* „Gij vraagt," antwoordde Thérèse, „of ik geld van onze stiefmoeder zou aannemen an de lerende niet, maar een erfenis van haar zou ik aanvaarden. Zou zy ons nu een kapitaal willen geven, dan zou dat op een aalmoes gelijken; maar Da haren dood heb ben wij er recht op. Gij weet beter dan ik, dat wy zelfs een zeker deel vo'gens de wet zouden kunnen eischen. Eu ik herhaal in de handeling vau den overledeno zie ik een bewijs van berouw, een boeto zyn ge weten sprak. Hy wilde helpen onzen levens weg iffenen. Ik voor my oeem de nala tenschap aan! Ach, mijn beste Otto, is niet reeds de gedachte, do dcgelyksche zorg voor brood te kunnen ontgaan, zoo verhei- fend, dat de uitingen vaD een overdreven gevoel van fierheid daarvoor verstommen Dit geld maakt my geheel en ook u zoo goed als onafhankelijk En ia niet onafhankelyk- heid van stderem het hoogste, wat men be reiken kan WORDT VERVOLGD. I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1