Uit en voor de Pers
litie en de rechercheur Kolle deden verbol
gens nader onderzoek. Daar er nog een
hoeveelheid naptha gevonden werd beneven»
een werktuigje dat met geleidraden Daar
eene kast liep, waar een electrische batte
rij aanwezig was en waar de brand vermoe
delijk was ontstaan, leek de zaak verdacht.
Een en ander hoe listig ook voor
bereid deed vermoeden, dat men hier
had te doen met eigen werk," dat niet
geheel gelukt was. Maandag werd daarom
nrgmaals een uitvoerig onderzoek inge
steld. Ditmaal door den rechtercommissaris
en eenige deskundigen, nl. de heeren prof.
Haga en Oscar Keip, welk onderzoek het
reeds gerezen vermoeden bevestigde. De
eigenaar der werkplaats F. werd daarop
Dinsdag-middag door den rechter-commis-
saris in verhoor genomen. Hij viel door
d« mand en legde eene volledig bekentenis
af. Door middel van een electrische ge-
leidiog bad hij moedwillig brand gesticht.
Het verkrijgen van hooge verzekerings
penningen, moet de beweegreden zijn ge.
weest. - (Pr. Gr. Gt.)
In September van het vo
rige jaar ward in de gemeente Barsin-
gerhorn eene afdeeling van de veree-
niging „het witte kruis* opgericht.
„En daarmee is de zaak afgeloopen,"
zal men kunnen denken, want behalve het
innen van de jaarlijksche contributie van
1 gulden, heeft stellig menigeen deD naam
afdeeling Barsingerhorn van „het Witte
Kruis* niet meer hooren opnoemen.
Voorzoover nu hieruit blijkt, dat slechts
zeer enkelen de hulp van het Witte Kruis
hebben noodig gehad, zijn de menschen
met dit gemis van nadere kennismaking
met de pas bestaande vereenigiDg te Bar-
aingerhorn wel te feliciteeren. Gelukkig is hij
die, als het noodig is, de beschikking
heelt over de ondersteuning van het Witte
Kruis, maar nog gelukkiger is hij die zij
ne contrubitie betaalt en toch niet van
die ondersteuning behoeft te profiteeren.
't Is er mee als met de brandasurantie
die zijne vaste premie betaalt en van dat
geld zelf niemendal weer terugziet, is nog
't best af.
Dat evenwel de „Afdeeling Barsinger
horn van het Witte Kruis' bestaat, en
zich in staat stelt om aan hare bestem
ming te kunnen beantwoorden, mag men
wel hieruit opmaken, dat zij nu reeds
in het bezit is van ledikanten, hospitaal
linnen, windkussens, rugsteunen, ijszak-
ken, draadkorf, ondersteken, glazen en e-
lastieken urinalen, inhalatietoestel, inneem-
glaaajes, druppelbuisjes, enz.
Deze verplegingsartikelen, die voorloopig
op twee plaatsen in de gemeente in be
waring gesteld zijn, kunnen door deleden
der afdeeling en door minvermogenden en
onvermogenden kosteloos ten gehruike wor
den ontvangei.
Het aantal leden der Afdeeling bedraagt
thans 151, een goed begin maar toch nog
een begin. Men mag aannemen" dat, zonder
groot bezwaar, dit getal over de gemeente
Barsingerhorn nog aanzienlijk zou kunnen
verhoogen. Het bestuur der afdeeling vleit
zich dan met de hoop, dat nog velen tot
het lidmaatschap zullen toetredeu.
Alleen de grootst moge'ij te deelueming
dit is duidelijk stelt de afdeeling
ln staat tegen de geringe contributie van
één gulden per jaar ieder ingezetene der ge
meente van dienst te zijn en hulp te bie
den, die men anders of niet tijdig kan
krijgen, of geheel moet ontberen.
Mannen of vrouwen, allen die lid wenscben
le worden van de Afdeeling Barsingerhorn
van het „Witte Kruis* kunnen zich schrifte
lijk of mondeling daartoe aanmelden bij
een der leden van het Bestuur der Afdee
ling, bestaande uit de heeren Br. Tk.
WBeeker en J. Kooiman te Barsinger
horn, E. Kinijver en J. v. d. Wonde te
Kolhom en G. Clay te HaringhuizeD.
j, 1. Woensdagavond hield
de heef Mr. Smeenge, lid van het
Hooldbestnur der Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen, io het Departement KOL-
HORN een propsgaoda-voordracht voor le
den en genoodigden. Spreker begon met
een historische schets te geven van de op
richting en van het streven der Maatschap
pij en bepleitte op degelijke gronden haar
recht van bestaan ook nog in onzen tijd
io zooveel overeenkomende met dien van
1784terwijl hij vervolgens op overtui
gende wijze aantoonde, dat zij door hare
organisatie in alle opzichten aan hare ede
le roeping, bevordering van volksgeluk en
volksveredeling, volkomen beantwoordt. Met
een ernstig, opwekkend woord tot de niet
laden, om zich bij de Maatschappij aan te
■luiten en haar in haar streven te steuneD,
eindigde de spreker zijne schoone re
de, die door de vergadering met onverdeel
de aandacht werd gevolgd.
Het programma is rei-
schenen voor de tentoonstelling van rund
vee, schapen, varkens en pluimgedierte,
door de afdeeling Rotterdam, Schiedam en
omstreken der Holiandsche Maatschappij
van Landbouw te houden te ROTTER
DAM, op Dinidag en Woensdag 13 en
14 Maart.
(IViets Nieuws?) Wij leven
tegenwoordig in eene eeuw van uitvin
dingen, maar tevens ook in eene eeuw van
vóérdeelen. Onder al de nien we zaken,
die in den laatsten tijd voor het publiek
zijn verkregen, hetzij op het gebied van
industrie of voeding, moesten er zich na
tuurlijk ook zulke bevinden, waaraan geen
behoefte was, of die van geen nut waren,
en zoo heeft er zich langzamerhand een te
genzin tegen al wat nieuw is gevormd.
Zonder zelfs te proeven, keurt men tegen
woordig ai het nieuwe af. Hoe verkeerd
men hiermede doet, heeft de ondervinding
niet zelden reeds geleerd, want wanneer
elke nieuwe oitvindirtg slecht beoordeeld
wordt, waar blijft dan de vooruitgang Op
het gebied van volksvoeding werd kort ge
leden een nieuw artikel bekend, dat dade
lijk toen het verscheen grooten opgang maak
te, maar toch door het volk niet lóó op
prijs werd gesteld, als dit artikel het ver
diende.
Koffie is tegenwoordig een algemeene
volksdrank geworden, aangezien zij echter
te duur is, bedient uien zich, voorname
lijk in de armere klasse, van surrogaten,
zooals cichorei, vijgeu-koffie enz. Dit be-
derlt niet alleen den smaak der koffie, maar
zij zijn ten deele zelfs schadelijk voor de
gezondheid. Menige maagkwaal ontstaat
door het gebruik van zolk een surrogaat,
maar wordt dan aan andere oorzaken toe
geschreven. De uitvinding van een fransch
scheikundige, om de bij het branden van
kolfie ontstane dampen te condenseeren
werd door de firma Franz Kathreiner aan
gekocht en bij ds Malz-Koffie in toepas
sing gebracht. Deze Kathreiner's Kneipp-
Malz-Koffie wordt thans niet slechts in ge
heel Europa, maar ook in Amerika en an
dere overzeesche landen gedronken. Aange
zien bij ons sedert lang reeds gebrande
gerst in verscheidene huishoudens voor
kinderen gebruikt werd en bovengenoemde
Malz-Koffie bij den eersten oogopslag op
mooi geroost gerst gelijkt, zoo gelooven zij,
die haar slechts gezien, doch nooit geproefd
hebben, dat dit maar eenvoudig gerooste
gerst is en het zich niet om iets nieuws
handelt. Zij, die haar geproefd hebben, zijn
wel van eene andere meening.
De Kathreiner's Kneipp Malz-Koffie is
een Malz met koffiegeur en smaak, en van
daar het beste bijvoegsel en het eenige sur
rogaat voor Koffie.
De Malz-Koffie is waarlijk een volks
drank en voedingsmiddel, want zij is sma
kelijk, voedzaam en goedkoop.
Volgens een Haagschenbe-
richtgever aan de Oprechte Uaarlemseke
moet in de residentie een buitengewoon
schitterende ster aan den kunsthemel zijn
opgegaan Samuel Sarluis, een negen
tien-jarigen jongeling, in wien de oude kunst
vau Rubens, Correggio, Rembrandt schijnt
te herleven. Bij hem is, volgens don Haag-
schen berichtgever, geen enkele der leven
de Nederlandsche schilders te vergelij
ken.
„In één woord", schrijft hij verder vol
geestdrift, „de natuur heeft Samuel
Sarluis begiftigd met hare heerlijkste gave,
die van het genie. Meen niet dat ik over
drijf iedereen kaa zelf in het huis zijns
vaders, in de Wilhelminastraat aan het
Bezuidenhout te 's-Gravenhage, den knaap
aa-i hel werk zien in het atelier, dat zijn
ouders hem achter hunne woning hebben
gebouwd. Er staat daar op een schilders
ezel een vrouweportret, dat in teekening
en kleur niet onderdoet voor de portret
ten van de grootste meesters. Een kunst
kenner, die d. d. het atelier bezocht.,
kocht het terstond aan. Hij vreesde alleen,
dat zijn overige schilderijen er te veel
door in de schaduw zonden komen te
staan, olschoon ze namen dragen die kliu-
keu in de kunstwereld. De jonge vrouw,
aan wier gelaat het zachte coloriet der
wangen bekoring bijzet, draagt een Ru-
benshoed met roode rand op het blonde
haar, dat neergolft op het bruinroods ge
waad met geel keurslijf. Beeltenis, kleur-
détails, alles verraadt een meesterhand.'
Na nog eenige andere voortbrengselen
van zijne kunstenaarshand te hebben bespro
ken, vervolgt de schrijver
Diezelfde kaaap heeft gister of eergis
ter voor het eerst van zijn leven in klei
geboetseerd, een oude man, die hopelooze
pogingen doet om tegen een boom op te
klimmen. Hij is nog ter nauwernood be
gonnen en reeds frappeert de wanhopige
uitdrukking op het gelaat van den man."
Er zat een lijk voor het
raam
Een bewoonster van de Jonkerstraat te
AMSTERDAM, een 84-jarig oud vrouw
tje, dat alleen woonde en met naaien en
verstelwerk in haar levensonderhoud voor
zag, was al sedert eenige. dagen uiet op
straat gezien. Wel zag men voortdurend
het bleek e gelaat van het oude moedertje
voor een der ramen, doch stijf en onbe
wegelijk.
De buren keken eens Daar boven, doch
of zij dit morgens vroeg of 's avond laat
deden altijd 't zelfde.
De politie besloot daarom eergisteren een
onderzoek in te stellen en wat men ver
moedde is waarheid gebleken, namelijk
dst de vrouw reeds eenige dagen dood
was, waarschijnlijk ten gevolge van influ
enza.
Als een merkwaardig te-
ken des tijds kan gewezen worden op de
concurrentie, die de zuivelfabrieken in Fries
land den boeren in „Hollands Noorder
kwartier" aandoen. Bekende groothandela
ren in kaas (firma J. Laming Zoon e. a.)
bezoeken de markten aan de overzijde der
Zuiderzee, en groote hoeveelheden (vooral
Edammer en Goudsche soorten) worden
door hen daar gekocht. Voor den Noord-
Hollandschen boer wordt het er op die wij
ze niet beter op.
Te BAARN heeft etn jon
gen zijn 8-jarigen speelmakker in zijne
woede zulk een hevigen schop tegen den
buik gegeven, dat de ongelukkige het hoogst
waarschijnlijk met den dood zal bekoopen
zijn toestand is hoogst zorgelijk.
In Friesland neemt de in-
iuenza nog toe. Er zijn dorpen, waar de
epidemie huis aan huis heerscht. De doe- I
toren en apothekers hebben het ongekend
drnkeois'genot mden kunnen met den
besten wil het groot aantal patiënten niet
op tijd bezoeken. Een geneesheer begon
21 dezer 's morgens zes uur de reis naar
zijne patiënte, besteedde tien minuten voor
het middagmaal en keerde 's avonds elf
uur huiswaarts, na dien dag 82 patiënten,
deels te voet, deels per rijtuig, bezocht
te hebben. Bij zijne thuiskomst stonden
weer 19 namen van nieuwe patiënten op de
lei, doch de dokter was zoo moede, dat
hij zich genoodzaakt zag het bezoek de
zer laatsten tot den volgenden ochtend uit
te stellen.
De Minister van Binnen—
landsche ZtkeD, erkennende de gegrond
heid van het in den laafsten tijd de Re
geering kenbaar gemaakt verlangen, dat
voorschriften worden gegeven voor verze
kering van een billijke regeling der jaar
wedden van de onderwijzers bij het lager
onderwijs, heeft de tusschenkomst en mede
werking van Ged. Staten ie de onderschei
den provinciën ingeroepen ter bekoming van
opzaven omtrent de jaarwedden, wat be
treft de onderwijzers, zoowel bij het open
baar lager, als bij het bijzonder lager on
derwijs, ten eimfe daardoor een maatstaf
te bekomen, om deze in algemeene rege
len vast te stellen. Daartoe heeft de Minis
ter een reeks vragen vastgesteld, die de
gemeentebesturen véor 1 Mei a. s. aau Ged.
Staten hebben te beantwoorden, waarna de
Minister van die colleges algemeene staten
volgens een vastgesteld formulier, voor 1
Aug. a. s. ingewacht. Die staten zijn be
stemd voor: lo. mannelijke hoofden van
scholen 2o. vrouwelijke hoofden van scho
len 3o. onderwijzers en onderwijzeressen
tot bijstand van het hoofd der school. De
gemeenten worden daarbij verdeeld na r
een berolking van le. 150.000 zielen en
meer; 2o. 20.000 tot en met 49.999;
3o. 10.000 tot en met 19.999; 4o. bene
den 10.000.
Te ROERMOND werd iemand
een goude horloge afhandig gemaakt.
Thans is bet uurwerk op zonderlinge wijze
aan den eigenaar teruggekomen. Bij den
rector der Munsterkerk werd een pakje be
zorgd, waarin het bewuste horloge, verge
zeld van een briefje, waarop te lezen stond:
„Ik heb dit horloge gestolen, doch durf
het niet terugbrenger. Wil Uew. s. v. p.
de goedheid hebben het aan V. te doen
toekomen." Het schrift was slecht en had
den schijn als door eene kinderhand te zijn
geschreven.
Een rijwielhandelaar te
UTRECHT ontving het verzoek om eene
velocipède te zenden naar een opgegeven
adres te Amsterdam. Hij ging er zelf heen
om het te brengen. De zoon des huizes
moest het wiel echter eerst beproeven, en
toen onze stadgenoot op betaling aan
drong, daar het wiel het jonge mensch zoo
goed beviel dat hij er niet meer mede te
rugkeerde, werd hem eene chèque ter be
taling aangeboden.
Toen evenwel door den handelaar aan de
aangewezen bank de chèque ter beialing
werd aangeboden, moest hij vernemen dat
zij waardeloos was, daar zij was afgegeven
door een lid van hel flesschentrekkersgil-
de.
Aangifte bij de politie had geen gevolg,
zoodat de rijwielhandelaar zonder wiel en
zonder geld huiswaarts kon keeren.
De heer Pyttersen lid van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal
sprak Maandagavond te ENKHUIZEN
in de vergadering der iiberale kiesvereen-
niging over „Sociale politiek" en in
het bijzonder over „werkloosheid*.
Alle opvolgende regeeringen van de laat
ste jaren, zoo zeide hij, zijn blind geweest
voor de vragen, die oplossing eischen.
Werkloosheid is een brandend vraagstuk
van den dag. Is de werkloosheid in onzen
tijd grooter dan zij vroeger was Ook voor
heen is daarvoor geschreven door Blaupot
ten Cate en in 1841 door mr. Mees. Wij
staan op hetzelfde standpunt als de com
missie van 1796; een vierde deel der be
volking loopt op straat te bedelen. De el
lende is groot. Er is behoefte aan verbete
ring.
Allereerst zijn noodig nauwkeurige ge
gevens omtrent de werkloosheid. Daar moet
onderscheid gemaakt worden tusscben den
werkman en den schooier, zooals John
Burns zagt. De werklooze van onzen tijd is
niet meer dat geduldig wezen, dat werk
loosheid beschouwt als natuurlijk op een
bepaalden tijd van het jaar, maar als e«n
gevolg van verkeerde toestanden. Hoe kan
er verbeterd worden en de werkloosheid
bestrelen
Verschillende antwoorden worden ge-
geveD. De protectionisten willen bescher
ming van nationalen landboow, nijverheid,
enz. Deze tisch is niet te staven met een
voorbeeld uit het buitenland. In Duitsch-
land en N.-Amerika is de werkloosheid het
grootst.
De bimetalisten verklaren dat het zil
ver te laag en het goud te hoog in waar
de is. In de landen van den dubbelen
standaard is het echter niet beter ge
steld.
De socialisten noemen dit de lapmidde
len.
Alle productiemiddelen moeten in han
den komen van de gemeenschap.
In dit stelsel is geen plaats voor den
mensch met zijne foutrn. gebreken en
hartstochten. De mogelijkheid der uitvoe
ring vau hun stelsel mag in onzen tijd
betwijfeld werden. In ieder geval
helpt het thans niet en niet dadelijk.
Znn er niet een krachtig middel zijn
ter bestrijding der werkloosheid?
De voorname oorzaak v .n het vercch',jn-
sel ligt in de emigratie van het plat e-
land naar de steden in het absenteïsme
van den landeigenaren op het p'attelar.d,
in den druk op den landboow.
Ook in Engeland is het zoo, en daar
heeft men mnstregrien daartegen genomen
door nieuwe wetten te makeo, w-lke weg
ook hier moet worden gevolgd. De arbei
der moet worden een kleine boer of pach
ter. Klein grondbezit is noodzakelijk.
In Ooststellingwerf met 9000 iuwoner?
w rdt aan armverzorging uitgegeven f 10300
in Oost—Dongeradeel met 7000 inwoners
f 31600 en in Opsterland met 15000 in
woners f 45000
In Oostsicllingswerf is de toestand beter
omdat de arbeiders er een klein stukje grond
hebben.
Hoe zoo dat in ons land kunnen worden
toegepast? Het ontginnen van woeste gron
den door de gemeente is in Friesland af
gestuit op bezwaren van Gedeputeerde Sta
ten, naar sprekers raeening, ten onrechte.
Een minvermogende moet tot een ge
zeten man worden. De arbeider die w< rken
wil, moet een stuk grond hebben, zonder
nadeel voor die gemeente.
Dit doel is niet te bereiken door land
nationalisatie, een onmogelijk bereikbaar
iets langs wettigen weg.
De aangewezen weg is door middel van
armbesturen gronden te ontginnen zoo
moet een afdoende maatregel genomen wor
den om den arbeider te wapenen ook voor
de toekomst.
De bevo-gdheid der gemeentebesturen
tot het uitgeven van gronden in pacht
moet door een wetsontwerp worden geregeld.
Aan den arbeider moet niet. minder dan
1/t H. A., niet meer dan 2 H. A. in pacht
worden gegeven, voor 20 jaren en met ver
bod van aan anderen te verhuren. l)e re-
geering geve, waar noodig, subsidie. Daar is
noodig wijziging in de openbare ineening
omtrent gemeente— en staatsbestuur en
onteigeningswet.
„Voor den slag",
is een vervolg op de beschouwingen
over de kiesrechtontwerpen door
Een Vaderlanderin een vlugschrift ne-
dergelegd.
Eenige maanden geleden gaf dezelfde
schrijver toenmaals door „groote
Bladen" een zeer bevoegd beoordeelaar
geheeten belangrijke beschouwingen
over de kiesrechtontwerpen, in zijn
vlugschrift „In hoofdbeginselen ongewij
zigd", van welks inhoudt wij onze
Lezers een en ander ook mededeelden.
Thans wordt ons het zooeven ver
schenen vlugschrift vVoo> den slagwe
derom ter kennismaking en bespreking toe
gezonden en achten mij het zeer gewenscht
de aandacht onzer Lezers op dit oord eel
te vestigen.
„Ik verdenk niemand," zoo verklaart
de Schr. in zijne inleiding, „van de
arglistige bedoeling, dat hij de kiesrecht
hervorming op de lange baan heeft wil
len schuiven of door obstructionisme
heeft willen doen etranden.
De vertraging in de afdoening acht ik
alleszins natuurlijk en 't ongeduld en de
ergernis van de vurige voorstanders niet
gerechtvaardigd. Nimmer is bij den be-
dachtzamen en tragen gang onzer parle
mentaire machine een groote hervorming
haastig tot stand gekomen, en zoo ooit,
dan moest bij deze gewichtigste aller her
vormingen de schijn worden vermeden,
dat zij met den stormpas werd doorge
dreven. Ook is de voorstelling, dat zij
betrekkelijk eenvoudig was tot stand te
brengen, van eenzijdigheid niet vrij te
pleiten. Eenvoudig voor de overtuigden
ja, niet voor hen wier overtuiging nog
in wording was. Hun moest tijd worden
gelaten hun bedenkingen te ontwikkelen en
de wederlegging te hooren, gelegen
heid ook gegeven hun vernuft en verbeel
ding den tengel te vieren, om betere
kiesstelsels te ontwerpen en ter toetse te
brengen. Aldus kon de beslissing behoor
lijk, afdoende worden voorbereid, en zal,
wanneer ten slotte de meerderheid gevon
den wordt, die meerderheid, zelfs als zij
klein is in getal, krachtig wezen, om
dat haar overwinning niet te danken zal
zijn aan een of anderen coup demain
maar aan een wel voorbereiden en ernstig
gevoerden strijd, waarin baar onbetwist
bare superioriteit boven al haar tegen
standers zal zijn gebleken.
Het Nederlandsche volk heeft dan ook
met volkomen gelatenheid den loop der
zaken gadegeslag «n, en zelfs zij, wier
politieke kracht schuilt in hun talent van
agiteeren en rumoer maken, zijn er
niet in geslaagd, toen tot uitstel besloten
was, een verontwaardigingsbeweging in
bet leven te roepen. De niet uitgeko
men voorspellingen en bedreigingen te
dien aanzien hebben wellicht dit niet
bedoelde en niet gewenschte gevolg ge
had, dat vele conservatieven sceptischer
dan ooit zijn geworden ten aanzien dier
andere voorspellingen aangaande de be
denkelijke gevolgen eener onvoldoende
oplossing der quaestie. Ten onrechte
voorzeker. Gelaten zich neer te leggen
bij de onvolledige vervulling van lang
gekoesterde verwachtingen is ganseh iets
anders dan geduldig te verbeiden, zoo
lang de kans nog bestaat, dat zulke
verwachtingen ten volle worden verwe
zenlijkt.
„Die kans bestaat zeker en dat
gevoelt men wellicht instinctief al
dreigt nog het gevaar, dat heil wordt
gezocht in halve oplossingen, waardoor
aan rechtmatige verlangens geen bevre
diging wordt geschonken en het vraag
stuk aan de orde blijft, het gevaar waar
tegen ik in mijn vorige brochure waar
schuwde. Die kans bestaat, te meer
wellicht wegens de veelheid der aange
boden oplossingen, die niets duidelijker
toonen dan de hopelooze verwarring, de
volkomen ontstentenis eener gemeen
schappelijke overtuiging bij hen, die het
regeeringsvoorstel bestrijden. De stoute
verzekering van den heer Yan Houten,
nadat hij twee projectielen in het regee-
rinsskamp had geslingerd, dat het voor-
6tef-Tak thans geacht kon worden van
de baan te zijn, is dan ook door de bui
tenwereld met een meesmuilen begroet.
Tevergeefs toch vroeg zij zich af, wat
dan voor dit veroordeelde voorstel in de
plaats was getreden."
Aan het slot zegt de schrijver.
't Is goed, niet te overdrijven en het
niet te doen voorkomen, alsof met de in
voering van het uitgebreid stemrecht een
schat van zegeningen over ons volk zal
worden uitgestort. De minister zelf heeft
wellicht wat misbruik gemaakt van de
phrase „onmisbare voorwaarde van blij
vende verbetering", waarover men ten
slotte glimlachte of de schouders ophaal
de. Op zichzelf zeer verdedigbaar, deed
echter die uitdrukking, telkens herhaald
en weinig toegelicht, den indruk ontstaan,
als ware niets noodig dan de invoering
van het uitgebreid stemrecht om terstond
alle verbeteringen in wetgeving en staats
bestuur in het leven te roepen, waar
naar door zoovelen reikhalzend wordt
uitgezien. Wie dit wanen, zullen zich
op teleurstellingen moeten voorbereiden.
Tegenover die onverbeterlijke optimisten
hebben zij gelijk, die de ervaring elders
ten tooneele voeren om te bewijzen, dat
het algemeen of bijna algemeen stemrecht
waarlijk ook menige wrange vrucht beeft
opgeleverd.
Maar te ver gaan dezen, als zij daar
om, voor de invoering beducht, bestendi
ging van een bekrompen stemrecht ver
dedigen, dat waarlijk ook niet louter zege
ningen gebracht hoett en voor de toekomst
zooveel heil niet belooft. En driewerf
ongelijk, als zij op dien grond aan een
angstige boven een onbekrompen uit
breiding de voorkeur geven en dus door
censusgeknutsel de gevreesde gevolgen
zoeken te voorkomen. De schaduwzijden
van 't algemeen stemrecht zal ook een
stemrecht niet missen, dat eenige tien
duizenden, desnoods een honderdduizend
buitensluit, omdat ze wat bekrompener
behuisd zijn dan hun buurman, die hen
in ontwikkeling in geen opzicht over
treft. En daar komt dan bij, dat de
werking van zulk een stelsel zal gedrukt
en belemmerd worden door de ontevre
denheid der tienduizenden achteruitge
zetten, die er onrecht in zien en wille
keur.
Neen, het stemrecht, zooveel mogelijk
voor allen toegankelijk gemaakt, is geen
panacee tegen alle maatschappelijke kwa
len, het plaveit den weg naar een Utopia
niet, heeft zijn gebreken en zijn gevaren,
maar het is nu eenmaal het middel,
waarmede in den modernen staat moet
worden geregeerd. Het wordt geëischt
door den loop der historische ontwikke
ling, het licht in de richting van den
tijdstroom en zich daartegen te verzetten
is louter krachtverspilling. De verstan
dige staatsman leidt de beweging om haar
te beheerschen. En dat zal mogelijk blij
ken, zoolang de massa nog niet mis
deeld is van dat kostelijke gezond ver
stand en dat ontvankelijke gemoed, dat
niet bet deel is van door de fortuin
begunstigden en van scherpzinnige ge
leerden alleen.
Niets heeft mij meer verbaasd in het
artikel, waarin de hoogleeraar Fruin te
gen de gevaren van het uitgebreide
stemrecht waarschuwde dan de argumen
ten, ontleend aan de jongste Duitsche
en Fransche verkiezingen. De nederlagen
van Clémenceau en De Cassagnac moe
ten bewijzen, dat een zoogoed als alge
meen stemrecht van de beste krachten
niet gediend is, maar onbeduidenheden
op het schild heft. Ik kon mijn oogen
nauwelijks gelooven, want mij kwam het
voor, dat, zoo het Fransche stemrecht
met iets geluk kon worden gewenscht,
het wel hiermede was dat het, door het
gezond verstand voorgelicht, een einde
heeft gemaakt aan de parlementaire
loopbaan van twee onverbeterlijke
schreeuwleelijkenmen vergunne mij dat
woord die, door eer- en reclamezucht
geleid, op de politiek van hun vader
land den allernoodlottigsten invloed heb
ben uitgeoefend.
Het is waar, datzelfde stemrecht koos
een kapper en l'homme-canonmaar -y
de hoogleeraar had niet mogen verzui
men hiervan nota te nemen niet in
de plaats dier twee. Ja, het algemeen
stemrecht begaat wel eens een dwaasheid
maar wie durft beweren, dat het beperkte
stemrecht louter wijsheid baarde Inder
daad, ook in Duitschland koos het met
schitterende meerderheid een individu als
den anti-semiet Ahlwardt, der spot en
de schande van het gansche parlement,
zooals de hoogleeraar Fruin zorg draagt
hem te qualificeeren. Volkomen juist,
maar de 396, die dan Ahlwardt beschou
wen als een voorwerp van spot en schande,
zijn toch ook de uitverkorenen van dat
zelfde algemeen stemrecht, dat voor dien
enkelen misgreep wel absolutie mag er'
langen. Laat men toch niet strijden met
zulke argumenten. Door middel van he
stemrecht trachten wij te verkrijgen zoo
veel mogelijk een afspiegeling der natie,
en het zou dan ook wel zeer te verwon
deren zijn, als de dwaasheden en de ou-