ril.
Uit en voor de Pers.
Gemengd Nieuws.
Goed Beloond.
tige samenwerking konden besluiten, zullen
wij slechts een p -ar grepen doen, w ntw j
moeten ons beperken, uit den rijken voor
raad, uit den overvloed der bewijsstukken,
die de overzichten ons daartoe verschat-
fen.
Bepalen wij ons in de eerste plaats tot
de landbouwvereenigingen.
Wij tellen er nu reeds niet minder dan
100, zooals uit het overzicht blijkt.
De meesten harer brachten het tot he
den nog weinig verder dan tot het aan-
koopen, elk voor zich, van landbouwbe-
noodigheden, als zaaigranen, zaden, veevot-
der en kunstmest, ten behoeve van hare
leden.
Combinatiën van verschillende vereeni-
gingen in één en dezelfde provincie, om
door gezamenlijken inkoop nog betere
resultaten te verkrijgen, kwamen, voor
zoover ons bekend, tot dusver nog niet tot
stand.
De gezamenlijke verkoop van landbouw
producten werd tot heden door slechts
weinige vereenigingen en dan nog slechts
op beperkte schaal ondernomen.
Blijkbaar durft men die zaak nog niet
aan of ondervindt daarbij nog te veel moeie-
lijkheden. Wat zou nu voor al die land
bouwvereenigingen beter zijn dan zich aan
te sluiten bij den NeJerlandschen Coöpe
ratieven Bond Het volgende kan als
voorbeeld dienen. Vier landbouwvereeni-
gingets, in verschillende declen van ons
land gevestigd, kochten terzelfder tijd bij
aanbesteding, elk afzonderlijk, zonder iets
van elkaar te weten belangrijke partijen
superphosphaat van gelijk gehalte. Zij be
taalden het volgende
de eerste voor 320.600 kilof 2.88 p. 100 kilo
tweede 100.000 f 3 04
derde 65.000. ...f3.08
vierde 43.000 ...f3.19
Zij moesten das een hoogereu of lageren
prijs besteden, al naar gelang de partij,
die zij kochten, grooter of kleiner was.
Welk een ander resultaat zouden die
vier vereenigingen hebben verkregen, in
dien ze deelgeuooteu van den Bond waren
geweest en diens Handelskamer de aan
besteding had uitgeschreven voor d e geheele
partij.
En hoeveel grooter nog zou het voor
deel zijn geweest, indien de andere 96
zustervereeningen met hare millioenen kilo's,
die zij noodig hadden, daaraan hadden
meegedaan
Tot zoover de redactie van het Jaarboek
van den Coöperatieven bond.
Moge het jaar 1894 de landbouwers op
het gebied van de coöperatie een flinken
stap verder brengen 1 Op dit terrein ligt
neg zulk een uitgestrekt veld ter bearbei
ding bij ons te lande, dat het meer dan
-ogprdt de handen op flinke wijze aan
provincie, zich 'ereeaigen
v»d de benoodigdheden voór 'lii? ^enzellde
bedrijf zou b.v. reeds eeu stap iu degoé-
de richtiug zijn.
Zoo even vernamen wij, dat te Grooin-
gen eene vereeniging van koemelkers eD
landhuurders is opgericht. Deze coöpera.
tie, reeds uit 80 leden bestaande, stelt
zich ten doelbij landverhuringen, niet
zooals gebruikelijk was, tegen elkander
op te bieden, doch niet hooger te gaan
dan een vooraf bepaalde som. Tevens bij
landeigenaren op verbetering der velden
aau te dringen en voorts alle gemeenschap
pelijke belaDgen der koemelkers te beharti
gen.
Deze vereeniging zal grooten invloed op
de huren der landerijen kunnen uitoefenen.
KI. Ct. v. K.
State n—Car e a e i* a a 1.
TWEEDE KAMER.
Yergadering van Dinsdag 20 Febr.
Naast den minister Tak hadden de
meesten zijner ambtgenooten met den
leider van het Kabinet, den heer Van
Tienhoven, aan de ministerstafël plaats
genomen.
Do vergadering werd geopend met een
aanvraag van den Haagscheu afgevaar
digde, den heer Conrad, om den Minis
ter van Waterstaat te mogen interpe-
leeren betreffende den toestand van het
strand en van de zeewering te Scheve-
ningen: Het verlof daartoe is verleend
1 f ,''U la teven dag.
Daarna begon de Kamer aan de be
handeling van de onderdeelen der
Kieswet, en wel over art. 3, luidende
„Deze wet houdt voor kenteeken van
geschiktheid en voor kenteeken van
maatschappelijken welstand, het voorzien
in eigen onderhoud en in dat van het
huisgezin".
Op dit art. is een amendement voor
gesteld door de heeren jE. Mackay en Van
Alphenstrekkende, om artikel 3 als
volgt te lezen
„Deze wet houdt voor kenteeken van
geschiktheid en voor kenteeken van
maatschappelijken welstand, het als hoofd
van een huisgezin nazien in eigen onder
houd en in dat van het huisgezin.
.,Met hoofd van een huisgezin wordt
gelijkgesteld hij die geen lid van een
huisgezin zijnde, afzonderlijk woont of
bij anderen inwoont, en een vertrek voor
zien van een stookplaats of verwarmd
door middel van hittegeleiders, in privaat-
gebruik heeft."
De heerMackay licht het amendement toe.
Hij aarzelde aanvankelijk dit am. voor te
stellen om de moeielijkheden om het re-
geeringsontwerp aannemelijk te maken en
omdat de Grondwet in veler oog de uit.
breiding, thans voorgesteld, niet toelaat.
Bij de Grondwet heeft men bij 't eischen
van kenteekens van welstand gedacht
aan belastingbetaling. Dit denkbeeld is
nu geheel losgelaten. Bij het eerste ont
werp plaatste de Reg. zich geheel op het
standpunt van het algemeen stemrecht
Men ontkende dit wel op grond van
sommige uitsluitingen maar 't kenmerk
van algemeen stemrecht is niet dat i ie
mand er van is uitgesloten, maar nie
mand behalve degenen die onwaardig zijn
verklaard het uit te oefenen. Ook thans
wordt dat nog aangenomen, waar het
niet voldoen aan zekere andere verplich
tingen 't kiesrecht ontneemt, maar bet
verwondert spr, dat daarbij het niet vol
doen aan de dienstplicht wordt aangeno
men als bewijs, dat men ook op lateren
leeftijd niet voorziet in eigen onderhoud en
dat van het gezin. Nu het ontwerp is
gewijzigd, moet men t achten het tot een
goed einde te brengen. Spr. 's amend. is
is dan ook niet het beste wat hij wen-
Bchen zou, maar men moet rekening hou
den met het regeeringsvoorstel, waarvoor
de geheele verantwoordelijkheid op de
Reg blijft rusten, maar op den
grondslag waarvan spr, naar een oplos
sing wil streven.
Spr. erkent, dat men het onderhou
den van zichzelf en zijn gezin kan be
schouwen als kenteeken van geschiktheid
en welstand beide. Maar terwijl de Min.
het kenteeken van geschikheid lezen
en schrijven heeft laten vervallen,
stelt hij als bewijs van het voorzien in
eigen onderhoud en dat van het gezin
voor. Daardoor nu wordt slechts formeel
aan de Grondwet voldaan. Spr. meent,
dat men de eischen zeer goed kan ver
steken door hoofden van gezinnen, die
in 't onderhoud daaraan voorzien, kies
recht te geven. Dit is niet in strijd met
eenigo beginsel der Reg.. die zelf ook het
gezin op den voorgrond stelt.
En men moet, op de geschiktheid van
den lezer lettende, groote waarde hech
ten aan de wijze waarop iemand voor
zichzelf niet alleen, maar ook voor de
zijnen zorgtgeschiktheid kan niet bedoe
len zelfstandigheid in het doen van keuzen
want wil men dat, dan moet 't kiesrecht
inkrimpen, dan zijn misschien 3/i van de
tegenwoordige kiezers ook ongeschikt.
Toch wil Spr. het kiesrecht niet beper
ken tot de hoofden van gezinnen ook zij
die buiten 't gezin staan, moeten worden
toegelaten en in den geest der reg. stelt
spr. voor hem 't kiesrecht te geven, die
een woning heeft, maar dan ook een
werkelijke woning, hoe klein eok, waar
in hij heer en meester iseen bewoon
bare woning in ons klimaat nu eischt
dat er een stookplaats zij of een gelegen
heid tot verwarming; verwarmingdoor een
petroleum toestel acht spr. niet voldoende.
Het huismanskiesrecht wordt door 't
j .gegeven, maar men breidt
1888 had bijna joor uit> ïot
die geen hoofd van gezin was;' na
was dat ook 't geval, doch men liet,
met zekere beperking, ook 1cl ge ra
toe.
Thans wil spr. aan beide categorieën
nog meerdere uitbreidmg, enorm veel
geven. Het hoofd van elk gezin en ie
der lodger, die aan een minimum-wo-
ning-eisch voldoet, wordt toegelaten. Spr.
kan dus niet aannemen, dat de Reg.
bezwaar zal hebben tegen 't amend Ook
zij die groote uitbreiding willen, moeten
<r tevreden mede zijn. Alleen algemeen
stemrecht is uitgesloten, als in strijd
met de grondwet. Spr. wil medewerken
tot een oplossing der moeielijke vraag
en overtuigd, dat dit alleen is te berei
ken door wederzijdsche toenadering, be
veelt hij 't amend aan.
De heer Van der Kaay is met dit art.
3 niet bijster ingenomen, maar heeft er
ook geen groot bezwaar tegende wijzi
ging. door de Regeering aangebracht, is
slechts een wijziging van redactie. Het
zwaartepunt blijft liggen in de bewijzen
van 't bestaan van het kenteeken. Maar de
Regeering vat het voorzien in eigen on
derhoud en in dat van 't gezin anders
op dan spr.; dit blijkt uit art. 4. Door
dit art. wordt de hoofdzaak op den ach
tergrond geschovende eisch van wel
stand komt niet tot zijn recht.
Wel stelt de Reg. bij art 4 den eisch
van de woning-vastheid, maar blijkens
de toelichting is dit geen bewijs van
welstand, maar alleen van inschrijving
in de bevolkings-registers, ten blijke van
het voorzien in eigen onderhoud en dat
van 't gezin. Maar de Min. had van zijn
standpunt de kennis van lezen en schrij
ven ook in art. 3 moeten opnemen en
niet in art. 4, als bewijs van voorziening
in 't onderhoud van het gezin Als ie
mand zelfstandig in zijn onderhoud en
dat van de zijnen voorziet, gaat het niet
aan de kennis van lezen of schrijven als
bewijs daarvoor te stellen
De Voorzitter erkent dat de spr. van
zijn standpunt reeds van art. 4 (lezen en
schrijven) gewag kon maken bij dit art.
maar de samenhang tusschen de artt. 3
en 4 is niet aan de orde.
De heer Van der Kaay merkt op, dat
dan ook nu reeds twijfel is geopperd aan
den ernst der Reg. met den eisch van
lezen en schrijven. Hoe dit zij, het hoofd
punt ligt voor spr. in art. 4. Hij kan met
dit art. meegaan, al is hij er niet mede
ingenomen.
Omtrent de houdiDg van den heer
v. Houten laat het Vaderland zich aldus
uit
De heer Van Houten eischte dadelijk
van de Regeering bij art. 3 overgave op
genade of ongei ade. De toon was zoo
dat op mede-
Van Houten
En zulk
een
onvriendelijk en hooghartig, als zelfs
tegenover een vijandige regeeriug niet
gebruikel jk is. Uit elk, dooi de regee
ring gege en blijk van
toenadering, sloeg hij munt, om het te
doen voorkomen, dat de regeering feite
lijk zijn stelsel had aangenomen, en om
te eischen, dat zij het nu ook ten volle
zou aanvaarden.
Dit weet men alvast,
werking van den heer
daarbij niet te rekenen is
haast haff deze om dit duidelijk te doen
uitkomen, dat hij den beslissenden slag
wil leveren bij het amendinant-Mackay.
Hoe hij daarover stemmen zal, hangt af
van de verklaring, die de Reg. daaraan
hecht, maar in elk geval zal zijn stem
zoodanig zijn, dat zij gericht is tegen de
Regeering, als deze niet bukt voor hem.
Onder deze omstandigheden is de
stemming over dit amendement niet zui
ver, en is het vooruitzicht voor het tot
stand komen van een vergelijk duister
geworden. Het is een voor 't publiek
vrij onzekere vraag, hoevelen zich ver
bergen achter de majestueuze wijwaar
mede de heer Van Houten gewoon is
zijn uka-es uit te vaardigen.
De Reegering staat thans voor een
moeielijk gevalverklaart zij het amende-
ment-Mackay onaannemelijk, zij voor
komt de aanneming nietdrijft zij de
zucht om aan 't gemeen overleg toe te
geven zoover, dat zij in strijd met de
eischen van logica en consequentie, er
zich desnoods bij neerlegt, het is zeer de
vraag, of zij er de wet, zelfs of zij er
dit artikel door redt. Als de heer De
Beaufort den geschiedschrijver der toe
komst weder eens adviseert, wit zal hij
hem dan over den dag van heden heb
ben te zeggen? Helaas!"
Ontsmettingsmiddel voor
drinkwater.
Uit Amerika en Engeland wordt gemeld,
dat men daar tegenwoordig tot het dooder:
der zich in het water bevindende kiemen
en schimmels met goed gevolg van aluin
gebruik maakt. Re. ds het toevoegen van
I Vs aHn 1M3 water moet een
volkomen verdrijving ten gevolge hebben
verscheidene proeven hebben bewezen, dat
water dat op 1M3. ongeveer 1200 micro
ben van zeer verschillenden aard bevatte,
door het bijvoegen van aluin in boven-
genoeme verhouding geheel werd ontsmet
en alle kiemen dadelijk sterven.
De werking der aluin schijnt bij keel
ontstekingen door middel van gorgelen e-
veueens door het dooden der microben
tot de spoedige genezing bij te dragen.
feuille, die ik beneden voor de deur heb ge
vonden."
Mijnheer, (hem de porteuille uit de hand
rukktnde)«Dat is ze!.. Dat is ze, ju!.,
(met warmte). Ach mijn waarde vriend, wal
ben ik je dankbaar Geloof niet, dat je
met een ondankbare te doen hebt, en ik.
Mevrouw (bithr): «In plaats van zulke
belachelijke opgewondenheid te toonen, moe't
je liever nakijken of alles er is.'
Mijnheer (bekoeld): «Dat 's wiar(Hij
doet de portefeuille open en telt) Een, twee
en dertig, veertig
Ze
Naar het Eransch van MICHEL TIO-
m door H. Hs.
smakeloos gemen?ar> Vantour. Rijk, maar
ongeduldig met het""^,^Mevrouw wacht
«ar man.
Eindelijk wordt er gescheld.
Mevrouw„'t Is
vroeg! Joséphine, dien de soep op."
Mijuheer komt binnen, bleek, ontdaan en
valt op zijn stoel neer. Mevrouw kijkt hein
angstig aan.
Mijnheer (zuchtend)Wat 'n ongeluk!..
Wat 'n vreeselijk ongeluk
Mevrouw (hem soep gevende:) Wat is
er gebeurd
Mijnheer: «Mijn portefeuille!'»
Mevrouw: «Wat? Je portefeuille?"
Mijnheer „Weg
Mevrouw (laat den lepel vallen) «Je
portefeuille Heb je je portefeuille ver
loren
Mijnheer: «Met 40 biljetten van 1000
fres, dien ik juist bij mijn bankier had
ontvangen."
Mevrouw „Veertig bil....' (ze kan niet
uit haar woorden komen.) Verleden week
raakt mijnheer een splinternieuwe para-
pi uie kwijt en vandaag is het zijn porte
feuille Veer... (ze kan weer niet verder.
«Maar waar Wanneer Hoe
Mijnbeer: «Weet ik het!'
„Hij weet er niets van!..
Em vader van'n huisgezin!"
„Maar we hebben toch geen
drie negen
zijn er allemaal."
Mevrouw (achterdochtig) «Weet je ze
ker, dat er maar veertig in waren
Mijnheer: «Zker.of de kassier moest
zich vergist hebben."
Mevrouw „Wat zeer goed mogelijk is
(Met een zuchi) Enfin als men dom
genoeg is om z'n portefeuille te verliezen,
moet men zich wel in opofferingen schik
ken.'
Mijnheer«Laat ons daar niet over
praten (Tot den armen drommel) «Komaan
m'n vriend, ik wil...' (hij voelt in zijn
rechterzak.
Mevrouw: „Wat zoek je?'
Mijnheer in zijn linkerzak zoekende):
„Geld, om dien eerlijken man te beloonen...
(neemt een bankbiljet uit de portefeuille)
«Kunt je me teruggeven van 1000 francs
De arme drommel, voor den vorm wei
gerende i/O, het is de moeite niet waard,
dat
Mijnheer (aandringend)„Nee»,
neeu Dus je hebt geen geld terug
Maar ik sta er op, dat je iets aanneemt
(roepende) Josephine
De meid. „Mijnheer!"
Mijnheer (op den toon van iemand, die
uiet op geld ziel): «Josephine, neem dien
man mede naar de keuken. Geef een go d
glas wijn."
De arme drommel gaatheen,
zonder vurig z ij n dank te
betuigen.
Mevrouw (de meid naloopende): „Keuken
wijn, hoor! (terugkomende): «Dat is ruim
genoeg beloond Hij heeft eigenlijk niets
anders behoeven te doen, als de trap op te
komen.'
Mijnheer (zijn portefeuile brommend heen
en weer koerende): „Hij had zijn handen wel
kunnen wasschen.'
Mevrouw «Wat dan?'
Mijnheer «Mijn portefeuille zit vol vuile
vingers, van dien ezelEen portefeuille
van 15 francs!'
Mevrouw (scherp): „Dat kan hem wat
schelen, nu hij onzen goeden wijn gedron
ken heeft.'
Mijnheer: „Wat een schrok!'
Mevrouw «En wat een gezicht. Heb
je die boeventronie gezien
Mijnheer (het hoofd schuddende): „'t Is
een kerel, dien ik niet graag 's avonds iD
een bosch ontmoeten zou.»
Zondbld. KI. R. Ct.
Een dichter de deur uitge-
gooid.
In den kleinen kring, dien de dichter
Heinrick Laube in zijn laatste levensjaren
te Weenen ons zich placht te verzamelen,
waarachtig niet te prielde hij eens een avontuur uit zijn
itsn dn ano,, n -al eenig in ziju soort zal zijn.
4*het was
Bres-
jongen
Mevrouw
Mooi zoo
Mijnheer
kinderen 1'
Mevrouw
kleinen O,
man is een
«Gelukkig voor hen! Arme
m'n goede moeder had wel
gelijk, toen ze me zeide Je
stommeling, andtrs niets.'
Mijnheer (nederig)«Ik heb nog een
flauw hoopMijn adres zit er in. Mis
scbien, de vinder
Mevrouw (scherp ironisch)«Ze terug
zal brengen. En er de rente a 6 pCt, bij
zal doen, niet (De schouder ophalend.)
toch geen 0nzin Als jij 40.000
francs op straat vondt, zou jij ze terug
brengen zeg
Mijnheer (in zjjn dement gekwetst)
Als het effecten waren.'
„Waarom niet?
V r vuevvvu rvuitli
e.vr°uw »J«, maar bankbiljetten
•Mijnheer (wanhopig „Lieve hemel, ik
zou gaarne de helft geven aan den man, die'..
De meid (binnenkomend)«Mijnheer,
daar is een man, die veilangt u te spreken
over geld.
Mevrouw; «Die komt net goed... Zeg
dat mijnheer uit is."
De meid Over geld, dat hij mijuheer
terug komt brengen.Een portefeuille.."
Mijnheer, (upspringende) «Mijn porte
feuille Laat oiunenkomen. Gauw een
beetje
(De meid laat een armen
drommel binnen.
De arme drommel „'t Is een porte-
was nog siuacö,. het was zijn
vriend, den tooneelspeler Kunst
.au gelukt, een drama van den JUU80U
dichter „Gustav Adolf' op de planken te
brengen. Het stuk mishaagde het publiek
zoozeer dat men den acteur door luid flui
ten en sissen het spreken onmogelijk maak
te, en eindelijk siste Laube zelf ook mee.
Hij had zich niet als den schrijver van
het stuk bekend gemaakt, maar daar het
praatje onder de studenten ging, dat Lau
be misschieu wel de auteur was, hield
hij het voor doelmatig, op deze wijze
aau alle geruchten het zwijgen op te leg
gen. Maar hij had geen rekening gehou-
den uiet zijn buurman, een stevigen slager
die Wolf heetfe. Deze verveelde dat flui
ten en sissen, het stuk scheen hem te
interresseeren en eindelijk wendde hij zich
i woedend tot Laube en verzocht hem, zijn
mond te houden.
Dat kon Laube zich als studeut evenwel
niet laten gezeggen en hij gaf den slager
een antwoord, dat nu niet bepaald be
leefd te noemen was. Daarmede was voor
den slager den maat vol. Hij verhief zich
in zijn volle legte, pakte den kleinen
Maube in ziju kraag en het volgend oo-
geublik vloog mijnheer de deur uil, van
het parterre den gang in. Zoo werd een
schrijver de straat opgegooid, omdat
zijn eigen stuk had uitgefloten.
"D e verbroken vaas.
edgwood, de beroemde grondlegger
der met zooveel roem bekende aardewerk
fabrieken van dien naam, was niet slechts
met groote gaven des geestes begiftigd,
maar als oprecht Christen werd hij evenzeer
gewaardeerd.
Een Zeer voornaam heer, die echter om
ziju onzedelijken levenswandel algemeen be
kend was en niet minder ook om zijn on
geloof, bezocht op zekeren dag de fabrie-
cen. Wedgwood leidde hem overal rond,
begeleid dooi een jeugdigen leerling, den
zoon van vrome ouders ,die hun kind voor
God trachtten op te voeden.
Van de eerste gelegenheid, die zich aan-
lood, maakte Lord C. gebruik om zich
vroolijk te maken over goddelijke dingen.
Ernst g verrast en ontstemd zsg dejonge-
ling op. Daarna luisterde hij opmerkzamer
toe en eindige met mede te lachen om de
goddelooze aardigheden. De beer Wedgwood
zeide n ie Is, en geleidde zijn gast steeds
veider, en deze liet hem eindelijk eene
a< zirn van groote kunstwaarde. Hij
erklaaide den geheeleu gaug der toeberei
ding, en wat al werk het had gekost eer
die vaas voltooid was, maar op het oogen-
b ik dat Loid C, de vaas in zijne handen
wilde nemen wierp de heer Wedgwood die op
den grond, zoodat zij in duizend stokken uit
eenspatte. In toorn ontstoken, riep Lord
C.: „Wal is dat voor dwaasheid, ik wou
d>e vaas juist gekocht hebben voor mijne
verzameling en nu is hij verloren!
„Ja" hernam de heer Wedgwood, „ver
loren Maar gij, mijnheer, gij hebt er
niet aan gedacht, dat de ziel van den
knaap, die ons zoo even heeft verlaten,
door vrome onders wordt bewaard, opdat
hij zou worden een voor den Heer, den
Miester tot Lof. En in weinige oogenblikken
hebt gij ds vrucht van den arbeid en de
inspanning van vele jarer. vernietigd
door uw gocfdelooze scheits. Geen roensch
ter wereld is bij machte om te herstellen
wat gij hebt verbroken.'
De voorname heer was niet gewoon dat
iemand, die maatschappelijk lager stond
dan hij, hem de waarheid zei. Gedu
rende eenige oogenblikken staarde hij Wedg
wood, aan en stak hem de hand toe, zeg
gende
«Gij zijt een man van karakter en eer;
ik heb er niet aan gedacht, welke uil werking
mijne woorden zouden kunnen hebben.-fc*"
Sprok.
tijd
dat
Middel tegen tering.
Te Parijs wordt in den laatsten
een middel toegepast tegen tering,
furora maakt in de wetenschappelijken we
reld.
Dat middel bestaat eenvoudig hierin, dat
men in de longen van den lijder een
tamelijk groote hoeveelheid (dertig of veer
tig kubieke centiliters) olijfolie inspuit.,
waarin creosoot is opgelost. Dit schijnt
ongelooflijk, en het blijkt toch volkomen
waar te zijn. Het is alleen het bovenge
deelte van de luchtpijp, dat vreemde stof
fen uitwerpt. Vandaar het hoesten van
iemand die zich verslikt. Maar wordt de
vloeistof werktuigelijk dieper ingebracht,
zoo bestaat er volkomen gevoelloosheid
en dus mogelijkheid, om de longen, die
aaugedaan zijn, met de vloeistof te bereiken
en schoon te wasschen.
De heer De Lajarrige is de ontdekker
van deze nieuwe geneeswijze, die reeds
voortretfelijke uitkomsten schijnt te hebben
Een bison met een sur
prise.
Dezer dagen bevond zich een opgezet
te bison in deu goederenwagen van een
Atnerikaanschen spoortrein, waarin ook een
geldkist met 50000 dollars specie stond.
Tusschen de stations Chadron en Hay
Springs hoorde de beambten in den wa
gen eensklaps iets m het inwendige van
den bison bewegen, een ^er glazen gen
viel uit den kop van dier en door
het gat vertoonde zich de loop van een
revolver. Een dreigende stem kwam nu
uit het binnenste van het beest, die den
beambte verzocht den trein oogenblikkelijk
stil te doen houden, indien hij zijn leven
lief had.
Deze ontweek echter de revolver en
sprong schrijlings op den opgezetten prai
riebewoner, die onder dit gewicht inzakte,
zoodat de man, die zich in het dier ver
borgen had, in een zeer onaangeuamen
en benauwden toestand geraaktehieruit
werd hij eerst aan het volgende station
verlost, maar daar tevens in verzekerde be
waring gebracht.
hij
PEN,
jCHT-
Ontploffing te Kiel.
Op het nieuwe Duitsche pantserschip
Brandenburg, heeft een stoom buisontplof
fing plaats gehad, waardoor talrijke man
nen gedood en gekwetst zijn.
Het nieuwe schip was op ziju tweeden
proeftochthet had reeds op den eersten
tocht met tienduizend paardenkrachten en
hoogen druk gevaren, en het zou nogmaals
alzoo eeu proeftocht doen voordat de ad
miraliteit het schip van de maatschappij*
Vulkan, die het vaartuig gebouwd had
overgenomen had. Aan boord waren behalve
560 man, de kommandeerende admiraal en
andere hooge officieren, alsmede de hoofd
ingenieur van de Vulkan. De gezamenlijke
12 stoomketels waren in werking, doch
daar men nog niet iu opene zee was
komen, voer de Brandenburg eerst met ,ED-
7000 paardenkrachten. In de machineka-OPPEN,
mer was, benevens de arbeiders, veel inge-
nieurspersoneel bijeen tot waarneming. Z'
De ketels, machines, enz. werden rich-
tig bevonden, zoodat ook alle verbindings-
deuren tusschen de bijzondere macbino-
ruimten geopend werden. Plotseling sprong
uit een machine aan stuurboordzijde de
stoomafsluitingsklep los, en een stoom
van 180 a 190 graden Celcius ontvlood met
schrikbarend geweld. Daar juist alle klep
pen, tusschen de bijzondere machines die
anders gescheiden werken, geopend waren
om den gelijkmatigen arbeid te controlee
ren, zoo vloog uit de gezamenlijke 12 ke
tels een vreeselijke wolk van stoom door
de gebroken kleppen in de machinekamer
stuurboordzijde en verbreidde zich bliksem
snel naar alle kanten daarnevens. Boven
op het dek hoorde men slechts een zwakke
knal en men nam een lichten schok waar.
Spoedig zag men een heillooze wolk op
stijgen. Eenige half verbrande vluchtelin
gen tuimelden en de kapitein hield dade-
lijk aan op strand, uit vrees dat alles het
voorspel was van eene groote ontploffing
der ketels, hetgeen gelukkig niet het ge
val was. Uit de gespleten vensters en gaten
in de benedenruimten was eindelijk sloom
IGENS,
ide pnj*
R.