Donderdag 3 Mei 1894.
38ste Jaargang No. 2828.
FEUILLETON.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL.
Bureau: §CHAOEHT, Laan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.FranCo per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cent».
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeente S c h a g e n.
Bekendmakingen.
De Bedelarij.
Aangifte van Verhuizing.
Novelle van Hermann IJeiberg.
Schutterij.
Binnenlandsch Nieuws.
Alicicci
RAAIT.
AüHKitit- UiitinlM
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn in
lichtingen te bekomen omtrent een alhier
gevonden
zilveren rozenkrans-
De Burgemeester van Schagen, brengt
ter kennis van de ingezetenen, dat hij het
noodig acht hunne hnlp in te roepen ter
beteugeling van een misbruik dat telken
jare grootere verhoudingen aanneemt, na
melijk
Met nadruk wordt er de aandacht op ge
vestigd dat door het geven van geld aan
bedelaar», de bedelarij die bij de
wet verboden en strafbaar is ge
steld, in de hand wordt gewerkt, en dat
de straf die de bedelaar beloopt, mede te
wijten is aan hen, die bem door hnnne
garen steunen.
Op grond hiervan worden de ingezetenen
dringend uitgenoodigd om personen
die van bedelen hun beroep ma
ken, in bun onteerend bedrijf niet te
steunen door het geven van geld.
Schagen, 17 April 1894.
De Burgemeester
S. BERMAN.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen brengen, voor zooveel noodig met het
oog op het verzuim betrekkelijk het doen
van aangifte ter Secretarie, bij verhuizing
binnen de gemeente, aan de ingezetenen in
herinnering, het bepaalde oij artikel 13 van
de politieverordening dezer gemeente,
luidende als volgt
„Ingeval van verhuizing binnen de ge
beente zal daarvan binnen acht da-
rgen behooren te worden kennis gegeven
>ter Secretarie der gemeente, te weten
„Voor een geheel geziD, inwonende dienst
5
Maria Langbobn had het volgende ge
schreven
„Waarde Neef!
Met leedwezen heb ik uit uw brief gele
zen, dat het u niet gaat, zooals bet gaan
moest, dat gij lichamelijke pijnen lijdt,
met groote zorgen te kampen hebt.
Als jong meisje heb ik reeds dikwijls hoo-
ren beweren, dat de zorgen dan pas begin
nen, wanneer de kinderen groot zijD, en
toenmaals heb ik dikwijls getwijfeld aan de
waarheid dier woorden. Maar uwe omstandig
heden leeren mij de zaken beter inzien.
Gij wenscbt van mij eene ondersteuning
voor den oudsten zoon van Hert ha, die de
universiteit zal bezoeken; ik zal ieder jaar
driehonderd galden op hem vaststellen. Verder
ben ik bereid, hetgeen gij gewoon zijt van
mij te ontvangen, te verhoogen tot een
honderd vijftig gulden maandelijks. Ik begrijp,
dat na uw pensionneering nwe inkomsten niet
te hoog zullen zijn.
Eindelijk zal ik aan uw verzoek, om een
som van duizend galden om oude schul
den te betalen, voldoen. —Wat gj mj van
Paul sobrijft, doet mj om zjnentwille leed.
Maar ik hoop, dat hj het verdriet
over het verlies van zijn vrouw door deo
tijd zal te boven komen. Dat hj nu, na
drie jaren nog zoo bedroefd is, bew jst maar
*1 te zeer hoe innig lief bij haar heeft ge
had, maar tevens ook, welk een edel ont
wikkeld mensch hj is. Zeer gaarne en met
ovenveel belangstelling zie ik tijding om
trent u en nw familie tegemoet. Heb har-
tel ijk dank, dat gj mj steeds op de hoog-
6 der zaken gehouden hebt. Groet uwe
vrouw en ook Paul van mj, waoDeer gj
em mocht schrjven, en wees harteljk ge
groet van uw oprechte
Marie LaDgbehn-Waterkant."
hrif was s#er opmerkeljk, dat deze
vlu OTer?l°oiende aan weldaden, geen en-
8ro®t aan Hertho bevatte. Maar wat
Imü? ^a"e en de latere vrouwe von
eevan11 ,en diens echtgenoote was voor-
bewn.011' maakte elke toenadering of
J van vriendschap geheel onmogeljk.
ment oo"'6or'8' dood was er een testa-i
m f waa,door Marie Langbebn
werd van hetgebeele ver
„en werkboden daaronder begrepen, door
„het hoofd van dat gezin.
„Voor afzonderlijk levende personen door
„henzelf.
„Yoor de geheel bevolking van gestich-
„ten of andere inrichtingen waar per
sonen onder eenig bestuur te zanten wo
nnen, door de bestuurders dier inrichtin
gen.''
„Overtreding wordt gestraft met eene
geldboete van tenhoogste f 1.
Schagen, 24 April 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris.
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders der gemeen
te Schagen roepen mits deze op alle zoodanige
ingezetenen, die op den lsten Januari 1894
hun 25en jaar van ouderdom zijn ingetre
den benevens de zoodanigen, die zich van
buitenlands in deze gemeente gevestigd
hebben, voor zooverre zij nog in een der
klassen van de Schutterij vallen, om zich
tosschen 15 Mei en 1 Juni a. s. ter Secre
tarie dezer gemeente voor den dienst der
Schutterij te doen inschrijven, zullende tot
ontvangst van hun aangifte te dier plaatse
speciaal worden gevaceerd op alle werkda
gen, des voormiddags van 9 tot 12 ure.
Tot naricht van belanghebbenden dient
Dat als ingezeten iu deze worden be-
schoowd, alle Nederlanders, in het Rijk
hun gewoon verblijf houdende, en alle
vreemdelingen in het Rijk woonachtig,
welke hun voornemen om zich aldaar te
vestigen zullen hebben aan den dag ge
legd.
Dat de aangifte tot inschrijving in alle
gevallen voor de ingezetenen van den hier
boven bedoelden ouderdom behoeven
gedaan te worden, ook dan zelfs, wanneer
de belanghebbenden vermeeneD tot de vrij
gestelden of nitgeslotenen van den schut
terlijken dienst te behooren, dat zij, die
bevonden zullen worden zich niet voor den
lste Juni 1894 te hebben doen inschrij
ven, door het Plaatselijk Bestuur ambtshalve
mogen. In een bizonder schrjven van Do-
ris Waterkant stoDd vermeld, wat baar
wenscben ten opzichtte der Mönkedorfs wa
ren.
Het luidde kort
„Handel uw geheele leven tegenover mijne
en uwe bloedverwanten, zooals nw verstand
en hart u dat gebieden. Dan znlt ge ge
heel en al in mjn geest bandelen.*
Daarop had Marie de schuld van vjf en
zestigduizend Mark aan haar neef geschon
ken, verden bad zy acbt en dertig duizend
gulden uitbetaald en ieder der kinderen der
tigduizend gulden aangeboden. Hertha had ze
aangenomen, maar Paul, die een andere
vrouw gehuwd bad, nadat Marie bem had
afgewezen, en die eenig vermogen bezat waar
van zy bescheiden konden leven, had dit
aanbod afgewezen. Marie wist wei waarom.
Toen na verloop van jaren zoowel door
de Imbols, als door de Mönkedorfs, dit geld
was opgemaakt en nieuwe aanspraken door
hen werden gedaan, bad Marie ten laatste
een rente op hen vastgesteld.
Het einde was geweest, dat de Immenhoffs
bet testament voor ocwettig hadden willen
laten verklaren, maar het proces leelyk ver
loren.
Vele aanzoeken had het schoone, jonge,
rjke meisje gehad. Allen had zj afgewezen,
slechts aan een had zj haar hart gesebon-
ken en deze eene was voor haar verloren
gegaan. Maar vrienden, die baar geest en
hart veredelden, was zj Diet uit den weg
gegaan en bare band had zj voor andoren
nooit gesloten gebonden. Zoo had zy niet
verkregen, wat men onder volkomen geluk
kig zijn verstaat, maar het leven bad baar
toch naast een voortreflelijke gezondheid, een
kalm, opgeruimd hart en de achting en liefde
harer Daasten geschonken.
Men sprak weinig over haar en wanneer
het geschiedde, gewoonljk in dien geest,
dat zj een stil mensch was. Zj zocht nie
mand, was echter voor een ieder ter hulpe
gereed. Aanspraken, die boven 69n zekere
grens giDgen, wees zj af. Zj handelde
streng en naar door haarzelve vastgestelde
grondregelen, en zij bad meer dan eens be
slist gezegd, dat zj niet trouwen wilde.
Zoo liet meu de zonderlinge, die jaarlijks
groote reizen deed, en Boms maanden nit
haar huis wegbleef, aan haar zelf over.
Over weinige dageD, vierde Marie Laeg-
bebn, die den naam Waterkant uit dank
baarheid bj den bare gevoegd had,haren
verjaardag en evenals de oude, die nu onder
de marmeren zuil rust, maakte zj daartoe
vele toebereidselen.
Dikwjls lachte zy stil vergenoegd in
zich zelve, wanneer bet baar gelukte, het te
worden ingeschreven,en ter zake vsn hun ver
zuim in eene geldboete vervallen, terwijl de
zelve daarenboven zonder loting zullen worden
ingelijfd. En worden overigens de ingeze
tenen aangemaand om ziife 'tijdig van een
geboorte-extract te voorzien, en zich alzoo
van hun jnisten ouderdom te verzekeren,
ten einde de inschrijving behoorlijk ge
schiede, en zij alzoo niet komen te ver
vallen in de strafte bij de wet bepaald.
Schagen, den 1 Mei 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris.
DENIJS.
Zondagavond had te WIN
KEL de tweede feestelijke bijeenkomst
plaats, welke door ongeveer 500 personen
werd bijgewoond.
Nadat de Voorzitter der Feestcommissie
met een kort woord het feest geopend en
medegedeeld had, dat de Commissie gaarne
op Donderdagavond allen in de kolfbaan
had gezien, doch deze te klein was om
zooveel menschen te kunnen bevatten,
werden dezelfde stukken als Donderdag
avond met evenveel succes als toen uitge
voerd. Ook bij deze gelegenheid konden
de aanwezigen het vaandel in oogenschouw
nemen. De keurige uitvoering van het
kostbare geschenk werd zeer geroemd en
de leverancier, de heer O. R. A. Meijer,
te Winkel, verdient dan ook een woord
van lof voor de moeiten, die hij heeft aan
gewend, om in dezen aan den wensch der
Feestcommissie te voldoen.
De Voorzitter, de heer Air. Sloossprak
bij 't overhandigen van het vaandel op
Donderdagavond ongevee. het volgende
Dames en Heeren 1
Als Voorzitter van de Feestcommissie
is het mij eene eervolle taak, de fanfaristen
een blijk van waardeering te mogen aan
bieden.
Gaarne had ik gezien, dat dit door de
hand van eene dame ware geschied, ik
viBd dit iets rationeeler, iets meer eigen
aardig, doch de Commissie besloot anders.
doen, zooals do oude Doris het vroeger gewoon
was, wanneer alles zoo geschiedde als
vroeger.
Heden werd zj gedrongen, om aan Hertba
te denken; bet schrjven van neef Mönkedorf
bad haar dien naam in het gehangen terug
geroepen.
Toen zij eenige jaren geleden ziek lag, en
Hertha beloofd had, haar te zullen komen
oppassen, was er schrjven van ds Mönke
dorfs gekomen. Tante Doris ontving de
tijding dat Hertha niet ter ver
pleging van Marie verscheen, daar zj zelf
ODgesteld was ge worden,en zy zich te bed had
moeten begeveDdit was haar uitvlucht
geweest uit vrees voor besmetting.
Dat bad bet besluit der oude dame on-
omstooteljk gemaakt. Zj zeide niets, maar
zj bleef vast op haar punt, ondanks al bet
geflikflooi der Mönkedorfs. Eerst eenige
dagen voor haar dood, was haar hart eenigs-
zins verteederd gewordentoen had tante
Doris den brief aan Marie geschrevenzy
wist, dat nu geschieden zou, wat zj bad
geweigerd.
Zoo nam zy met oen onbezwaard gemoed af
scheid van dit leven en toen de doodsengel
verscheen, gevoelde zj eeo laatst, zalig
gevoel, doorstroomde baar ziele de warme,
innige kus van Marie op hare bloedelooze
lippen.
Marie's geboortedag was gevierd gewor
den met alle eer, die men baar schonk nit
oprechte toegenegenheid er zjn zoo
weinig menschen, die om haarzelf geëerd
worden.
Zj was reeds veertig jaar, maar toch aog
een scboone, fiere verschjning, innemend
wanneer hare ernstige, kalme oogen, u uit
haar sympatiek gelaat tegenblikken, wanneer
een glimlach, baar ernstige mond omplooide.
Toen de dag na den feestdag de huisbel
zich deed booren, snelde een klein, jong
meisje, dat sedert kort in dienst genomen
was, van uit de kenken naar voren, en stond
tegenover eeü vreemden heer.
Hij wilde juffroow Langbehn bezoeken.—
„Hierheen als bet u belieft zeide
bet dartele ding en wees zekerljk ver
bluft door de vreemde verschjning de
kamer rechts, Dan giDg zj heeD, en de man,
het was Paul Mönkedorf steeg de
trap op en trad op de bem aangewezen deur
toe.
Willende binnentreden, bemerkte hj dat
de deur gesloten was en terzelfder tijd be
greep het meisje de vergissing en onder
verontschuldiging, dat dit het slaapvertrek
barer meesteres was, verzocht zj den beer
Mönkedorf in de woonkamer zoolang te wil
len wachten.
Fanfaristen van Winkel 1
In 1891 behaaldet gij bij het Concours
te Wormerveer eene kranige overwinning.
Ook bij dat te Winkel kwaamt gij glorieus
nit den strijd %te voorschijn. De Commissie
van feestviering had een vrij aanzienlijk
voordeelig saldo overgehouden; hoe kon
den ze dat beter bestedeD, dan door u
een huldeblijk aan te bieden Gesteund
door eene gift was zij in staat, a een
vaandel te verschaffen, waartoe met alge-
meene stemmen werd besloten.
En vervolgens sprak hij tot den Voor
zitter van het Fanfarekorps, den heer
D. Brugman
„Gij ontvangt namens de Commissie uit
mijne handen dit kostbare kleinood I
„Schaar u met nw corps onder dit vaan
del en onder aanvoering van uwen wak
keren, uwen kranigen, ijverigen directeur
zult gij nog vele overwinningen behalen.
„Ja, ik ben zeker, dat na verloop van
tijd, als ge onder dit vaandel ten strijde
trekt, de overige corpsen wel degelijk re
kening met u zullen moeten houden, dat
zij u, altijd in de goede beteekenis van
het woord, zullen moeten vreezen. Ik
hoop, dat ge dit kleinood, als ge te
eeniger tijd als Voorzitter zult aftreden,
rein en onbesmet aan uwen opvolger zult
kunnen overgeven.
„Houd het hoog, gelijk wij uw corps
hoog houden 1*
Na de overreiking wenschte bij de fan
faristen geluk met net geschenk, waarop
de heer D. Brugman namens het corps
eenige woorden van dank sprak tot de
feestcommissie voor alles, wat zij had ge
daan, om het concours van 1893 te doen
slagen. Het jaar 1893, zeide hij, heeft bij
velen en niet het minst bj ons corps
dankbare herinneringen achtergelaten.
Hij dankte voor het schoone vaandel en
sprak den wensch uit, dat het Fanfarecorps
onder dit vaandel steeds in bloei moge
toenemen en meerdere lauweren verwerven.
Hierna reikte hij den Directeur het ge
schenk van het corps, den dirigeerstok,
over met den wensch, dat hij steeds met
evenveel lust en ijver moge werkzaam
blijven.
Lang moest Paol wachten, maar eindelijk
vernam hij eeDig gedruisch en in 't vol
gende oogenblik stond Marie voor hem.
Er waren reeds twee oren verloopen, toen
Paul de trap afging, en de onde huisdeur
achter hem dichtviel.
Hij zag en hoorde niet, wat bniten om
hem gebeurde. In de stad dreef zijn ver
langen hem naar oude bekende plaatsen, en
daar gekomen, bad hij nauwelijks een blik
voor over. Telkens en telkens weer dwaal
den zyne gedachten tot haar, tot Marie, en
toen hij laat op den middag thuis kwam, vroeg
h[j boe laat de trein vertrok, verzocht zijne
rekening en begaf zich naar zijn kamer.
Hij bad eenige dagen willen blyven, maar
bij was nu vast besloten, reeds heden weder
af te reizen. Het was beter zoo 1 Uit
deze zaak kon niets anders dan barteleed
geboren worden. Het zou echter anders ge
schieden. Toen hy voorover gebogen lag,
bezig zijn koffer te pakken, bracht de kellner
een brief. Het was van haar, van Marie.
Haastig opende hij het couvert en
las
„Nogmaals vraag ik u, nu langs dezen
weg, mij beden avond nogmaals uw gezel
schap te schenken. Ik hoop, dat gij het in
nw macht hebt, na bet middagmaal uw
vrienden alleen te laten. Vertrek niet zoo
spoedig. Laat mg ook morgen nog eenige
uren. Wie weet, wanneer wij elkander zul
len wederzien Ik zeg u, en laat mijne woor
den goed overdacht worden
„Wat gy mij schenkt, is bet hoogste
wat gy de edele vrouw, aan wie wij bei
den alles te danken hebben, zoudt kunnen
geven.
Na weet gij, welk een goed werk gy zoudt
doen, uwe Marie L.*
Op dezen brief antwoordde Paul ongeveer
bet volgende
„Gij verzoekt, waar gij te bevelen hebt,
gij dankt, waar gij dank verwachten
mocht. Ik kom om zeven uur en blijf mor
gen, blijf
„Doch mondeling laat zich dat beter behan
delen, uw P. M
Toen hy tot baar ging, zat zij in den tuin.
Reeds ging de zod in al haar kleurenpracht
onder. Wondervolle lichteffecten deden zich
voor.
Zij zag hem aan, met een blik waarin
stille vreugde doorstraalde en wees hem een
plaats naast haar.
Het einde van hun gesprek was
Of ik u toenmaals niet lief had Paul,
dat ik u zooveel pijn doen konde, vraagt gij
nu nog Paul?
Weet dan, dat bet slechts ter wille van
Doris Waterkant was Neen, mjjn hart berst
Vergadering van den
Raad der gemeente ZIJPË, gebonden op
Dinsdag 1 Mei, des yoormiddags 10 uur.
Afwezig de heerenre» Beutekom en
vacature P. Waiboer.
Na leziog en goedkeurig der notulen,
verzoekt de Voorzitter de heerenNieuio-
landFranc*» en Krvijerde geloofsbrie
ven van het nieuw gekozen raadslid, den
heer Feisserte onderzoeken.
Nadat de drie bovengenoemde heeren
aan dien wensch hadden voldaan en bij
monde van den heer Franci» hnnne goed
keuring hadden te kennen gegeten, werd
met algemeene stemmen besloteD, de heer
Fe'mer als lid der gemeenteraad toe le
laten.
Aan de orde was nu het regelen van
het contract, tnsschen de gemeenten Zijpe
en Callantsoog, omtrent de kinderen van
de Kolkslnis, die aan het Zand tel school
gaan.
Door B. en W. was reeds een dusdanig
stuk klaar gemaakt en werd na voorlezing
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Door B. en W. was inzake de school
commissie nog geen voordracht van nieuwe
leden opgemaakt doch zoo de raad hare
goedkeuring er aan kon verleenen, waren
B. en W. bereid het toezicht over het
onderwijs op zich te nemen, dus de plaats
van de schoolcommissie in te nemen.
De heer Kruijer kon zich daar zeer
goed mede vereenigen.
Was tevens nog ingekomen een schrijven
van de heer Bessen, waarin hij als lid der
schoolcommissie bedankte.
De heer Aobel betreurde eenigermate
den toestand, maar vond het wenschelijk
dat B. en W., daar de toestand eenmaal
zoe was, het toezicht over het onderwijs
op zich namen, daar hij niet geloofde
anders tot een goed einde te kunnen ge
raken. Daarna werd met algemeene stem
men het aanbod van B. en W. aangeno
men.
Ingekomen warenhet rapport der
schoolcommissie, dat evenals het gemeente
verslag bij de leien zal worden rondge
zonden; en een paar goedkeuringen van
Ged. Stalen, op genomen raadsbesluiten.
te bijna, toen gij my straftet, door oogen-
blikkelijk een andere vrouw te buwen. Ik
kan het nu zeggen, daar wij nu oude laid-
jes zijn geworden en kalm deuken kun
nen."
„Dat wist ik niet en dat hoor ik eerst
nu zei de man, die uit haar ge
zegde besloot, dat er nu geen hoop meer zou
bestaan.
Zij echter juich'.e inwendig. Zij zag zijn be
wogen gelaat en onrustige trekken en een
onwederslaanbaar verlangen greep haar aan.
„Gij schreeft,* hervatte zij: „Ik blijf mor
gen, blijf doch mondeling laat zich dat
beter behandelen, bedoelt gy daar
mede, dat gij nog eenige dagen blyft, dat
wij elkander nog eenige malen zullen zien
„Natuurlijk wil ik u niet van nwe genoe
gens berooven—
„Genoegens berooveB, Marie! Wat beteekent
dat nu I
Niets dan deze woorden kwamen hem uit
den mond. Nu werd bij Btil.
Op dit oogenblik naderde de buishoudster
en vroeg inlichtingen omtreDt het avondeten.
Daardoor was Marie verplioht een weinig
ter zijde te gaan.
Hij echter gedreven door zyn onrust, ver
hief zich ook, liep een oude laan io, welks
dicht gebladerde boomen bem geheel aan
ieders oog onttrokken en verslond van daar-
oit bare gestalte als het ware met zijne
oogen.
Er zyn menschen, die altijd jong blyven,
en sommige vrouwen bezitten op gevorderden
leeftijd nog een groote aantrekkelijkheid in
haar persoon. Zooeeue was ook Marie.
Na week hij terug. Zy naderde. Hij ver
borg zich achter het geboomte.
„Paul I Wat doet ge? Waar zijt ge?*
klonk hare stem.
Daar trad hij naar voren en zeide bevend
en bedremmeld
„Ik heb u nog geen antwoord op uw vraag
gegeven. Ik schreef
„Ik kom om zeven uur en blyf morgen en
blijf Nu ja, Marie 1 Ik blijf en ga nooit
weder been, wanneer ik van n blyven mag
O, spreek toch, mijn hart kan geen on
zekerheid meer verdragen."
Slechts een luid, diep klinkend, laDgge-
rekt „A-h* drong door de donkere laan.
Thans klonk het klokje dat ben aan het
avondeten riep, en de twee geliefden liepen
door de vrije natuur, alsof het wereldruim
te klein was om geheel hun geluk te kun
nen bevatten.
!'<4
EINDE.