TEBUGBEKEERD.
Zondag 6 Mei 1894.
38ste Jaargang Fo. 2829.
Belasting opBeiriiis- en aniere Inkomsten.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL.
Bureau: SCHAOE^ Laan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per pos
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bekendmakingen,
De Bedelarij.
Schutterij.
Vergadering van den Raad
der gemeente Schagen op Dinsdag 8
Mei 1894, des voormiddag ten 10 ure.
1. Ingekomen stukken.
2. Adres wijziging politieverorde
ning betrekkelijk het vasthouden der
honden.
3. Opmaking voordracht voor de
benoeming van een lid voor het col
lege van zetters.
4. Benoeming Klokkenluider.
5. Regeling comptabiliteit, dienst
1893.
6. Art. 2 en 3 Provinciaal rege-
lement op de wegen.
7. Aanbieding gemeenteverslag
over 1893.
Binnenlandsch Nieuws.
„Waarom dan niet?"
SLOT VOLGT.
Alicitci Nitiu-
URARIT.
Almlsitit- L
al
Gemeente S c h a g e n.
De Burgemeester van Schagen, brengt
ter kennis van de ingezetenen, dat hij het
noodig acht hunne hnlp in te roepen ter
beteugeling van een misbruik dat telken
jare grootere verhoudingen aanneemt, na
melijk
Met nadruk wordt er de aandacht op ge
vestigd dat door het geven van geld aan
bedelaars, de bedelarij die bij de
wet verboden en strafbaar is ge
steld, in de hand wordt gewerkt, en dat
de straf die de bedelaar beloopt, mede te
wijten is aan hen, die hem door hunne
gaven steunen.
Op grond hiervan worden de ingezetenen
dringend uitgenoodigd om personen
die van bedelen hun beroep ma
ken, in hun onteerecd bedrijf niet te
steunen door het geven van geld.
Schagen, 17 April 1894,
De Burgemeester
S. BERMAN.
Burgemeester en Wethouders der gemeen
te Schagen roepen mits deze op alle zoodanige
ingezetenen, die op den lsten Januari 1894
hun 25en jaar van ouderdom zijn ingetre
den benevens de zoodanigen, die zich van
buitenlands in deze gemeente gevestigd
hebben, voor zooverre zij nog in een der
klassen van de Schutterij vallen, om zich
tusschen 15 Mei en 1 Juni a. s. ter Secre
tarie dezer gemeeote voor den dienst der
Schutterij te doen inschrijven, zullende tot
ontvangst van hun aangifte te dier plaatse
speciaal worden gevaceerd op alle werkda
gen, des voormiddags van 9 tot 12 ure.
Tot naricht van belanghebbenden] dient
Dat als ingezeten iu deze worden be
schouwd, alle Nederlanders, in het Rijk
hun gewoon verblijf houdende, en alle
vreemdelingen in het Rijk woonachtig,
welke hun voornemen om zich aldaar to
vestigen zullen hebben aan den dag ge
legd.
Dat de aangifte tol inschrijving in alle
gevallen voor de ingezetenen van den hier
boven bedoelden ouderdom behoeven
gedaan te worden, ook dan zelfs, wanneer
de belanghebbenden vermeenen tot de vrij
gestelden of uitgeslotenen van den schut
terlijken dienst te behooren, dat zij, die
bevonden zullen worden zich niet voor den
lste Juni 1894 te hebben doen inschrij
ven, door het Plaatselijk Bestuur ambtshalve
worden ingeschreven,en ter zake van hun ver
zuim in eene geldboete vervallen, terwijl de-
feuilleton.
zelve daarenboven zonder loting zullen worden
ingelijfd. En worden overigens de ingeze
tenen aangemaand om zich tijdig van een
geboorte-extract te voorzien, en zich alzoo
van hnn jnisten ouderdom te verzekeren,
ten einde de inschrijving behoorlijk ge
schiede, en sij alzoo niet komen te ver
vallen :n de strafte bij de wet bepaald.
Schagen, den 1 Mei 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris.
DENIJS.
BESCHRIJVING
Personeele Belasting.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Schagen maken bekend
i°. dat de primitieve beschrijving voor
de PERSONEELE BELASTING,
voor het dienstjaar 1894 1895, zal aau
vangen op Maandag, den 7en Mei san-
staande;
2°. dat de Rijksontvanger of zijn ge>
machtigde aan de woningen van alle inge
zeten zal uitreiken een beschrijviagsbiljet;
de daarop voorkomende vragen behooren
met de meeste nauwkeurigheid te worden
ingevuld, waartoe de Ontvanger of zijn ge
machtigde kosteloos de gevraagde in
lichtingen zal verstrekken
3°. dat het biljet behoort ondertee
kend te worden en na verloop van aoht
dagen zal worden teruggehaald, waarvoor
eei bewijs wordt afgegeven; degene, die
geen biljet heelt ontvangen, of te wiens
huize het niet wordt teruggahaald, kan
zich hierop niet beroepeD, maar zal tot
vrijwaring van boete verplicht zijn ten kan
tore van den Rijks-Ontvanger de vereisch-
te aangifte te doen, vóór of uiterlijk op
den 31steu Mei aanstaande
4. dat een ieder gehouden is de te
doene aangiften met zijne handteekening
te bekrachtigen en dat wanneer iemand
verklaart niet te kunnen schrijveD, de ont
vanger of zijn gemachtigde de invulling
desgevraagd kosteloos zal verrichten,
waarna het bil)-t, na voorleziug door den
Ontvanger of zijn gemachtigde, met een
derden persoon zal wordeu onderteekeud
5°. dat in- en Uitwonende dienst
boden der eerste, en de in- en Uitwo
nende dienstmeisjes der vierde klasse,
die op 1 Mei 1894 reeds den leeftijd van 15
jaren zullen hebben bereikt, in de belasting
moeten worden aangegeven
6°. dat geene aangifte behoeft te worden
gedaan bij het in dienst hebben van slechts
óéne vrouwelijke bediende,overigens naar de
eerste, derde of vierde klasse belastbaar,
in dienst van den belastingplichtige, die gee
ne andere bedienden boudt, en vier of meer
eigen of aangehuwde kinderen kindskinderen
of pupillen bij zich heeft inwonen, die
op 1 Mei van dit jaar joager zijn dan
een en twintig jaar
7°. dat degene, die na 15 Meide
zes jaars een perceel in gebruik neemt,
voor dit perceel de belasting naar de eer
ste vier grondslagen voor den tijd des
dienstjaars, die dan nog over is, verschul
digd ishiervan behoort hij aangilte te
doen ten kantore van den Ontvanger wan
neer de Ontvanger in eene andere gemeen
te gevestigd is, kannen die aangiften bij
het Gemeentebestuur worden ingeleverd,
alwaar kosteloos beschrijvingsbiljetten
verkrijgbaar zijn behalve de dagteekening
moet ook het uur der aaDgifte worden
vermeld
8°. dat degene, die in den loop des
dienstjaars een perceel verlaat, zonder daar
in eeoige roerende goederen of iemand in
zijnen dienst achter te laten, hiervan te
gen bewijs, schriftelijke aangifte behoort
te doen ten kantore vao den Ontvanger,
op een aldaar kosteloos verkrijgbaar biljet,
binnen ééoe maand, volgende op die, waar
in het perceel is verlatenbij niet-inacht-
neming van dezen termijD gaat de san
spraak op afschrijving of teruggave van be
lasting onherroepelijk verloren
9°. dat degene, die zich bezwaard acht
met zijnen aanslag, daartegen biDnen drie
maanden na afkondiging van het ko
hier een bezwaarschrift kan indienen op
ongezegeld papier bij Heeren Gedeputeer
de Staten der Provincie of bij den Heer
Controleur te Helder, waarbij moet worden
overgelegd een duplicaat van het aanslag
biljet, te verkrijgen bij den Ontvanger te
gen betaling van 5 cents de bezwaarschrif
ten tegen de schattingen of tegen eigen
aangiften moeten echter op zegel worden
gesteld
10°. dat voor het dienstjaar 1894
1895 tot tegenschatters zijn benoemd
de Heeren: Arie Meijer en Pieter
Honijk.
Afgekondigd en aangeplakt te Schagen,
den 4en Mei 1894.
De Burgemeester,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
dat de dag waarop met de uitreiking van
de beschrijvrngsbiljetten dier belasting voor
het dienstjaar 1894 /1895 zal worden be
gonnen, zal zijn
Maandag, den 7den Mei 1894.
Gedaan te Schagen, den 4den Mei 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
VKRTKr.LI.NG
van MARIE STAHL.
1.
Het beeft weken geregend en gestormd,
doch toen nu op zekeren dag een licht blauwe
zomerhemel zich over het landschap uit
breidde, zeiden de menschen„Na wordt
het Lente."
Het Pa&schfeest stond voor de deur en
de reislust ontwaakte in de harten der men
schen. Alle spoortreinen waren vol opge
ruimde menschen. Onder de passagiers, die
op het Lehrter station in Berlijn op het
vertrek van hun trein wachtten, bevond zich
ook prof. Erich Schöttler, die insgelijks ge-
boor gaf aan het verlangen, eens een echt
paaschfeest te vieren, verre van bet gewoel
der groote stad, in tyn stille geboorteplaats
paby de Mecklenburgsche grens. Hij was
jaren lang in het buitenland voor studie op reis
geweest, hij bad velerlei volken leeren kennen.
Toen hij onlangs in het lieve vaderland
terugkeerde, vond hy zich zeiven wel wat
vreemdsoortig en onhandig.
Maar het wendde toch ook weder spoedig,
En toen hy voor de eerste maal weder een
leeuwerik zingen en de klokken van alle
kerktorens bet naderend opstaudigsfeest aan
kondigen boorde, overviel hem een gevoel
ht!fWe,'k 'n n'et gekend had. Hij
immers nog eeue moeder, eene oude
oerenvrouw, diep in de provincie op een
0rP, en dat dorp was zijne geboorteplaats.
aM w''^e hy Paasch vieren, en als hy
verimttaen !rein Daar het noorden stoomde,
ion .,'611 hÜ iich er in, evenals een school-
siin' m -1° mot T8c®utie thuis komt, straks
a m<*der, zijn zuster en zyn zwager, die
nu de ouderlijke hofstede bewoonden, hnn
kinderen en het oude huis te zian. Hy meende
reeds de geur der viooltjes in te ademen,
welke uit den grooten boomgaard over de
schutting woei eo hy waande reeds de spreeu
wen in de appelboomen te hooren Badderen.
In dezen tuin, die met wilgen was omheind,
had by als kind de bonte paascheierec ge
zocht en by het venster, boven iD den gevel
van het buis, had hy iD stille, plechtige aan
dacht, geluisterd uaar het gelui der Paasch-
klokken. En by al die vriendelijke beelden,
welk» hem op reis voor den geest zweefden,
voegde zich nog bet beeld van een lief
meisje.
Geertrnida, de zuster van zijn zwager, was
nog een jong meisje, toen hij ongeveer vijf
jaar geleden haar voor de laatste maal zag.
Zij moest nu wel een schoooe maagd ge
worden zyn. Hij had sedert nooit weder
zulke prachtige, kastanjebruine oogen en
znlke ronde, zachte wangen met kuiltjes
gezien.
Toen hij eindelijk het laatsto station voor
Heiderberg, zijne geboorteplaats, binnen-
stoomde, bedierf een klein voorval bjjna zijne
blijde stemming.
Hy zag daar een man op ruwe wijze een
zijner wagenpasrd.n mishandelen en herken
de met verbazing in dien man zyn zwager
Bomhard Templin. Deze hield zyn paard
met de eene hand by den teugel vast, terwijl
hy het beest met den steel onbarmhartig
sloeg en met zyn voet schopte.
Toen Scböttler hem aansprak, wendde hy
hem zuik een vaal, door woede verwrongen
gelaat toe, dat deze er ten zeerste door ont
stelde.
In het volgende oogenblik had Templin
zich hersteld en begroette hij zijn zwager
zelfs met luidruchtige harttlijkheid.
„Die vermaledijde knol wilde niet stilstaan,
toen de trein het slatioo binueuliep," zeide
by tot zijne verontschuldiging.
BESCHRIJVING
VOOR DE
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Schagen
Gelet op artikel 13, paragraaf 1, le zinsne
de der Wet van den 2den October 1893
(Staatsblad No. 149), tot heffing eener be
lasting op bedrijfs- en andere inkomsten
Brengen hiermede ter algemeene kenuis,
Punten van Behandeling.
Ter Secretarie dezer gemeeute worden
inlichtingen verzocht omtrent een alhier
verloren Ebbenhouten duimstok.
Deonde gewoonte te TEXEL
om op den avond van den laatsten April
allerwege op het eiland meivuren te ont
steken, bekend onder den naam „meier-
blissen* werd ook nu weer gehandhaafd.
Op verschillende punten zag meD, zoo
dra de schemering inviel, de vlammen om
hoog stijgen uit de licht brandende stof
fen, die meestal de hooidbestanddeelen vor
men van zulk een „meierblis*.
Andere oude gewoonten van feestviering
enz., die uit 't grijs verleden dagteekenen,
verdwijnen langzamerhand geheel op het
eiland. Het stoken der meivuren op den
laatsten Aprilavond schijnt nog weinig vau
zijne aantrekkelijkheid bij 't jonge volkje
te hebben verloren.
De maatschappij tot hei-
deontginmng te TEXEL moei zich tot
de regeering hebben gewend, met het ver
zoek om tot indijking van den inham
„De Mok", ook wel „Korhoek* genaamd,
ovtr te gaan. Deze mok beslaat eene op
pervlakte van ruim 400 Hektaren. De
groud zou voor ongeveer de helft uit vrucht
Spoedig daarna zaten de beide msnDen
naast elkander in de kales, welke slechts
langzaam over den weeken landweg kon
worden voortgetrokken. Templin, die ge
trouwd was met Schöttler's oudste zuster
en de hoeve bad overnomeD, omdat de pro
fessor de studie tot zyn levenscarrière koos,
mende zelf de paarden en met de zweep
her- en derwaarts wijzende, maakte hy zyn
gast op de prachtige korenvelden en versch
geakkerde bouwlanden opmerkzaam. De over
genomen boerenhofstede had hy vergroot door
den aankoop van eeD boerderij, zoodat by nu
den titel van grondbezitter voerde.
Maar Scböttler vond den vroeger zoo flin
ke miiD merkwaardig veranderd en ver
ouderd. Hy was grjjs geworden en gebogen,
meer dan met zyn leeftijd overeen te brengen
was.
Het is waar, de professor had vernomen,
dat ziju zwager in de laatste jaren met zware
zorgen had te kampen gehad; maar sedert
in den laatsten herfst de bygekoebte boer
derij met een zeer slechten maar hoog ver
zekerden oogst afbrandde, moest hy er toch
beter aan toe geworden zijn. Schöttler vroeg
met alle belangstelling naar den brand en de
bij-omstandigheden.
Wel wat breedvoerig vertelde Templin,
dat de oorzaak van den brand niet nauw
keurig vastgesteld had kunnen wordeu hij
zelf wist tot hedeu er niets anders van, dan
dat Matthes, de ossenknecht, eu Rieke, de
dochter vau den herder, hun gebruikelijk
vrij-uurtje in de hakselkamer gehad hadden
en vermoedelijk by het aaustekeD van de
lantaarn roekeloos met de lucifers baddeu
omgegaan.
„Ik zelf was in dien naebt niet thuis*,
vertelde hij verder, „ik was naar FebrbelliD
gereden, met dit rijtuig. En toen ik den
weg afkwam, zie ik van verre den vuurgloed
aau den hemel. Te oordeeleu naar de rich
ting kon het alleen mijn boerdery of Maasz-
maon's steenbakkerij zijn. Ik reed na, wat
de paarden loopen konden, maar toeu ik
tegen den morgen aankwam, was de geheele
behuizing reeds tot op den grond afgebrand*.
„Hebt gij er schade bij geleden vroeg
Schöttler.
„Neen, neen, schade heb ik er niet van
gehad dat wil zeggen wanneer men
alles nauwkeurig berekeDt, wat het opbouweu
weder kost en de oogst was niet zoo
slecht, als de menschen beweerden dan
schiet er ook niet zooveel bizonders over.*
Bij deze woorden scheen Templin iets in
de oogen gewaaid te zijn, waut hij wreef
zich met de vlakke hand over het gelaat.
„Maar daar zijn we er al
De kales rolde nu horteud en stootend en
ratelend over den ongelijken dorpsweg, ter
wijl de kinderen op bloote voeten
door dik en dua holden en bij elke boerderij
een wachthond zijn geblaf deed hooren.
Ja, dat was nog altijd hetzelfde, onde,
witbepleisterde huis met het vooruitsprin
gende dak eu de houten pilaren der veranda;
daar was nog het ooievaarsnest op de schuur
eu de pyramiede-appelboom naast de poort,
in welken eenige jaren geleden de bliksem
was geslagen.
Het was alles zoo bekend en toch ook
weer zoo vreemd. Wat was het toch, het
welk aan den terruggekeerden zoon van dit
huis zoo vreemd was Schöttler had eens
in een vau Gerstacher's werken gelezen van
een in een moeras verzonken dorp, dat
eens om de honderd jaar voor viereutwintig
uren weder te voorschijn komt. En in dat
spookeooord verdwaalt een reiziger. Die
reiziger gaat met de inwoners van dat
plaatsje om, als waren hot menschen van
het beden, en hij verwondert er zich alleen
maar over, dat op alles wat hij ziet, een
grauwe stoflaag ligt en dat alle inwoners
iets raadselachtigs over a;oh hebben.
bare zeeklei bestaan.
Het bedijken van den inham zou ver
moedelijk tengevolge hebben, dat tegen
den zeedijk van „Het Horntje* eene aan
slibbing ontstond, waardoor deze zeewering
minder onderhoud zon eischen dan thans
het geval is.
De schipper van den Ur-
ker botter U, K. 266, van de visscherij
in de Noordzee te NIEUWED1EP bin
nengekomen, rapporteert dat eergisteren een
bij hem aan boordvarende jongen, de 14-
jarige Cornelis Klaver, op de hoogte van
Petten bij het opvieren van de zeilschoot
in zee geslingerd en verdronken is. Hij
zonk bijna terstond in de diepte weg,
waardoor pogingen tot redding niet moch
ten baten.
Te Alkmaar komen eeni
ge" ge vallen van pokken voor zoowel in het
gasthuis als in de strafgevangenis.
De wekelijksche Thee-Thomsons-prijs
van Vijf en twintig gulden is op heden
woensdag 2 Mei '94 ten deel gevallen aan
Mej. A. Nijdam Hoven T. 18 te Zutphen
de premie van 5 Kilo Thee aan den Win
kelier de heer A. Coenders aldaar.
Te BERGEN OP ZOOM
heeft een ernstig ongeluk plaats gehad op
het exercitieveld bij wachthuis no. 13 buiten
de v. m. Boschpoort. Een 12-jarige knaap,
die aldaar een 4tal koeien hoedde, had het
touw waaraan een dezer dieren bevestigd
was, om het lijf vastgebonden, toen op
eens het dier in woeste vaart op hol ging.
De jongen werd medegesleurd, eerst over
het exercitieterrein en later door een kreu
pel bosch je.
Een troep soldaten, die aldaar exerceer
den, het gevaar ziende, snelden te hnlp en
mochten er in slagen het dier te vangen
en den knaap te bevrijden.
Afzichtelijk verminkt en voor dood werd
de knaap opgenomen eD bij zijne onders
thuisgebracht. Hoewel nog in leven, is
zijn toestand hopeloos.
De 1 ij ken der personen, die
te DEL DEN dood in den trein zijn ge
vonden, zijn zooals gemeld is herkend als
te zijn Taco ten Cate en Gerendina ten
Cate. Zij waren broeder en zuster, wonen
de in de Weteringdwarsstraat te Amster
dam. Het Hbld. verneemt, dat Ten Cate
voor paarden-arts studeerde, maar het
scheen hem met zijn stadie niet voor den
wiad te gaan. Toen het laatste geld was
uitgegeven, werd al het huisraad ver
kocht, en toen ook deze bron opgehouden
had, schenen beiden ten einde raid en
maakten een eind aan hnn leven.
De schoenmaker Samiljan
uit de nieuwe Kerkstr, te Amst. diens vrouw
en een aaDtal andere getuigen, zijn Woensdag
Waarom viel hem die gesohiedenis nu
juist in de gedachte?
Waarom was zijn zwager zoo gejaagd,
zoo onbestendig Waarom snauwde by bij
elke gelegenheid de kinderen af, die zoo
gaarne luide hunne vreugde te kennen wilden
geven over de komst van oom eu over het
naderend paasehfeest zoodat zij angstig
zwegen en schuw in een boek kropen.
Waarom was zijn zuster zoo stil geworden,
en waarom zat zijne oude moeder herhaal
delijk zoo dof te staren
En Geertruida Zy was bijna niet te her
kennen.
Schoon was zij, nog schooner, dan Schöttler
verwacht had, maar vanwaar die diepe groe
ven tusschen bare wenkbrauwen, van
waar die koele, afstootende ernst P En som
tijds als zy zich onopgemerkt waande, die
strakheid van gelaatstrekken, die veel weg
had van vertwijfeling
De professor kon met deze indrukken
niet in het roine komen, en liep peiazeod,
de handen op den rug, in den tuin heen en
weder.
Daar kwam een van zijne blonde nichtjes
naar hem toe hnppelen.
„Oom Erieb, gelooft gij, dat de paasch-
haas ook bij ons komt
„Zeker, beste Greta, hij zal n paasch-
eiereu brengen,"
„Ach, oom Erich, bet is goed, dat gij er
zijt. Tante Geertruida is ook niets meer op
geruimd."
„Dat weet ik niet. Zij speelt niet meer
zoo als vroeger. Oom, weet gij, waarom papa
altijd zoo luid spreekt en zooveel bromt
De professor sprak het meisje vriendelijk
en vertroostend toe en beloofde het een pret
tig paasehfeest. Toen hij door de boscbjes
heen in de verte Geertruida zag aankomen,
ging hij baar opzoeken.