Zonda» 20 Mei 1894.
38ste Jaargang No. 2833
Schutterij.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
7 te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
aDVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL
Bureau: 8CHAOM, Laan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Gemeente S c h a g e n.
Bekendmakingen,
Rijden met Hondenkarren.
Het eel,,t j gewordon> het na te j8gen
Binnenlandsch Nieuws.
Alicicci Nieiws-
UUIttltÜ- k LnMil
vallen in de strafte bij de wet bepaald.
Schagen, den 1 Mei 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris,
BENIJS.
Burgemeester en Wethouders der gemeen
te Schagen roepen mits deze op alle zoodanige
ingezetenen, die op den lsten Januari 1894
hun 25en jaar van ouderdom zijn ingetre
den beneveDS de zoodaniger, die zich van
buitenlands in deze gemeente gevestigd
hebben, voor zooverre zij nog in een der
klassen van de Schutterij vallen, om zich
tusschen 15 Mei en 1 Juni a. s. ter Secre
tarie dezer gemeente voor den dienst der
Schutterij te doen inschrijven, zullende tot
ontvangst van hun aangifte te dier plaatse
speciaal worden gevaceerd op alle werkda
gen, des vooimiddags van 9 tot 12 ore.
Tot naricht van belanghebbenden dient
Dat als ingezeten in deze worden be
schouwd, alle Nederlanders, in het Rijk
hun gewoon verblijf houdende, en alle
vreemdelingen in het Rijk woonachtig,
welke hun voornemen om zich aldaar te
vestigen zullen hebben aan den dag gelegd.
Dat de aangitte tot inschrijving in alle
gevallen voor de ingezetenen van den hier
boven bedoelden ouderdom behoeven
gedaan te worden, ook dan zelfs, wanneer
de belanghebbenden vermeenen tot de vrij
gestelden of nitgeslotenen van den schut
terlijken dienst te behooren, dat zij, die
bevonden zullen worden zich niet voor den
lste Juni 1894 te hebben doen inschrij
ven, door het Plaatselijk Bestuur ambtshalve
worden ingeschreven,en ter zake van hun ver
zuim in eene geldboete vervallen, terwijl de
zelve daarenboven zonder loting zullen worden
ingelijfd. En worden overigens de ingeze
tenen aangemaand om zich tijdig van een
.eboorts-extract te voorzien, en zich alzoo
van hun juisten ouderdom te verzekeren,
ten einde de inschrijving behoorlijk ge
schiede, en zij alzoo niet komen te ver
De Burgemeester van Schagen;
Overwegende
dat het zitten der bestuurders van
hondenkarreu op hunne voertuigen bij het
rijden biunen de kom der gemeente, hem
de overtuiging geschonken heeft, dat men
in den waan verkeert dit te mogen doen,
in verband met het bepaalde bij het Pro
vinciaal reglement op de wegen in Noord
holland
dat men echter dwaalt, indien men
m6ent, dat reeds door het in werking tre
den van bedoeld reglement, art: 90 der
algemeene politieverordening van kracht
zou zij o beroofd,
Waarschuwt belangHebbenden ter voor
koming van vervolgingdat het binnen de
kom dezer gemeenteaan ied'r bestuurder van
een hondenkar verboden is, op zijn voertuig
plaats te nemen,
Schagen, 10 Mei 1894.
De Burgemeester,
S. BERMAN.
Novelle van
KONRAD TELMANN.
Leonard giog, nadat hij de gravin een
*!)'e had nageoogd, den tuin in. Hij «ver
acht ernstig de zooeven gesproken woor-
eneen hevig hartkloppen stemde hem
onrustig. „Toegrijpen klonk het hem nog
n de ooren, .toegrijpen I" Wat zou daarme-
8eweest Had bij dan het
te oogenblik laten voorbij gaan voor al de
er enkingen, voor al de eerzame, verstandi-
®*eeoredenen Had bij dan toenmaals in
heii! 0D8ta'migh6id, in wilde vermetel-
v ™oe'en toegrijpen en door zulk een
rich t "cHttinnigen streek het geluk aan
voor e.nen' ai was het dan ook maar
echte 6^U| 6 8Panne tijds, maar toch hot
dat h j Wafe' ^et groote geluk En om-
Bem n'et gedaan heeft, zou er voor
hsm tD| ^6'Uk meer bestaan, was het voor
»a. "ast toenmaals hem voorbij vloog,
Leonhn^rr0ePel«k 'e'loren?
*eder o Wandelde in den tuin heen en
geDr Tera^ 2ag hij rozen. Een heerlijke
"onk CTf,! hen? «Toegrijpen
hui,erde m aanboudend in 't oor. Hjj
lokkin,, g er 'n die woorden eene ver-
"h'schio °Pges'°'en 1 Moesten die woorden
laat Wo n "Steekenen, dat het nog niet te
Hg ~7 "og niet
hjjfQp ij de kand aan Het voorhoofd
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Schagen daartoe van Regeerings-
wege uitgenoodigd, vestigen hiermede de
aandacht van het publiek op enkele der
voornaamste verplichtingen, welke het, in-
ingevolge de bovengenoemde Wet van 2
October 1893 (Staatsblad No. 149), met
1 Mei 1894 iu werking getreden, heeft te
vervullen.
Die verplichtingen zijn vervat in de
hiernavolgende artikelen
ARTIKEL 15, 2.
Ieder die optreedt als bestuurder ofbe-
heerend vennoot van een hier te lande
gevestigde vennootschap, onderlinge verze
kering-maatschappij, coöperatieve veteeni-
ging, of van eene vereeniging of stichting
die een bedrijf of beroep uitoefent,of als boek
houder eener hier te iande gevestigde reederij,
is gehouden daarvan schriftelijk binnen éé-
ne maand kennis te geven bij het be
stuur der gemeente waar hij woont.
ART. 16.
Hier te lande wonende beheerende ven-
nooten van Nederlandsche vennootschappen
en maatschappijen, als bedoeld in art. 6,
2, en van de in art. 15 bedoelde com
manditaire vennootschappen op aandeelen,
bestuurders van hier te lande gevestigde
naamlooze vennootschappen, coöperatieve en
andere vereenigingen en onderlinge verze-
keringmaatschappijen, als ook boekhouders
van hier te lande gevestigde reederijen mo
gen niet tot het doen van uitdeelingen ot
nilkeeringen, waatover volgeDS art. 5,
1 en 2 en art. 6, 2 belasting verschul
digd is overgaan, alvorens daarvan aangifte
gedaan en de over vroegere uitdeelingen
of uitkeeriugen verschuldigde belasting be
taald te hebben.
Bij liquidatie mogen de hier bedoelde
uitdeelingen of uitkeeringen niet geschieden,
alvorens de daarvoor verschuldigde belas
ting is voldaan.
ART. 45.
Bestuurders van de bij art. 15 en c be
doelde naamlooze vennootschappen, coöpe
ratieve vereenigingen, andere vereenigingen
en stichtingen, die een bedrijf of beroep
uitoefenen, onderlinge verzekeringmaat—
schappijen en sociëteiten, alsook beheeren
de vennooten van hier te lande gevestigde
commanditaire vennootschappen op aandee
len en boekhouders van hier te lande ge
vestigde reederijen, zijn gehouden binnen
veertien dagen na de vaststelling van ba
lans of rekenening een zoodanig uittreksel
als uoodig is tot toelichting der winst, uit
keeringen of uitdeelingen te doen toekomen
aan den voorzitter der commissie van aan
slag, bedoeld bij art, 19, 15 of 2, die
den aanslag moet regelen.
ART. 47 5.
Hij die daartoe gehouden, nalaat de ver
plichtingen na te komen, bedoeld bij art.
15, 1 eerste lid, en art. 15, 2 eerste
lid, wordt gestraft met eene geldboete
van ten hoogste f 25,-.
Tb Pun' Tan krankzinnig te wor-
aat waarvoor S> En te bezwijken
Ut ten» li
<it te *'8"gö verzoeking, om de hand
Laartoe ri'kke? v">or een zondig genot
k®01 bov8 r lmmer8 nooit te laat. Of zou
*0'den n D0® eeD 8tldk gesPanunen
*HUehén men Hem later zon kunnen
'im onhp't,MaDnLee.r Hö blind en doof, in al
Ren»i,t Hen. struikelde? Zijne gedach-
'"es? Haj6n. .ln ,Terbijstering. Wat was dit
'n He woorden dier vrouw
®u o» of ge'cgd, dan zij zelve gowe-
11 ttoed THad? En vanwaar had hij
fetds zoo'e'8 gekregen Was het
tad 1 ODtrouw, dat hij zelfs de moge-
,etI1 gesori'u1''Hersteld, dat deze vrouw tot
tot d tn u°d °P eeD 'C0D> als geen
En"1 cc ëen00' eener andere mocht
toch had hjj een belachelijke
tiet
Gelijke straf wordt opgelegd in geval
van overtreding van art. 45.
ART. 47 6.
Overtreding van art. 16 wordt gestraft
met eene geldboete van ten hoogste f 400.-.
ART. 34, le lid.
Handelsreizigers, kramers en alle verdere
personen, die hun bedrijf of beroep rond
trekkende uitoefenen, voor zoover zij be
hooren tot de bedoelden bij art. la, h en
kzijn gehouden, onvermindeid hunne ver
plichtingen omschreven bij artt. 12 en 14,
zich ter plaatse binnen het Rijk, waar zij
zich na h°t begin van het belastingjaar
het eerst bevindeD, bij het gemeentebe
stuur schriftelijk aan te melden met opgaaf
van hun naam, hunne woonplaats en hun be
drijf of beroep. Ten blijke dat zij hieraan vol
daan hebben ontvangen zij kosteloos een
door of vanwege het ho ifd van dat bestuur
onderteekend Bewijs, dat zij gehouden zijn
mede te onderteekenen en op aanvraag aan
ambtenaren der directe belastingen te ver-
toonen.
ART. 47. 7.
Personen, die van een bewijs voorzien
moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die
in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage
aan bevoegde ambtenaren te vertoonen,
worden gestraft met eene geldboete van
ten hoogste f 25.
Geven zij ter bekoming van dat bewijs
aan het bevoegd gezag een valschen naam,
woonplaats, bedrijf of beroep op, of maken
zij gebruik van het aan een ander afgege
ven bewijs, dan worden zij gestraft met
eene geldboete van ten hoogste f 150.
Voorts wordt nog bijzonder gewezen op
de in art, 12, 2, 2e lid, l°.d, aan de
ingezetenen van het Rijk verleende be
voegdheid, om zich, bij de aanstaande
beschrijving, de uitreiking van een be
schrijvingsbiljet B te verzekeren door
vóór of op 15 Mei a, s. het verzoek daar
toe schriftelijk te richten tot den Ontvan
ger der directe belastingen over hunne
woonplaats.
Afgekondigd en aangeplakt te Schagen,
den Hen Mei 1894,
De Burgemeester,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
gril genoemd, ja bet zelfs opgevat als eene
krenking zijner eer, dat Eima verlangde deze
plaats te verlaten En dat had zijn trots
goprikkeld en hij had het aan zijn manne
lijke waardigheid verschuldigd geacht, nu
eerst bepaald te blijven Neen, neen, zjj
had toch gelijkhij moest werkelijk van
deze plaats weg. Hij was hier op weg,
zich zeiven te verliezen. Tenzij het niet
meer overeenkomstig de waardigheid van
een man was, te blijven en der verzoeking
het hoold te bieden, in plaats van lafhartig
voor haar te vluchten. Dat was de eenige
vraag, welke hem nog bezig hield.
Leonhard was zoo genaderd tot den oe
ver en keek naar de zwanen die op de zil
veren golven wiegelend voortdreven. Ginds
in de verte stond de Santis in het blauw
verschiet der lucht, evenals een beeld uit
de fabel. Leonhard dacht onwillekeurig aan
de fabel van Ekkehard, die daar boven in
het woudkerkje verzoening en loutering ge
zocht en gevonden had. Het boek, waar-
io dit verhaal stond, was van Elma en zijn
lievelingsboek en zij hadden het zich als
iets eigenaardigs voorgesteld, dat zij na op
hun huwelijksreis dit oord zonden bezoeken.
Zon bij nu naar dat kerkje gaan Een lach
je speelde er om zijn lippen.
Toen hij zich omkeerde, om naar huis te-
rog te gaan, want bet scheen hem toe,
dat bij slechts Elma in zijne armen hoefde
te sluiten en dan was alles goed, stond de
gravin voor hem. Zij had een prachtig toi
let aangetrokken en baar gelaat straalde
in jeugdige friscbheid. Een wolk van wel
riekende geur stroomde van haar uit; haar
borst en arme prijkten met kostbare siera
den. Leonhard stond een oogenblik getrof
fen. Hij kon zich de verandering, welke
er met haar plaats heeft gehad, niet ver
klaren. De gravin daarentegen vermaakte
zich in zijne verlegenheid. Er lag terzelf-
dertijd iets smachtends en loerends in bare
amandelvormige, licht grijze oogen. „Nu?"
vroeg zij en keek hem vlak in het gelaat.
Ik wilde juist naar mijne vrouw gaan.
Zij lachtte. „Wat komt dat er komiek
uitVergeef mij Mijne vraag moest ove
rigens luiden gij blijtt toch Laten wij zeg
gen: tot morgen 1"
Ik vrees, u geen bevestigend antwoord te
kunnen geven, gravin."
Ah!" zij trad een schrede achteruit; hare
oogen schitterden hem tegen. .Gij schertst.
Waarom dat?"
Hij antwoordde met dadelpk, Toen vloog
er een lachje over baar gelaat. „Zijt gij
misschien bang doctor?" Het klonk zoo
balf minachtend, half uitdagend.
„Ik Waarvoor?" Hij was zeer rood ge
worden.
„Voor uwe vrouw, meen ik natuurlijk."
„O", riep hij bedaard uit en voegde er
plotseling aan toe„Wij zijn van plan, u
in Wiesbaden op te zoeken, gravin. Het zou
dus geen afscheid zijn. Bovendien zouden
wij ons vastgesteld reisplan Diet veranderen.
In vier, vijf dagen wanneer ons gezel
schap u dan nog welkom is.
Op haar gelaat stond eene overgroote ver
bazing uitgedrukt. Zjj begreep hem niet
meer. Aan haar, de ervarene, geblaseerde
dame, gaf deze man daar een raadsel op.
Wilde hij eenige dagen van rust en van
nadenken, om baar daarna te beter toegerust,
tegemoet te kunnen treden Maar hij zag
er toch niet naar nit, dat hij bang was nu
niet meer. Daar werd zij door iets overvallen,
zij wist niet recht, wat het was, öf ver
moeidheid, of verveling, öf medelijden,
dit eerder met zich zelve, dan met hem,
of nijd, nijd, die zonderling genoeg
vergezeld ging van een haar geheel nieuw
maar daarom niet minder lastig gevoel van
achting. In ieder geval was het iets, dat baar
als een stortbad overviel. Deze man had
tegenover haar zijn standpunt heroverd. Zij
wilde hem niet meer aanzien. Zij wilde niet
bewonderen; dat was iets, wat haar reeds
lang vreemd was geworden. Zij onderdrnkt
een zucht tot geeuwen. En met matte stem
antwoordde zij eindelijk„Gelijk gij wilt,
doctor. Natuurlijk zal mij uw gezelschap
altijd en overal welkom zijn. Ten slotte hebt
gij ook gelijkConstanz is vervelend, men
verlaDgt naar afwisseling. En dan zij
lachte behoedzaam, een weidig melancholisch
.nietwaar Gij staat toch ook wel een klein
beetje onder de pantoftel
Zij keek hem aan, omdat zij meende,
dat hij ook nu wel zou lachen. En het stond
hem zoo goed, wanneer hij in zijne verle
genheid lachte; zjjne hulpbehoevendheid had
dan iets roerends in haar oog.
Maar deze eigenaardige man keek haar met
waardige ernst in de oogen en zeide op een
tooD, die volkomen eerlijkheid verried„O
neen, waarachtig niet. Ik geloof, dat het
zeer goed zijn zou, wanneer het zoover kwam,
maar dan zou ik mij daarvan natuurlijk niet
bewust moeten zjju. Voor alle mannen is
het het beste. Een zacht vrouwenbestier
maakt ons beter, dan wij van huis nit zijn.
Maar ik ben een veel te harJ, grof en zelf
standig karakter, dan dat bet voor mij ooit
te hopen zou zijn."
De gravin haalde de schouders op. Zij
weid ongeduldig en zij verveelde zich. Wil
de hij haar nu op zijn veormaligen school-
Aan den Heer A. WiederThe-
ol. Cand. te W o g n u m, is toezegging
van beroep gedaan door de Hervormde ge
meente te CALLANTSOOG en ook door
die te DRIEHUIZEN ZUIDSCHERMER.
De heer E. O. Holdeman, cand. te E e r-
b e e k ontving toezegging van beroep naar
de Herv, Gemeente te KOLHORN.
Aan den O o s thnizerweg
in de gemeente BEEMSTER heeft zich
een geval van pokken voorgedaan.
Evenals de vorige jaren
zal de WIERINGER VEEMARKT plaats
hebben op Woensdag van iedere week, te
beginnen den 28 Mei e. k.
De kermis te WIERINGER-
WAARD staat voor de deur en te oor-
deelen naar hetgeen er nu (Donderdag)
reeds is, zal het de jeugd niet aan gele
genheid ontbreken, de gespaarde centen
kwijt te raken. Wij hebben reeds 6 kra
men, waaronder één poffertjeskraam, geteld
en er zijn twee groote draaimolens, terwijl
nog een derde in aantocht is. Bij den heer
Boon zal het gezelschap onder directie deKie-
viets optreden. Het tooneelgezelschap, onder
directie van den heerW. Hart zal zeker mede
met een druk bezoek worden vereerd. Wij
hopen in het volgend nummer op de ker
mis terug te komen.
Aan het muziekfeest door
het schutterijkorps te ENKHUIZEN na
men deel 12 vereenigingen Amstels Fan
farekorps van Amsterdam Koningin Wil-
helmina, BeemsterConcordiaBeesl
VolhardingBerkhoutCrescendoBoven-
karspel Stedel. Schuttersmuziek, Dokkum
Muziekkorps der dd. Schutterij, Eraneker
Maete PuerOosterleekConcordia,
Oostzaan Winkels FanfarekorpsWinkel
Harmonie en Schutterijmuziekkorps, beiden
van Zaandam (het Sted. Muziekkorps der
dd. Schutterij te Hoorn bad een deputatie
gezonden). Aan elk werd een zilveren
herinneringsmedaille uitgereikt. Aan het
muziekkorps der dd. schutterij te Zaandam
viel bij loting de prijs van f 50 ten deel,
waarvoor een muziekinstrument wordt
aangekocht.
meesterachtigen toon, welken zij nooit in hem
bad kannen uitstaan, van de geheimen van
zijn huwelijk mededeelen en over zijne des
betreffende verwachtingen een voordracht
honden Dat mankeerde er nog maar aan.
Eigenlijk was hij toch altijd al een ver
waand personage geweest, een geboren
schoolmeester. Wat haar eens in hem be
haagd, haar aan hem geboeid had, was niets
geweest, dan zijn bloote dweperij, dan de
ze kuische, jeugdige illussie, welko haar ver
rukt en mede gesleept had. En die illusie
was nu ook weg, was ook al verstikt en be
graven in de eerbare welopgevoedheid. Hoe
taai, hoe dor was dat alles I „lk vrees, dat
ik u ophoud," zeide de Gravin. „Gij wilt weg,
zeidet gij zooeven. Wij zien elkaar toch ze
ker nog wel aan tafel
Dat klonk alsof zij er naar verlangde, van
zijn gezelschap nu verlost te zijn. En toch
talmde hij. Onderzoekend liet hij den blik
dwalen langs de vensters van het huis, als
of hij vandaar de beslissing verwachtte.
Eindelijk overtoog een hevige blos zijn ge
laat. Hij had achter de balf gesloten jalou-
ziën aan een der vensters Elma gezieD,
die als aan den grond vastgenageld daar
stond en naar hen beiden keek, blijkbaar
met de begeerte, zelve niet gezien te wor
den. Leonhard sidderde. Een onweerstaan
baar gevoel van trots en verzet maakte
zich van hem meester en hij schaamde zich
niet alleen voor zijn weeke, toegevende
neigingen, maar voor de vrouw, die zich zelve
tot bespiedster verlaagde, die hem in het
geheim gadesloeg, of zij hem mischien ook
op eenig vergrijp kon betrappen. Hoe was
dat toch mogelijk gewordon Hij schudde
zich, alsof hij iets leelijks van zich wilde
afschudden.
x„Ik sta ook nu ter uwer beschikking,
gravin," zeide hij hoftelijk.
„Ah!" Een kreet van verrassing ontsnapte
haar. Zij Leek hem twijfelend aan. Wat be-
teekende dat nu weder Zij teekende met
haar parasol figuren in het kiezelzand. „Weet
gij wat Lees mij nog eens een en ander
voor 1 Gij deedt het vroeger zoo dikwijls
herinnert gij u dat nog Het was preci68
zulke stille, zonnige morgen als na. Men
zon zich kannen verbeelden...." Zij vol
tooide den zin niet, maar keek hem aan,
vlak in het gelaat.
Zij had verondersteld, dat hij wederom
zou bloozeD, maar zij bedroog zich. Hij was
volkomen kalm en koel gebleven. „Gaarne,
mevrouw de gravin. Maar wat moot ik le
zen Hebt gij boeken bij u? Wjj zijn zon-
j der boekez do wereld ingegaan."
„Boeken zij dacht een oogenblik na.
O ja, zij bad boeken bij zich, een paar
frznsche romans, welke in Parijs geduren
de weinige weken in honderdduizende exem
plaren waren verkochtmaar dat was geen
leetuur voor hem en zjj zou hebben moe
ten blozen, wanneer hij haar daaruit had
voorgelezen, niettegenstaande het meesterlijk
geschreven zedo- en zielsafbeeldingen waren,
en niettegenstaande het meeste daarvan door
hem wel niet eens goed begrepen zou zijn ge
worden. MerkwaardigNooit had zij den
monsterschtigen afgrond, welke tusschen het
verleden en het heden bestond, zoo duide-
lijk overzien, als in dit oogenblik, nu hij
haar iets zou voorlezen en zij bem de boe
ken, welke zij bezat, niet eens in de hand
durfde geven. „Misschien iB er in het hotel
wel iets. Wij zullen wel eens zien I Of neen:
ga maar alleenzoek. gij, kiest gijik zal
intusschen een geschikt hoekje opzoe
ken*.
Hij ging het hotel binnen en kwam na
eenigen tijd met een boek in de hand terug.
De gravin vond hij eerst na eenig zoeken
in een prieel, hetwelk uitzicht gaf op het
meer en op de bergen. Zjj zat in gedachten
verzonken en scheen bovendien vergoten te
hebben, dat zij hem wachtte. Toen hjj bin
nentrad en zijne gestalte het licht in bet
prieel onderschepte, sloeg zij de oogen op
en een ironisch lachje zetelde er om haren
mond. „Waarschijnlijk een boek van Schiller?"
dacht zij onwillekeurig, „of misschien wel
een van Theodoor Körner „Nu?" vroeg
zij luid en zij had moeite een geeuw te on
derdrukken. Zij had nu weder berouw over
haar voorstel. Zij vreesde dat zij zich zon
vervelen.
„Gij hebt mjj onbeperkte volmacht ge
geven," zeide hij en nam naast haar plaats op
een tuinstoel, en begon in het boek te bla
deren.
Na een poos las hij. In den beginne luis
terde zij volstrekt niet naar de woorden,
zij boorde alleen zijn stem, welker klank haar
tooneelen uit haar jeugd voor den geest tee
kende. Het was nog dezelfde diepe, klank
rijke stem van vroeger. Zij dacht aan de tien
laatste jaren Nu luisterde zij naar het
geen hij las. Wat was dat Ja, nu herkende
zij het: Goetbe, de „Natuurlijke verwant
schap eD aantrekking van gelijke karakters."
Dat had hij haar vroeger ook voorgelezen,
juist dat zeilde. Zij hadden er toen zelfs
veel over gedisputeerd. Lieve bemel! Zij waren
nog maar kinderen geweest. Maar waarom
las hij dat nu weder? Was het slechts toe
val, dat hjj dit bock genomen had?Het
outroerde baar zoo, naar hem te luisteren.
Maar zijne gedachten waren blijk