B ij voegsel, behoorende bij de
Scliagcr Courant,
GEMEiNGD~NIEUWS.
Ten onrechte verdacht.
ZONDAG 17 JUNI 1894
No. 2841.
Goedkooper paardenvoed-
sel.
Een Engelsch paardenfokker heeft se
dert vele jaren over een practisch voe
dingssysteem der paarden nagedacht en
er een uitgevonden, dat reeds in een
groot aantal stallen in Engeland gevolgd
wordt. De mest der paarden bevat, zooais
bekend is, steeds een groot aantal haver
korrels, welke niet verteerd, dus voor
het paard nutteloos geweest zijn. Dat is
een verlies voor den eigenaar, waarom
men reeds lang er toe overgegaan is, de
haver door kneuziDg voor een volkomen
vertering voor te bereiden. De nieuwe
Ëngelsche methode bestaat nu daarin, dat
de gewone portie haver tot op een vierde
verminderd wordt, wat een wezenlijke be
sparing i». De haver wordt gekneusd en
een deel hooi, twee deelen tarwe-, gerste
en haverstroohaksel er bij gedaan, daarna
de gansche massa met warm water natge
maakt, waardoor het voeder met de ge
kneusde haver zóó onafscheidelijk verhon
den wordt, dat het paard er niet in kan
woelen, om de haverkorrels machtig te
worden. De haver moet niet al te veel
gekneusd zijn, ook moet het stroo en het
hooi in slechts 1 2 c.M. lange stukken
gesneden zijn. Ook kan men klaver er
bijvoegen. Ter vertering van dit gemeng
de voedsel heeft het paard veel minder
tijd noodig, zoodat het wat langer rusten
kan, terwijl er niets verloren gaat, en de
eigenaar dus geen noodeloos verlies lijdt.
Beeldspraak. Aan iemand,
die niet spreken kon, en zich dus moest
bedienen van een leitje, werd eens zijn
oordeel gevraagd over een pasgetrouwd
paar.
Hij schreef het volgende:
zei, lqem.
.do9ijs uea jdooi moq loop ua ';eiu pSnap f]2
—■Een aantal inwoners der
Fransche gemeente Tourcy, is ternauwer
nood aan een wissen dood ontsnapt. Een
melkboer had zijn melk vermengd met
natrium bicarbonaat. om het zuur worden
te beletten. Spoedig na het gebruik van
deze melk werden 28 klanten ziek. Men
onderzocht de melk en deze bleek een
vrij groote hoeveelheid arsenicum te be
vatten, welke stof de melkboer bij ver
gissing in zijn melk had gedaan in plaats
van het vermeende bicarbonaat.
Dank zij der spoedige toediening van
krachtige tegengiften, hoopt men alle
slachtoffers in het leven te houden.
Frederik de Groote klaag
de eens, toen hij van een plezierreis te
rugkeerde, dat hij dood-moe was van het
altijddurende teruggroeten der burgers.
Baron van Pollniz merkte op dat Zijn
Majesteit volstrekt niet verplicht was tel
kens het saluut te brengen. Dwaas,
zei toen de koning als de burgers mij
in mijn hoedanigheid van staatshoofd, ver
plicht zijn te groeten, dan heb ik op
mijn beurt de verplichting hen, in hun
ne hoedanigheid van burgers, daarvoor te
danken I
In het departement F i-
nistère zijn van 2025 Mei 7 gevallen
van cholera met 1 sterfgeval waargeno
men. Op last der regeering zijn 2 genees
kundigen naar dit departement gezonden
tot bestrijding der cholera. Uit Parijs
worden van 27 Mei 2 Juni 2 sterf
gevallen aan cholera gemeld.
Zij was werkelijk een lieve verschijning,
de kleine barones Louise, De Marcenne, en
velen hadden den baron benijd, toen hij,
zes maanden geleden, haar, zijn blozend
bruidje, naar het altaar geleidde.
Vóór hij zich in den echt verbond, had
George De Marcenne dat schijnt zoo de
gewoonte een vroolijk leventje geleid.
Zijn vercveringen op het schoone geslacht
waren groot geweest in aantal. Groote da
mes, zoo goed als naaistertjes en dienst
meisjes, had hij onder zijn intieme kennis
jes geteld. Tol eiken stand behoorden zij,
maar daarin kwamen zij allen overeen, dat
zij jong waren en schoon.
Louise kende het verleden van haar
echtgenoot, en desondanks, of misschien
daarom, had zij hem hartstochtelijk lief.
In alle opzichten was hij bovendien een
model-echtgenoot en hoewel hij hard naar
de veertig liep, was hij, wat men noemt
nog goed geconserveerd. Niet gemakkelijk
zou het geweest zijn een knapper cavalier
met zulk een voorkomen en aangename
manieren te vinden. En dan, wat lief was
hij voor zijn vrouw, vol kleine attenties
voor haar, altijd gereed haar minste wen-
schen te voorkomenIn 't kortLouise
aanbad haar man.
Waarom dan scheen zij zoo bedroefd, de
kleine barones? Waarom had zij, zoojuist
hard de piano dichtgeslagen en stond zij
thans, als in gepeins verzonken voor een
der hooge ramen voor haar salon, tikkend
met haar rozennageltjes tegen de ruiten,
de oogen vaag vóór zich uitstarend, als
naar een pijnlijk visioen
Omdat een zwarte stip aan den azuren
hemel van haar geluk was zich komen ver-
toonen, verstorend de vreugd harer kinder
lijke ziel.
Van de eerste dagen van hnn huwelijk
af, had zij opgemerkt, dat haar man iede-
ren Donderdag ca het diner plotseling op
stond, om onder een of ander voorwendsel
zich te verwijderen en niet vóór 's avonds
laat weder te keeren. Eerst had zij er zich
riet veel om bekommerd. Maar met ma
thematische regelmatigheid was het iederen
Donderdag weder hetzelfde en werd zij
door haar man alleen tehuis gelaten. Zij
was toen begonnen met zich te verontrus
ten, den baron te ondervragen, doch slechts
ontwijkende antwoorden had zij gekregen:
Mijnheer had gesproken van dringende za
ken, die geregeld moesten worden, van bij
eenkomsten met bankiers, notarissen
onvoldoende redenen, die Louise's onge
rustheid nog hadden doen toenemen en
haar vermoeden schenen te bevestigen.
Thans twijfelde zij niet meerGeorge
bedroog haar I Eene oude bekende, natuur
lijk, met welke hij niet den moed gehad
had geheel te breken en wie hij elke week
nog eenen ganschen avond wijdde
Och zij wilde die vrouw kennen, die
haar aldus haar geluk roofdeZij
zou er in slagen haar uit te vinden 1
Niets gemakkelijker morgen was het juist
Donderdag; zij zou haar man slechts be
hendig hebben de volgen, en eindelijk zou
zij weten waar hij zijn tijd Donderdag 's a-
vonds doorbracht
Nauwelijks was dit denkbeeld in haren
geest tot rijpheid gekomen ef het zware
gordijn, dat de deur van den salon mas
keerde, werd opengeslagen en de baron trad
binnen.
Welzeide hij, toen hij zijn vrouw
aan het venster zag zitten, waarover peinst
ge toch, lieve Louise
Mevrouw De Marcenne beefde alsof men
haar onverwacht had overvallen.
Ge schijnt zoo bedroefd, hebt gij
soms verdriet? ging de baron voort, ter
wijl hij op zijn vrouw toeliep en beide
handen in de zijne nam.
"Volstrekt niet, ik verzeker het u
en welk verdriet zou ik bovendien kunnen
hebben Ben ik niet gelukkig antwoord
de Louisse met een glimlach, waarvan haar
man de bittere ironie niet merkte.
Lieve engelzei hij, zijne jorge
vrouw een kus op het voorhoofd druk
kend
Maar zeg mij, wat ik u bidden mag,
wat deed u zoo in gedachten verzonken neer
zitten
Och man 1 ik maakte alleen maar
een klein plannetje, waarvan de verwezen
lijking van u afhangt.
an mij Dan is het reeds ver
wezenlijkt En welk plan is het
Ge zoudt erg lief zijn, George, als
ge morgenavond eens medegingt naar den
schouwburg.
Wat 'n idéé
Och, ik zou zoo graag gaan, er wordt
zulk een mooi stuk gespeeld en ge begrijpt
dat ik er niet alleen kan gaan. Ge zult
me wel vergezellen, niet waar
Lieve, gaf de baron ten antwoord,
het spijt me, Ik verzoek u mij te veront
schuldigen maar het is onmogelijk.
En waarom vroeg de jonge vrouw,
haar man strak aanziende.
Omdat ik, antwoordde de baron, ee-
nigszins in verlegenheid gebracht, morgen
een onderhoud hebwaaraan ik mij
onmogelijk kan onttrekken..met Bernheim,
ge weet wel den effectenhandelaar.
Ja, ik weet het 1
En Louise liep haastig heen, om de tra
nen te verbergen, die haar oogen benevel
den.
OchGod nep zij uit, toen zij al
leen was in haar kamer, wat ben ik on
gelukkig
Maar morgen zal ik die vrouw zien, al zou
het ook mijn dood zijn 1
II
Den volgenden dag, als gewoonlijk, be
gaf de heer De Marcenne zich na het di
ner naar het station, waar hij aan het lo
ket een plaatskaartje nam voor het een
uur verder gelegen station D. Nauwelijks
was de deur der wachtkamer achter hem
dichtgevallen, of een in het zwart gekleede
zwaar gesluierde dame, die eenige seconden
na hem per rijtuig het station had bereikt,
nam eveneens een kaartje voor het station
D., om ongemerkt plaats te nemen in een
compartiment van den trein, grenzende aan
dat, waarin de baron had plaats geno
men.
De trein vertrok.
Aan elk station stak de in zwart ge
kleede dame voorzichtig het hoofd buiten
het raampje. Maar wie zij zag uitstappen,
niet den baron. Aan het station Z. einde
lijk, zag zij hem den trein verlaten, waar
op ook zij zich haastte zijn voorbeeld te
volgen, en, verloren in het gedrang der
reizigers, den heer De Marcenne op eeni-
gen afstand na te gaan.
De baron scheen veel haast te hebben
en geen enkele maal zag de dame hem het
hoofd omwenden. Tien minuten had hij al
dus voortgeloopen, toen hij plotseling voor
het hek eener lief gelegen villa stilhield.
Nauwelijks had hij aangescheld of bijna
gelijktijdig werd het hek geopend, en zag
de dame in het zwart, dis zich achter een
haag had verscholen, een jong meisje van
achttien jaai ongeveer, op den heer Dr. Mar
cenne toesrellen, dien zij om den hals
viel.
Mijn God riep de barones uit (want
deze was het) wat is zij schoonen wat
houden zij veel van elkaar 1
Wel een kwartier bleef zij zoo onbe
wegelijk staan, terwijl brandende tranen
haar langs de wangen rolden. Eindelijk
nam zij een besluit. Zenuwachtig liep zij op
het hek der villa toe, zich gereed makend
aan te schellen, toen zij bemerkte, dat
het hek niet gesloten was. Zonder leven
te maken, opeode zij het, en niemand in
den tuin ziende, liep zij op de teeneo naar
de huisdeur.
Ik begrijp, lieve Bertha, zeide een
stem, waarin zij die van haren man her
kende, dat ge u hier verveelt in dit land
huis, maar het is bepaald noodig, dat ge
er nog eenigen tijd blijft.
Ik zal alles doen, wat a wilt, pa
paatje, antwoordde een jonge frissche
stem.
Geloof heusch, lief kind, hernam de
stem van den baron weder, dat ik alleen
in uw belang .handel.
Louise stond verbaasd te luisteren, Pa
paatje Lief kind!" Wat beteekent dat al
les
Duizenden verwarde gedachten doorkruis
ten haar brein. Eindelijk besloot zij voor
den dag te komen.
Toen hij zijn vrouw zag, verbleekte de
baron zichtbaar.
Mijnheer, zeide Louise tot haar man,
ik wilde u even alleen spreken.
De baron gaf het meisje een teeken,
dal onmiddellijk daarop heen ging.
Mijnheer, hernam mevrouw De Mar
cenne, ik heb u gevolgd en ik heb uw
laatste woorden gehoordis dat kind uw
dochter of is zij
Louise niet verder, het is mijn doch
ter Ik wilde dat geheim voor u ver
bergen, maar nu gij het weet, zal ik u de
geheele geschiedenis vertellen Zij is niet
lang.
Spreek, ik luister.
Kort na mijn vestiging in de hoofd
stad ge ziet, dat het reeds lang bij
na 19 jaar geleden is maakte ik
kennis met een jong meisje, een modiste
werkzaam op een atelier, niet ver van het
huis, waar ik met mijn ouders woonde.
Bertha, die gij zoo even hebt gezien is
haar dochter. Een maand na haar geboorte
werden zij en ik door haar moeder verla
ten en daar ik medelijden met het wicht
had, trok ik mij het lot van het kind aan
en deed ik het grootbrengen en opvoeden.
Sedert Bertha de kostschool heeft verlaten,
leeft zij hier alleen, met een goede trouwe
dienstbode, verborgen voor de wereld.
Beste George, zeide de barones,
toen De Marcenne zijn verhaal geëindigd
had, ik heb u verdachtTergeef mijGe
zijt een eerlijk man, een man met een hart
en ook ik wil aan uw edele daad bijdra
gen. Uw dochter zal ook de mijne zijn,..
En, plotseling zichzelve in de rede val
lend, voegde mevrouw De Marcenne er
glimlachend bij
Wat zal dat aardig zijn Ik zal een
dochter hebben van 18 jaar, ik, die nauwe
lijks vijf en twintig ben
Zij zal bij ons komen inwonen en wij
zullen haar doen doorgaan voor een weeze,
een bloedverwante van onsAltijd zal
ze bij ons blijven.
Lieve engelzeide de baron eenvou
dig, zijn vrouw in de armen drukkend.
Denzelfden avond nog verliet Bertha met
haar vader en de barones de villa
III
Van dien dag af ging de heer De Mar-