i Donderdag 28 Juni 1894. 38ste Jaargang No. 2844. d d. riDicutefl FEUILLETON. pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en 2 s te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL. ISureau: Laan, I) 4. Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer Eet Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel, bevattende het raadsverslag der ge meente Anna Paulowna. Gemeente 8 c h a g e n. 13 e k e 11 <1 m a k i 11 e n. Willem Bleeker, Noord, wijk A nc. 41, Arie Kant, Nes, wijk H, no. 14. Voor de Zuidelijke Wijk Jan Roos, Hoep, wijk C, no. 51/128. enTijs Bijpost, Laan, wijk D, no. 17. 8e. dat ingevolge het bepaalde bij de po litieverordening voor deze gemeente ieder honder van hooi en stroo, die daar in gevaar voor brand door broeiing ont dekt, verplicht is daarvan onverwijld kennis te geven aan den Burgemeester en een der Hooistekers,voor de hooistekers wiik waarin hij woonachtig is, zullende di hooistekers bovendien teu allen tijde tot het onderzoeken van het hooi en stroo moeten worden toegelaten. Binnenlandsch Nieuws. Vi u 4- AiurtüDlifi- Uittuil Burgemeester en Wethouders van Scha ren brengen ter kennis van belanghebben den dat ingevolge de door den Raad dier gemeente vastgestelde regeling betrekkelijk het onderzoek naar de broeiing van hooi, enz.: ;e< de gemeente is verdeeld m een noor delijke en eeuZuidelijke Hooistekerswijk, en de scheidingslijn tusschen die wijken wordt geacht te zijn getrokken vanaf de brag aan Lange Snevert, door de Hoep, over de Matkt, naar en door de Heeren straat, langs de Loet, de Meinsweg en het pad loopende langs het Schagerwiel en vandaar langs den dijk, liggende aan den zuidkant van den polder Burghorn tot aan de gemeente St. Maarten; 2e. dat voor het loopend jaar tot Hooi- stekers zijn benoemd Voor de Noordelijke Wijk: 4e, Dat Diet-naleving der sub. 3 vermelde bepaling strafbaar is gesteld met eene boete van ten hoogste f 25. Schagen, den 26 Juni 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. ])e Secretaris, DENIJS. n Roman van August Niemann. Wolf ging den derden en laatsten ren- hj i!^6 dames zoeken. Zijn vriend Camillo m hem nog mondeling medegedeeld, dat 5°f> ,nle' 66n officier de scboone blonde of 9 pikante zwarte had durven naderen. Wel *art>n deze twee sterren niet onopgemerkt gebleven, doch de oude bezat alle eigenschap- Pen van Argus en Cerberus tegelijk en had «n 5°8- t0e' ?een der heeren, die hunne be- he'd du'd®lyk lieten blijken, gelegen- gegeven om nader kennis te maken, e bijzonderheden had mijnheer Winows- geput uit bronnen, die ook hij alleen i ,e ontdekken. Mijnheer Winows W u ïer8'.and ,an ZQike zaken. Cafó °r ö"er zag vaa de hoek van het om fan5i'8 rond. waar hij was gaan staan, stm. U'mer. 0'erzicht over de omliggende BUiean bben- Terwijl hij daar stond, naad 6 .men8c^eQ hem voorbij en nie- 'ien. ,!erza'mde hem opmerkzaam aan te gesialto6^' 68 vooral bewonderden zijne ti» 8t daar 800 üer, elastisch en krach- vi. f eveneene sjjn intelligent gelaat °°8on- De hoeren vergele- Bstnui. v 8ch°0De vormen, b{j wat moeder gbtoeld 0n .8®8®honken had, en bijna allen '8rgeieken mati& en onbeholpen, bij hem ^eDC0witz en Felicitas Bork 'S bem D 'eeds de verte, en toen geheel Ü6bl8en> sagen zij bem in het *el> dat 6t a^U 8e*oel zeide hem even- over V,"' n,e' "Been gezien, maar ^bsn snK ^esPr°hen haddeu. Hg ging ben ^htertia 10D8en' °P tien schreden afstand, aqe^n'fee .006enblikken bemerkte Wolf, kl arj'ikW"lkel binnengingen, waar toi- *aien. (n' .fc en. en parfumerien verkrijgbaar 11 ®et fcp;1J,!'1I!P ovenet-ns binnen. Zij tpra- *n8 caar ri dl6ude en stonden met haar 88,801 zeid!, rr gekeerd, m lar Wolf's fijn <"8t 4e K,.^ /j?V dat hij zich voor ditmaal sü*40' Zond!.! 1le'^M«gels zou mogen heen- hij a' het euvel geduid zou wor- °WB m hoed af, groette de da Slechts weinig jaren ge leden werden op TEXEL nog vele berg eenden aangetroffen. Langzamerhan 1 is on der deze fraaie vogels een groote oprui ming gehouden, doordien de eieren zorg vuldig werden ïngezimeld en dan naar el ders werden verscheep'. Gelukte 't enkele eenden de eieren uit te broeden, dan werd ijverig jacht gemaakt op de jongen, die, als ze slechts levend konden worden afge leverd, met fl.per stuk betaald werden. Toen kwamen de ouden zelf aan de beurt. Men trachtte eenvoudig de vogels op de eieren te verschalken en nam dan eend met nest en ab-en- dependentie mede. Voor dit alles waren liefhebben genoeg, die er een flinken prijs voor betaalden. Thans wor den de bergeenden slechts zeldzaam aan getroffen. Trouwens verminderen er alle vogelsoorten, doordien er te veel jacht op eieren en jongen wordt gemaakt. Terwijl Zondag de bewo ners eener boerenhofstede, in het veld op TEXEL, naar de kerk waren gegaan, moet men eene glasruit uit een raam hebben ge sneden, waarna het mogelijk werd het raam te openen. Vermoedelijk is de dader toen nuar binnen geklommen en heeft een kast weten te openen, doch schijnt in de verdere plannen gestoord te zijn geworden. Toen de bewoners terugkeerden moeten zij al thans niets vermist hebben. Datdehooiteelt dit jaar op TEXEL veel belangrijker belooft te worden dan verleden jaar, kau reeds hier uit blijken, dat van een land, wasr toen 12.000 K. G. werd gewonnen, thans 30.000 K.G. zal terecht komen. Meu is thans ijve rig bezig zoowel met het maaien als met hooien. Evenwel werkt het weer nog vol strekt niet mede oun het h >oi goed te win nen. Sommige landeigenaars passen de methode Bertels toe, en persen gras, dat dan later, op die wijze geconserveerd, aan het vee wordt toegediend. Het stichten van een ge- bouw voor de matrialen van r't Witte Kruit te HEER-HUGOWAARD is aan genomen door den heer D. Poland voor f 340.— Hiervoor hebben mede ingeschreven door mes, alsof hjj reeds kennis met haar gemaakt had, en informeerde, of zij dien middag we derom op de wedrennen zouden verschij nen. De jonge dames wiBttn zeer goed wat zij van hem konden verlangen, en wat de be leefdheid een vreemd jongmensoh voorschreef, maar bet was haar onmogelijk hem koel te behandelen zooals hij verdiend had. Haar le ven gleed toch al zoo eentoonig verder, dat zij het niet van zich konden verkrijgen, door een koel gelaat dit avontuurtje te verlie zen. Geertruida hief derhalve het hoofd trots op en vroeg: Waarom wenscht gij dat te weten „Ja,* voegde Felicitas er aan toe, „hebt gij ons daar dan reeds opgemerkt „Vergeef mij mejuffrouw,* zeide Wolf. „Maar eergisteren scheen het mij toe, dat de wedloop u interesseerde, en toen ik u gisteren niet zag verschijnen, maakte ik mij bezorgd, dat gij u verveeld zoudt hebben. „Bezorgd?'' vroeg Geertruida lachend. Het ijs was gebroken en het viel Wolf niet moeielijk, het gesprek voort te zetten. Hij vertelde van de wedrennen, die denzelfden middag gehouden zouden worden, sprak zijn hoop uit, de dames daar fe zullen zien, en begeleidde haar, nadat hare inkoopen gedaan waren, naar buiten. Hier werd zijn gesprek spoedig intiemer, en niet gewoon om te dralen, uitte hij zijn verlangon, de dames verder te leeren kennen, en kennis te ma ken met mijnheer Bennewitz. „Ik vrees zeer, mijnheer," antwoordde Fe licitas, „dat onze oom weinig lust zal go- voelen, om met uw persoon kennis te maken. „En wij kunnen u daarin niet helpen,* voegde Geertruida er aan toe. Wolf zag nu de blonde van nabij en se dert bij dat geluk genoten had, was hjj als zinneloos. Zij was nog oneiodig schooner, dan hij zich haar had voorgesteld. „Mejuffrouw,«zeide hg, „buitengewone om standigheden ver ontschuldigen mijn driest heid. Ik ben nog pas drie dagen in Leipzig. Ik werd den eersten dag bijna verblind door een onvergelijkelijk schoone verschijning. Ik kan en zal do stad niet verlaten, zonder de ze kerheid, dat ik mijne hulde aan de vocte dezer dame die ik vereer, ntderleggen mag. Ik moet haar een bezoek san hare brengen, tenminste wanneer gij, juffrouw Bennewitz, mij dat niet velbledt' Geertruida was als verdoold Dat was im mors zoo goed als een verklaring. Het bloed B. Kamp f 575.O. Kuin f 427.A. Groot 422.—. M. de Vries f 400 en Gebr. Klaver f344.75, Op het Doelenp'ein te HOORN zal op Zondag 1 Juli eene pro- paganda-«eef»-»^ gehouden worden door de socialisten. Als sprekers zullen optreden F. Domela Nieuwenhuis, T. Luitjes, A. M. Reens en Geertje Kleefstra. De meeting zal opgeluisterd worden door muziek en zang. Te OUD IJ Konder West- woud geraakte Zaterdag een voerman zoo danig tusschen zijn voertuig en een boom bekneld, dat hij ineenzakte en den geest gaf- Het ongeluk ontstond, doordat de dis selboom san zijn voet ontglipte. Moordaanslag in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. De Zondagmorgen-godsdienstoefening in de Nieuwe Kerk te AMSTERDAM werd tegen 11 unr verstoord op een wijze, die het aandachtig gehoor van den voorganger ds. Geselschap plotseling met schrik vervulde, In het ruim der kerk bevond zich name lijk een man, die aanvankelijk, zonder op schudding te veroorzaken, aan een der bankbewaarders een glas water vroeg, om dat hij zich zoo bsnauwd gevoelde. Nadat hij gedronken had en zich weer eenigen tijd rustig gehouden had, begon hij zijn kleeren los te maken en uit te trekken. Toen de omgeving tusschenbeide wilde komen, vloog hij plotseling op, haalde een mes te voorschijn en sprong over het doophekje recht op de preekstoel toe. Drie treden daarvan had hij reeds be klommen, toen hij door eenige leden van het gehoor gegrepen en ontwapend werd. Hij bood geen hevigen tegenstand, en gedroeg zich vrij kalm. Onmiddellijk werd hij aan de politie overgeleverd, eerst ver voerd naar het bureau aan de Molsteeg, daarna naar de St. Pietershal. Later werd hij naar het Buitengasthuis vervoerd. Het is waarschijnlijk dat men bier met een krankzinnige te doen heeft, zeker is, dat de man een gewezen colporteur van Recht v o o r A 11 e n is. Hij heet Van der Zwaan. Ds Geselschap die den ganschen dag vele bewijzen van deelneming en gelnkwenschen ontving, verzekerde niet erg verschrikt te zijn. Hij houdt er zich van overtuigd dat de man krankzin nig moet zijn geweest, althans hij weet geen andere verklaringen van het voorge vallene te geven. De heer A. W. Gezellen heeft tegen 1 Juli e. k. ontslag gevraagd als directeur van de gasfabriek der gemeen te Z ALT-BOMMEL. D e R. - K. leden der Tweede Kamer zijn tegen Donderdagavond voor een clubvergadering bijeengeroepen. Moord te STEENW IJKER- WOL D. De echtelieden "Wicherson vierden hun 25-jarig huwelijksfeest. Na afloop der pret, die vrij laat in den nacht was geëindigd, deden eenige jongelui, waaronder ook de 36-jarige J. B., stiefzoon van Wicherson, de voor dit feest genoodigde kennissen uit Steenwijk een eind weegs uitgeleide. Op den terugtocht kreeg genoemde J. B. op den Oldenmarker grindweg woordentwist met den 16-jarigen H. Dedden, waarbij deze een messteek in de rechterlong ont ving die den dood tengevolge had, althans dr. Middendorp uit Steenwijk moest bij zijn komst, ongeveer een uur nadat het feit werd gepleegd, constateeren da' de levensgeesten reeds waren geweken. De dader die heeft bekend en overigens niet ongunstig bekend staat, zegt het feit in drift te hebben misdreven en had niet gedacht dat het zoo erg was aangekomen. Hij is ter beschikking van de justitie gesteld. Uit Steenwijkerwold wordt omtrent den gepleegden moord op H.D. aan de Zw. Cl. gemeld Uit het getuigenverhoor moet gebleken zijn dat de dader niet in het minst aan leiding tot het gebeurde heeft gegeven. Zooals reeds is medegedeeld, deed hij met zijn halvezusters en nichtje de familie en kennissen uit Steenwijk en na afloop der bruiloft een eiud weegs uitgeleide. In een echt feestelijke stemming ver volgden zij hunnen weg. Niet ver van de woning verwijderd troffen zij een drietal opgeschoten jongens die hen onmiddellijk volgden en al het mo gelijke deden om de bruiloftsgasten door vloog haar in de wangen. De toenadering van dezon heer had haar trots gestreeld, ea zij kon niet anders, dan met genoegen be denken, welk een indruk hare verschijning op dezen verwenden gemaakt had. Maar deze snelle overwinning maakte haar verward, wekte baar vrouwelijken trots op tot tegen stand. Ofschoon haar het het hart klopte, en zij gevoelde, dat zij afwisselend rood en bleek werd, wist zij toch een lachend en afwijzend gelaat aan te nemen en met opgetrokken wenkbrauwen en spottende oogen, voegde zij hem toe: „Ik heb n niets te bevelen of te verbieden en ot gij mijn oom bezoeken wilt oi niet, dat is uw zaak.' De drie personen waren op den hoek van de Peterstraat aangekomen, en de groo te vensters, waarachter de nieuwe en elegan te voorjaars-costumes waren uitgestald, noo- digden de jouge dames uit, staan te blijven. Wolf Schrötter bleef naast haar staan en overdacht het antwoord, dat hem ten deel gevallen was. Hij geloofde echter de bedoe ling dezer woorden, het beste te kunnen ontcijferen uit het gelaat der zwarte gezellin. Dit gelaat scheen hem nu vol uitdrukking, en onderwijl hij in hare gelaatstrekken trachtte te lezen, wat dit bleeke meisje om trent hem en Geertruida dacht, viel het hem op, hoe interessant het was. De groote zwarte oogen beantwoordden zijn blik en spraken zoo duidelijk, als bad hij haar hooreu zeg gen: „Gij zult u door een koel antwoord niet laten afschrikken Geertruida heeft u lief, zooals allen u moeten liefhebben.* Wolf stelde zich met dezen blik te vre- den, en hield het voor passend, zich nu te verwjjderen en ging, na hoffelijk gegroet te hebbeD, naar zijn hotel terug. Het was voor hem iets geks, dat bij zich in zijn kamer bevond, zonder te weten, hoe hg er geko men was. De Peterstraat en Promenade was hg doorgegaan als een droomende Geertrui da eu een nauw met haar in verband staand plan, had zijne gedachten bezig gehou den. Hij vond bg zijo binnentreden mijnheer Winowsky aan de tafel zitten, hij ging op dezen toe en legde hem de hand op den schouder. Mijnheer von Winowsky zag op en be merkte een ongewone glans in Wolf's blau- we oogen. De heeren zagen elkander eenige oogeu- blikken stilzwijgend aan, toen zeide Wolf: „Ik wil trouwen, Camillo.* het bezigen van minder nette taal en an derszins, uit het humeur te brengen. Zij werden op zachte wijze aangemaand hun hin derlijke handelwijze te staken, wnarna zij dan ook een tijdlang niet meor werden vernomen. Nabij Tuk nam men van de Steenwijkers afscheid en keerden B. met zijn zusters en nichtje huiswaarts. Van het lastige drietal dacht men nu ontslagen te zijn, doch hierin vergisten zij zich. Op den Oldemarker grindweg kwa men de belhamels opeens weder nit een greppel te voorschijn en begonnen twee hunner de plagerijen opnieuw. Telkens werd men op de hakken getrapt, kreeg B. de uitdaging om hen met zijn stokje te slaan en trachtten zij de meisjes, die gearmd liepen, van elkaar te scheiden. Dat hierdoor het geduld van B. zwaar op de proef werd gesteld, valt licht te begrijpen, en ten laatsten zijn drift niet meer meester zijnde, greep hij zijn zakmes, dat hij anders zelden bij zich droeg, doch dezen avond had gebruikt om kaas te snijden, en sloeg daarmede van zich af. Zijn doel was G., den ergste van allen hiermede te treffen, doch deze kwam met eeD lichte arm wonde vrij, terwijl D. een sreek in de hartstreek ontving. Toen B. die zich inmiddels pl. m. 100 meter had verwijderd, hoorde, dat de ge troffene reeds bijna bewusteloos ter neder lag, spoedde hij zich direct terug. Bemerkende wat door hem was misdre ven, zonk hij schreiende bij den verslage- ne neder en sloot bem iu zijn armen. Niet voordat de dokter ter plaatse was en den dood constateerde, was B. van zijn slacht offer weg te krijgen. Snikkende en berouwvol herhaalde hij voor den rechter-commisvaris zijn beken tenis. De drift had hem zijn bezinning doen verliezen en niet het minst had hij gedacht, dat die deze gevolgen zou kun nen hebben. Treurig was het afscheid van zijn familie en vele kennissen bij wie B. gunstig stond aangeschreven; nimmer had iemand last van hens, op zijn gedrag viel niet het minste aan te merken. De ver- slagene zoowel als zijn beide kameraden stonden als deugnieten bekend. Een milicien in garnizoen te Amsterdam en van OOST WOUD afkom stig was in de vorige week met verlof thuis en wilde nu voor de aardigheid eens een „Zool* „Het is ernst.* „Mijnheer Schrötter, gij hebt al reeds me nig spel gewonnen," sprak Winowsky„maar bier zult ge toch moeten wachten. De oude Beunowitz geeft aan u zijne niebt zeker niet." Wolf kruiste de armen over de borst eu glimlachte. „Wat ik doe, is dwaasheid,* zei de hij nadenkend, „Wat baat mij die vluch tige verliefdheid Ik wil bet anker werpen eu mijn hart zal rustiger worden. Ik gevoel het, slechts in vrede ligt geluk. Zegt gij mij eens Camillo, wat uwe bevindingen betref fen zeg mijvoelt gij zelf niet, dat de ze jacht naar liefde, van de een naar de ander bet harte vermoeit en ledig lpat. Nei gingen moeten wortel schieten. Heratius heeft gelijkslechts de tuinman is geluk kig. Ik wil de schoone blonde houden eu de wereld vaarwel zeggen. Ik verlang naar de eenzaamheid van eeu ver afgelegen landgoed eu de ondoorgrondelijke bekoorlijkheid van een duurzame liefde. Daarin wil ik vergetel heid vinden, totdat ik eindelijk de vrede ver krijg, die geen einde kent. Camillo, al le dingen, waarvoor wij ons moeite getroos ten, zijn dat niet waard. Een teeder bemin de vrouw, brengt ons alleen geluk." „Hoe wilt ge met Kisber?" vroeg mijn heer von Winowsky. „Wilt gij hem in den tweeden ren loopen laten Tayler blijft er bij, dat de hengst niet goed bij adem is." „Ik zal ridderlijk handelen, en morgen naar den ouden Bennewitz gaan,* gaf Schröt ter terug. „Waarom zou hij mij het meis je weigeren P* „Wij konden in den eersten omloop wel een ander paard laten meedoen, heer Schröt ter. De vosmerrie zal naar mijn iazien too- nen, dat er meer in haar steekt, dan wij denken. Gij moet er haar heen sturen." „Hebben moet ik dat meisje. Zoo de oude Bennewitz ze mij werkelijk weigert, dan zal ik andere middelen te baat nemen, en gij weet, Camillo, dat ik nook „Laat mij met vrede, ik ben alleen voor de paarden," sprak Winowsky op brommen- den toon. „Heden zal ik mij bedaard houden," ging Wolf voort, „maar morgen ga ik naar den oude. Zorgt gij voor de paarden, Camillo, gij kunt naar eigen goedvinden handelen." Camillo von Winowsky zweeg een poos. „Is het u werkelijk ernst, dat gjj om de hand der jonge dame zult gaan vragen?" vroeg hjj vervolgens. „Wat duivel, jij stomkop, sedert een uur spreek ik over niets anders. Het is mij waarachtige erust „Dan geef ik u in overweging, niet zelf naar den oude te gaan, maar mij heen te sturen.* „Waarom." „Omdat ik beter goeds van je zal kunnen vertellen, dan gij zelf. Reeds uw persoon hin dert hem geweldig," „Hoedat „Kunt ge u dat niet voorstellen „Neen." „Nu, dan heoft het ook geen nut, u dat nog te verklaron. Gij ziet er niet uit, als gewone, dagelij ksche menscheu. Zie tenminste een hoed en rok te krijgen, zooals gewoon lijk in het dagelijksch leven gedragen worden.* „WanDeer ik de zaak goed beschouw, mijn waarde Camillo, dan is het maar beter u heen te zenden," antwoordde Wolf na eenig nadenken. „Ik weet, dat ik driftig beu, en wanneer de oude mij onheuscb be handelde, zon ik het gcheele spel kunnen vergooien. Ga er heen, ga er heden middag nog heen. Vraag in mijn naan om de blonde, vergis je niet; de zwarte is het niet. Laat er nu geen misverstand gebeuren." „Mjjnheer Schrötter," riep Winowsky op springend. „Je bent stapelgek." „Dat weet ik.* „Wat wilt ge doen? Doe, wat ge wilt: speel, worstel, wordt verliefd, slechts trouwen moet ge aan anderen overlaten. Het deugt niet voor u. Het is niets dan een luim, omdat ge de schoone Bertha verloren hebt. Maar er zijn er immers nog meer. Hoedt je voor de echt, ge gaat er mede teu gronde.* „Dus wij hebben goed afgesproken,* gaf Wolf tot antwoord. „Gij gaat nog heden naar deu ouden Bennewitz, en gij vraagt voor mij om do hand van zijn nicht Geer truida.* Vou Winowsky kon scherts van ernst onderscheiden en zag, dat zijn heer en vriend het ernstig meende. Hij onderdrukte alle verdere bedenkingen, die hem op de tong lagen, en terwijl Wolf met paarden en verdere benoodigdheid naar de renplaats I reed, trok bij gehoorzaam naar de Koning straat. WORDT VERVOLGD.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1