i
Donderdag 28 Juni 1894.
38ste Jaargang No. 2844.
d d.
riDicutefl
FEUILLETON.
pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
2 s te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL.
ISureau: Laan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer Eet
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel, bevattende
het raadsverslag der ge
meente Anna Paulowna.
Gemeente 8 c h a g e n.
13 e k e 11 <1 m a k i 11 e n.
Willem Bleeker, Noord, wijk A nc. 41,
Arie Kant, Nes, wijk H, no. 14.
Voor de Zuidelijke Wijk
Jan Roos, Hoep, wijk C, no. 51/128.
enTijs Bijpost, Laan, wijk D, no. 17.
8e. dat ingevolge het bepaalde bij de po
litieverordening voor deze gemeente
ieder honder van hooi en stroo, die daar
in gevaar voor brand door broeiing ont
dekt, verplicht is daarvan onverwijld
kennis te geven aan den Burgemeester
en een der Hooistekers,voor de hooistekers
wiik waarin hij woonachtig is, zullende
di hooistekers bovendien teu allen tijde
tot het onderzoeken van het hooi en
stroo moeten worden toegelaten.
Binnenlandsch Nieuws.
Vi
u
4-
AiurtüDlifi- Uittuil
Burgemeester en Wethouders van Scha
ren brengen ter kennis van belanghebben
den dat ingevolge de door den Raad dier
gemeente vastgestelde regeling betrekkelijk
het onderzoek naar de broeiing van
hooi, enz.:
;e< de gemeente is verdeeld m een noor
delijke en eeuZuidelijke Hooistekerswijk,
en de scheidingslijn tusschen die wijken
wordt geacht te zijn getrokken vanaf de
brag aan Lange Snevert, door de Hoep,
over de Matkt, naar en door de Heeren
straat, langs de Loet, de Meinsweg en
het pad loopende langs het Schagerwiel
en vandaar langs den dijk, liggende aan
den zuidkant van den polder Burghorn
tot aan de gemeente St. Maarten;
2e. dat voor het loopend jaar tot Hooi-
stekers zijn benoemd
Voor de Noordelijke Wijk:
4e, Dat Diet-naleving der sub. 3
vermelde bepaling strafbaar is gesteld
met eene boete van ten hoogste f 25.
Schagen, den 26 Juni 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
])e Secretaris,
DENIJS.
n
Roman van August Niemann.
Wolf ging den derden en laatsten ren-
hj i!^6 dames zoeken. Zijn vriend Camillo
m hem nog mondeling medegedeeld, dat
5°f> ,nle' 66n officier de scboone blonde of
9 pikante zwarte had durven naderen. Wel
*art>n deze twee sterren niet onopgemerkt
gebleven, doch de oude bezat alle eigenschap-
Pen van Argus en Cerberus tegelijk en had
«n 5°8- t0e' ?een der heeren, die hunne be-
he'd du'd®lyk lieten blijken, gelegen-
gegeven om nader kennis te maken,
e bijzonderheden had mijnheer Winows-
geput uit bronnen, die ook hij alleen
i ,e ontdekken. Mijnheer Winows
W u ïer8'.and ,an ZQike zaken.
Cafó °r ö"er zag vaa de hoek van het
om fan5i'8 rond. waar hij was gaan staan,
stm. U'mer. 0'erzicht over de omliggende
BUiean bben- Terwijl hij daar stond,
naad 6 .men8c^eQ hem voorbij en nie-
'ien. ,!erza'mde hem opmerkzaam aan te
gesialto6^' 68 vooral bewonderden zijne
ti» 8t daar 800 üer, elastisch en krach-
vi. f eveneene sjjn intelligent gelaat
°°8on- De hoeren vergele-
Bstnui. v 8ch°0De vormen, b{j wat moeder
gbtoeld 0n .8®8®honken had, en bijna allen
'8rgeieken mati& en onbeholpen, bij hem
^eDC0witz en Felicitas Bork
'S bem D 'eeds de verte, en toen
geheel Ü6bl8en> sagen zij bem in het
*el> dat 6t a^U 8e*oel zeide hem even-
over V,"' n,e' "Been gezien, maar
^bsn snK ^esPr°hen haddeu. Hg ging ben
^htertia 10D8en' °P tien schreden afstand,
aqe^n'fee .006enblikken bemerkte Wolf,
kl arj'ikW"lkel binnengingen, waar toi-
*aien. (n' .fc en. en parfumerien verkrijgbaar
11 ®et fcp;1J,!'1I!P ovenet-ns binnen. Zij tpra-
*n8 caar ri dl6ude en stonden met haar
88,801 zeid!, rr gekeerd, m lar Wolf's fijn
<"8t 4e K,.^ /j?V dat hij zich voor ditmaal
sü*40' Zond!.! 1le'^M«gels zou mogen heen-
hij a' het euvel geduid zou wor-
°WB m hoed af, groette de da
Slechts weinig jaren ge
leden werden op TEXEL nog vele berg
eenden aangetroffen. Langzamerhan 1 is on
der deze fraaie vogels een groote oprui
ming gehouden, doordien de eieren zorg
vuldig werden ïngezimeld en dan naar el
ders werden verscheep'. Gelukte 't enkele
eenden de eieren uit te broeden, dan werd
ijverig jacht gemaakt op de jongen, die,
als ze slechts levend konden worden afge
leverd, met fl.per stuk betaald werden.
Toen kwamen de ouden zelf aan de beurt.
Men trachtte eenvoudig de vogels op de
eieren te verschalken en nam dan eend met
nest en ab-en- dependentie mede. Voor
dit alles waren liefhebben genoeg, die er
een flinken prijs voor betaalden. Thans wor
den de bergeenden slechts zeldzaam aan
getroffen. Trouwens verminderen er alle
vogelsoorten, doordien er te veel jacht op
eieren en jongen wordt gemaakt.
Terwijl Zondag de bewo
ners eener boerenhofstede, in het veld op
TEXEL, naar de kerk waren gegaan, moet
men eene glasruit uit een raam hebben ge
sneden, waarna het mogelijk werd het raam
te openen. Vermoedelijk is de dader toen
nuar binnen geklommen en heeft een kast
weten te openen, doch schijnt in de verdere
plannen gestoord te zijn geworden. Toen
de bewoners terugkeerden moeten zij al
thans niets vermist hebben.
Datdehooiteelt dit jaar
op TEXEL veel belangrijker belooft te
worden dan verleden jaar, kau reeds hier
uit blijken, dat van een land, wasr toen
12.000 K. G. werd gewonnen, thans 30.000
K.G. zal terecht komen. Meu is thans ijve
rig bezig zoowel met het maaien als met
hooien. Evenwel werkt het weer nog vol
strekt niet mede oun het h >oi goed te win
nen. Sommige landeigenaars passen de
methode Bertels toe, en persen gras, dat
dan later, op die wijze geconserveerd, aan
het vee wordt toegediend.
Het stichten van een ge-
bouw voor de matrialen van r't Witte
Kruit te HEER-HUGOWAARD is aan
genomen door den heer D. Poland voor
f 340.—
Hiervoor hebben mede ingeschreven door
mes, alsof hjj reeds kennis met haar gemaakt
had, en informeerde, of zij dien middag we
derom op de wedrennen zouden verschij
nen.
De jonge dames wiBttn zeer goed wat zij
van hem konden verlangen, en wat de be
leefdheid een vreemd jongmensoh voorschreef,
maar bet was haar onmogelijk hem koel te
behandelen zooals hij verdiend had. Haar le
ven gleed toch al zoo eentoonig verder, dat
zij het niet van zich konden verkrijgen, door
een koel gelaat dit avontuurtje te verlie
zen.
Geertruida hief derhalve het hoofd trots
op en vroeg: Waarom wenscht gij dat te
weten
„Ja,* voegde Felicitas er aan toe, „hebt
gij ons daar dan reeds opgemerkt
„Vergeef mij mejuffrouw,* zeide Wolf.
„Maar eergisteren scheen het mij toe, dat
de wedloop u interesseerde, en toen ik u
gisteren niet zag verschijnen, maakte ik mij
bezorgd, dat gij u verveeld zoudt hebben.
„Bezorgd?'' vroeg Geertruida lachend.
Het ijs was gebroken en het viel Wolf
niet moeielijk, het gesprek voort te zetten.
Hij vertelde van de wedrennen, die denzelfden
middag gehouden zouden worden, sprak zijn
hoop uit, de dames daar fe zullen zien, en
begeleidde haar, nadat hare inkoopen gedaan
waren, naar buiten. Hier werd zijn gesprek
spoedig intiemer, en niet gewoon om te
dralen, uitte hij zijn verlangon, de dames
verder te leeren kennen, en kennis te ma
ken met mijnheer Bennewitz.
„Ik vrees zeer, mijnheer," antwoordde Fe
licitas, „dat onze oom weinig lust zal go-
voelen, om met uw persoon kennis te maken.
„En wij kunnen u daarin niet helpen,*
voegde Geertruida er aan toe.
Wolf zag nu de blonde van nabij en se
dert bij dat geluk genoten had, was hjj als
zinneloos. Zij was nog oneiodig schooner,
dan hij zich haar had voorgesteld.
„Mejuffrouw,«zeide hg, „buitengewone om
standigheden ver ontschuldigen mijn driest
heid. Ik ben nog pas drie dagen in Leipzig.
Ik werd den eersten dag bijna verblind door
een onvergelijkelijk schoone verschijning. Ik
kan en zal do stad niet verlaten, zonder de ze
kerheid, dat ik mijne hulde aan de vocte
dezer dame die ik vereer, ntderleggen mag.
Ik moet haar een bezoek san hare
brengen, tenminste wanneer gij, juffrouw
Bennewitz, mij dat niet velbledt'
Geertruida was als verdoold Dat was im
mors zoo goed als een verklaring. Het bloed
B. Kamp f 575.O. Kuin f 427.A.
Groot 422.—. M. de Vries f 400 en Gebr.
Klaver f344.75,
Op het Doelenp'ein te
HOORN zal op Zondag 1 Juli eene pro-
paganda-«eef»-»^ gehouden worden door de
socialisten. Als sprekers zullen optreden
F. Domela Nieuwenhuis, T. Luitjes, A. M.
Reens en Geertje Kleefstra.
De meeting zal opgeluisterd worden
door muziek en zang.
Te OUD IJ Konder West-
woud geraakte Zaterdag een voerman zoo
danig tusschen zijn voertuig en een boom
bekneld, dat hij ineenzakte en den geest
gaf- Het ongeluk ontstond, doordat de dis
selboom san zijn voet ontglipte.
Moordaanslag in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam.
De Zondagmorgen-godsdienstoefening in
de Nieuwe Kerk te AMSTERDAM werd
tegen 11 unr verstoord op een
wijze, die het aandachtig gehoor van den
voorganger ds. Geselschap plotseling met
schrik vervulde,
In het ruim der kerk bevond zich name
lijk een man, die aanvankelijk, zonder op
schudding te veroorzaken, aan een der
bankbewaarders een glas water vroeg, om
dat hij zich zoo bsnauwd gevoelde.
Nadat hij gedronken had en zich weer
eenigen tijd rustig gehouden had, begon
hij zijn kleeren los te maken en uit te
trekken. Toen de omgeving tusschenbeide
wilde komen, vloog hij plotseling op,
haalde een mes te voorschijn en sprong
over het doophekje recht op de preekstoel
toe.
Drie treden daarvan had hij reeds be
klommen, toen hij door eenige leden van
het gehoor gegrepen en ontwapend werd.
Hij bood geen hevigen tegenstand, en
gedroeg zich vrij kalm. Onmiddellijk werd
hij aan de politie overgeleverd, eerst ver
voerd naar het bureau aan de Molsteeg,
daarna naar de St. Pietershal. Later werd
hij naar het Buitengasthuis vervoerd.
Het is waarschijnlijk dat men bier met
een krankzinnige te doen heeft, zeker is,
dat de man een gewezen colporteur van
Recht v o o r A 11 e n is. Hij heet Van
der Zwaan.
Ds Geselschap die den ganschen dag
vele bewijzen van deelneming en
gelnkwenschen ontving, verzekerde
niet erg verschrikt te zijn. Hij houdt er
zich van overtuigd dat de man krankzin
nig moet zijn geweest, althans hij weet
geen andere verklaringen van het voorge
vallene te geven.
De heer A. W. Gezellen
heeft tegen 1 Juli e. k. ontslag gevraagd
als directeur van de gasfabriek der gemeen
te Z ALT-BOMMEL.
D e R. - K. leden der Tweede
Kamer zijn tegen Donderdagavond voor een
clubvergadering bijeengeroepen.
Moord te STEENW IJKER-
WOL D.
De echtelieden "Wicherson vierden hun
25-jarig huwelijksfeest. Na afloop der pret,
die vrij laat in den nacht was geëindigd,
deden eenige jongelui, waaronder ook de
36-jarige J. B., stiefzoon van Wicherson,
de voor dit feest genoodigde kennissen uit
Steenwijk een eind weegs uitgeleide. Op
den terugtocht kreeg genoemde J. B. op
den Oldenmarker grindweg woordentwist
met den 16-jarigen H. Dedden, waarbij
deze een messteek in de rechterlong ont
ving die den dood tengevolge had, althans
dr. Middendorp uit Steenwijk moest bij
zijn komst, ongeveer een uur nadat het
feit werd gepleegd, constateeren da' de
levensgeesten reeds waren geweken. De
dader die heeft bekend en overigens niet
ongunstig bekend staat, zegt het feit in
drift te hebben misdreven en had niet
gedacht dat het zoo erg was aangekomen.
Hij is ter beschikking van de justitie
gesteld.
Uit Steenwijkerwold wordt omtrent den
gepleegden moord op H.D. aan de Zw.
Cl. gemeld
Uit het getuigenverhoor moet gebleken
zijn dat de dader niet in het minst aan
leiding tot het gebeurde heeft gegeven.
Zooals reeds is medegedeeld, deed hij
met zijn halvezusters en nichtje de familie
en kennissen uit Steenwijk en na afloop
der bruiloft een eiud weegs uitgeleide.
In een echt feestelijke stemming ver
volgden zij hunnen weg.
Niet ver van de woning verwijderd
troffen zij een drietal opgeschoten jongens
die hen onmiddellijk volgden en al het mo
gelijke deden om de bruiloftsgasten door
vloog haar in de wangen. De toenadering
van dezon heer had haar trots gestreeld, ea
zij kon niet anders, dan met genoegen be
denken, welk een indruk hare verschijning op
dezen verwenden gemaakt had. Maar deze
snelle overwinning maakte haar verward,
wekte baar vrouwelijken trots op tot tegen
stand.
Ofschoon haar het het hart klopte, en zij
gevoelde, dat zij afwisselend rood en bleek
werd, wist zij toch een lachend en afwijzend
gelaat aan te nemen en met opgetrokken
wenkbrauwen en spottende oogen, voegde
zij hem toe: „Ik heb n niets te bevelen of
te verbieden en ot gij mijn oom bezoeken
wilt oi niet, dat is uw zaak.'
De drie personen waren op den hoek
van de Peterstraat aangekomen, en de groo
te vensters, waarachter de nieuwe en elegan
te voorjaars-costumes waren uitgestald, noo-
digden de jouge dames uit, staan te blijven.
Wolf Schrötter bleef naast haar staan en
overdacht het antwoord, dat hem ten deel
gevallen was. Hij geloofde echter de bedoe
ling dezer woorden, het beste te kunnen
ontcijferen uit het gelaat der zwarte gezellin.
Dit gelaat scheen hem nu vol uitdrukking,
en onderwijl hij in hare gelaatstrekken
trachtte te lezen, wat dit bleeke meisje om
trent hem en Geertruida dacht, viel het hem
op, hoe interessant het was. De groote zwarte
oogen beantwoordden zijn blik en spraken
zoo duidelijk, als bad hij haar hooreu zeg
gen: „Gij zult u door een koel antwoord
niet laten afschrikken Geertruida heeft u
lief, zooals allen u moeten liefhebben.*
Wolf stelde zich met dezen blik te vre-
den, en hield het voor passend, zich nu te
verwjjderen en ging, na hoffelijk gegroet te
hebbeD, naar zijn hotel terug. Het was voor
hem iets geks, dat bij zich in zijn kamer
bevond, zonder te weten, hoe hg er geko
men was. De Peterstraat en Promenade was
hg doorgegaan als een droomende Geertrui
da eu een nauw met haar in verband staand
plan, had zijne gedachten bezig gehou
den.
Hij vond bg zijo binnentreden mijnheer
Winowsky aan de tafel zitten, hij ging op
dezen toe en legde hem de hand op den
schouder.
Mijnheer von Winowsky zag op en be
merkte een ongewone glans in Wolf's blau-
we oogen.
De heeren zagen elkander eenige oogeu-
blikken stilzwijgend aan, toen zeide Wolf:
„Ik wil trouwen, Camillo.*
het bezigen van minder nette taal en an
derszins, uit het humeur te brengen. Zij
werden op zachte wijze aangemaand hun hin
derlijke handelwijze te staken, wnarna zij dan
ook een tijdlang niet meor werden vernomen.
Nabij Tuk nam men van de Steenwijkers
afscheid en keerden B. met zijn zusters
en nichtje huiswaarts.
Van het lastige drietal dacht men nu
ontslagen te zijn, doch hierin vergisten zij
zich. Op den Oldemarker grindweg kwa
men de belhamels opeens weder nit een
greppel te voorschijn en begonnen twee
hunner de plagerijen opnieuw. Telkens werd
men op de hakken getrapt, kreeg B. de
uitdaging om hen met zijn stokje te slaan
en trachtten zij de meisjes, die gearmd
liepen, van elkaar te scheiden.
Dat hierdoor het geduld van B. zwaar
op de proef werd gesteld, valt licht te
begrijpen, en ten laatsten zijn drift niet
meer meester zijnde, greep hij zijn zakmes,
dat hij anders zelden bij zich droeg, doch
dezen avond had gebruikt om kaas te
snijden, en sloeg daarmede van zich af.
Zijn doel was G., den ergste van allen
hiermede te treffen, doch deze kwam met
eeD lichte arm wonde vrij, terwijl D. een
sreek in de hartstreek ontving.
Toen B. die zich inmiddels pl. m. 100
meter had verwijderd, hoorde, dat de ge
troffene reeds bijna bewusteloos ter neder
lag, spoedde hij zich direct terug.
Bemerkende wat door hem was misdre
ven, zonk hij schreiende bij den verslage-
ne neder en sloot bem iu zijn armen. Niet
voordat de dokter ter plaatse was en den
dood constateerde, was B. van zijn slacht
offer weg te krijgen.
Snikkende en berouwvol herhaalde hij
voor den rechter-commisvaris zijn beken
tenis. De drift had hem zijn bezinning
doen verliezen en niet het minst had hij
gedacht, dat die deze gevolgen zou kun
nen hebben. Treurig was het afscheid van
zijn familie en vele kennissen bij wie B.
gunstig stond aangeschreven; nimmer had
iemand last van hens, op zijn gedrag viel
niet het minste aan te merken. De ver-
slagene zoowel als zijn beide kameraden
stonden als deugnieten bekend.
Een milicien in garnizoen
te Amsterdam en van OOST WOUD afkom
stig was in de vorige week met verlof thuis
en wilde nu voor de aardigheid eens een
„Zool*
„Het is ernst.*
„Mijnheer Schrötter, gij hebt al reeds me
nig spel gewonnen," sprak Winowsky„maar
bier zult ge toch moeten wachten. De oude
Beunowitz geeft aan u zijne niebt zeker
niet."
Wolf kruiste de armen over de borst eu
glimlachte. „Wat ik doe, is dwaasheid,* zei
de hij nadenkend, „Wat baat mij die vluch
tige verliefdheid Ik wil bet anker werpen
eu mijn hart zal rustiger worden. Ik gevoel
het, slechts in vrede ligt geluk. Zegt gij mij
eens Camillo, wat uwe bevindingen betref
fen zeg mijvoelt gij zelf niet, dat de
ze jacht naar liefde, van de een naar de
ander bet harte vermoeit en ledig lpat. Nei
gingen moeten wortel schieten. Heratius
heeft gelijkslechts de tuinman is geluk
kig. Ik wil de schoone blonde houden eu de
wereld vaarwel zeggen. Ik verlang naar de
eenzaamheid van eeu ver afgelegen landgoed
eu de ondoorgrondelijke bekoorlijkheid van
een duurzame liefde. Daarin wil ik vergetel
heid vinden, totdat ik eindelijk de vrede ver
krijg, die geen einde kent. Camillo, al
le dingen, waarvoor wij ons moeite getroos
ten, zijn dat niet waard. Een teeder bemin
de vrouw, brengt ons alleen geluk."
„Hoe wilt ge met Kisber?" vroeg mijn
heer von Winowsky. „Wilt gij hem in den
tweeden ren loopen laten Tayler blijft er
bij, dat de hengst niet goed bij adem is."
„Ik zal ridderlijk handelen, en morgen
naar den ouden Bennewitz gaan,* gaf Schröt
ter terug. „Waarom zou hij mij het meis
je weigeren P*
„Wij konden in den eersten omloop wel
een ander paard laten meedoen, heer Schröt
ter. De vosmerrie zal naar mijn iazien too-
nen, dat er meer in haar steekt, dan wij
denken. Gij moet er haar heen sturen."
„Hebben moet ik dat meisje. Zoo de oude
Bennewitz ze mij werkelijk weigert, dan zal
ik andere middelen te baat nemen, en gij
weet, Camillo, dat ik nook
„Laat mij met vrede, ik ben alleen voor
de paarden," sprak Winowsky op brommen-
den toon.
„Heden zal ik mij bedaard houden," ging
Wolf voort, „maar morgen ga ik naar den
oude. Zorgt gij voor de paarden, Camillo,
gij kunt naar eigen goedvinden handelen."
Camillo von Winowsky zweeg een poos.
„Is het u werkelijk ernst, dat gjj om de
hand der jonge dame zult gaan vragen?"
vroeg hjj vervolgens.
„Wat duivel, jij stomkop, sedert een uur
spreek ik over niets anders. Het is mij
waarachtige erust
„Dan geef ik u in overweging, niet zelf
naar den oude te gaan, maar mij heen te
sturen.*
„Waarom."
„Omdat ik beter goeds van je zal kunnen
vertellen, dan gij zelf. Reeds uw persoon hin
dert hem geweldig,"
„Hoedat
„Kunt ge u dat niet voorstellen
„Neen."
„Nu, dan heoft het ook geen nut, u dat
nog te verklaron. Gij ziet er niet uit, als
gewone, dagelij ksche menscheu. Zie tenminste
een hoed en rok te krijgen, zooals gewoon
lijk in het dagelijksch leven gedragen worden.*
„WanDeer ik de zaak goed beschouw,
mijn waarde Camillo, dan is het maar beter
u heen te zenden," antwoordde Wolf na
eenig nadenken. „Ik weet, dat ik driftig
beu, en wanneer de oude mij onheuscb be
handelde, zon ik het gcheele spel kunnen
vergooien. Ga er heen, ga er heden middag
nog heen. Vraag in mijn naan om de blonde,
vergis je niet; de zwarte is het niet. Laat
er nu geen misverstand gebeuren."
„Mjjnheer Schrötter," riep Winowsky op
springend. „Je bent stapelgek."
„Dat weet ik.*
„Wat wilt ge doen? Doe, wat ge wilt:
speel, worstel, wordt verliefd, slechts
trouwen moet ge aan anderen overlaten. Het
deugt niet voor u. Het is niets dan een
luim, omdat ge de schoone Bertha verloren
hebt. Maar er zijn er immers nog meer.
Hoedt je voor de echt, ge gaat er mede
teu gronde.*
„Dus wij hebben goed afgesproken,*
gaf Wolf tot antwoord. „Gij gaat nog heden
naar deu ouden Bennewitz, en gij vraagt
voor mij om do hand van zijn nicht Geer
truida.*
Vou Winowsky kon scherts van ernst
onderscheiden en zag, dat zijn heer en
vriend het ernstig meende. Hij onderdrukte
alle verdere bedenkingen, die hem op de
tong lagen, en terwijl Wolf met paarden en
verdere benoodigdheid naar de renplaats
I reed, trok bij gehoorzaam naar de Koning
straat.
WORDT VERVOLGD.