B ij t o e g s e 1, behoo rende bij de
Scliager Courant,
DONDERDAG 28 JUNI 1894.
No. 2844.
Gemengd Nieuws.
Verslag der Vergadering van den
raad der gemeente ANNA
PAULOWNA, gehou
den op Dinsdag 26 Juni
1894, des mor
gens ten 10
ure.
Aanwezig alle leden.
Na opening der vergadering werden
de notulen gelezen en goedgekeurd.
Op voorstel van B. en W. werd goed
keuring verleend tot af- en overschrij
ving op den dienst 1893 ten bedrage ad
f811.175, alsmede tot kwijting uit den
post voor onvoorziene uitgaven van di
verse bedragen.
Ingekomen was bericht van den nieuw-
benoemden hulponderwijzer aan de school
te Breezand, dat hij op 2 Juli e.k.
in functie zal treden.
Van Ged. Staten was ontvangen be
richt ter zake tegemoetkoming der kosten
van het maken van den gemeentelegger,
ten behoeve der provinciale verordening.
Op voorstel van B. en W. werd dit
schrijven aangehouden tot eene volgende
vergadering, daar dezer dagen Prov. Sta
ten vergaderen en die kwestie dan daar
ook wel ter sprake zal komen.
Voorts was ingekomen een schrijven
van het Bestuur van Hollands Noorder
kwartier, houdende verzoek, bij het benoe
men van onderwijzers vooral ook het be
zit van een akte voor landbouwonderwijs
tot aanbeveling te willen doen strekken en
voorts het geven van landbouwonderwijs
op gemeentescholen wel zooveel mogelijk
te willen bevorderen.
De heer Schenk geeft in overweging
of niet een der onderwijzers uit de ge
meente of anders uit een naburige ge
meente zou kunnen worden aangemoe
digd, bedoelde akte zich te verwerven.
Ook de heer J. G. van Wijk acht de
landbouw-wintercursussen zeer in het
belang der landbouwende bevolking.
Daar op het oogenblik geen der on
derwijzers in het bezit is van bedoelde
akte en ook niet een zoodanige persoon
in de omliggende gemeenten woont, die
zich met dat onderwijs zou kunnen be
lasten, wordt het adres van II. N. Kw.
voor kennisgeving aangenomen.
Bij de nu volgende rondvraag wordt
door den heer Geerligs medegedeeld dat
door hem een brief was ontvangen van
Broederswaarin deze er op aan dringt,
dat hem van gemeentewege voor zijn be
stellerschap een verhoogde toelage van
f2.per week zal worden verstrekt.
Uit de bespreking blijkt, dat alle
raadsleden, behalve de voorz., de heer
Wallervan Broeders een brief van den
zelfden inhoud hadden ontvangen.
Uit de discussie bleek, dat ingeval
Broeders te dier zake een adres aan den
Raad mocht indienen, dit verzoek niet
zal worden ingewilligd. Daar de aan
vrage zooals die nu was geschied,
niet als eene officieele kon worden aan
gemerkt, werd de mededeeling voor
kennisgeving aangenomen.
Door den heer J. C. v. Wijk werd ge
wezen op den onvoldoenden toestand der
brandspuitslangen, zooal^ die gebleken
was bij den brand, welke onlangs in de
gemeente had plaats gehad. Spr. drong ten
sterkste er op aan, dat zoo spoedig moge-
hjk nieuwe slangen zouden worden aan
geschaft, of indien herstellen der oude
nog mogelijk was, dan afdoende herstel
ling daarvan.
Voorz. verklaart, dat reeds nieuwe
slangen zouden zijn aangeschaft, indien
de finantiën het hadden toegelaten.
De heer Schenk dringt er ook op aan,
dat het brandspuit-materiaal in uitmun
tenden staat worde gehouden.
Voorz. doet toezegging, de gegeven
wenken te zullen overwegen.
Door den heer Schenk wordt nog ge
vraagd, of de Hoofden der Scholen ook
een toelage genieten voor het geven van
Herhalingsonderwijs.
Voorz. deelt mede, dat de Hoofden der
scholen verplicht zijn herhalingsonderwijs
te geven, indien zulks door een voldoend
getal leerlingen wordt gevraagd. Maar
het eigenaardige is, dat er officieel elk
jaar een oproeping wordt gedaan, voor
leerlingen, die herhalingsonderwijs moch
ten willen genieten, doch de leerlingen
kwamen niet opdagen.
De heer Schenk meent dat, als aan de
Hoofden der Scholen een gratificatie voor
het geven van Herhalingsonderwijs werd
toegezegd, er dan ook meer ambitie zou
bestaan, om de leerlingen op te wekken tot
deelname daaraan. Spr. kent toch een
3-tal ouders die gaarne gewild hadden,
dat hunne kinderen Herhalingsonderwijs
genoten, doch in dat deel der gemeente
wist het Hoofd der school niet beter of
hij had geen Herh.-Onderw. te geven,
en zoo kwam er niets van. Spr. bedankt
evenwel voor de gegeven inlichting en
drukt den wensch uit, dat in het vervolg
wel Herhalings-onderwijs zal worden ge
geven.
Hierna ging de raad in comité ter be
handeling van reclame op den H. O.
Na heropening niets meer ter bespre
king zich voordoende, werd de vergade
ring gesloten.
Beroemde grijsaards.
Een Engelsch blad noemt eenige be
roemde mannen, die nog op zeer hoogen
leeftijd blijk gaven van vruchtbare werk
zaamheid. Na Gladstone, die in de eerste
plaats in aanmerking kwam, wordt Orébil-
lon genoemd, die zijn laatste treurspel
schreef, toen hij 81 jaar oud was'; Voltaire
was op 83-jarigen leeftijd nog de geestig
ste man in EuropaVictor Hugo, die zeer
oud werd, stierf in het „letterkundige har
nas*; Jules Simon, geb. in 1814, levert
nog wekelijks een kroniek in Le Temps.
Michel-Angelo werkte nog in zijn
88ste jaar; Titiaan maakte een beroemde
schilderij in zijn 99ste jaarHenri Ban-
delo onderwierp Konstantinopel, toen hij
93 jaren telde.
De Amerikanen kunnen trotsch zijn op
Franklin, die op 82-jarigen leeftijd nog
president was van Pennsylvaniede
Engelschen hebben Newton, die zijn dien
sten aan de Royal-Society bewees op zijn
83ste jaarWortsworth en Tennysou zijn
beiden in hun 80ste jaar overledenlord
Lyndhorst werd nog in den ouderdom van
90 jaar opnieuw lord-kanselier; lord
Brougham nam op zijn 83ste jaar nog
deel aan de beraadslagingen in 't parle
ment. Palmerston eindelijk verklaarde, zelf
80 jaar toen, het geheim waardoor hij
niettegenstaande een veelbewogen leven,
zoo kras was gebleven. «Eiken avond, als
„ik naar bed ging*, zei hij, flei ik mijn
„zorgen neerhet zijn de zorgen die
„dooden, niet de arbeid.*
Russische toestanden.
Ie de onmiddellijke nabijheid van het
dorp Lonkischen werd dezer dagen een rij
tuig, waarin zich verscheidene kooplieden
bevonden, door een troep personen te paard
aangehouden, die de uniform van grensbe
ambten droegen. De commandant van het
troepje eischte dat de kooplieden zich zou
den laten onderzoeken. Aan den wachtpost
was bericht ontvangen, dat een der heeren
valsch geld bij zich had. Bij een der hee
ren werd de aanzienlijke waarde van vijf
tigduizend gulden gevonden.
Dit bedrag werd door den commandant
in beslag genomen, hij gaf den koopman
er eene kwitantie voor en zeide dat deze
den volgenden dag naar Kntno moest ko
men, waar hij het geld, als het echt was,
kon terug krijgen. Verzet had niet plaats,
want de soldaten waren goed gewapend en
de eigenaar van 't geld meende voldoende
gedekt te zijn.
Toen hij echter den volgenden dag een
onderzoek instelde, bleek dat hij het slacht
offer van dieven was geweest, die uniform
hadden aangetrokken, om beter in hun
onderneming te slagen. Het is in Rusland
gebruikelijk dat grenssoldaten, wier dienst
tijd verstreken is, hun uniform aan op-
koopers van de hand zetten en deze staan
ze af aan iedereen, die maar een aanne-
melijken prijs er voor wil geven.
Het leed van een gevan
gene.
Dezer dagen verhaalde een voorwaarde
lijk in vrijheid gestelde gevangene voor den
rechtsprekenden „alderman* op het Man
sion House te Londen zijne lotgevallen.
Hij was beschuldigd in de City inbraak
gepleegd te hebben en dit misdrijf werd
bewezen. Hij voerde tot zijne verdediging
aan dat hij de inbraak beproefd had, ten
einde zich geld te verschaffen om te emi-
greeren en een eerlijk leven in een der
koloniën te gaan leiden. De man was
reeds eenmaal gevonnist, maar voorwaar
delijk in vrijheid gesteld. De politie ver
klaarde, dat hij in de laatste twee jaar
getracht had een eerlijk leven te leiden
en dat hij zich bij verschillende werkzaam
heden voorbeeldig had gedragen. Dat hij
echter onder politie—toezicht stond, ver
hinderde hem zijne plannen ten uitvoer
te brengen, daar geen patroon hem in
dienst wilde houden. Hij trachtte zich dus
geld te verschaffen door een nieuwe in
braak om dit bij de vier pond, die hij
reeds overgespaard had, te kunnen voegen
en dan een biljet van overtocht op een
stoomboot te koopen.
Ten slotte zal de arme man zijn wensch
echter vervuld zien. Hij is tot ééne maand
dwangarbeid veroordeeld, met de uitnoo-
diging om zich na afloop daarvan bij den
rechter aan te melden.
Leve de democratie
Een kleine heertje komt het perron van
het station te Toulouse binnengestormd,
als de trein daar gereed staat om te ver
trekken.
Een slaapwagen, conducteur
Er is er geen in dezen trein, mijn
heer.
Wat, geen slaapwagenWat een
boeltje, die maatschappij Ziel ze mij aan
voor een hond
En grommend stapt het heertje in een
rijtuig eerste klas, dat hij onwaardig acht
zijn persoontje te bevatten.
Dat heertje was Jaurés, socialistisch Ka
merlid, aanhitser der werkstaking in de
mijnen van Carmaux, die van een uitstap
je naar de badplaatsen Graissessac en Car-
cassone terugkeerde.
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.