zuivere toepassing der koopman, opgemerkt geworden door den de muizen? De mui- heer De Sauves, die haar ten huwelijk had bel san te binden, gevriagd. Toen zij elkander wederzagen had de echtverbintenis plaste gehad Hélène was niet meer vrij. Het was ook haar echter weldra dnide< om kasteel De Sauves. Hélèna wilde geen rijtuig nemen, ?een achterdocht te wekken; zy zou een voudig tot haar man zeggen, indien hij vóór haar huiswaarts keerde, dat zij haar andeling wat verder dan gewoonlijk had mandanten ten neemt toe. En het kntllen ,e Het is een schermutseling tusscheo een .ï.nt-garde der Is het niet de fabel van de katoen zen besloten de*¥at een om zoo altijd te kunnen hooren wanneer ze in de buurt waszij werden 't er alleen maar niet over eens, wie van haar de kat de bel zou aanbinden. lijk geworden, dat het gevoel van kame- uitgestrekt. En zij begaf zich op weg, den Zoo gaat het ook in de hier besproken raadschap van vroeger dagen was aange- soldaat volgend, die haastig met haar o- aangelegenheden. wakkerd tot een groot, een innig verlan- ver den heerweg voortliep. takken vaneen, üeiene Men begrijpt en doorschouwt de elien-1 gen. Toen zij Roger dan ook thans, voor j De ambnlance was een mijl van de stad j hy scneu ^_e kogel heeft haar zy ha ren weg. Eensklaps fluit een kogel door de lucht, Hélène strekt dige toestanden. Men vreest de woelige de eerste maal na haar huwelijk weder ont- af, aan het eind eener glooiing. Roger be' menigte, die toeneemt in sterkte en steeds moette, leefde dit gevoel weder op dreigender optreedt. Men weet ook wat groote, een hevige emotie vervulde er gedaan mort worden, maar bijna nie- wezen, en, terwijl zij de hand van mand wordt er gevopden, die tot doen zal jongen officier aanraakte, was het haar als overgaan. zou zij het bewustzijn verliezen. Ro- Dat men het dwaze en onverstandige ger van zijn kant had het gevoel, dat daarvan begrijpe en bijtijds nog tot inkeer hem beheerschte, oiet knnnen verbergen, kome L. L. Eens, 's avonds, toen hij zich met Hélè- weten te L. L. De brief van den gewonde. j Toen de oorlog verklaard werd, bevond ~r_ L,at on, goe(]e „jenden de heer De Sauves zich op het platteland, blijven! had zij gezegd, op zijn kasteel in de Ardennen. Met een bloedend hart was hij getuige van de wis selvallige kansen van den oorlog en van de nederlagen der Franschen. Den gehee- len dag, zelfs 's nachts, ging hij berich ten inwinnen en telkens keerde hij wan hopiger terng, want nederlaag op neder laag volgde. Soms ontmoette hij geheele detachementen soldaten die terugtrokken, nitgepnt, Terslagen, stervend van den hon ger dan noodigde bij ze nit binnen te treden in zijn kasteel, gaf hun te eten en te drinken en als zij dan vertrokken, dan wenschte hij huil uit den grond zijns har ten, succès. Op een mooien avond werd er aan het parkhek gescheld door een jong artillerie officier. Den geheelen dag door had men op enkele mijlen afstands het kanongebul der gehoord en de Fransche troepen had den zich wakker gedragen, den vijanden het hoofd biedend, met den moed der wanhoopmaar als altijd zwichtend voor het aantal, hadden zij moeten wijken, ech ter niet dan na het Duitsche leger aan zienlijke verliezen te hebben toegebracht. De artillerie-officier behoorde tot de troe pen, die zoo dapper hadden gevochten toen zijn wapenbroeders zich hadden ver spreid in alle richtingen, had hij zich her- inuerd, dat een vriend zijner familie, de heer De Sauves, in den omtrek een kas teel bezat en hij besloot zich daarheen te begeven, om voor enkele uren de gastvrij heid in te roepen, om zijn krachten te herstellen en zich daarna weder bij de ar- mée te voegen en wederom mede ten strij de te trekken. En dan, waarom het te verzwijgen P de jonge officier hoopte daar nog altijd te ontmoeten, niet alleen den heer De Sauves, maar ook de vrouw van dezen. Hij beminde mevrouw De Sauves, met een innige, oprechte en, zonder twijfel, helaas hopelooze liefde. En in de ure, waarin hij zijn leven voor het vaderland waagde, was in hem wakker geworden het verlangen, haar weder te zien, voor wie zijn hart nog immer warm klopte. De ontvangst, die hem ten kasteele te beurt viel, was zoo hartelijk mogelijk. De heer De Sanves opende zijn armen voor den jongen officier als voor een zoon en omhelsde hem hartelijk. Dan een bedien- roepend, zeide hij Ga eens aan mevrouw zeggen, dat mijnheer Roger Morluil hier is. Weinige oogenblikken later verscheen mevrouw De Sanves. Zij was bruin en groot van gestalte. Haar blik verried groo te opgewondenheid, toen zij uitriep Gij, RogerOh Wat heb ben we om uwentwil beleefd en in angst gezeten in de laatste dagen I Gij zijt echter, zooals ik zie, goed en wel der al- gemeene slachting ontsnapt Haar stem klonk welluidend. In alles wat zij deed was een weldadige harmo nie. Roger was haar speelmakker geweest en zij was familiaar met hem blijven omgaan. Later hadden zich hun wegen gescheiden. Terwijl de jonge man zich naar Parijs be gaf, om daar zijn siudien aan de Poly technische school te voltooien, welke school hij als officier verliet, was zijn vriendin, Hélène Leprieur, de dochter van een rijk Ro?er op het Drie dagen lang bleef kasteel van De Sauves. Ohwat waren ze zoet de uren, die hij doorbracht in gezelschap der beminde vrouw Zij liet hem verhalen van de veld slagen, van de wonderen, waartoe de dap- pere soldaten in staat waren en er iu haar blik een floers van tranen. Roger was als verlamd. Maar aan het eind van den dag werd hij gewekt uit zijn verdoo- ving door een ver verwijderd kanongebul der. Hij schaamde zich opeens zijn rnst hier in de eenzaamheid, terwijl daar ginds aijn makkers streden en leden voor het vaderland. Zijn besluit was genomen: hij nam sfscheid van den heer De Sauves en van Hélène, van de laatste op hartroe rende wijze en toen vertrok hij. Nog altjjd dnurde het gevecht voort in deze streek. De heer De Sanves had een korps „francs-tireurs» georganiseerd,dat hem tot commandant had gekozen en zich pos- teerend met zijn manschappen in de nabu rige bosschen, viel hij daar de vijandelijke detachementen aan, die hij opzijn weg ont moette. Hij kwam niet vóir het vallen van den nacht op het kasteel terug; soms zelfs bleef hij twee of drie dagen uit. Eens toen hij weder niet thuis gekomen was, werd Hélène, die in duizend vreezen leefde, aangesproken door een soldaat, die rond het park zwierf. Hij scheen de komst van Hélène te hebben afgewacht. Zoodra zij verscheen, naderde hij haar. Hélèue had het voorgevoel van een na derend ongeluk. Spreek ik tot mevrouw De Sauves? vroeg de soldaat. Ja, antwoordde de jonge vrouw. Welnu mevrouw, hier is een brief voor u. Hélène strekte de hand uit nam den brief aan. Koortsachtig scheurde zij de en veloppe af. De brief was van Roger, de inhond luid de als volgt Hélène!" „Ik ga sterven. Een kogel trof mij in de volle borst, mijn uren zijn geteld. Thans kan ik dus vrij tot n spreken, het is bijna de bekentenis van een doode, die tot u komt. Ik bemin n, Hélène, ik heb u altijd liefgehad. Het is mij een troost, dat ik vóór ik heenga, de kracht heb u te schrij ven. Thans kan ik ik gerust sterven. De dappere soldaat, die n dezen brief brengt, zal n de ambulauce aanwijzen waarheen men mij heelt overgebracht; zij is niet ver verwijderd van het kasteel De Sauves Och, indien gij komen kondetindien gij mij deze laatste gunst zoudt willen bewij zen, mijn doodstrijd door uwe tegenwoor digheid te verzachtenIk sterf met uw naam op mijn lippen. Hélène, indien gij niet komt, zal toch mijn laatste gedachte u gelden. Roger.' Hé'ène aarzelde niet. Kunt ge mij naar de ambnlance brengen, waar mijnheer Moreuil is f vroeg zij aan den soldaat. Deze boog, Welnu laat ons dan gaan 1spoe dig zeide zij. Het was op een uur afstand van het Een vond er zich reeds een week. Op den mor- haar gen var. den dag, waarop men hem er den heen had gebracht, bevond hij zich met zijn mannen aan den ingang van een klein berkenbosch; zij verdedigden dien iügang met heldenmoed, bestookt door het moord dadig vuur der artillerie. De vijand kreeg versterking. Aan de zijde der Franschen was plot seling gebrek aan munitie. Eensklaps ver schenen de Piuisen in grootengetale, trach tend het bosch door te dringenRoger liep met de sabel in de hand op hen iü. Een kogel had hem getrofleD, hij zag niets meer. Toen hij wakker werd, bevond hij zich in een bed. Om hem stonden eenige zie kenoppassers, soldaten en een geneesheer. Hij was in een ambnlance. Alles wat er met hem gebenrd was, kwam hem weder voor den geest. Hij vroeg den geneesheer of zijn wond ernstig was. De dokter bsproefde hem gerust te stellen maar terzelfder tijd beval hij hem niet te spreken. De oogen van Roger wendden zich naar hen die om zijn sponde stondenaan hun honding zag hij, dat 't met hem gedaan was. Hélène! Het beeld der jonge vrouw verscheen weder voor zijn geestesoog. Aan Hélène wilde hij zijn laatste gedachte toe vertrouwen. Wees, als hij was, kon hij slechts aan haar denkennoch het gelaat eener bedroetde moeder, noch dat eens vaders, die tracht zijn smart mees ter te blijven, verzachtte zijn laatste oogen blikken. Hélène; hij zag alleen ha?r, en hij gevoelde een groote vreugde als hij dacht, dat de dood toch zoet was, nu hij hem gelegenheid bood zijn liefde te belijden op den rand van het graf, als 't ware. Zoodra hij er toe in staat hij aan de jonge vrouw en hij gaf een der soldaten in de ambnlance last den brief aan mevrouw De Sauves te brengen. Hij moest aan het parkhek wachten, want mijnheer De Sauves mocht er niets van weten. Als de jonge vrouw zich alleen in het park vertoonde om te gaan wandelen, dan zou het 't oogenblik zijn, om haar den brief te geven. En thans, daar voor zijn bed, zag Roger Hélène. Zij was gekomen! Roger geloofde te droomeo. Nooit had de gewonde inniger verrukking gekend, dan thans, nu de be minde vrouw bij hem was. Hij leefde als in een hallucinatie, die hem naar den hemel droeg. Oh 1 wat scheen de dood hem nu heerlijk Wat een groot geluk was het, dat hij ondervond, op dit bed, waarop de koorts zijn leden kwelde, mtt dien kogel in de borst en het graf als gezichteinder. Plotseling sloot Roger de oogen, een zachte glimlach speelde om zijn lippen. Zijn hand, die de hand van Hélène kramp achtig drukte, werd koud. De jonge vrouw, die zich naar den ge wonde had voorovergebogen, richtte zich verschrikt op. Op hetzelfde oogenblik naderde haar een oppasser, die haar met zacht geweld weg trok U moet vertrekken, mevrouw, zeide hij. Hélène riep uit Dood I hij is dood Neen, neen, movrouw. Het is een bezwijming Maar de gewonde heeft kalmte noodig, elke aandoening is noodlot tig voor hem, en u moet u verwijderen. Hélène ging, teu prooi aan de hevigste smart. Wertuigelijk ging zij voort in de richting van het kastdel. getroffen. Daar ginds wordt de strijd voortgezet. Nieuwe kreten doen zich hooren men ziet alle rich- De nog bewe- was, schreef een De weg, dien zij nam, loopt door klein bosch. Daar bevindt zich Hélène. Geweerschoten doen zich hooren onder de boomen daar ginds wordt een gevecht ge leverd. Men hoort de bevelen der com- de Pruisen zich verspreiden in tingen, achtervolgd door francs-tireurs. ue overwinning is aan de zijde e' |f®°sc -t' Een der francs-tirenrs vindt Helena, gestrekt op den weg. Ohdie ellendelingen roept hy nit, zij hebben een vrouw gedood Hij heeft zich voorovergebogen en me vrouw De Sanves herkend. De vrouw van den commandant! Andere soldaten waren toegesneld. Ver bijsterd zagen zij mevrouw De Sauves lig gen. Was zij dood? Neen, zij haalde adem, zij maakte nog een lichte b Onmiddellijk liep men naar de ambu lance en werd een brancard gehaald. De francs-tirenrs legden er mevrouw De Sau ves op. Eenige anderen waren den com mandant gaan verwittigen, op zijn kasteel waar hij zich had teruggetrokken en waar een nieuwe aanval van den vijand was te vreezen. Een vrouw gewond, overste I De Frans-tireurs naderden met de bran card, die zij het plein van het kasteel op droegen. De commandant was naar hen toege sneld. Hij slaakte een kreet, in de gewon de, daar op de brancard, had hij zijn vrouw herkend. Met een oneindig aantal kleine zorgen, werd Helene naar haar kamer ge transporteerd. Een geneesheer werd geroepen. Ds smart van den heer De Sauves was hartverscheurend. Zijn gemoed schoot vol. Hij lag voor 't bed nedergeknield en ween de; dan, om de gewonde niet te veel te vermoeien, had hij zich even verwijderd, zijn vrouw met den dokter alleen la tend. Een der francs-tireurs legde aan den heer De Sauves uit, hoe zijn makkers en hij, zijn vrouw gevonden hadden. Zonder twijfel was zij op de wandeling, in het bosch door het gevecht verrast, had zij willen vluchten en had op 't oogenblik, dat zij den weg bereikte, een vijandelijke kogel haar getroffen. Hé èue had de oogen geopend. Zij zag den dokter. Op doffen toon zeide zij Mijnheer, ik sterf. Wilt u mij een grooten dienst bewijzen Ik zegen u daarvoor reeds by voorbaat. Spreek, mevrouw. In den zak van mijn japon zult u een brief vinden. Die btief moet mijn man niet lezen. Neem hem eruit en verscheur hem. Het is goed, mevrouwu kunt rust zijn. ilank mijnheer... dank! De dokter had gedaan, wat hem verzocht was door Hélèue, Deze, zooals zij daar lag uitgestrekt, was alreeds door de vleugelen des Doods aangeraakt- De dokter had den brief genomen, was even in een andere kamer gegaan, had een kaars aan gestoken en daarna het papier verbrand. Dan keerde hij weder naar het bed terug en zachtkens klonk het van zijn lippen Rnst in vrede, arme vrouwe. ge- Een menschenvriend. Onder dit opschrift schrijft de heer Ha- rold Hiekman in het Vaderland: In verschillende onzer Dag- en Avond bladen heeft in de laatste weken een ad vertentie gestaan over „-Voorwaardelijke In koop en Beleening van geheele inboedels met het vrije gebruik daarvan." bchrijver dezes, vermeende in boven staande advertentie een soort van flesschen- trekaerij te zien, en beantwoordde dezelve met het gevolg, dat hij per „heel lief brief je (van binnen echter gemerkt met den verdachten cacoutchouc-stempel der firma) by den woekeraar ontboden werd om de za8k verder te bespreken. En nn volgt d inhond van ons gesprek. 5 08 „Hoeveel geld verlangt n, mijnheer?* „Voor hoelang „Voor een jaar." „Goed. Wat zijn uw meubelen waard „Goed, u kunt het geld krijgen, mit8 u me toestaat, dat ik elk afzonderlijk men belstuk brandmerk met een ijzer, waarvan het cijfer bij den Officier van Justitie wettig is gedeponeerd." K „Wanneer 't niet anders kan, dan maar in Godsnaam. En wat zijn dan uw voorwaai den?» „Ja, dat zal ik u eens uitleggen," Was het antwoord, terwijl een satanische glimlach op zijn tronie lag. „In de eerste plaata moet n de kosten der notarieele akte be talen, die ongeveer 140 zullen bedragen. Vervolgens betaalt u voor het gebruik der meubelen f 250 per maand. „Is dat niet wat veel „Zeker niet. U mort niet nit het oog verliezen de risico, die ik loop. Nog slechts de vorige week ben ik aan een dame f 1200 tefcort gekomen op meubelen, die ik Ie]f op f 1400 had getaxeerd. Zij had ze naar liet Venduhuis der Notarrissen gezonden om publiek te verkoopen. Ik liet er on- middellijk beslag op leggen. Maar wat ge. beurt De huisheer nam ze mij weer °af want hij moest nog f600 huur van haat hebben; en hij ging natuurlijk voor. Voorwendende, dat ik vreeselijk om het geld verlegen zat, nam ik met zijn voor- waarden genoegen, en vroeg of er misschien ook nog meerdere kosten waren „De hoofdsom natuurlijk, plus min. 70 pet. Met een zocht verklaarde ik daarmee tevreden te zijn, waarop mijn „weldoener" beloofde Zaterdagmorgen bij mij te komen om persoonlijk mijn meubelen te schatten en de zaak verder af te doeD. Daags te voren schreef ik hem echter zoo goed te zijn mij zijn conditiën nog maals schriftelijk te willen opgeven, aan gezien ik ze niet goed had onthouden. De vos liep echter niet in de val; noch hij noch het schriftelijk antwoord is gekomen. Dus zou men voor de som van f 960 voor éen jaar moeten terugbetalen f 4700 (zegge vierduizend zevenhonderd galden terwijl men nog tevens het gevaar zon loopen zijn meubilair bij het minste verzuim te ver liezen. En toch zijn er nog onnoozelen die er in loopen.' In Luik en zijne omstre ken heerscht sedert eenige dagen de cho lera, die er zich den geheelen winter door nu en dan heeft vertoond, heviger. Te Jemeppe zijn reeds een twintig personen aan bezweken en komen eiken dag nienwe gevallen voor, niettegenstaande de genomen maatregelen. Ook in de nabijge legen plaatsen Tilleur en Seraiog en tot ie Luik toe zijn reeds gevallen voorkomen, waaryau een paar zaer hevig waren. Men vreest dat de Maas besmet is, en het ge bruik van Maaswater is verboden; helaas wordt het verbod niet altijd nagekomen. De ziekte is tot nog toe beperkt tot achterbuurten en krottan, waar zij een vruchtbaren bodem vindt. Volgens 1 h e Electrician zou een Engelsch officier in Indië tusschen twee ruim 1. 5 KM. van elkaar verwij derde Hindoetempels een telephoon ontdekt hebben, die reeds 2000 jaar oud zon zijn. "V erdere bijzonderheden ontbreken; echter kan het bericht zeer zeker waarheid bevat ten. Ook in Egypte zijn reeds lang sporen van draadverbindiugen tusschen tempels gevonden, zonder dat men heeft kunnen nagaan, tot welke doeleinden die gebruikt zijn. Het is volstrekt niet onmo gelijk dat deze eerste beschaafde volken iets dergelijks als onze telegraaf of telephoon gekend hebben sporen van bliksemafleiders zijn beslist herkend. I H. n.Uki 1JLIL, I daten en een afdeeli g voortgaan of Wat te doen Zal Hélene v zal zij terugkceren I» het ge of achter haar? Dapper vervolgt ne in gezelschap bevond, had hij haast een bekentenis op de lippeD. Maar de jonge vrouw zag het en legde hem het zwijgen 3S9E ging. „Duizend gulden." 'Ongeveer f4000." wa<' Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 6