Uit en voor (ie Pers. Liberale Unie. GEMENGD NIEUWS. als krachtig middel tot bevordering van den bloei van het ambacht, maar boven al tot verheffing van den werkman i n en door zijnen arbeid. De commissie van dien wedstrijd, toegerust met den zede lijken steun en sympathie van een bree- de schaar van mannen, die allen hun in stemming met het beoogde doel hebben betuigd, vleit zich, dat ook u het lot van den werkman ter harte gaat, dat ook Gij hem steunen wilt in zijn dikwijls moeite vollen strijd om het bestaan. Ten einde de deelneming aan bedoel den wedstrijd zoo algemeen mogelijk te maken, komt het de Commissie gewenscht voor, die wedstrijd tweeleedig uit te schrij ven: zoogenaamd vrijen wedstijjd waar bij ieder naai eigen keuze kan inzenden wat door hem vervaardigd is en een zoo genaamd gebonden wedstrijd, waarbij elk deelnemer verplicht wordt te werken naar een hem te verstrekken teekening, schets of programma. De ingezonden werkstukken zullen beoordeeld worden door een Jury van deskundigen, gedeel telijk, door de inzenders zelve te kie- iedere maal dat volgens zijn huisklok een uur om is, naar den toren en slaat daar het uur op de klok. n I 5 te LDik' 3 te Beayei' 2 loonen beneden den plaa'seljjken standaard in legt. Doch ook kan iel eens te A,gieur i te Seraing y i s a I wan Mo* bestaat in Boveudien kwamen k Angr«?e, I® te Aabt verscheidene Steif. en tfegen langduriger arbeid dan den plaat- bier de oorzaak van «ijtt DeSi»»i i --- selijk gebruikelijken. Dit nu zal, ofschoon Het eenige wat te doeni en gevallen aan cholera m kleinere BelaiSche toch alreeds het wegnemen der aanaetasie p te geineenten voor in de provincie Luit gewonnen zijn. ALiai is eenmaal j die te verbranden, echter het brei var. geren. Een voorbehoedmiddel is in zen. Er zijn ovenwei aan de uitvoering van dit plan betrekkelijk groote uitgaven verbonden, hoofdzakelijk voor bekronin gen, publiciteit, voorschotten aan werk lieden, die zich geen materialen kunnen aanschaffen, enz. De Commissie met hoeveel opgewekt heid hare taak ook aanvaardende, is even wel niet bij machte deze onkosten uit eigen middelen te bestrijden. Klopt ook Uw hart warm voor den werkman, die er alles voor over heeft, langs eerlijken en ordelijken weg tot lotsverbetering te geraken, wilt ook Gij hem schragen in zijn streven naar zede lijke en materieele verheffing, helpt ons dan in ons pogen, de liefde tot het am bacht te vermeerderen en den werkman in nuttigen arbeid uitspanning to doen zoeken. Overtuigd als de Commissie is, dat Gjj ons Uwen geldelijken steun niet zult onthouden, durf zij U met vrijmoe digheid om een bijdrage tot dokking der kosten verzoeken, door invulling van bij gaand biljet, dat uiterlijk binnen 14 dagen door een der ondergeteekenden zal wor den afgehaald. De Commissie voornoemd, C. BOSMAN, Eere-Yoorzitter. H. J. DE GROOT, Voorzitter, G. LOOMAN, Yice-Yoorzitter. S. DE LANGE P. Bz., Ie Secretaris. G. N. ITZ, 2e Secretaris. N. A. CONIJN, Penningmeester. N. J. VAN VUUltE, Bommissaris. A. SIEBERT COSTER, Commissaris. Do verbouw van vroege aardappelen in Drechterland wordt van jaar tot jaar belangrijker; de aanvoer op vier markten levert daarvan het bewijs; in de vorigo week werd te Enkhuizen 12.000 te Bovencarspel 10.000 te Broekerhaven 8000 en te Mcdemblik 5000 halve hec toliters aan de markt gebracht. Dank zij veel vraag voor het buiten land blijven de prijzen hoog, zoodat de verbouwers goede zaken maken. Het uurwerk der gemeen te-klok te VEERE is sedert eenige dagen defect en heeft zijn werk gestaakt. Om nu toch de gemeentenaren op de hoog te van den tijd te houden, gaat de smid isch geval te brengen, alleen om dat nw koortsachtig gevoel, telkens naar nienwe bevrediging haakt. En wanneer niet het lot mij gunstig geweest was, zoo zou ik nu die rol van schaduwbeeld spelen. Wees o- vertuigd, dat het niet nw kostbaar persoon tje was, waarvoor dat alles is geschied, het waren ooreraken voor mij, om geen medeminnaar te dulden. Gij echter zijt mij van dat oogenblik af onverschillig gewor den. Eigenlijk is het bestaan van het scha duwbeeld nog niet geheel en al bezworen, mogelijkerwijs heeft Wladimir wel iets an ders gedaan, dan men hoopt.' „Wolf, is dat uw laatste woord?' „Komediante,' sprak hij honend. Toen sprong zij op. Baar gelaat veran derde oogenblikkelijk, roodat geen spoor van schoonheid meer daarin te bekennen was. Hare oogen spraken van haat en beleedigde ijdelheid. Haar hals zwol op van woede en ijverzucht. Zij strekte de hand naar hem uit, en de woorden vlogen haar nit den mond, toen zij riep„Gij wilt my tot vijandin hebben, goed danwat ik voor o aan liefde ge voelde, heelt zich alles in vjjandschap ver anderd. En gelijk gij mij behandelt, zoo zal het u weder gaanKedergetrapt, zonder erbarmen znlt ge worden en ellendig te gronde gaanIk zie bet vooruit dat zal uw lot zijn En ik zal lachen om n, wanneer gy terneder ligt.' Zij was verdwenen, en Wolf zag haar met spottend opgetrokken lippen na. Zij had de denr reeds achter zioh dichtgetrokken, toen hij nog op dezelfde plek stond. Wat deerden hem toorn en vloek van deze vrouw, na een nieuwe ster zyn pad verlichtte? Slechts het gevoel van zijne overwinning, dat hy sterk gebleven was, deed hem baar peinzend nazien. Hy deed zijn brie) naar Leipzig op do post en reed met zyn vossen door de dier gaarde. Toen hij terugkeerde ommootte hij e n paar te paard: baron von Henkel, van wien bij voor eenigen tijd dertigduizend gulden gewonnen had, op "zijn hengst, en naast hem op een schimmel, Bertha. De baron groette zeer deltig, doch met byzonderen blik. Een vriend was hij zeker niet. Bertha scheen voor niemand, dan voor haar metgezel oogen te hebben.Rakelings redon zij elkander voorbij. WORDT VERVOLGD. Prof. Drucker heeft thans het voor zitterschap en het bestuurslidmaatschap der Liberale Unie neergelegd. Zijne func- tiën worden voorloopig waargenomen door den vice voorziter, mr. T. Yan Hettin- ga Tromp, te Leeuwarden. Als penningmeester treedt op mr. L. W. Ebbiugo te Kampen. Mr. Maeales- ter Loup heeft het lidmaatschap van het bestuur aangenomen. Arbeidsvoorwaar den in bevstelilcen. Door de heeren H. L. Drucker te Leiden, F. II. Van Malsen te 's Giaven- hage en C. Muijsken te Amsterdam is namens de arbeidersraden in de ge meenten, alsmede uit naam van die te Bolsward, Franeker, Haarlem en Zutfen zoowel tot den Minister van Water staat, Handel en Nijverheid als tot zijn ambtgenoot van Oorlog een adres gericht, luidend als volgt „De bovenvermelde arbeidsraden zijn eenstemmig van oordeel, dat de bepa lingen in de algemeene voorschriften van werken onder het beheer van het departement van Uwe Excellentie, voorkomend bij artt. 4 of 16, uitbreiding behoeven en wel in dien zin, dat de ar beiders beschermd worden tegen het ge vaar, dat het loon ingekrompen wordt en de werktijd te veel uitgebreid, aan gezien de aannemers, op dat punt door geen bepalingen in het bestek gebon den worden. Zij meenen, dat, waar bij het opma ken van de ramingen niet gerekend wordt op vermindering van loonen of overdrij vingen van» den werktijd, liet ook wen- schelijk is daaromtrent bepalingen te ma ken, die den aannemer binden. Die verbetering zou, naar het oordeel van bovengenoemde arbeidsraden, in be ginsel kunnen vastgesteld worden in de algemeene voorschriften, terwijl voor ie der werk afzonderlijk in het bestek zelf cijfers en bepalingen konden worden op genomen. Yoor ieder ontwerp toch moet op de plaats zelve door den daarmee belast zijnden ambtenaar worden onderzocht naar de gesteldheid van het terrein, de draagkracht van den bodem, de gelegen heid tot aanvoer van bouwstoffen, de kosten van vervoer, enz. enz.; onderzoe kingen niet alleen van technischen, maar ook van administratieven aard. Daaraan zou zich zeer goed aanslui ten een onderzoek omtrent loon en werk tijd, teneinde zoowel voor de begrooting als voor het bestek der inachtneming der plaatselijke toestanden, de cijfers vast te stellen. De leden van bovengenoemde arbeids raden, die nagenoeg allen met de inrich ting van bestekken en de uitvoering van werken bekend zijn, waren bescheiden- lijk van oordeel, dat dergelijke bepaling geen of weinig bezwaar in de uitvoering ontmoeten zal en veel kwaad kan voor komen maar wenschen bovendien op te merken, dat de ondervinding, bij de uitvoering der werken op te doen, uw ambtenaar spoedig in staat zal stellen om naar uw voorschriften, het gevolg van die bepalingen bij de uitvoering der wer ken na te gaan en zoo noodig verbete ringen voor volgende bestekken voor te bereiden en aan te vragen." De Nederlanderredactie Mr. A. Ketdijk c. s. merkt te dien opzichte nog op Wat ons vooral genoegen doet in dit verzoekschrift is de herkomst ervan. Toen hier te lande het opnemen van dwingende bepalingen omtrent loon en arbeidsduur in bestekken voor nit te voeren werken het eerste werd gepleit door dezulken, die met de bestudeering van maatschappelijke feiten zich bezig houden toen heette hetoch, dat zijn van die denkbeelden, die uitgebroeid worden in de studeerkamer, maar waar voor de man der practijk de schouders ophaalt. Toen woordvoerders der werklieden daarvoor op de bres sprongen, hoorde men zeggenook alweer onmogelijke eisch, gelijk er van dien kant zooveel worden gesteld. Toen enkele gemeenten daarmede een proef wilden nemen, werd er geroepen niets dan zwakheid om te offeren aan een mode van den dag. Maar allengs is er instemming aan be tuigd door mannen, aan wie niemand de bevoegdheid tot oordeelen op dit stuk, uit practische oogpunt bovenal, ontzeggen kan. Zoo ook weer hier. De heer Van Mal sen behoort tot de grootste werkgevers der residentie in de bouwvakken, de heer Muijsken tot de voornaamste archi tecten der hoofdstad. In elke der ge noemde arbeidsraden zitten der zake kondigen uit de rijen der patroons. En let wel, eenelemming werd door al die arbeidsraden besloten, bij de regecring op liet nemen van den maatregel aan te dringen. Of dan ditmaal de aandrang doel zal treffen In allen gevalle maken wij ons niet de illusie, dat de maatregel terstond van verre strekking wezen zal. Vermoedelijk zal hij aanvankelijk hiertoe zich bepalen dat gewaakt wordt tegen het betalen van niet veel, ten minste iets gewonnen zijn. Maai is deze weg betreden dan zal men er wel dra ook wel verder op voortschrijden. „i»ntru Dan zal men vanzelf gedrongen worden doopen der pn_e p tot beperking van dien gebruikelijken, hontssch, mes en e maar onredlijken arbeidsduur. En dan Moderne opvoeding zal het, aldus voorbereid, ten slotte ko- g,,gej>n,L Een Ei gJschman deel e in men tot wettelijke voorschriften omtrent je Standard zijn ervaringen mee omtren den arbeid óók van volwassen mannen ;en dertienjarig meisje dat in een ^°'ir in het algemeen. school (kostschool) onderwjjs genoten n Ook ten deze zal worden bewaarheid, gn njel wejnjg trots was op n dat veel, wat gisteren werd bespot, he den in ernstige overweging wordt geno men als juist erkend om overinogeii toegepast te worden.' G oed nieuws De Haagsche correspondent der N. Gr. Cl. schrijft Naar luid van de geruchten, die hier en daar de ronde doen, wachten ons in de nieuwe zitting talrijke verrassingen. Om van belaeling- en kieereehlvoonlellen nu niet eens te spreken, hoor ik dat er zeer belangrijke voorstellen in aantocht zijn tot herstel van ons marine-materieel en dat weer drie groote schepen, van geheel nieuw type, zullen worden voorgedragen, bestemd om hier te lande te worden ge bouwd, op dezelfde wijze als de drie pantserdek-vaartuigen, waarvan het eer ste straks naar zee gaat en de beide an dere dra te water zullen worden gelaten te Ylissingen, misschien wel tijdens het bezoek van onze Koninginnen en door Koningin Wilhclmina-zelfter ge legenheid der her-onthulling van de Ruy- ter's standbeeld. Gij begrijpt dat zulk een voorstel van 't Kabinet—Roëll-van Hou ten nog wel wat voeten in de aarde zal hebben. Maar ik vernam ook dat op ander gebied groote dingen op komst zijn Zich zijn redevoering bij het vorig bcgrootingsde- bat herinnerende, waarin hij sprak van rijpe vruchten, die dadelijk waren te pluk ken, moet de heer van Houten een wij ziging gereed hebben van de begraveniewel waardoor de lijkverbranding hier te lande zal worden gewettigd, nog voordat het crematorium te Hilversum gereed is. Voorts moet, hoofdzakelijk op aandrang van den Minister van Binnenlandsche Zaken, een algemeene regeling van het eedevraagsluk in wording zijn. Ik heb nog van velerlei andere gewichtige za ken hooren gewagen, waarmêe zich de Ministers bezig houden, maar voor het oogenblik kan het met somde wel gaan. Men hebben zich over de heid van 't Kabinet zeer het opge- zal reden werkzaam- te verheu gen. De koningin bij den oogst. Een der bijzonderste vermaken onzer koningin, dus wordt uit Brussel gemeld, is op dit tijdstip der groote zomerhitte, in persoon het binnenhalen van den oogst in liaar domein van Laken te besturen. H. M. bewaakt insgelijks het afdoen van het hooge gras der uitgestrekte plantsoe nen van het koninklijk park. Het is een klein legers maaisters en maaiers die voor dit werk gebezigd worden. Allen hebben een strooien hoed met breede randen van hetzelfde maaksel op het hoofd. Uren en uren blijft de koningin bij haar werkvolk, waaraan bevel gegeven is, zich aan bare tegenwoordigheid niet te storen, en te handelen en te zingen, als of zij alleen waren. Als het. gras is afgedaan en in bussels gebonden, dan komen de groote breaks van het kasteel en men laadt er het hooigras op. De eerste break wordt steeds gevoerd door de koningin zelve en verleden jaar is aan H. M. zelfs op haren tocht een klein ongeluk overkomen. Aan eene kromming van den weg sloeg het rijtuig, gevoerd door de konin gin, om op den boord eener gracht. De doorluchtige voerster rolde op den grond en kwam gelukkig terecht zonder eenig letsel te bekomen, te midden van een hoop hooi. Een paar maaiers, die boven op de vracht lagen, waren in de gracht terecht gekomen. Toen de koningin ver nam, dat niemand eenige letsel bekomen had was zij zelve de eerste om uitbun- ding over het voorval te lachen. Buiten een goed loon en voedsel wor den aan de maaisters der koningin eiken dag flinke eierenkoeken met spek voor gezet. Te Pilzen, in Boheme, hoorde men Zondagnacht tegen twaall uur een hevigen knal. De menschen stormden verschrikt uit hunne huizen. Het bleek dat in de nabijheid van het Deutsche Haus een bom was ont ploft. De ruiten van eenige huizen in de buurt zijn gesprongen. Drie personen zijn hetgeen zij geleerd had. „Zij was,' aldus'schrijft John Buil, „in de chemie, de botanie, phvsiologie, het Fransch en hel boetseeren ouderwezen en, dcor dit kleine wereld won- der eeni^szins beteuterd, durfde ik ».o haast niet wagen eenige vragen tot haar te richten. Eerst iü de chemie. Ik vroeg haar naar de bestanddeelen van de atmos feer en was eenigszins verbaasd, toen zij verklaarde in bet geheel niet te weten wat atmosfeer was. Toen ik haat vertelde dat t lucht was, gaf zij ten antwoord daarvan niet te weten, wel van stikstoffcoudende voedingsmiddelen. Op mijn vraag wat stikstofhoudend was, werd ik verrast met het woord „Yet." Van de phvsiologie wist zij mij niets anders dan het aantal been deren in de hand te vertellen; over de juistheid van het antwoord kon ik niet oordeelen, daar ik zelf het aantal niet ken. Een vraag op het gebied der botanie wilde ik, om mijn onkunde niet te verraden, niet doen, maar zij maakte het mogelijk over haar kennis daarzan fe oordeelen, door mij te vragen of moerbeziënbladeren op rozenstruiken groeiden. Zij wilde met de bladeren een zijdeworm voeden die dan een vlinder en daarna een pop worden moest. Een buitengewone omzet ting van den natuurlijken loop der din gen. Het Fransch was verschrikkelijk Zij vroeg mij wat de woorden Dieu el mon troit beteekenden, die zij uitsprak op zijn Engelsch. Zij was zeer verbaasd, toen ik haar vertelde dat het Fransch was. Alleen d .t et „en" beteekende, wist zij. Ook ko ken had zij geleerd. Toen ik haar echter vroeg hoe zij aardappelen kookte, antwoord de zij, dat die in kokend water moesten geworpen worden. En dat meisje heette nn een goede leer linge Uit wellevendheid. Yan den Engelschen premier, Lord Rosebery, wordt het volgende staaltje van kiesche wellevendheid verteld. In de maand Mei 1889 was er eene avondpartij in Berkeley Square en des mor gens had Lord Rosebery in Piccadilly een Schotschen landbouwer, dien hij kende, ont moet en hem uitgenoodigd des avonds „een kijkje te komen nemen.' De landbouwer verscheen te behoorlijker tijd in zijn Zondagspak. Alles ging goed tot aan het souper. Nadat verscheidene lekkernijen genuttigd waren, kwam er room ijs aan de beurt. Dat was iets nieuws voor den Schot. Na er een lepelvol van geno men te hebben deed hij alle moeite om zijne onaangename gewaarwording te ver bergen, maar hij achte zich toch verplicht zijn gastheer van zijne bevinding te ver wittigen. Gij weet er zeker niet van, Mvlord, fluisterde hij hem toe, maar ik meen het u te moeten zeggen met dien pudding hebben ze u bedot; hij is be vroren. Lord Rosebery begreep dadelijk hoe het er mee gesteld was. Met volkomen beleefd heid en den schijn aannemende alsof hij critisch onderzocht, proefde hij het room ijs. Ja, het is zoo, zeide hij; dat is huel vreemd! en na met een van zijne be dienden gesproken te hebben, kwam hij bij den Schotschen landbouwer terug en zeide: u't Is in orde; ik heb gehoord, dat het een nieuw soort van pudding is, die zij opzette lijk laten bevriezen," en den arm van zijn vriend nemende, leidde hij hem de ka mer uit. ^ooral in die aan de Maas gelegen. Te Laval b e g o n g i s t e r het proces in een geruchtmakende zaak. De kapelaan Bruneau staat terecht, beschul digd den piiester Fricot te hebben ver moord. De kapelaaD, die op zijn dorp onJ zijn vroomheid en liefdadigheid algemeen was bemind, leidde ondertusschen een wild leventje in een naburige stad. Daarvoor nam hij het geld van de armen en van de kerk; toen de priester 't had ontdekt zon hij dezen hebben vermoord. Vadert TePisain Italië is de d i- recteur der tramway-maatschappij het slacht offer geworden van een' anarchist. Hij js op dezelfde wijze om 't leven gebracht als president Carnot en de journalist Bandi te Livorno. De moordenaar is ontkomen Kijkjes in het leven. ZOO ZIJN ER. Daar in Nederland, zoo iet8} aj8 Wat hier volgt, nooit voorkomt, mo;ten wij nit den vreemde vertellen. Marie Terpens was een gezonde, stevige boerenmeid van 15 jiren, t3en zij nit het dorp in de stad kwam en bij een In Sempervirens wordt het volgende medegedeeld omtrent een middel tegen muizen. Wij hadden het vorig jaar op onze kweekerij een ontzettende last yan mui zen en met kennelijke voorkeur wierp het ongedierte zich op eenige bakken met zaai lingen van Kentia Forsteriana. Wat weer ook tegen deden, dag aan dag vonden wij tien, twintig afgevreten plantjes dood op haar pot liggen. Na veel vergeefsche po gingen om de pl-ag meester te worden, «.olgden wij ten slotte den raad op, ons door een oud vakman, die van deze beproe ving hoorde, gegeven. Wij namen op diens aanwijzing een spons, knipten die in zeer kleine stukjes, welke in vet gebraden wer den totdat ze hard waren. Deze lekkernij strooiden wij uit in de bakken waar de muizen zich veel ophielden, en zie, weldra vonden we de opgezwollen lijkjes van tal der snoepster». Wij bleven met het mid del werken en alle gedood. muizen werden er door I I -j" m h!" P?fn we, het ^g meermalen toe, gekwest, waarvan een ernstig. Bij het K de ge»olg. Het is dus onfeil gebouw van de arrondissementsrechtbank en dat van het kantongerecht zijn ook bommen gevonden, maar de gloeiende lon- baar - B ten werden nog bijtijds door de politie ui'gebluscht. Yeelal hebbende kool- ij twee te Rome houden anarchisten heeft men o, gevonden voor a&nge- T a. een lijst Iwi. u88?SCh? »bourgeois", die a m waren. bestemd ,T.Bliikens de beide laatste ?!an.:e" i"1 0.pEWuelLiD?.0!.u^a?' démo' die zich onder aan den stronk veitoont. Wau- neer men dit doorsuijdt dan ontdekt men weldra de maden van den koolvlieg, die j de jonge planten steekt, en er zijn eieren de 2e helft van de maand Juni in de plaatsen met zijn in in B-lgië c iaa eene bevolking boven de 5000 zielen 25 sterfgevallen aan choie voorgekomen, waaivan 12 te Jemeppe, meubelmakersvronw een dienst kreeg! Tien jaren diende zij trouw en eerlijk, toen zij Michiel Lang, van wien zij reeds jaren lang hield, terug zag. Het duurde niet lang of zij werden een paar en Marie keerde nit de stad naar haar dorp terng. De jaren kwamen en gingeD. Marie. had twee jon gens en een meisje, die waren al groot ge. worden en Michel had zich het drinken aan gewend. De gezonde, stevige boerenmeid was zelf een oude vrouw van 50 jaren geworden die den rechten lust in het leven niet meer had, omdat de zwakheid van Michiel steeds grooter werd, zoo zelfs, dat zij den lieven God dikwijls bad, dat Hij haren man tot zich zou nemen. Eindelijk gebeurde dit, maar toen was zij toch ook niet gelukkig, ze werd treurig en schreide veel, dag en nacht om Mi chiel. Ook dit veranderde, want desmartdnuit niet eeuwig, al is zij nog zoo zwaar. Ma- rytje de dochter wilde trouwen en de moe der vond dit goed. „Ik kom dan bij u inwonen, want de vrouwen van uwe broe ders houden niet van mij en ik moet toch eene plaats hebben, waar ik slapen en spin nen kan.' Marytje nam er genoegen me de, zij dacht weinig aan het slapen en zoo was de bruiloft gekomen en de moeder was bij haar. Met den man van Marytje zou het wel gaan, maar hij had ook zijne moeder nog en die woonde ook bij hen in en twee schoon moeders bij elkander, dat gaat zelden goed op de wereld. Marie had bovendien haar geld aan hare zoons gegeven en aanMarytje slechts een uit zet, want meisjes krijgen altijd minder. De zoons waren echter het kruid niet waard, zij maakten het geld op, ze verspeelden het, hun eigen geld en dat van hunne moeder en toen gingen zij naar zee. De schoonmoeder van Marytje deed er haar verwijten over, Marytje klaagde bij haar moeder en beiden hebben zij er over geschreid. Toen zij een tijdlang geschreid hadden, zei de moeder: „weet ge wat, Marytje, ik ga weer naar de stad, naar de meubelmakersvrouw.' Zij meende het niet en had gedacht, mijn eigen Kind zal mij niet verstooten op mijn ouden dag. Maar Marytje had gelachen onder tranen en gezegd, „ge hebt gelijk moeder, de men- belmakersvrouw zal u niet verstooten. „Meent ge dat,® had de moeder gevraagd. „Ja, dat denk ik,» had Marytje geantwoord. En toen is oude moeder gegaan. De menbelmakersvronw stond in de huisdeur en zag de straat op. „Zie, man, is dat Marie Terpens niet, die daar komt. „Meent ge dien langen boer," RcM® haar man. „Och wat, spot niet, het is onze Marie. Marie, waar komt ge vandaan en hoe g44' het xiet uwe kinderen P" „O vrouw, ik heb geen kinderen meeri zegt Marie en weent. „Wat is dat en wat moet dat, Marie, gij zijt een oude vrouw en weent al3 889 kind?" Marie vertelt hoe het gekomen 13 e9 hoe zij alleen was en wat Marytje geZ^5 had en dat zij nu niet meer w® waar zij htt moede hoofd zou nederleg gen. „Ga naar huis, Marie," zeide de ®- belmakersvrouw, „haal uw spinnen*® uw bed en kom weder bij ons.' 7® kwam weder. En na jaren is zij gestorV f en de kinderen van de meubelmakersvro vertellen na nog hoe goed en vr00® was. Marytje benam zich het le?eD' l8. zij hoorde dat haar man gestolen h re broeders zijn in de golven om^e.°mer. En zoo kreeg ieder zijn deel, Marie pens en Michiel Lang en Marytje 8 broeders. BIJGELOOF. fifl Aangaande de neiging tot bijge Rumenië bevatte een aldaar uitge& tijdschrift onlangs hel volgende! Nergens ter wereld misschien ej^ a|3 bijgeloof een zoo hoogen trap berei in het Balkan-koninkrijk. Het nergens zoo slecht aangeschreven Menige huisheer vermijdt zijn eig8ü ^-gte daarmede te nom meren en 10 8 t]. hot Js blijft kamer 13, wanneer thans nog gevonden wordt, doorg „jëfl Ook de Vrijdag wordt door

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 2