Zondag 29 Juli 1894.
38ste Jaargang No. 2852.
FEUILLETON.
u
Vasthouden van Eenden.
Binnenlandsch Nieuws.
Uitgever J. WINKEL
Bureau: RCHAOKHf. Laan, D 4.
mn
Munentie- LhUiivIIi
f)|ad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
ir dagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
fnVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
^EZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere rege 1 meer 5c
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
(0 Bijvoegsel.
;emeente Schagen.
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders van
ffit' op de artt. 114 en
U5 der algemeene Politieverordening
«or die gemeente
Brengen ter kennis van de ingeze
ten dat alle verzamelingen van afval,
fllliis, mest of dergelijke stoffen bin-
de kom der gemeente in het be-
Za der openbare gezondheid zullen
ïïteii zijn weggeruimd vóór 15
BOU 8 T U S a. s. en geene derge-
Ifte verzamelingen zullen mogen wor-
ïen aangelegd vóór 1 November dezes
^iet naleving van het vorenstaande
"strafbaar met eene geldboete van
ttn hoogste f 25.— of hechtenis van
hoogstens zes dagen.
Schagen, 20 Juli 1894,
Burgemeester en Wethouders voorn.,
S. BEKMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Het Hoofd a.i. van het Plaatselijk Be
stuur der Gemeente Schagen, brengt bij
Jae ter teonis van de ingezetenen dier
pmeente, dat het kohier No. I Voor
de belasting op het Personeel
over het dienstjaar 189495 op
Jen 24sten dezer door den Heer Direc
teur der directe Belastingen enz. te Am-
Sterdam is executoir verklaard en op
heden tan den Heer Ontvanger der directe
belastingen deze gemeente ter invordering
is overgegeven,
leder ingezeten, welke daarbij belang
r
o
meuten
Roman van August Niemann.
13
(Wanneer jonge meiajea, die in eene be-
y 'iebting opgevoed worden, in een
L Plen' *aar de grondstellingen van
eerbied heersehen," ging mrs. Black,
j i. «dan doet aich de vraag voor,
,.i m' 'teek genoeg is, haar in zijn
i«t i/« 'e nemon' dat het aulka
verklaarde mr. Blackburne
den invloed harer strenge oogen.
li'chr6 Ünt ,mÜ toe, dat ona huis die
n'el bezit, en dadelijk, toen de beide
wan,en, maakte ik mij bezorgd,*
ton ».iwU 3 "0DW voort. „De mode, vol-
fcea kleeren en de hoeden der
r?- 8®maaht zijn, scheen mij toe
Ut,6 richting af te wijken, welke
^eimeiajea ujj lespectablo engelsche
M u '8' zou mij 'e8<* doen,
Bla.tk' ^at WÜ ona overhaast hadden,
oiackbarne."
^noot° u?® °°k l66^ doen,* zeide haar
i*8 p. 'er*ijl hg onrustig op zijn stoel
»'ntu88®hen
•Ua de tegenwoordigheid van
a «oa hebben gebracht
f°0lll1?™(i van ons leven,* zeide
J 860 t°°n« »Qoed, maar ik
ht °°b Ternu\.D-adrak .°P wi,,6n ,e8Sen"
*Nso B P'lcbtipgen uit de opdracht ont-
R iJL6 °P 0118 genomen hebben,
rUL* toe>alsof wij ons van
qh tlIJ8en niet naar bebooren
L^burng z?. we' aoo goed zijn, mr.
^°i en 'h i ^eze richting behulpzaam
4 de 6' zeer Söwonscht zijn, dat
rij «.kr dames vergezelt, wan-
4411 n» ^8®n maken. Dat zult gij
*deeien _Vrie"d Bennewitz schriftelijk
jRtruida was
- gevfQ.J.'""' gndurende dit gesprek zeer
0P®6rlti 6n m6ermalen zweefde haar
of jjj °P de tong. Zij wilde vra-
'<t!' 0>ïn krtr- eene geT8Dgene was
f fl,ea kon, dat zij iets
k" zy aan had. Maar zij zweeg,
ï»6* 4 ®aken B' ard°or de zaak slechts
0|#*Utidi»i. jD °®dat onder den drang
een besluit in haar
seer
heeft wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te
geven, ten einde alle gerechtelijke vervol
gingen welke uit nalatigheid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 28 Juli 1894.
Het Hoofd a. i. van het Plaatselijk Be
stuur voornoemd,
W. A. HAZEU, Weth.
Burgemeester en Wethouders vau Scha
gen Gezien art. 76 van de politieveror
dening dier gemeente brengen bij deze
ter algemeene kennis dat vanaf heden
tot en met 20 October a S. de een
den binnen die gemeente opgesloten of
gehokt moeten wordeo.
Nalatigheid is bij de politieverordening
strafbaar gesteld uiet eene boete van ten
hoogste ÏO gulden.
Schagen, 27 Juli 1894.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. A. HAZEU, Weth.
De Secretaris,
DENIJS.
-Thans is OUDKARSPEL in
feestdos, om de feestvierenden op Zon
dag 22 Juli a,s. te ontvangen.
Ofschoon het weder tegenwoordig in
een abnormalen toestand is, zullen wij ho
pen dat op dien dag de zon de feestvie
renden moge bestralen, zoodat het festi
val van den Noord Hollandschen Zangen-
bond, die kosten noch moeitea ontzien
heeft, bekroond mogen worden.
Diverse tenten zijn opgeslagen om de
feestvierenden te outvangen, de zalen van
den hetr Slotemaker zijn allen versierd,
zoodat 't bij aankomst aldaar een treffend
gezicht oplevert; op het Schoolterrein staat
een tent waarin de ruim 200 zangers voor
het publiek eene uitvoering zullen geven,
alsook waar de Kapel van de Nederland-
sche Marine te Den Helder des namiddags
haar Concert zal doen hooren alles is met
rijpte. Maar Felicitas was te veel in beslag
genomen door hetgeen zij opmerkte, dan dat
zij de verwijten, welke toch ook tegen haar
gericht waren, euvel had kunnen duiden.
De oude vrouw mocht harentwege zwetsen,
zooveel zij wilde! Geertruida en Wolf waren
het onderwerp van bare gedachten.
Daar de meisjes bleven zwijgen, verliep
deze scène en eindigde in de voorlering van
een hoofdstuk over vrouwelijke zedelijkheid,
uit het boek van bissebop Morris.
„De onschuldige moet veel dulden," zeide
Felieitas, toen de meisjes zich ter ruste
begaven.
„Hoe zoo?' vroeg Geertruida.
„Gij hebt rendez-voos en ik ontvang
evengoed als u de standjes. Heeft zij hem
dan gezien P Daarvoor was zij mij nu juist
niet woedend genoeg."
„Ik geloof, dat zij hem gezien beeft,
maar niet meer met mij Gelukkig boorden
wij haar naderen, en Wolf verwijderde zich
onmiddellijk. Maar het doet er eigenlijk niets
toe, want de vrjjheid zal nu toch wel tot
bet verleden bebooren.*
„Ik vermoed, dat zij aan oom zal schrij
ven, en wanneer hij ziet, dat gjj bier ook
niet veilig geborgen zjjt, laat hij ons waar
schijnlijk terug komen. Na, het is mij bet-
zeilde. Ik beb bier niets en daar niets."
Geertruida ontkleedde zich niet, maar zat
peinzend voor den spiegel en speelde met
beur baar. Hare houding had iets vreemds
en trok daardoor de aandacht van hare
nicht. De zacbtbeid in Geertruida's ver
schijning en bandelen, bad plaats gemaakt
voor meerdere beslistheid.
„Gij schijnt u zeer christelijk in uw
lot te schikken," zeide Felicitas. „Ik zie,
dat bisschop Morris' leerstellingen invloed
op u hebben gehad. Mrs. Blackburne zal
er zich over verheugen, wanneer zij ziet,
dat gij u verbetert. Gij hebt gelijk ook.
Wat kan bet u ook deren, ot verliest gij
nw aanbiddor, daar gij gemakkelijk een
ander zult krijgen. Dat bewustzijn moet
toch uwe vrome berusting gemakkelijk
maken."
O,* zeide Geertruida, „ik heb mgn plan".
*Ah, en wat is dat veor een plan Wilt
gij u eindelijk laten schaken?'*
Uw eindelijk is goed," zeide Geertruida.
„In ieder geval doet gij wijs, haast te
maken. Wanneer de oude morgen schrijft,
kan biDnen drie dagen een einde gemaakt
worden aan bet geluk, en aan de gelegen
heid om weg te loopen ook. Oom kan te-
leeraieereu en de Blackburnes brengen ons
naar het station of ook wel op de boot."
„Ja, bet moet spoedig gebeuren.
vlaggen versierd.
De gemeentenaren zullen toonen door
het uitsteken hnuner vlaggen prijs te stel
len op een feest, dat de Noord-Hollandsche
ZaDgersbond asn deze g-.meente verschaft,
't is dos te wenschen voor de gemeente,
dat een ieder zooveel mogelijk medewerkt
tot handhaving der orde en geregelden af
loop dezer festiviteit, opdat de vreemde
ling bij het naar huis gaan den indruk
medeneemtOudkarspel weet,koe men feest
vieren moet en kan.' Dat is dan zeker
de krooD op deu onvermoeiden ijver en
vlijt van het Hoofdbestuur van denNoordhol-
landschen Bond van Zangvereenigingen.
Naar aanleiding van een
telegram van den geneeskundigen adjunct
inspecteur te ARNHEM, houdende bericht
dat in de Waal zijn geworpen de uitwerp
selen van een cholera-lijderes, die te Lo-
bith aan boord van het schip Eendracht
overleed, heeft de burgemerster van Nijme
gen de ingezetenen tegen het gebruik van
ongekookt water uit die rivier gewaarschuwd-
en ter kennis van de schippers en de werk
lieden aan de steenovens gebracht, dst zij
zich kosteloos van water uit de gemeente
waterleiding kannen voorzien san de Waal
kade en de Haven.
De bad- en zweminrichting in de Wad
is op last van het gemeentebestuur geslo
ten.
Te BEVERWIJK heeft een
20—jarig meisje D. W. genaamd, een jeug
dig militair, A. H. die met verlof daar
was en met wien zij vroeger verkeerde, op
de Breestraat een fleschje, gevuld met vi
triool, in het gezicht geworpen. Het rech
teroog is geheel weg en het linkeroog is
in ernstige mate beschadigd.
Bij de Wekelijksche Thee
Thomson Verloting is op Woensdag 25
Juli '94 de prijs van f25 ten deel ge
vallen aan Mejuf. A/ings Mauritskade B.
69 Amsterdam, de premie van 5 Kilo
Thee aan den Winkelier den heer C.
Back le v. Swindestraat aldaar.
Te GROOTEBROEK (N.-H.) is
1.1. Zondag nacht een persoon, die ten
gevolge van overmatig gebruik van ster
„Doch niet al te spoedig," merkte Feli
citas op. „Anders kon de ontvoering wel
eens schipbreuk leiden op de ontbrekende
genegenheid van den minnaar. Overmorgen
beginnen de wedrennen in Epsom, en uwe
aanbidder heeft zijne paarden niet zonder
bedoeling naar hier laten komen."
„Zou het rennen voor hem meer waarde
hebben? Overigen» moet ik n opmerken,
dat ik van ontvoering volstrekt niet ge
sproken beb."
„Of bet reonen voor hem meer waarde
bezit Ik herinner mij van nw aanbidder
zelfs nog enkele dagen geleden gehoord te
hebben, dat de prins van Wales hem heeft
uitgenoodigd. Een sportman is een sport
man, en de prins van Wales is de prins
van Wales. Vrouwen zijn er geDoeg, maar
wanneer een man als Wolf SchtStter met
zijne paarden naar de wedrennen komt en
dj toekomstige koning van EngeUnd hem
door eene uitnoodiging onderscheidt, dan is
dat een geval, hetwelk op zicb zelf staat."
„Nu", zeide Geertruida, „ik heb nog een
ander plan, en uwe woorden wil ik ook niet
al te ernstig opnemen, lieve Fe; want som-
tjjds praat gij, als om mij aan te sporen,
en dan weder wanneer ik de bedoeling
bemerk.
„Wordt gij ontstemd. Nu, ik verheug mg,
dat gij zoo rijk in nwe plannen zit. Overi
gens wil ik n volstrekt niet prikkelenmaar
ik ben bereid n te helpen, wanneer gij mij
gebruiken kant."
„Morgen-namiddag zal ik n alles zeggen,
lieve Fe, en ik vertrouw bepaald op uwe
hnlp. Ja, Fe, blijf goed jegens mij, en wees
niet ijverzuchtig. Ik zal ook wel eeos iets
uit liefde voor u doen, en ten slotte hebt
gij er toch het voordeel nog van, wanneer
oom mij onterft."
„Zoo gemeen, als gij denkt, ben ik toch
nog niet,* zeide Felicitas met bevende lip
pen. „En ik geef u den oprecht gemeenden
raad: „verlaat n niet al te veel op nw min
naar. Niet, dat ik u achterdochtig wil maken,
maar voorzichtigheid is altijd goed, en men
moet do mannen nemen zooals zjj zijn, Een
vrouw, van wie zij nog niet zeker zijn. zien
zij met geheel andere oogen aan, dan een
vrouw, die ben geheel onderdanig is. Ten
slotte gaat het met ons immers ook zoo, en
gewoonlijk hebben wij datgene het vurigste
lief, wat wij niet kunnen krijgen. Een ont
voering op tonw te zetten op den dag voor
de Epsom-rennen, wanneer de schaker Wolf
Schrótter heet, noem ik een zeer gewaagde
daad.*
Felicitas zeide, wat zij dacht. Dat paste
in dit geval bij bare geheime hoop
ken drank bewusteloos was, door zijn ze
ker ook niet nuchtere kameraden aan han
den en voeten gebonden en op de tram
baan gelegd. Een gezelschap, dat per rij
tuig naar Enkhnizen huiswaarts keerde,
merkte den man nog bijtijds op, en hielp
hem uit zijnen gevaarlijken toestand.
De politie doet onderzoek.
Men meldt uit TWISK
Eenige dagen geleden vervoegden zich
bij den burgemeester alhier twee perso
nen, van wie de eene zich noemde Kat
tenburg, van Amsterdam. Daar de burge
meester afwezig was begaven zij zich naar
een der wethouders met het doel toestem
ming te vragen tot het honden eener col
lecte voor (zooals een plakkaat op een
door hen meegevoerde bus aanduidde) fde
aardbeviug in Griekenland." Doch ook
den wethouder vonden zij niet thuis. De
predikant, bij wien zij zich daarna aan
meldden om die toestemming, verwees hen,
als onbevoegd om in dezen te bandelen,
natuurlijk naar den anderen wethouder,
wien de zaak te verdacht voorkwam om
zijne toestemming te geven. Daarna heb
ben zij zonder eenig protest tegen die
verdenking de gemeente verlaten.
Zij voerden een stuk bij zich, waarop
o. a. de naam van den burgemeester van
Medemblik met bet wapen dier stad, on
der uitdrukkelijke vermelding, dat dat wa
pen echt was.
Men schrijft uit ENKHUI
ZEN aan de Baarl. Ct.
Vroeger dan gewoonlijk werd dit jaar
met de ansjovisvisscherij een begin ge
maakt, de eerste vischjes werden alhier
reeds den 14n April aangebracht. Aange
moedigd door de aanvankelijk gunstige
resultaten, liepen van hier weldra meer
dan 120 vaartuigen ter visscherij uit. De
vangst heeft echter niet aan de verwach
ting beantwoord; werden in hel begin
dagelijks gemiddeld 10.000 stuks ansjovis
per vaartuig bemachtigd, al spoedig daalde
da vangst tot 2000 stuks en daar beneden
Toch kan 1894, over hel geheel genomen,
niet bepaald tot de slechte jaren worden ge
rekend.
D^or 7 zouterijen werden alhier ruim
dat er nog eenige hinderpaal zich zou opdoen.
Want bij de voorstelling, dat Wolf deze
schooue blocdinue in zijne armen druk
ken en met baar de zeer gewaagde daad der
ontvoering ondernemen zou, was het haar of
giftige pijlspitsen baar in het harte drongen.
Geertruida schreef den volgenden morgen
een briet en deed dien in den zak. Na het
tweede ontbijt was zij eensklaps verdwenen
Mrs. Blacburne was daarover ten hoogste
vertoornd, want zij bad zicb reeds gekleed
om met de beide meisjes te gaan wandelen.
Zij zelve had ook een brief geschreven en
wel aan mijnbeer Gottlieb Bennewitz in Leip-
zig. Dezen bracht zij nn, van Felicitas ver
gezeld naar de post, en sprak onder weg
met steeds klimmendon toorn over Geertrui
da's ongehoorzaamheid en vermetelheid. Deze
toorn wies op den terugtocht naar huis der
mate aan, dat zij nog naar het telegraaf-bn-
reau ging en een telegram afzond Zij maak
te geen geheim van den inhond, doch deel
de dezen aan Felicitas mede. Het telegram
laidde: „Gottlieb Bennewitz, Leipzig. Kom
naar Farnborongh en baal uwe nichten af.
Dringende redenen."
Intnsscben was Geertruida met haastige
tred naar het dorp gegaan en bad zich be
geven naar een kleia huis, dat dicht bij de
kerk stond. Het was de woning van den vi
caris. Met brandende oogen trad zij het huis
binoeu en vernam van de huishoudster, dat
mijnbeer thnis was. Toen zij in het eenvou
dig gemeubileerde studeervertrek van den
vicaris binnentrad, die baar tegemoet kwam,
gevoelde zij dadelijk welke macht zij over
hem bezat. Hij was ten zeerste verheugd en
hare tegenwoordigheid maakte een bizonderen
indrnk op hem. Zijn oogen schitterden en
zijn handdruk was warm, toen bij haar naar
een stoel geleidde.
Zij keek hem vriendelijk en vragend
aan, en hare stem beefde, toen zij zacht
begon: „Ik zeide n eenmaal de reden, waar
om mijne nicht en ik hierheen werden ge
zonden. Veroorloof mij mijnheer de vicaris,
u nog meer daarvan te vertellen i Ik ben
een zwak en hulpeloos meisje en heb uw
raad en hulp noodig."
„Vertel op, verzoek ik u," zeide hg. Een
zacht rood overtoog zijn mannelijk ernstig
gelaat.
„De kwestie is over hem, die aanzoek
deed om mijn hand," zeide Geertruida met
terneder geslagen blik. „Mijn oom wilde ons
engagement verhinderen."
„Dat deeldet gij mij reeds mede, en gij
knooptet daaraan eene beschouwing vast
welke mij, gelijk ik u niet verhelen wil
7000 ankers ansjovis ingezonden; berekend
tegen f 15,75 per anker, bedraagt de waarde
daarvan ruim f 110.000.
Naar schatting bedraagt de totale vangst
op de Zuiderzee ruim 50.000 ankers. Voor
de teelt is de zomer niet gnnstig geweest,
daar de temperatuar van het zeewater voor
de vermenigvuldiging bijna voortdurend te
laag was.
In de Noordzee is door
schipper K. Ree van TERSCHELLING,
eene groote flesch opgevisebt, geheel be
groeid met de bij zeelieden onder den naam
van langhalzen bekende zeedieren, die als
eene tros er omgewonden zijn. De flesch
heeft klaarblijkelijk eenige jaren in zee om
gedreven. Deze zeedieren komen vooral in
den Atlantiscben Oceaan voor. Het geheel
levert eene eiganaardigen, schoonen aanblik
op. De tegenwoordige bezitter, de visch-
hande'.aar Bos, is voornemens het gevonde
ne aan het aquarium in Aitis af te staan.
Te BREUKELEN is een treu
rig ongeluk door hel hemelvuur aangericht.
Woensdagmiddag ging de zoon vanVanBem-
mel met 2 knechts naar het land om te
werken, daar de lucht wel bezet was, maar
er geen bepaalde bui in het gezicht was.
Onverwacht begon het te lichten en vielen
zware donderslagen. Zij werden allen drie ge
troffen door het hemelvuur, de knechts dood
en de zoon licht gewond aan het gezicht
en aan het been. Na eenige oogenhlikken
bewusteloos op den grond te hebben gele
gen, bemerkte hij eerst wat er gebeurd
was. Van een der beide gedoode knechts
waren de kleeren erg gehavend, maar aan
den ander was niets te zien; hij had zijn
gereedschap nog in de hand.
Een ietwat komisch geval
deed zich le HAASTRECHT voor.
Door de IJsel-stoomtram werd een paard
aangeredeD, dat door een 12 jarig jagertje
was vastgebonden aan de rails! Het beest
werd van den weg geslingerd en leek eerst
dood, wat tot groote vreugde van het ja
gertje, dat in zijn angst voor het onweer
een plaats iu zijn schuit had gezocht, niet
het geval bleek te zijn, toen het,
door een hevigen donderslag uit zijn be
zwijming opgeschrikt, eensklaps opsprong
en weer vierkant op zijn beenen stond.
mishaagde."
„Ik weet dat gij mijne weroldscbe gezind
heid afkenrdet. Gij hebt gelijk en ik schaam
de mij later. Tegen mjjn wil was een hato-
lijke gedachte door mij uitgesproken."
„Wanneer men over zulke gedachten be
rouw gevoelt, liggen ze reeds achter ons en
neemt onze ziel een hoogere vlucht."
„Ik hoop het. Wat ik toenmaals zeide, geldt
voor mg niet meer.De aanbidder is mij
nagereisd, hij is in Farnborongh, ik heb hem
gesproken, en ik kan geen acht meer slaan
op den wil van mijn oom."
Had Geertruida den viearis aangezien,
dan zon zij ontwaard hebben, hoe bij ver
bleekte. Doch nn hoorde zij alleen zijn stem,
en de klaDk daarvan scheen vast.
„Daar gij mij zooveel vertrouwen schenkt
mejuffrouw, mag ik u wel vragen, welke
gronden uw oom en voogd voor zijn gedrag
heeft. Wie is die minnaatr, hoe is zijn ka
rakter en welke is zijne positie?*
„Mijn oom is een man van zaken, en van
zijn standpunt heeft hij vooroordeel je
gens elegante heeren."
„Elegante heeren!" riep de vikaris bitter.
„De man, dien ik lief heb, is een sport
man. Hij is hier gekomen voor de Epsom-
rennen," zeide Geertruida gejaagd.
Er volgde een pauze. Geertruida keek op
en bemerkte een pijnlijken trek in het ge
laat van den vicaris.
„Hg woont in Berlijn, heet Wolf Schröt-
ter en behoort tot de voornaamste kringen,
ofschoon bij slechts eeu burgerlijken naam
heeft. Hij staat ook in betrekking tot den
prins van Wales."
De vikaris lachte. Men zon bijna zga
lachen hoonend hebben kannen noe
men, doch het smartelijke er in kreeg de
overhand. Hij stond op, liep naar het ven
ster, keerde toen terug en zeide: „Wat is
uw plan met deze mededeeling?"
„Daar ik hem bemin," zeide Geertrui
da, terwijl zij den vicaris met een vasten,
vurigen blik in haar macht hield, „kan
ik aan zijn aanzoek geen weerstand bie
den. Ik moet alles doen, wat hij wil. Hij
wil mij ontvoeren, omdat hij evengoed als
ik weet, dat mijn oom nimmer zijne toe
stemming zal geven. Maar ik kom tot n,
om n te verzoeken, ons te tronwen, want
ik wil niet met hem gaan, voor wij niet
getrouwd zijn."
„Ah l"
„Ik heb geboord, dat de wetten in En
geland anders zijn dan bij ons. Hier kan
een paar ook zonder toestemming der ou
ders huwen, en wanneer er twee getuigen
bij tegenwoordig zijn geweest, is het hu-