Allllltl liEIIS-, AlKIttllit- LuHiivIla )t Erfiicltti Donderdag 1G Augustus 1394. 38st& jaargang lïo. 2357. Cholera. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekW oensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIES in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5c Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bekendmakingen. hei'kauwende dieren FEUILLETON. Bij het optreden der cholera roepe men spoedig geneeskun dige hulp in. Binnenlandsch Nieuws. Uitgever J. WINKEL Rurean: ICHAOEï» Laan, D 4. Gemeente S c h a g e n. Burgemeester en Wethouders van Scha- SeD ovetwegende de wenschelijkheid dat de verspreiding van mond- en klauwzeer, zoo veel mogelijk, wordt tegengegaan en vee- beslagen vaa anderen niet worden in ge vaar gebracht; Maken bekend: dat, tot nader be richt, op do Veemarkt te Schagen; uit gemeenten waarin besmettelijke ziekte onder de herkauwende dieren voorkomt, alleen worden toegelaten, op vertoon van eene verklaring, niet ouder dan tweemaal vier en twintig uren, afgegeven door den Burgemeester der betrokken gemeente, dal op de hoeve waarvan de aangevoerde die- ten afkomstig zijngeen besmettelijke vee- nekte voorkomt. SCHAGEN, 6 Augustus 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. A. HAZEU, Weth. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Scha genbengen ter kennis van belanghebben den 1°. dat ter bestrijding der verspreiding van het mond- en klauwzeer, tot nader bericht, de herkauwende dieren te S c h a- g e n ter markt gebracht wordende, vóór de ze aldaar worden toegelaten, zullen moe- teD worden gekeurd, door daartoe aange wezen deskundigen, en dat de dieren, ge zond bevonden wordende ten bewijze daar van zullen worden voorzien van een ken- teeken, zijnde een Stempel, waarin de let ter S., aangebracht met roode menie; 2. dat die keuringen voorloopig zullen plaats hebben op de volgende plaatsen a. op de Hoogezijde ter hoogte van het Noord-Hollandsch Koffiehuis; b. aan den ingang der Heerenstraat, hoek Rensgas; 3. dat de eigenaars van vee, zich in de kom der gemeente op de stallen of in de weide bevindende, dit wanneer zij het ter markt willen brengen, mede vooraf op de vcor hen naastbijzijnde plaats ter keuring zullen moeten aanbieden. Schagen, 6 Augustus 1894. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. A. HAZEU, Weth. De Secretaris, DENIJS. De Burgemeester der gemeente Schagen; Overwegende, dat zich gevallen van aziatische cholera hebben voorgedaan in de aangrenzende gemeente BARSINGER- HOBN en ook te BROEK OP LANGE- DIJK, en dat de mogelijkheid van uit breiding dier ziekte niet is uitgesloten Acht zich met het oog op het dreigend gevaar verplicht, den ingezetenen eenige wenken te geveD, die, naar het oordeel van deskundigen, kunnen bijdragen tot af wending van die gevreesde ziekte en tot wering harer uitbreiding en gevolgen. Als goede voorzorgsmaatregelen zijn aan te bevelen le Matige leefwijze, geen misbruik van sterken drank 2e. Het drinkwater, de melk en ook de groenten niet anders dan gekookt te nuttigen 3e. Het niet gebruiken van verkoelende dranken en onrijpe vruchten, alspereD, appelen, pruimen, komkommers, enz, 4e. Het zindelijk houden van huis, huisraad eu al wat met oen mensch in aanraking komt. 5e. Het meermalen zuiveren en ontsmet ten van privaten en rioolen, met carbol of andere ontsmettingsmiddelen. 6. Het opruimen van mestvaalten, alval van vuiluis uit de nabijheid van bewoon de huizen. Ter voorkoming van besmetting wordt het volgende aanbevolen. le. Het drinken van weinig water, het water moet eerst gefiltreerd, daarna ge kookt worden. Roman van August Niemann. 18 „Cammillo," zeide Wolf twee dagen later toen hij mijnheer von Winowsky in Hoppegar- ten trof, „boe denkt gij over zelfmoord.' Mijnheer Winowsky stond tegeo het buffet jn de eetkamer van het vrijgezellenhuis te wanen; Wolf had zich tegenoverover hem in een leuningstoel geworpen. Von Winowsky ant- woorde niet, hij zag alleen zijn vriend in het gelaat, en het schoen, dat deze de reis naar Engeland zeer slecht bekomen was. Wolfs bewegingen waren nerveus, zijn gelaat over spannen, de oogen blikten onrustig rond en flikkerden als die van een koortslijder. Ook Wolf scheen geen antwoord verwacht te hebben, want hij ging als in zichzelf 'oort: „Wat men al zoo dikwijls over den zelfmoord gezegd heeft, dat het moed was, flet heeft mij nooit recht willen bevallen. Ik geloof, dat somwijlen in het leven gevallen Toorkomen, die ons zoo vernietigen, dat *3 ons zelfvertrouwen verliezen en geen °t kruit meer waard zijn.* .Dat is ook in 't geheel niet nieuw,' zeide inowsky. „Vertel mij liever van den prins 111 Wales, die, zooals de berichten waren, «eer met u ingenomen scheen te zijn.' »Jk meen,* vervolgde Wolf op moeden toon, dea natuur den zelfmoord wel veroorlo- eD «al, wanneer zij niet een middel ter on- genezing aangeven kan.' m'd!)6 ze^moord is zekerlijk eec krachtig Adel. Daarna gevoelt men geen lijden C6'i4 «eide Camillo op spottende toon. d 'v kan gebeuren, dat een man een begaat, die hij zichzelf niet vergo- n kan, mijn vriend. Komt hij er toe, zich- 'e verachten, zoo deugt hij nergens t 10ür- Othello had gelijk, dat hij zicb- doodde. Zijn grenzelooze domheid nood- Wo H er..kem ,oe> en w#t zou er van ge uten zijo, wanneer hij zich over Desdemo- na getrcost had?' ifin gil «dl jaloezie, ook een zekere «5 a° omgebracht?' licht L6n Csmin'llo, de zaak is anders, wel- Gm *a' w''der, doch altijd nog erg genoeg ik weerzinnig te maktn, wanneer 9 niet voor den kep schiet.' "«erna vertelde hij de geheele geschiede nis en verlichtte daardoor zijn hart „Om een kleinigheid, een bagatel, een niets, mijn vriend,' zoo besloot hij, „beb ik als een dwaas kind den scboonsten prijs ver loren doen gaan. Dat verdient den dood, en ik was in staat mij zelf eerst af te ranse len, voordat ik mij voor den kop schoot.' Wolf brak in een wild lachen uit. Zijn vriend Winowsky kende hem evenwel en wist hoe hij met hem handelen moest. Het bespreken van deze zaak met Winows ky bracht Wolf zoover, dat bij besloot, het meer van practische zijde te beschouwen, en op grood der trouwdocmentenj sich weer in het bezit van zijn vrouw te stellen. De vrienden hadden meer dan eens be sproken, of het ook goed zon zijn, dat Wolf zich met Geertruida, die weder bij oom Ben- newitz in Leipzig was, zon trachten te ver- zoenon. Maar deze toenadering kon bezwaar lijk geschieden, was tijdroovend en ging naar Wolfs idee van te langzaam. Het moest buigen of breken. Hij zou zich heer eu mees ter tooneu. De boekhouder Wegelin zat kalm en be daard, zooals dat zijne gewoonte was, aan zijn less naar in het kantoor van Gottlieb Bennewitz en doorlas de correspondentie, die hij diarna zjjn chef voorleggen wilde. Maar bij zijn arbeid drongen gedachten zich aan hem op, die hem zoo in beslag namen, dat het lezen der zaakbrieven er geheel door achterwege bleef. Hij geleek op bet wilde dier, dat op de jacht verwond,zijn smarten pijn met zich omdraagt en dikwijls met brandende oogen den bals dreait, om de plaats te lekken waar de kogel gewond hee t. Hem zat de wond in het harte. Wat moest het beteekenen, dat Geertruida en Felicitas zoo spoedig van Engeland terug gehaald wa ren Waarom had Geertruida zulke bleeke wangen, en zulk een starende blik, in baar anders zoo schitterende oogen? Wat moest hij denken van het dikwijls zco vroolijke ge laat der andere nicht? Heer Wegelin ver keerde als secretaris der particuliere zaken, zoo dikwijls met de familie, dat hij datalies zeer gemakkehik kon opmerken. Maar het berouwde bem 'dikwijls, dat hij deze plaats innam. Docb hij had zich tot dat alles laten cr-bruiken, alleen om Geertruida te zien, hij bad alles gedaan en met een eindeloos ge duld de grillige nukken der jonge dames ver dragen. Ongelokkige positie, die hij zichzelf gew-onscht en dan weder vervloekt bad! On zalige, boplooze liefde. Heer Wegelin schikte de brieven in twee deeieu. De eene was groot en omiatte de correspondentie der zaak, de andere Was klein 2e. Afzondering dar lijders uit de samen leving en verpleging in barakken of daar toe ingerichte huizen. 3e. Ontsmetting van alle uitwerpselen van choleraiijders en vaa alle voorwerpen, die met chuleralijders in aanrakiug zijn ge weest. 4. Ontsmetting van privaten, riolen en andere uitloozingskanalen. Voor het zuiveren en ontsmetten van privaten, riolen, enz. bedoeld bij punt 5 hiervoren gemeld, neme men 5 deelen carbol op 100 deelen water. De Burgemeester vertrouwt, dat de in gezetenen van het gewicht der zaak door droegen, zich zullen beijveren naar deze voorschriften te handelen, en dat een ieder voor zooveel in zijn vermogen is, zal medewerken tot afwending van de ge melde ziekte en wanneer zij onveihoopt in ons land epidemisch mocht verschij nen tot wering harer uitbreiding en gevolgen. Schagen, den 14 Augustus 1894, De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Uitde Noordzee zijn aan het Noorderstrand vanTEXEL vele vuren platen en eene flinke partij ribhout van diverse afmeting aangespoeld. Al dit hout vermoedelijk van een of meer verloren dek lasten van schepen afkomstig was onge merkt. De breedte en dikte der platen ver schilden van 4 X 11 en 2 X 11. Alles is onder het beheer der strand vonderij gesteld. Binnengeloopen visschers deelden mede, dat zij ook eene bruinge- verfde omgeslagen seheepsboot hadden zien drijveD, die ten gevolge der holle zee niet geborgen had kunnen worden. De ziekte onder deaardap- pelen op den zwaren grond te TEXEL, breidt zich sinds eenige dagen zeer uit. Onder de late soorten op de zandgron den schijnt nog geen onrrad te schuilen hij was van particulieren aard. De eerste had hij te openen en den korten inhoud ervan mee te deelen, de anderen moest hij onge opend ter hand stellen. Maar toen hij aan, het schiften waB, viel hem onder de brieven, die persoonlijk aan den heer Bennewitz ge adresseerd waren, een groot eo zwaarlijvig couvert uit Berlijn op, waarop dubbele port was geplakt en dat aangetoekend geworden was. Het trok te meer zijn aandacht, wijl hem het handschrift bekend voorkwam. Ja, dat was dezelfde hand, een kalm en groot met violetkleurige inkt goscbreven a- dres, die bij op den brief gezien had, wiens inhoud telkens voor Felictas bestemd geweest was. Haastig scheurde hij het couvert los en zijn gelaat werd doodsbleek, zweetdroppe- len kwamen hem op bet voorhoofd en hij ademde mefmoeite. Hij zag ter sluiks om, of niet een der andere klerken hem bespiedde, en ondersteunde met beide banden zijn hootd om zijn gelaat te bedekken. De brief was van Wolf Scbrötter en deel de mede, dat in Farnbonrongh Geertruida en hij getrouwd waren. Hij beriep zich op het bij gaande afschrift der trouwakte. Wolf stelde het den oom en voogd van Geertrui da voor, dat een misverstand de persoonlij ke vereeniging van man en vrouw vorhin- derd had, maar dat het huwelijk geldig, eu zijn verlangen naar zijn vrouw gerechtigd, was. Hij verlangde dat Geertruida aau hem afgestaan zou worden, sprak de hoop uit, dat dit iu vrede zou geschieden, maar gaf tevens te kennen, dat hij het gerecht te hulp zou nemen, zoo aan zjjn billijk verlangen niet werd voldaan. Nadat heer Wegelin den brief en het af schrift meermalen doorgelezen had, nam bij de papieren te zamen en schoof ze in zijn borstzak. Hij wilde ze Geertruida toonen en dan doen, wat de gebiedster van zijn hart bevelen zou. Toen hij opstond, moest hij zich aan den lessenaar vastbonden om niet neer te vallen. Maar hij verzamelde al zjjn geestkracht en begat zich naar de kamer der jonge dames. 11 jj klopte aan, hij had bet goede tjjdstip ge kozen, want Geertruida was alteen. Zij lag in een gemakkelijken stoel met een lijdende uitdrukking op baar gelaat; zjj ver hief zich niet, toen beer Wegelin binnen trad. Hjj was immers een vertrouwde be diende. Heer Wegelin vond baar ladend en melancholiek, hare oogen waren door donkere schaduwen omgeven. Hjj naderde baar met de gedjebte, het bericht op kul men toon mede tedeelen, wat Wil echte,r de oogst van dat late soort ge- lukken, dan is aanhoudend droog weer zeer gewenscht. Ook de peul- en zaad vruchten kannen niet geoogst worden, zoolang de regens zoo buitengewoon mild blijven vloei en. Onder het graan komt reeds hier en daar een deel voor, dat door het water heeft geleden. Maandag had op TEXEL de verkiezing plaats voor een lid van de ge meenteraad. Van de 580 kiezers kweten er zich slechts 147 van hun burgerplicht. De mees te stemmen, verkregen, de heeren W. C. Reij, die er 63 bekwam, en C. Th. Zijm, die er 47 verkreeg. De overige stemmen waren over 13 personen verdeeld. Tussehen genoemde heeren zal dus her stemming moeten plaats vinden. Voor het hevig onweder, dat laatst woedde beangst, heeft de vrouw van ecu werkman onder ZEVENHUIZEN, Gr., die zich voor den hooioogst in het veld bevond en daar den nacht overbleef, zich naar hare buurvrouw willen begeven, die op nog geen vijf minuten afstands woont. Zij nam hare drie kinderen mede. Door het felle bliksemlicht misleid, naar men vermoedt, is zij in het kanaal langs den weg geloopen. In het holle van den nacht het moet ongeveer 3 uur zijn geweest beeft niemand haar hulpgeroep kunnen hooren. Toen de morgen aanbrak, zag men het oudste kind schreiend aan den wal zitten en klagen: moeke ligt in 't diep#. Men vond kort daarna de lijken van de moe der en de twee kinderenhet jongste had de mosder nog in den arm. De vrouw van den spoor wegarbeider B. te WESTERBLOKKER had omstreeks twee maanden geleden met haar drie kinderen de echtelijke woning verlaten B. trok zich dtze huiselijke ramp zoo aan, dat hij zich nabij Hoorn verdronk. Het meisje te Broek in Wa terland, dat eenige dagen stom was na het inslaan van den bliksem in hare woning, heeft de spraak teruggekregen. ging hem de liefdes aangelegenheid oener Godin aam Hjj wilde slechts baar gehoor zame dienaar zjjn. Maar toen bjj dicht voor haar stonden hare nabjjheid hare uitwerking deed gevoelen, verliet bem alle kracht en kalmte en stortte hjj steunend voor haar op de kuieëD. Zij eohtor zag hem toornig aan, verhief zich, zoodat zjj rechtop zat, en vroeg, wat hjj wilde. Daar stond hjj op, trok zjjn brief uit den zak, en zeide „lk beb dozeu brief onrecht matig geopend, omdat ik bet bandschrift her kende. Lees hem en zeg mjj wat er mede gebeuren moet.' Geertruida nam den brief en las. Purper rood werden bare waDgen Zjj ademde zwaar. „Die brief die brief zeide zjj. „O, God, wanneer oom hem ziet.' „Dus zal ik hem doen verdwjjnen?' vroog bjj. „Ja! Neen! Wat zou het helpen? Wan neer er geen antwoord volgt, komt er een nieuwe brief, of de schrijver zelf. O, hoe oogelukkig ben ik.' Heer Wegelin aanschouwde als beschon ken Geertruida's ontroering. Nog nooit gelooide hjj haar zoo schoon gezien ie heb ben en de gedachte, dat hij een geheim met haar deelde, haar wellicht helpen kon, deed zjjn ziel gloeien van verruk king. „Het was een geheim huweljjk, te gen den wil van uw oom,' zeide hjj. „Ja, dat was het. O mjjn God, in welk een geval bevind ik mjj.' „Eu kan ik u niet helpen Welk misver stand bedoelt deze heer?' „Ik kan het u nist zeggenO, het is ellendigNiemand verstaat mjj, niemand kan mjj helpen. Wat moet ik doen?' „Hebt gjj dezen man liet.' „Ik weet het niet, bjj heeft mjjn trots beleedigd. Daarom heb ik hem verlaten. Ik weet niet of hjj mij lief heeft. Niemand heeft mjj liefook Felicitas kan ik niet ver trouwen. Wat moet ik doen?' Geertruida wrong zich de handen,en bedekte toen haar gelaat. Daar voelde zij zich door een paar ster ke armen omvat, en toen zjj zich losruk ken wilde, vatten de armen baar vaster. Zjj zag op en staarde ia Wegeün's vlammende oogen. „Ik heb u liet, ik ben uw slaaf," fluis terde -hjj. Geertruida was, sedert sjj Wolfs huis ver laten had, ten prooi geweest aan de meest Te VEENDAM werd in het R. K armhuis verpleegd een grijsaar I, Banus. Ziekelijk zijnde, verzocht hij in zijne on- derkleeren begraven te worden, en dit verzoek werd toegestaan. Toen hij over leden was, onderzochten een paar broeders der Vincentius-vereeniging zijne kleeren en vonden daarin ruim f 96 aan rijksdaal ders, guldens, kwartjes en halve stuiver stukken, welk geld hij dus in het graf had willen meenemen. Zondagavond te 6 uur gaf de Koekamp te 's GRAVENHAGE een worstelstrijd tussehen een mensch en een hert te zien. Bij het toedienen van voeder aan de viervoetige bewoners van den Hertenkamp werd de boschwachter door een dezer dieien met het gewei ge grepen en ter aarde geworpen. Zegevierezd ging toen het hert op zijn prooi liggen, zoodanig dat de boschwachter zich nauwe lijks bewegen kou. Twee wandelaars in het boscb, door ren heer te hulp geroe pen, klommen over bet hek en trachtten den aangevallene uit zijn benauwden toe stand te redden. Zij slaagden daarin door dien de een het beest bij de hoorns en de ander het bij de pooten trok. Aangezien dit hert gelijk kunststukje reeds vroeger uithaalde, zal het dier ver moedelijk ter dood veroordeeld worden. In opgewonden toestand. Zondagnacht tegen half drie werden de bewoners van den Amsteldijk uit den slaap gewekt door een angstgeschrei, dat tot ver in de nabijliggende straten weer klonk. Een tweetal dames, zusters, waren op dat ongewone uur in opgewonden toestand aan het wandelen geweest, en een der da mes was in haar opgewondenheid in den Amstel gesprongen. Esnige minuten bleef zij op haar klee ding drijven, maar langzaam dreef zij af, en toen haar kleeren geheel doorweekt wa ren, zonk de wauhojiige, zoodat zelfs de plaats niet te zien was, waar zij lag. Op het gegil der zuster kwamen vele visschers eu een politieagent aangesneld. De laatste wist na vele vergeefsche pogin. gen de drenkelinge met zijn dreg te be. verschillende gevoelens. Felicitas bad haar met redeceeren in het nauw gedreven, haar trots en bare liefde badden in Laar hart een hevigen strijd gevoerd. Wat echter al les overtrof, was het vurige verlan- hen naar den man, die zij verlaten had. In slaaplooze nachten stond zijn beeld ▼oor haar, en zij strekte de armen uit, als om hem te omvatten. Nu had deze brief haar als een donderslag getroffen; zij was ontroerd, verheugd en beaDg^t tegelijk. Ver- beagd, wijl bj naar baar verlangde, maar tegelijk bevreesd voor oom en ingrijpende gebeurtenissen. Tegelijk fluisterde haar een geheime stem toe, die zijn oorsprong vond iu de waarschuwingen van den vicaris en de spotternijen van Felicitas, dat bij ba«r alleen uit trots bij zieh begeerde, dat zij ne liefde niet waarachtig gemeend was. Zoo riep zij in vollen ernst uit, dat niemand haar liefhad. Toen zij daarop Wegelin's blikken waar uit de liefde sprak, aanschoawde, gaf zij voor een oogenbiik toe, en gevoeld.) eene verlichting. Ja, hier was een vertrouwde vriend, die haar helpen wilde. Hare zinnen geraakten verward en zij geloofde voor een oogenbiik, dat Wolf haar omarmde. Hulpeloos en toegevend, duldde zij do omar ming en zijne vurige kussen, die zij op hare lippen voride. Maar slechts weinige seconde duurde de ze verdooving. Zij drong den boekhouder te rug, en tegelijk zonk hjj op zijne knieen ne der en verhief smeekend de handeD, als bid dend om vergiffenis. „Hoe wilt gij mij helpen?' „Ach, uwe liefde beeft voor mij nut." Hij lachte woest. „Ik ben slechts een worm, ik." „Deze brief moet overgegeven zeide zij, „en ik moet verdrageu, wat er uit voortkomen moge.' „Gij zult het gaarne verdragen, wanneer gij aan uwen echtgenoot wordt wederge geven.' „Ga, mijnheer Wegelin, verlaat mij,'sprak Geertruida. „En de brief?' „Geef hem aan mijn oom. Het is nergens nuttig voor, hem terzijde te leggen. Ik wil u ook niet tot verzaking van uwen plicht ver leiden.' „Ik doe, wat gij beveelt,' sprak hjj met ge bogen hoofd. „Ga dan Reen, houdt u hier dan niet langer op. Mijne nicht kan dadelijk bier ko- vroeg zy niets geen dat weet wordsn,'

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1