AllGlül Nieuws-, AtmtÊlÜG- L ilai. LOTING )t Irfiitllei De Fi Zondag 30 September 1894. 38ste Jaargang Ho. 2870. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eeretuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL. Bureau: 8CHAGEH1, liaan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60, Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25; iedere regel meer öct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Gemeente 8 c h a g e n. Bekendmakingen. Eerste Kennisgeving. Nationale Militie. FEUILLETON. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente 8GHAGEN, brengt bij deze ler kennis van de ingezetenen dier gemeente, dat bet kohier No. 2 voor de belasting op het personeet, dienstjaar 1894 1895 op den 21 dezer door den Heer Directeur der Directe Belastingen in de Provincie Noord-Holland is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der di recte belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaand op de vol doening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke ver volgingen welke uit nalatigheid zouden vooitvloeien, te ontgaan. Schagen, den 27 September 1894. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, S. BERMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente SCHAGEN, brengen ter vol doening aan het tweede gedeelte van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 (Staatsblad No. 72), voor de eerste maal ter kennisse van de belanghebbenden, dat de loting van de in 1894 voor de Nationale Militie inge schrevenen, oveieenkomstig de ontvangene aanschrijving van Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer Provincie, dato Roman van August Niemann. 31 VERVOLG. „Ik zet een kopje meer gereed," zeide Felicitas, toen zij s'avonds de theetafel ge reed zette, .omdat mijnheer Wegelin ons een visite komt brengen." Geertruida iloeg den blik op, en Felici tas ontdekte, dat Geertruida's gelaat bij de- ae mededeeling eene onaangename verras- 8'ng, ja zelfs vrees verried. ,Hebt gij er iets op tegen vroeg *9- Geertruida trok den shawl, dien zij se dert eenige dagen in huis droeg, vaster zich, alsof zij van koude huiverde, ua&r zij antwoordde niet. Zij keek naar de toeetafel, waarop het kamermeisje Betty, ten menigte spijzen bad gereed gezet. .Hebt gij er iets op tegen?*, vroeg Fe- hcitas nog eens. >Wanneer gij behoefte hebt aan gezel schap, dan wil ik u zulks niet beletten," z®tde Geertruida op bitsen toon. .Maar dan **1 ik mijn thee alleen drinken." «Maar Geertruida I" ilk houd niet van gezelschap I* •Alleen niet van dat van mijnheer We gelin Of van geen enkel f «Gij martelt mij. Wanneer ik zeg, dat to geen gezelschap verlang, dan begrijpt gij ttii zeer goed." Felicitas begreep, dat hare nicht zenuw- Jthtig en overspannen was, en zg overleg- wat zij du doen zou. Kou zij mijnheer egelin nu weder belet geven Masr in j geval moest Geertruida ontzien wor- ®°- Toch had zij zoo gaarne nagegaan, hoe ®ertruida ziob in het gezelschap van den Joekhooder zon gedragen. Zij had hare re- ®nen hiervoor, welke zij nog aan niemand •^d medegedeeld. aarkwam Betty binnen en bracht een ^n®je. Mijnheer Wegelin schreef, dat hij om «rontschuldiging verzocht, dat hij zijne be- ®n niet kon nakomeD, maar er waren 5 September 1894 No. 8/2096 M. S., zal plaats hebben op den 17en October a. s. des voormiddags ten 91/, ure, teil Raad- huize dezer gemeente, en worden zij, wel ke daaraan moeten Jdeelnemen gelast, om op den bepaalden tijd aldaar, tot dat ein de aanwezig te zijn, of, bij verhindering, zich aldaar door hun vader, moedor of voogd te doen vertegenwoordigen, Alsmede dat, overeenkomstig Att, 84 van gemelde Wet, dadelijk na de trek king van het Nummer, de redenen van vrijstelling, welke de Iugeschrevene mocht hebben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen wegens BROEDER- DIENST ol op grond van te zijn EENI GE WETTIGE ZOON, zal hij op Vrijdag den 19en October des voormiddags ten 10 ure, in het Ge meentehuis moeten verschijnen, verge zeld van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de vereischte getuigenis kunnen af leggen en het aldaar op te maken getuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aanspraak maakt op vrijstelling wegens BROEDERDIENST, zal hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte-acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in leven zijnde broe ders, alsmede van de zakboekjes of paspoorten van gediend hebbende broeders. Bij overlegging van laatstgenoemde stuk ken zullen door den Burgemeester bij den Kommandant van het korps, waarbij zijn broeders dienen of gediend bebben, wor den aangevraagd de bewijzen van wer- kelijken dienst of een uittreksel uit bet Stamboek. Schagen, den 28 September 1894, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. jj, wu ua&ntiioU) tiitiai 1 ven .aTondpo8t nog zeer gewichtige brie- ttedegekomen, welke bij nog heden moest "rotwoorden. 9 las bet briefje luid voor.Geertruida baal- l'!1®*' adem en baar gelaat helderde een Op. Zjj lag op de sofa, haalde een étui uit baar sak en speelde met een ring, welke aan een gouden ketting hing. Het was de trouwring, welken zij van Wolf gekregen had, en waarvoor zy een kettink je gekocht had, om hem des racbts om haar hals te hangen, maar over dag droeg zij hem in haar sak. Felicitas sloeg dit spel gade en dacht er over na. Doctor Fisoher, de huisarts der familie, kwam den volgenden morgen, en Felicitas liet hem met Geertruida alleen, die scheen te gelooven, dat de doctor uit eigeu beweging was gekomen. Later evenwel ging hij naar Felicitas, om haar dea uitslag van zgn be zoek te berichten. „Gij bet gelijk, mejuffrouw," zeide hij. «Het geval is niet licht te noe men." Dokter Fischer kende de jonge dame se dert jaren. De onde Bennewitz had zich altijd over een goede gezondheid mogen verheugen, maar tocb, sedert hij rijk ge worden was, had hij den arts regelmatige bezoeken laten afleggen, om zijne gezond heid goed te laten bewaken. Én dan had dokter Fischer ook telkens de nichten ont moet, die nooit eenig gebruik van zijn me dische kunst hadden gemaakt, terwijl hij den ouden heer opkweekte met een dosi medicijnen evenredig aan zijn jaarlijks ho norarium. Dr. Fischer was een oude heer, welwillend en met een scherpen blik- «Mijn lieve juffrouw," zeide hij met ern stig gelaat," om den toestand uwer nicht goed te beoordeelen, moeten wij in oogen- schouw nemen, dat ziekten in den regel ont staan door buitengewone oorzaken, als ont steking, verkoudheid, slecht dieet en derge- lijken.en dan tegelijk met het lichsam ook de ziel aantasten; maar dat ook aan den anderen kant gevallen voorkomen, dat bet gansche organisme door een zielelijden in de war wordt gebracht, en dat schijnt mg hier het geval te sgn." Het zou geen wonder zgn," zeide reli- citas ,Na alles wat wij beleefd hebben, verwonder ik mij, dat ik nog mijne vgf zin- nen heb." Ja ziet ge, het is ernstig," zeide de de "arts «Ik beb het genoegen, de jongeda mes sedert langen tijd te kennen, en gij zijt mg bcideD, als toonbeelden van gezondheid en schoonheid „Wat ik u bidden mag t" viel Felicitas in De arts lachte. „Schoonheid is het natunrlgke gevolg van De rede, waarmedi de Minister van Financiën de Staatsbegrooting voor 1895 heeft aangeboden, is een zonderling stuk. Het bespreekt een vrij bedenkelijken fi- nanciëelen toestand met een luchthartig heid, die zonderling afsteekt bij de zwaar tillendheid, waarmede de heer Sprenger van Eyk het doen en laten van den heer Pierson gadesloeg, en het laat nagenoeg al de financiëele plannen des tegenwoordi- gen Ministers met den sluier der toekomst bedekt. Deze opvatting is vrij algemeen en wij zien dus geen reden haar uitvoerig te rechtvaardigen, te minder, daar wij en kele bijzondere punten te bespreken heb ben, die op zichzelf, voldoende onze al- gemeene uitspraak rechtvaardigen. Wat bij de lezing van dit merkwaar dig staatsstuk in de eerste plaats onze aandacht trok, was de mededeeling, dat er een regularisatiewet noodig is voor een bedrag van niet minder dan f 1.400.000, dat van 18881893 als gevolg van, of in verband met de verlenging van den diensttijd bij de Nationale Militie, voor de aanschaffing van kleeding en uitrusting meer uitgegeven is dan bij de begrooting is toegestaan, en tevens meer dan in de rekeningen is opgenomen. Dat staat daar, alsof het de meest eenvoudige en natuurlijke zaak van de wereld is, die geen woord tot toelichting of opheldering noodig heeft. En toch is zij,zooals zij zich, nu zonder nadere ophel dering, aan ons voordoet, ten eenenmale onverklaarbaar. Men bedenke welhet geldt niet slechts het overschrijden van een begrootings- post, ofschoon ook dit, als het zes jaren achtereen bij eenzelfden post voorkomt, al zeer bedenkelijk zou zijn neen do uitgegeven gelden zijn ook niet in, de rekeningen opgenomen. Men heeft die tekor ten laten oploopen en niet verantwoord, omdat Ja, waarom Dit is het gezondheid," zeide hg. „Wat ik du over juffrouw Geertruida te zeggen heb, en wat mij zoo ongernst maakt is dat zij niet nerveus is in den gewonen zin van het woord." «En hoe dan %Wel nerveus, maar op een bijzondere manier. Met de gewone middelen, lnobt-ver- andering, baden of iets dergelijks, kunnen wij uwe nicht niet genezen." „Lucht-verandering is ook niet mogelijk, gij weet, in welk geval wij verkeeren. De politie zal ons niet veroorloven af te rei zen." De arts schudde het boofd, trok de weuk- brauweu op en zuchtte. „Ja," zeide hij, „ik geloof juist dat deze el lendige dingen Geertruida's gezondheid in de war gebracht hebben." „Eu waarom niet de mijne?" „Gjj zijt sterker, juffrouw Lotk, óf, uwo nicht heeft meer grond zich de zaken aan te trekken. Ik heb den indruk gekregen, alof zij een geheim verbergt. En du keeren hare gedachten altijd tot hetzelfde punt te rug. En eveneens als een gestadige drop den steen uitholt, zoo brengt een telkens temgkeerende gedachte h9t zieleleven en ook eveneens onze gezondheid in de war." „Gy kent onze omstandigheden, heer dok ter, en kant daarom gemakkelijk zulk eeu besluit nemen, maar wat bedoelt gg met dat geheim?" De arts schudde het hoofd heen en we der. „Ik heb gelegeoheid gehad, personen met verstoord verstandsvermogen gade te slaan, grondig en goed, gade te slaan. De nerveus heid, laten wij dit woord er v#or gebmiken, ontstaat op verschillende manieren, maar niet onregelmatig. Ik bedoel daarmede dat zekere storingen ook dezellde soort gevol gen moeten bebben. En juffrouw Geertruida toont op duidelijke wijs, dien gemoedstoestand van eeo menscb aan, die onder iets gedrukt gaat, dat zij geheim houden moet of wil'* „Gij gelooft dus, dat mijn nicht van den moord meer weet of hem zelf begaan heeft „Halt!" zeide de arts opgewonden. «Gij vervolgt te snel I" „Wanneer het gerecht zulks denkt, waar om zal ik het dan niet mogen doen Gij weet zonder twijfel, hoe het onderzoek bier aan huis geweest is en welke antwoorden Geertruida geseven heeft." „Neem me niet kwalijk," antwoordde de arts. «Ik wil daarover niet spreken, maar mg alleeD bemoeien met betgeen mg aan meest raadselachtige in de geschiedenis. Een redelijk, aannemelijk doel voor deze handeling is niet te bedenken Maar wel zeker is het, dat, geheel gezwegen van het budgetrecht der Vertegenwoor diging, een goed beheer van 'slands geld middelen niet mogeljjk is als zulke din gen gebeuren. Gevraagd ishoe het komt, dat onze anders zoo minutieuse Rekenkamer deze flater niet ontdekt heeft. Maar men ver geet, dat deze flater slechts te ontdek ken zou zijn geweest door kasopneming, omdat daardoor alleen had kunnen blij ken, dat er meer uitgegeven dan verant woord is. Doch zoover ons bekend is, hebben zulke kasopnemingen niet plaats en wij betwijfelen, of zij uitvoerbaar zou den zijn hoezeer het nut ervan niet te ont kennen is.Er schijnt in dit opzicht wel eene leemte in het toezicht op de verant woording van 's lands uitgaven te bestaan. De tijd om daarover eene meening uit te spreken, zal echter eerst gekomen zijn, als het licht zal ontstoken wezen, dat de Minister van Financiën der natie nu nog onthouden heeft. Wij kunnen thans alleen onze verbazing uitdrukken, dat een Mi nister van Financiën zulk een zaak zoo koel opneemt. Leverde Oorlog alzoo uit het verlede- ne eene onaangename verrassing, ook voor de toekomst is dit het geval. De mededeeling, dat er 91/, millioen besteed moet worden voor betere bewa pening van zee- en landmacht, wekte in de Kamer „sensatie", is gemeld. Wij gelooven het gaarne. Maar nog meer sensatie moet, dunkt ons, in den lande maken de daaraan toe gevoegde mededeeling, dat het niet lan ger dan twintig jaren zal duren, eer wij weder voor zulk eene uitgave zullen staanEn daarom wil de Minister de uitgave over twintig jaren verdeelen en zal voor dit onderwerp jaarlijks /640.000 uit de gewone middelen moeten genomen worden, met het vooruitzicht, dat over twintig jaren een soortgelijke maatregel opnieuw een dergelijk offer zal komen vergen. gaat. Ik ben bier slechts arts, die alleen oogan mag hebben voor de gezondheid zijuer patiënte." „Maar gij bracht toch het geprek op de oorzaak van Geertruida's lijden." Dat is iets aDders. Overigens blijf ik ook daarbjj; zonder de oorzaak weg te denken, kunnen wij die fatale geschiedenis niet tegen gaan. Kannen wij het idéi-tixe ol de oor zaak van haar lijden Dief opsporen, dan kunnen wij haar nerveusheid niet verbete ren, en ik vrees dat haar toestand nog ver ergeren zal, zoo nieuwe, ingrijpender ge beurtenissen mochten plaats grijpen." „En wat meent gij Zonden haar geest vermogens ernstig gestoord worden, zal zg volslagen gek worden „Dat geloof ik niet," antwoordde de arts. „Maar ik vrees toch, en het schijnt mij reeds nu zoo toe, als of het geestelgk leven, een lichamelijk lijden na zich zal slepen. Zij is van een fijngevoelige natnur." „Ziet gg dit lijden als bedenkelyk, als zeer gevaarlijk aan?" «Zoo veel het mogelijk is, moeten van n- we nicht alle bizondere zaken ver verwij derd gehonden worden, anders „Anders «Anders was het mogelijk, dat een gansch instorten van het no reeds zoo ernstig aan getaste meisje volgde «Wat bedoelt gij daarmede? Meent gij dat zij sterven zou Of hoe anders zou de afloop kannen zgn «Men heeft gevallen, dat een doodelijke ziekte op het zielslijdeo volgt. Het is als of den mensch dan iawendig verteerd wordt. Toch zallen wij hopen, dat het zoover niet komen zal." «Kant gij Diets verzachtends voorschrij ven? «Verzachtends is inden grond van de zaak niets anders dan verdoovends," zeide dokter Fischer, «toch geloof ik, dat het hier zaak is, de kleine envels te overwinnen. Ik zal een recepte schrijven." Felicitas ging nog denzelfdeD dag weder naar den heer Wegelin. Hij stood op en maakte zijne verontschnldiging. „Ja," zeide Felicitas, „ik betreur het zeer, dat gij niet gekomen zijt. Maar de ont vangen brieven waren gewichtiger." «Zij moesten gisteren nog beantwoord wor den', „Ja, zoo schreeft gij. En het is beter voor Geertrnida ook, dat gij niet komt." De boekhouder was zichtbaar getroffen. „Waarom vroeg hij. «Toen ik haar zeide, dat gij thee zondt komen drinkcD, schrok zg hevig." Dit is nu al erg genoeg, maar als we thans onze bewapening vernieuwen, dan zijn wij, bij den onophoudelijken enster- ken vooruitgang der techniek op dit ge bied, er volstrekt niet zeker van, dat wij over een paar jaren niet weder ver bij de eischen des tijds ten achter zullen zijn. Wij zullen nader licht afwachten, maar zien tot dusver geen enkelen rede lijken grond, waarop die periode van twintig jaren berust. Daarentegen zien wij wel grond voor de vraag, of, waar wij toch de techniek op dit gebied niet kunnen bijhouden, een jaarlijksch offer van 6 a 7 ton gewet tigd is voor dit doelen vooral, of men niet te veel waarde hecht aan eene goe de bewapening, waar men zich hoege- j naamd niets laat gelegen liggen aan eene j goede legervorming. En toch is het on twijfelbaar zeker, dat een goed leger met eenigszins verouderde, mits op zich zelf goede wapens, veel meer vermag dan een tlecht leger met de beste wa pens die te krijgen zijn. Zoolang men niet, door eene goede regeling van den dienstplicht en eene goede legervorming zorgt voor deleven- de strijdkrachten, is het een ijdel vertoon van vaderlandsliefde, veel geld uit te geven voor de doode weermiddelen. Die post van f 640.000 maakt ver hooging der gewone inkomsten met dat bedrag noodig. Bovendien moet er een millioen gevonden worden wegens te la ge opbrengst der vermogens-belasting, voor zoover die niet door ruimere op brengst van andere middelen wordt op gewogen. Dat maakt dus f 1,640.000, die de Minister wil vinden door betere heffing der invoerrechten naar de waarde, 't Is zoo, uit die bron dachten de hh. Godin de Beaufort en Pierson ook te putten en het is te hopen, dat, nu de heer Sprenger van Eyk voor de derde maal die zaak aan de orde wil brengen, het eindelijk eens tot afdoening kome. Dat is in het belang van eiken eerlijken handelaar. Maar of er f 1.640.000 uit te halen is Als de minister Godin de De boekhouder wendde de oogen af en scheen nog bleeker te worden, dan hij reeds was. «Gij moot haar dat niet kwalijk nemen," ging Felicitas voort, „want haar verstandig op het oogenblik zoo in de war, dat de arts zeer bezorgd over baar toestand is.'' Mijnheer Wegelin zag Felicitas met angstige blikken aan. „Iedere bijzondere gebeurtenis moet verre van haar gehonden worden," zeide Felicitas, en dat maakt mij zeer beangst. Want zulke dingen zgn baar niet altijd te besparen. «Nu houdt het gerecht zich nog stil, maar een formeel onderzoek kan toch niet uitbljj- ven. Wat er dan van Geertruida worden moet, weet ik niet, maar verdragen kan zij het niet." Mijnheer Wegelin zat rustig op zgne stoel, tenminste oogenschjjnlijk, maar Felicitas be merkte zeer goed, dat hij onder de tafel zij ne band krampachtig samegekneld hield. „Ik vrees het ergste," zeido zij. «Wat is dat vroeg Wegelin. „Men zal van het denkbeeld uitgaan, dat mijn nicht de daad bedreven heeft, en zal haar zoo met vragen in 't nauw drijven, dat zg waanzinnig wordt." «Dat kan onmogelijk gebeuren," zeide de boekhouder, moeielijk ademhalend. „Waarom niet?" „Omdat zij onschuldig, omdat het gerecht zich onmogelijk onttrekken kan aan het denk beeld dat zg onschuldig ig." Felicitas trok de 6cboaders op. „Wat weet gij daarvan vroeg zij. «O ja 1* riep Wegelin, „en een ieder moet dat zien." „Mijn goede mijnheer Wegelin, omdat mij ne nicht zoo'n lief en ooschnldig gelaat heeft, gelooft gij aan hare onscbold; maar het is de vraag, ot de rechters Daar met dezelfde oogen aanzien. Mjjn niehtis, doordat zij heeft ge weigerd te antwoorden, onder verdenking ge- raakt. Men zal door in Engeland navorschin- gen te doen, te weten komen baar geheim huwelijk, waar gij alles reeds van weet. En dan zal men vragen waarom heeft Geer truida Bennewitz geweigerd te antwoorden Men zal besluiten: belang bij den dood van den ouden min, hadden maar twee personen. De twee zijn heimelijk met elkander gehuwd alzoo dat kont gij tocb op uwe vin gers natellen, mijnheer Wegelin; gij zijt toch anders zoo slim." Mijnheer Wegelin sprong op en ging zeer opgewonden de kamer op en neder, terwijl hg de banden krampachtig samenwroo". Zqn borst zwoegde. «Had men slechts maar een kleine ver-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1