)t Erfoielteo
Donderdag 4 OctoTosr 1394.
Nieiffs-,
38ste Jaargang No. 2877.
Inkwartiering.
Uit en voor de Pers.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag - H
faterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
jlD VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL
fiurcau: SCHAGKW. liaan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer öct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel, bevattende
de raadsverslagen van An
na Paulowna en de Zijpe.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON.
Aiurteitifi-1 Uitljwllaf.
Burgemeester en Wethouders dtr ge
meente Schagen
Brengen naar aanleiding Tan art. 208,
Jinea 3 der Wet van 29 Juni 1851,
(jUatsblad No. 85) ter openbare kennis,
dat de Begrooting der plaatselijke inkom
en en uitgaven voor 1895, zoo als zij
aan den Raad der gemeente is aangeboden,
op de Secretarie der gemeente voor een
ieder ter lezing is nedergelegd tot en met
den 16 October a. s. en dat een ieder
daarvan, tegen betaling der kosten, een
afschritt zal kunnen bekomen.
SchageD, den 2 October 1894.
Burgemeester en Wethouders voornd.,
S. BERMAN,
De Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester eu Wethouders der Ge
meente Schagen, brengen ter kennis van
de Ingezetenen dat de LIJST betrekkelijk
de INKWARTIERING, bedoeld bij Art.
17 der Wet van 14 September 1866,
(Staatsbl, no. 138) is vastgesteld en ter
voldoening aan evengemeld Wetsartikel,
gedurende 14 dagen voor een elk ter in
zage aan het Raadhuis is nedergelegd, en
alzoo van afheden tot den 17 October
a.s.
Wordende tevens ter kennis gebracht dat
zij die tegen gemelde Lijst bezwaren heb
ben in te brengen, zulks schriftelijk be-
hooren te doen aan Burgemeester en Wet
houders, binnen 14 dagen na het einde
der ter visielaggicg en alzoo voor den 17
October 1894.
Schagen, den 3 October 1894,
Burgemeester eu Wethouders voorn.,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
J. 1. Maandag werden aan
het station ANNA-PAULOWNA twee
deserteurs in arrest genomen door den rijks
veldwachter de Vries van Anna-Paulowna
en den veldwachter Boekei van Wieringer-
waard. Het waren twee matrozen, die zich
per rijtuig van Den Helder naar Anna-
Panlowna hadden laten brengen en reeds
plaatskaartjes naar Amsterdam hadden ge
nomen.
Benoemd tot ambtenaar ter
Secretarie der gemeente ANNA-PAULOW
NA, de heer P. A. Romein.
Jan Heldergymnasiast
te HAARLEM, reed Zondag per „fiets,
naar het station Schagen. Eenige boeken
waren in een strop aan het stuur gehecht.
Onverwachts geraakt in de gemeente Bar-
singerhorn zijn been in dien strop. Het
stuur sloeg om en in volle vaart kwamen
rijder en machine tegen een hek te land
H. bezeerde zich nog al tamelijk aan de
knie; de kostbare machine was voor
Int oogeublik tota 1 onbruikbaar.
Wegens de énorme druk-
te aan de juiste regeling vau den kolfwed-
strijd' te N. N1EDORP verbonden, is de
opening verschoven tot 8 October. Het
aantal deelnemers er zijn 80 laat
deze wijziging toe, daar de match dan
toch nog binnen den gestelden tijd, n. 1.
de maand October, af kan loopen. Er heb
ben zich kolvers laten in schrijven uit N-
Niedorp, Winkel, Kolhorn, Barsiugerhorn,
Dirkshoru, Schellinkhout, Zuid-Schat wou-
de, Schagen, Alkmaar, Haarlem, Kooga/z,
Zaandijk, Wieringerwaard, Spanbroek, St.
Maarten, Hoogkarspel, Krommenie, Oud-
karspel, Aartswoud en Hoogwoud. Hadden
Bolsward, Gouda, Schiedam en Goes zich
Roman van Augast Niemann.
32
De dagen gingen voorbij; in den toestand
ran Geertruida, hoewel haar verzachtende
en kalmeerende middelen waren voorgeschre
ven geworden, kwam geen verbetering,
maar eerder werd baar toestand angstwek
kender. Hare oogen schenen maar altijd groo-
ler en boller te worden en hadden een koorts
achtige gloed; haar gelaatskleur werd blee-
ker en hare vingers en handen smaller.
Op een dag, dat de jonge dames geza
menlijk in bet salon zaten, werd baar bet
kaartje van Camillo von Wioewskjr overhan
digd.
Felicitas herinnerde zich den naam zeer
ff°ed, Wolf had hem meermalen genoemd.
2jj stond op en gaf bevel, mijnheer in haar ka-
mer te laten, daar zij niet wilde, dat Geer-
'ruida door dit bezoek geschokt zou worden.
Maar Geertruida vroeg, als uit een droom
ontwakend: „Wat is er? waarom gaat gij
neen, Felicitas."
«Ik zal spoedig terugkomen, ik heb nog
'ets te verrichten."
.Neen, er is een heer buiten. Ik heb bet
*el begrepen. Gij behoelt niet alles voor mij
verbergen, ik ben geen idioot, sprak zij
opgewonden.
Pelicitas zag haar medelijdend aan.
«Dij zult mij toch zeker wel vertrouwen
Leertrui," zeide zij. „De dokter heeft mij
gezegd, dat ik alles wat u kan opwinden,
Ter van q moet honden.*
»Dat is belachelijk; als ik weet, dat ach-
or mijn rug heimelijk iets gebeurt, wiud
dat meer op, dan dat ik het bijwoon."
•Gg beeldt u iets in. Laat mg toch voor
n *org dragen."
voI l1 bedriegt mij. Gij zijt altijd
sch mot mg omgegaan. Wie is daar? Wan-
o«r het een gewoon bezoek is, zal het mij
*ot schaden en zoo het dat niet is, wil ik
®n wat het is."
br" a beeft hem reeds naar boven ge
en Li ^a' bem daar laten wachten, tot
efl *jaar zijt met mg uit te schelden?"
p.i* •een> SS zult mij zeggen, wie het is."
begreep, dat bet beter w»s Geer-
1 a haar zin te geven,
u mijnentwege," antwoorde zij. ,M yn
Ton Winewsky, VYolt* rechterband is
daar cn ik zal hem bier brengen, daar gij
het wenscht."
Geertruida sprong op.
„Zeker, wensch ik dat," riep zij.. Waarom
zou ik mijnheer Winewsky niet willen spre
ken? Hij heeft zeker een boodschap van mij
nen man aan mg, maar niet aan u, ofschoon
gij bet altijd zoo weet in te richten, dat gij
met Wolf spreekt."
„Maar Geertruida, als dat een toespeling
op Wolfs laatste bezoek beeten moer, zgt
ge toch schromelijk onrechtvaardig."
„Dat ben ik niet. Ik moet mij voor u in
acht nemen, want gij kunt alies zoo verdraai
en, en ik weet, dat gij mijn man razend liei-
hebt.*
Felicitas antwoordde daar niet op; zij zag,
boe opgewonden Geertruida was, en zij had
reeds berouw, dat zij al eenige aanmerking
gemaakt had, want zij wist, dat hoe meer
Geertruida tegengesproken werd, des te hef
tiger zij werd.
„Ik zal mgnheer von Winewsky hierheen
geleiden," zeide zy.
„Opdat gg eerst met hem alleen spreken
kunt," riep Geertruida. „Neen, ik ga mede".
Zij snelde op de deur toe, maar op den
drempel werd het haar zwart voor de oogen
zoodat zij zich vastgrijpen moest. Toob ging
zij, na al bare krachten sameu geraapt te
hebben, verder en stapte het eerst Felicitas
kleine kamer binnen.
Mijnheer von Winewsky, die verdiept was
in de bezichtiging van eeu zeer schoon, ja-
pansch scherm, draaide zich, toen de deur
openging om, eu boog voor de binnentreden
de dames.
„Duidt ons niet ten kwade, dat wij u zoo
lang hebben laten waehten," zeide Felicitas.
Mijnheer von Winwesky zag de jonge
dames aan, vau wie hij reeds zooveel ge
hoord had, maar met wie hij nog nooit per
soonlijk had kennis gemaakt en do levendige
belangstelling, die hy voor Geertruida ge
voelde, deed hem baar een poos gadeslaan,
zonder dat hij eeu woord sprak. Hg zeide
bij zichzelf, dat deze blondine de gevaar
lijke persoon was, die hem reeds tot de over
tuiging gebracht had, dat geen man ten
gronde ging, zonder dat het niet de schuld
eener vrouw was, eu hij vroeg zich ernstig af,
of zun vriend nu werkelijk zoo verliefd op haar
zijn zou. Naar zijne meenrng was dit vol
strekt geen vrouw voor Wolf, en moest de
ze blijde zijn, dat hg bevrgd van haar was^
Het lijden van Geertruida omging hem niet
en hi, was getroffen, toen hg baar in het
opi.ohl «i» mslmmwaj,
niet onbetuigd gelaten, dan was het getal
van 100 hoogstwaarschijnlijk bereikt.
Dinsdag is door Commissarissen en 't Be
stuur van #Ovei de Helft' eind vergadering
gehouden, waarin behoorlijk de pontjes op
de i 's gezet zijn. Onmiddellijk daarop zijn
aan de deelnemers ciiculaires verzonden
waarop alle kolf-datums ran het geheele 80—
tal voorkomeD. Tevens is aangenomen het
geheel met eene extra kolfpsrlij te beslui
ten. Deze partij zal gehouden worden tij
dens de uitreiking der prijzen medio
November is kosteloos, doch alleen
toegankelijk voor de deelnemers aan den
Match, en de prijzen zullen bestaan nit
kunstvoorwerpen. Wij zuilen de lezers van
dit blad op de hoogte honden met de uit
komsten of totalen van eiken kolfdatum.
In den nacht vanZaterdag
op Zondag heeft er te KOLHORN eene
treurige gebeurtenis plaats gehad. D. B.,
beurtschipper op Amsterdam, thuis zijnde
werd dien nacht wakker door het geschrei
zijner kinderen. Zijne vrouw niet te bed
vindende, riep hij haar, doch kreeg geen
antwoord. Uit het bed gaande, meeneDde dat
zij in een ander vertrek was, zag hij
in den gang komende, de buitendeur half
geopend. Met het nachtlampje buiten zien
de, bemerkte hij dat ook het tuinpoortje
over de deur geopend was. Dit spoor vol
gende kwam hij door den tuin aan de
Yoorsloot en daar zag hij iets wits drij
ven, terwijl hij tevens de muiltjes zijner
vrouw op stelt vond. Dadelijk het ergst
vermoedend,riep hij om hulp,sprong in een in
de nabijheid liggend schuitje en haalde
toen zijne vrouw uit 't water. Inmiddels
kwam zijn broeder toeschieten, die haar van
hem overnam, naar huis droeg, maar he
laas geen leven meer kon bespeuren. On
middellijk snelde bij het was na mid
dernacht naar docter Beeker te Bar-
singerhora. Deze kou echter den dood con
stateren. Wat de aanleidende oorzaak tot
den nachtelijken tocht naar den stelt ge
weest is, zal wel immer een onopgelost
raadsel blijven. Huiselijk ongenoegen was
er niet, integendeel leetden de echtelieden
in volkomen harmonie. Het zoo nood
lottig omgekomen vrouwtje telde nog geen
24 jaren. De verslagen en diepbedroefde
echtgenoot blijft met 2 nog zeer jeugdige
kinderen achter.
Maandag 1 October mocht
de Heer J. v. Woude te KOLHORN den
dag herdenken waarop hij vóór 25 jaar
als hoofd der school geïnstalleerd werd.
Burgemeester en Wethouders, benevens de
Raadsleden kwamen hem des namiddags
Complimenteeren en van wege dit college
werd hem een fauteuil en een paar schil
derijen geoffreerd.
LOMBOK.
Een officieel bericht omtrent de inne
ming van Mataram is Zondag bij 't depar- 1
tement van koloniën ontvangeD
„Gisteren vier poeris te Mataram na hef-
tigen tegenstand genomen éón daarvan be
zet en versterkt.
Gesneuveld 1 officier en 11 mindere mi
litairen zwaar gewond 1 officier en 30
mindere militairen licht gewond 3 fficie-
ren en 15 mindere militairen (wier
namen, voor zooverre reeds bekend, later
zullen worden gepubliceerd.)
Teruggebracht een verloren veldstuk met
voorwagen en twee slnitwagens.
Van Baliërs grootaantal lijken, bij kruis
punt Mataram alleen 67 aangetroffen.
Tegen 4 uur begon de aanval. Aan bei
de zijden werd verwoed en onversaagd ge
streden, muur na muur genomen.
De vijand leed enorme verliezen. De
stukken werden heldhaftig verdedigd na
dat vrouwen en kinderen waren omgebracht.
Evenwel zijn de onzen weder de slacht
offers eener list geworden. Eeu spiou kwam
berichten, dat een verborgen kruitmagazijn
was ontdekt, waaron dadelijk een detache
ment soldaten uittrok. Zij vielen in een
hinderlaag en kapitein van Erpecum en
luitenant Oppeu werden gedood, kapitein
Griethuijsen en 9 miuderen gewond.
Em schetsje in het B. N. maakt het
duidelijk, hoe moorddadig de nachtelijke
overval moet zijn geweest. Blijkens dat
schetsje was het bivouak te Tjakranegara
gelegen aan beide zijden van den grooten
weg van Ampenan. En dat bivouak was
aan vier zijden omringd door de lustver
blijven, die nog door de Baliërs bezet wa-
Schrötter, voor wieu ik roeds eenmaal dit
buis moest bezoeken. Toenmaals vroeg ik in
naam van hem, om de hand vau mejuffrouw
Geertruida Bonnewitz."
„Gaat zitten," zeide Felictas. „Mijne nicht
heeft eerst later gehoord, welke eer haar te
beurt gevallen was."
Geertruida had niet de kracht te spreken,
de vorige opwinding had baar zoo ia de
war gebracht, en dit bezoek ontroerde haar
zoozeer, dat zg dreigde in zwijn te vallen.
„Mgnheer Schrötter is niet meer te Ber
lijn ging Winewsky voort. „Hij is naar
Engeland gereisd en heeft mg opgedragen,
juffrouw Geertruida Bonnewitz te groeten en
haar dit te overhandigen."
By deze woorden haalde hij een groot
etui van rood leder te voorschijn.
Felicitas vroeg zich verwonderd af, wat
dit beteekenen moest. Wist deze intieme
vriend dan niets van het geheime huwelijk,
of deed hj maar alsof hg niets wist?
„Dat klinkt bijna, als bad mijnheer Schröt
ter zijn testament gemaakt, waarvan gij de
executeer waart?" vroeg Felicitas.
„Ja, zoo is het ongeveer," antwoordde Ca
millo. „Mgnheer Schrötter beeft Duitschland
voorgoed verlaten en zich op zijn villa in
Farnborough ternggetrokken. Hij heeft al
zyne verbintenissen hier afgebroken, en zal
in Engeland geen nieuwe aangaan."
„Wat moet dat alles beteekenenen," vroeg
Felicitas angstig.
Mijnheer von Winewsky was de jonge da
mes niet zeer goed gezind. Hijzelf, een ech
te jonggezel, had van haar onaangename
oogenblikken gehad, en hij vergaf haar nooit
dat Wolf, tenminste volgeus zijne meening,
door baar ten val gebracht geworden was.Zjne
positie had er z*er door geleien, dat zgne
verhouding tot Wolf niet meer dezelfde was.
Een machtige steun ontbrak hem, en de stal,
dien hg van Wolf overgenomen had, baarde
hem vele zorgec, nu hg hem voor eigen re
kening dreef.
„Dames," zeide hij, „bet beteekent dat
mjn vriend zgn vaderland verlaten en een thnis
gevonden heeft. Gg zoadt hem naawelgks
meer herkennen, wanneer gij hem zaagt.
Hg is als een gebroken mau. Hij wil een
kluizenaarsleven gaan lijden, want eigenlijk
niets anders dan zelfmoord is."
Geertruida boog zich voorover en zag
den heer, die dit alles zeide, zonderling aan.
Felicitas voelde ba.>r hart heftig kloppen en
hield uauweiijks hare tranen in. Maar zij
bedwong zich en zeide, hare te^dere stem
ming terugdringend: „Dat moet eeucuriens
gezicht zijn, die galante, gevierde mgnheer
Schrötter in een pij."
I
„Zeer curieus," antwoordde Winewsky
onwillig: „Overigens heb ik het hem af
geraden en hem gezegd: slechts een dwaas
laat zich door het schoone geslacht ten on
der brengen."
„Zeer galant en zeer vriendschappelijk,"
mijnheer Winewsky
„Gelooft mij, mejuffrouw," zeide hij met
stijgende opgewondenheid, „het is niet al
leen ongelukkige liefde bij mijn vriend, maar
geheele andere dingea doen hun recht gel
den. Hij wordt door een boozen laster ver
volgd, dien hij ontvlocht, daar hij bem niet
vernietig:n kan. Dat gerucht knoopt zich
aan de moordgeschiedenis vast, zooals go
wel deuken kunt."
Eeu zwakke zucht werd vernomen. Feli
citas eu mijnheer von Winewsky, die slechts
met elkander praatten, zoodat zij voor
eenige oogenblikken niet op Geertruida ge
let hadden, ngen, dat het ongelukkige
meisje als levenloos neder lag. Haar boold
leunde tegen de leuning van den stoel, hare
wangea waren loodkleurig, en hare handen
hingen slap over de lenniog van den
stoel.
Felicitas haastte zich haar bij te staan,
wreet haar de slapen in met ean-da-cologne
en verzocht mgnheer Camillo te schellen.
Betty verscheen en Felicitas wilde bare
nicht te bed brengen, maar geheel onver
wacht richtte Geertrni zich weder op en ver
langde de opdracht van Woif te booren.
Het scheen alsof de opgewonden ziel, hot
arme, afgesloofde lichaam voorwaarts zweep
te.
Felicita gaf Betty een wenk, zich te verwij
deren en verzocht mijnbeer von Winewsky
verder te spreken.
Toen opende deze de étni en de schitte
rende glans van prachtige diamanten straal
de haar te gemoet. Mgnheer von Winews
ky gaf het Geertruida over, maar deze
strekte geen hand daarnaar nit, zoodat Fe
licitas het aannam en de brillanten er uit
haalde. Het was een halsketting, die na
eerst tot zgn recht kwam.
„Maar, dat is bijna een vermogen," riep
Felicitas.
„Mijnheer Schrötter sehenkt deze halsket
ting aan mejuffrouw Geertruida Beuuewitz,
ter herinaeriug," zeide mijnheer vou Wi
newsky.
Geertruida zag met een kalmen blik naar
het fonkelen der diamanten, maar het was
gemakkelijk te bemerken, dat het niet de
gewone kalmte by haar was, mtir eeu ge
voel, reeds nner verwant aan den hemel
dan aan de aarde.
„Dat is een keninkljk geschenk," zeide
ren. In de muren deze lustverblijven, die
schuin tegenover het bivouak stonden, wa
ren schietgaten geboord, waardoor onze
soldaten aan 't vuur van alle zijden waren
blootgesteld. Het wordt waarschijnlijk ge
acht, dat het boren der schietgaten niet
het werk is geweest van éen nacht, maar
dat men lang te voren reeds daarmede be
gonnen is van de binnenzijde, doch aan de
buitenzijde de kalklaag heeft laten staan,
waardoor de gaten voor buitenstaanden niet
zichtbaar was.
Hoe staat het met de
Liberale partij?
Deze vraag wordt gesteld en behan
deld door de Vaderlander, die getroffen
is door den kalmen toon, waarop in de
Tweede Kamer de discussie is gevoerd
over het adres van antwoord op de
troonrede.
„Is door de jongste Kamer-ontbinding
met den aankleve van dien de liberale
partij in haar geheel gebleven, of is in
haar gelederen een scheuring gekomen?
En zoo ja wdar, aan welke zijde moet
dan de liberale partij gezocht worden
Van een scheuring zoo antwoordt
het blad die tot het vormen van
twee zelfstandige groepen leidde, is tot
heden nog niet veel gekomen. „Toch
staan in de Kamer Takkianen en anti-
Takkianen tegenover elkaar, de Liberaal
staat tegenover de Nederlander.
Be Liberaal treedt op als de tolk van
het echte, oude liberalisme in ons vader
land, en verklaarde nog onlangs bij monde
van prof. d'Aulnis, dat de meerderheid
der natie zich bij de laatste verkiezing
voor dat liberalisme verklaard had.
„Wij zijn het echter geheel eens met
degenen, die tegen deze verklaring
protest hebben aangeteekend, en opge
merkt, dat het de vraag was, niet wat
de natie, maar wat de liberale partij
oordeelde over „de plannen van den
minister Tak."
„En wie daarnaar vraagt, kan niet
Felicitas opeens.
„Een man met een konioklgke inborst
heeft het geschonken," zeide mgnheer von
Winewsky op ernstigen toon. „Mijn vriend
heeft daaraan zgn „'t ga-u-wel," verbon
den."
Geertruida zag nog altijd naar het prach
tige geschenk, met eeu blik die van vreugde
ot iets daaraan verwaut had kunnen spreken,
wanneer niet iets treurigs en weemoedigs in
hare groote, blauwe oogen te lezen geweest
was.
„Dit geschenk is zoo kostbaar, dat mijn
nicht niet weet of zij bet aannemen
mag," zeide Felicitas, alsof zy de houding
van Geertruida verontschuldigen wil
de.
„Ja," voegde Geertruida hieraan toe, „het
is te kostbaar voor mg."
„Gij zult bet toch niet afwijzen, mejuf
frouw,* zeide Camillo. „Dat zou den gever
beleedigen, die eigenlijk hiermede zgn laatste
wil heeft te kennen geven."
Geertruida wierp een angstigen blik op
Winewsky's gelaat.
„Hij zal zich toch niet van het leven be-
rooven 9" vroeg zij.
„O, neen, niet in den eigenlijken zin van
het woord. Maar hg heeft als 't ware
afscheid van deze wereld geno
men."
Geertruida zuchtte.
„Wanneer mijnheer Schrötter zich op zijn
villa in Farnborough teruggetrokken beeft,
dan zal men eigenlijk nauwelijks van een
kluizenaarsleven spreken kunnen," sprak Fe
licitas, dio nare weerspannige zenuwen tot
rust bracht, door ironische opmerkingen.
„Vermoedelijk heeft hij een paar goede
paarden medegenomen en zal hij zich de ande
re io/redieaten best weten aan te sehaf-
feu. Hij zal niet zoo dwaas zijn, een waar
kluizenaarsleven te gaan leiden, oischooa
ik hem een groote portie dwaasheid
toeschrijf."
„Gij doet verkeerd, mejuffroow, aan mij
ne en mgns vriends oprechtheid te twijfelen,"
zeide Winewsky knorrig. „Wolf Schrötter
is geen man om comodie te spelen. Hg is
innerlijk gebroken en ik maak er geen ge
heim van, dat ook zijne uiterlijke omstan
digheden zeer veranderd zgn. Ik voor mij,
ik twijfel er geeaszins san, of zijn tegen
spoed in barts-aaugelegenheden heeft hem
suf en onbruikbaar gemaakt voor andere za
ken."
„Wanneer hij zijn vermogen verloren
heelt, boe kan hj dan zulke gescheakeo
geven vroeg Felicitas.
„Dit geseuenk," zeide Winewsky bewogen