Mijn en Dijn' 'l Moet gebeurd
zijn, dat de landlieden van een onzer
Westfriesche dorpen, tijdens een strengen
winter gadurig last hadden van dieven.
Hekken of palen, die op eenigen afstand
van het dorp in het veld stonden, ver
dwenen langzamerhandbossen stroo of
riet waren ook niet veilig en als er een
varkensboetje of schapenhok wat ver uit
de buurt was blijven staan, waren er in
weinig dagen tijds verwonderlijk veel gaten
en scheuren ingekomen.
De 18 October hoopt h.
LOMBOK
Verbetering^
welke zijde de Regeering steun zal zoe
ken voor hare kiesrechtplannen, van be
lang te achten, en het jammer te vinden,
dat het adres-debat daaromtrent geen en
kele vingerwijzing geeft.
Een derde punt nog wenschen wij aan
tc stippen, en het daarbij dan te laten.
In antwoord op eene vraag van den heer
vak Kerkwijk: „of de Regeering voorne
mens was degroildbelasting af te schaf
fen of te verminderen," was het antwoord
van het hoofd van het kabinet „Neen,
dat is de Regeering niet van planzij is
niet gekomen om onmiddellijk weder op
losse schroeven te zetten, hetgeen hare
voorgangster zeer kort geleden met in
stemming van de Volksvertegenwoordi
ging heeft tot stand gebracht.*
Het was ons aangenaam dit te ver
nemen, alweder minder aaugenaam wel
licht aan de meérbedoelde bondgenooten.
Wij echter hadden gaarne iets meer ver
nomen, dit n. 1. of de Regeering gekomen
is om het werk harer voortgangster op
.dit gebied te voltooien Onder alle ge
volgen, die de nasleep zijn van den be-
treurenswaardigen loop van zaken met
de kiesrechtvorming, is dit een der erg
ste, dat de heer Pierson midden in zijne
belastinghervorming is blijven steken en
dat dientengevolge het doel daarvan niet
is bereikt. Men vergete niet, als men zich
beklaagt, dat de bedrijfsbelasting ssom-
mige te zwaar drukt, dat dit niet, of
althans in veel mindere mate het geval
zou zijn geweest, als de heer Pierson
zijne partiëele herziening van het per
soneel, die reeds ingediend was, tot stand
had kunnen brengen. Zal de heer Spren-
ger vak Eijk ons nu spoedig aan de
door zijn voorganger toegezegde verlich
ting van druk helpen Dit is eene nood
zakelijke aanvulling van de reeds vol
brachte hervormingen, een onmisbaar on
derdeel van het geheele werk, dat als
noodanig reeds beloofd werd bij de eerste
ontwikkeling van het financieel program
ma der vorige Regeering, eene belofte,
zonder welker vervulling niet zal vol
daan zijn aan den eisch van het hervor
mingsplan verplaatsing van druk van de
zwakkere naar de sterkere schouders.
Dan zal men integendeel op vele zwak
ke schouders een zwaarder druk dan
vroeger laten rusten en alzoo het werk
der vorige Regeering wel niet op losse
schroeven zettenmaar op losse schroeven
latenwat even erg is.
r Het is een plicht van eerlijkheid en
aechtvaardigheid, dat aan dezen eisch zoo
poedig mogelijk worde voldaan.
Binnenlandsch Nieuws.
Men schrijftons uit BAE-
SINGERHORN
Natuurlijk werd er gezocht naar iemand,
die het met het „mijn en dijn' zoo heel
nauw niet nam, eu men vond zoo ie
mand uitalthans de man werd verdacht.
Wie anders zou dergelijke kleine diefstal
len plegen
Een van de lui wou er eindelijk het
zijne van hebben. Hij trok een extra jas
aan en begaf zich in den avond naar zijn
akker, ver buiten het dorp gelegen, ter
wijl hij daar in een varkenshok zich ver-
borg.
Na lang wachten ziet hij over het ijs
iemand aankomen met eene slede, bevracht
met een takkebos en een bijl.
De eigenaar van het hok houdt zich
schuil en wacht op de dingen die komen
zullen.
De ander, bij het hok gekomen, neemt
zijn bijl van de slede, stapt den wal op,
treedt op het hok toe en begint op de
manier van een afslager op publieke ver-
koopingen te veilen achtentwint zeven-
twint zesentwin - vijfentwint,
„Mijn,' schreeuwt de man uit het hok.
Binnen gaat voor zegt de afslager,
loopt terug naar zijne slee en gaat dood
bedaard verder als om een volgend perceel
onder den hamer te brengen, waarbij bij
natuurlijk altijd aan 't laatste bod blijft.
Dien nacht evenwel werd er niets meer
verkoeht over 't veld.
Bij de wekelijksche Thee
Thomson's verloting is op Woensdag 4 Oc
tober 1894 de prijs van f 25. ten deel
gevallen aan den Heer Hendrik de Friet
te Jubbuga (Friesland) de premie van 5 Ki
lo Thee aan de Winkelierster Mej de Wed
Bnurstra aldaar.
Meijer Drees Hoofd der school te DIRKS-
HOKN zijn 25 jaar jubileum als zoodanig
te herdenken.
Maandagden len O c t o b e r is
te WINKEL de cursus in Landbouw-
kunde geopend met 20 leerlingen, die deD
leeftijd van f4 jaren bereikt hebben. Het
onderwijs wordt gigeveu gedurende 3 avon
den per week, van 6-8 unr.
Het Bestuur der afd. ff aard en Groet
der Hollandsche Maatschappij van Land-
beaw heeft aan de onderwijzers te Winkel
ea aangreczends gemeenten medegedeeld,
iat don le*Oetouer 1885 nog een onder
wijzer aan den cnrcus zd benoemd wor
den en dit daarvoor in aanmerking kun
nen komen onderwijzers, die in het bezit
zijn der akte Landbouwkunde L.O. of het
voornemen bezitten die akte binnen een
niet al te lang tijdsverloop te behalen.
Yoor het geven van inlichtingen betref
fende de studie en de tejgebruiken boeken
heeft de onderwijzer in Landbouwkunde,
de heer Portete Winkel, zich bereid
verklaard.
DejagerH. T-te WINKEL
had Dinsdag 1.1. het ongeluk, dat een stnk
uit den loop van zijn geweer sprong bij 't
afschieten, juist op de plaats waar hij zij
ne hand hield. Een stuk ijzer drong in den
duim van zijne hand.
Hoe gevaarlijk het is door
een kal gebtten fe wordeD, beeft onder
vonden de landbouwer A. Van Drunen,
in den polder de Kalverwaard bij WER
KENDAM. Toeu' hij door veidriuking een
einde aan het leven van zijn kater wilde
maken, werd hij door dit dier in zijne
hand gebeten, met het gevolg dat hand
en arm zoodanig begonnen op te zwellen
dat geneeskundige hulp moest worden in
geroepen. Gelukkig dat die spoedig aan
wezig was, daar anders wellicht de gevol
gen der ontstane bloedvergiftiging, voor
hem doodelijk zouden geweest zijn.
De leden van de Tweede
Kamer, behoorende tot de vooruitstreven
de liberale partij, hebben in hunne club-
vergadering het bureau van deze groep
opnieuw samengesteld uit de heeren
mr. Goeman Borgesius, mr. ;V e e-
gensen Cremer.
De heer J. Loeoea Marti-
net, benoemd hoofdredacteur van het dag
blad De Amsterdammerzal Uit. Decem
ber e. k. ontslag nemen als predikant bij
de Ned. Herv. gemeente te Sandpoort.
Vooruitstrevende libera-
1 e n.
Een voorloopig comité, bestaande uit de
h. h. dr. C. W. Vrendenberg en J. J.
Duijvis, te KOOG a/d ZAANds. Mans-
sen, te Zaandam; C. J. B. Nierstrasz
van Tienhovente Buiksloot; A.
Schoemaker, te Broek in Water
land;/.#. Woelders, te Landsmeer,
en dr. M. J. van Leeuwen, te De R ij p,
roept vooruitstrevende liberalen, woonach-
achtig in het hoofdkiesdistrict Zaandam,
ter vergaderieg te Amsterdam op Zondag
7 October a, s. des namiddags te 2 uur
in het café Krasnapolskj, ten einde
te geraken tot een organisatie der vooruit
strevende liberale partij in het district
Zaandam. Zij beschouwen, dat hiertoe be-
hooren al degenen, die onderstaande alge-
meene regelen willen onderteekenen. Dit
doende worden zij ter vergadering toegela
ten.
„a. De oproeping van den Staat en
van zijn organen is de stoffelijke en ze
delijke welvaart van het volk te bevorde
ren.
,/b. Daartoe is inmenging van de over
heid iu de ecommische verhoudingen van
de burgers noodzakelijk en tot die hoog
te toe te laten, dat de bijzondere onder
nemingsgeest benevens de persoonlijke vrij
heid en eigendom geen te groote belem
mering ondervinden.
»c. Het voortdurend wijder ingrijpen
van de overheid in de ecommische ver
houdingen van het geheele volk maakt het
deelnemen van het geheele volk aan de
regeering noodzakelijk.'
Een wanhopige daad.
De Keizersgracht bij de Reestraat te
AMSTERDAM was eergisterenochtend in
rep en roer.
Uit het hnis van een notaris kwam een
heer in vliegende vaart aanloopen en sprong
in het water.
Een politieagent haalde de dreg nit de
tapperij van den heer Maks op den hoek van
de Reestraat en had, na eenige vergeefsche
pogingen, het geluk den drenkeling aan
den kant te krijgen.
Toen sprong een kruier, aan een touw
vastgebonden, in de gracht en kon men
den drenkeling binnenbrengen in de ge
noemden tapperij. Behalve de kruier eu
de politieagent verleende daarbij flink hulp
de melkslijter de Lange.
Een dokter, die ter hulpe was geroepen,
verklaarde, dat de levensgeesten waren ge
weken. De drenkeling werd in de gasthuis-
mand naar het lijkenhuis aan de Wester
begraafplaats overgebracht. Het lijk is
herkend als te zijn dat van den eigenaar
van een der grootste speeltuinen onder de
gemeente N.-Amstel.
Geruimen tijd bleven onder een aantal
nieuwsgierigen van de Keizersgracht de
zonderlingste geruchten de ronde doen.
Sedert 14 Juli had inde
gemeente WARMENHUIZEN geen enkel
sterfgeval plaats.
Messchaert en Röntgen
zullen liederavonden geven11 October
Haarlem, 13 in Ams'erdam de zaal Diligen-
tia15 Hilversum, 17 Rotterdam
18TJtrecht, 22 Leiden, 25 Hoorn,
25 Breda, 27 Groningen, 29 De
venter, 30 Zwolle; 19 Nov. A r n^
h e m, 20 N ij m e g e n.
Op d e t e n t o o n s t e 11 i n g t e
ANTWERPEN, is een gouden medaille toe-
gekend aan het Stout van de Bierbron-
weiij #De gekroonde Valk," firman van
V ollenHÓyen en Co, te Amster
dam.
Ofschoon de uitvoer van
wolvee van TEXEL in dezen tijd des
jaars van geriDge beteekenis meer is,
duurt uu de uitvoer nog maar steeds
voort. In de afzeioopen week zijn weer
echter verlst»n en stond nu tusschen twee
vijandelijke sterkten in. Zich verdedigen
was onu ogelijkal vechtende trok men
naar de havenplaats Ampenan, waar men,
onder bescherming der oorlogschepen
itad W
ruim 300 vette schapen en lammeren naar door veieeniging^ mej eenige
elders verzonden. De prijzen blijven nog
tamelijk hooz. Jong rundvee, dat anders
in dezen tijd bij groote hoeveelheden uit
Noord-Holland wordt aangevoerd op het
eiland, kan men thans alleen uit Friesland
bekomen, wegens de besmette kringen in
eerstgenoemde provincie.
Nu het delven der winter-
aardappelen op TEXEL in vollen gang is,
komt men hier eu daar tot de ontdekking,
dat den vrucht op sommige plaatsen zoo
slecht is, dat het nauwelijks waard is de
knollen te rooien. Iu de hoogstgelegen
zandgronden gaat het nog 't best. Daar is
de kwaliteit meestal goed en blijkt de
kwantiteit ook niet tegen te vallen. Even
wel zullen er eenige honderden mudden
aardappelen minder Daar elders worden uit
gevoerd dan verleden jaar. De prijs der
goede soorten bedraagt meestal f4 per
mud-
Het b u i t e n k a n s j e i s hnn
ongeluk
Groote vreugde heerschte er in het ge
zin van den diamantslijper te AMSTER
DAM. Hij had met vier vrienden in de
loterij gespeeld en zij waren er Woensdag
met een hoogen prijs uitgekomen.
Spoedig snelde hij naar zijn vrienden en
nam ondeiweg vast een slokkie; 't kon er
nou best af. Eindelijk waren ze met hnn
vieren bij elkaar en ze hadden nog nooit
zoo'n lol gehad, zongen ze al, voordat ze
nog een cent van het gewonDene iu hun
zak hadden. Een van hen kwam op het
idee vast aan een kastelein in de Joden
Breestrast geld op voorschot te vragen, b.v.
zoo'n vijfhonderd guldentjes, en het loterij
briefje in pand te geven.
Allen vonden het goed en de kastelein
gaf het, terwijl zij in dien tusschentijd zich
te goed deden aan velerlei dranken. Als je
nou foch eenmaal zoo'n bom centen ia je
zak hebt, zei er een, dan meet je 't er
eens fijn van nemen, en hij bestelde een
rijtuig met twee paardeD. Het viertal stap
te in, reed door de stad, dronken hier en
daar wat en aten goed; kortom ze maakten
zoo'n pret, dat de f500 's avonds laat op
waren.
Toen maar weer naar den kastelein om
nog f 500. Eerst wilde hij het niet geven,
maar eindelijk kregen zij 't en vielen toen,
nadat zij weer nit rijden geweest waren,
in handen van verkeerde personen, die hun
het loterijbriefje, dat ze van den kastelein
terug hadden gekregen om het geld te in
nen, afhandig maakte. Gistermogen ontwaak
ten ze en misten het briefje. Gelukkig
wisten ze in welk gezelschap zij gistera
vond geweest waren, zoodat zij alle moge
lijke pogingen zullen in het werk stellen,
om het kostbaar briefje terug te krijgen.
A. Ct.
Men schrijft uit Hollands-
Noord erkwartier het volgende
„Het blijkt meer en meer dat de wette
lijke bepalingen omtreDt mond- en klauw
zeer al zeer weinig kunnen baten, wanneer
die ziekte epidemisch optreedt. Er zijn ge
meenten waar de boeren, voor 8 dagen
reeds, bij den burgemeester aangifte deden,
en nog geen veearts onderzoek deed. Men
noemt eene plaats, waar de ziekte op 25
hoeven voorkomt, zonder dat het vereischte
onderzoek werd ingesteld. Inmiddels kan
men met het zieke vee naar goedvinden
handelen. Een ieder kan begrijpeD, dat, na
zulk een langen tijd nog borden worden
geplaatst en merken aangebracht, het geld
daarvoor eenvoudig wordt weggeworpen.
Evenzeer gaat het met het afschouwen van
herstelde beesten. De veeartsen hebben er
eenvoudig geen tijd voor. En inmiddels is
de boer Diet vrij met zijn vee. Het is jam
mer van al het geld aan reiskosten, bor
den, enz., dat het rijk nu nutteloos uit
geeft.
Verlichte negentiende eeuw
Hedeu bevond ik mij zoo wordt ons
geschreven bij een barbier te B a v e 1
(bij Breda), toen een drietal meisjes van
den landbouwer A. van Loon binnentra
den. Het oudste meisje, circa 8 jaar oud,
vertelde dat haar jongere zusje, dat bij
haar was, bij het vallen van den zolder
den arm verstuikt had en voegde er bij
„vader heeft gevraagd of gij 'em eens wilt
genezen De man nam deD arm in zijn
hand, prevelde iets dat hij zelf niet be
greep en de kinderen vertrokken met het
vaste vertrouwen op beterschap. Op mijne
vraag aan den barbier of hij geloofde aan
de kracht zijner prevelarij, antwoordde hij
fik geloof er geen bl. van, maar toch
komen de menschen van wijd en zijd uaar
mij toe." Rolt. Rbld.
Aan een particulieren brief uit Indië
ontleent de Haarl. Ct. het volgende om
trent den verraderlijken aanval op onze
troepen te Tjakranegara.
Van den nacht gebruik makende had de
vijand ons verraderlijk overvallen. Langs den
grond voortsluipende hadden ze plotseling
alle schildwachten tegelijk overrompeld en
gedood, waarna ze zelf alarm sloegen, waar
op de soldaten in woeste vaart naar bui
ten vlogen om te zien wat er gebeurd was.
Helaas tot zien was geen tijd zoodra ze
zich vertoonden, werden ze door de dui-
velscLe Baliërs afgemaakt.
Van krijgstucht was geen sprake meer.
De generaal beproefde op Matarasn terng
te trekken en zich te vereenigen met den
aldaar bivakkeerenden troep; hij vond het
en
andere troe-
pen, stand kon houden.
De troep, die het bivak te Mataram
bezet had, was eveneens overvallen en h.-d
zich door de vlucht moeten redden.
Een andere kolonne, onder overste Pij -
leveld, was bij het overtrekken van ee:
rivier met den vijard slaags geraakt, had
dezen echter teruggeworpen en was mei
betrekkelijk gering verlies te Ampenan
aangekomen.
Een vreeselijk lot trof echter de 4e ko
lonne, den luit.-kol. Van Lawick van Pabst,
een hoofdofficier, zoo gezieu bij den troep,
zoo geëerd bij zijn chefs, als maar wt-inigtn
zijn. Ook hij w<rd overvallen, wist zich
echter op Tjakranegara terug te trekken,
denkende, dat de aanval kwam van den
een of anderen vijandelijken stam, die met
Tj ik ra negara niets te maken had. Aan het
het hoofd vaD den troep reed hij Tjakra
negara binnen, geen enkel schot werd ge
lost, de overste vermoedde niets. Maar
toen zij goed en wel binnen waren, werd
aan alle kanten uit doorboorde kleimuren
een moorddadig vuur geopend. Zij konden
véór- noch achteruit, doch wisten zich
tot den volgenden dag staande te houden
waarbij echter tallooze dooden en gekwet
sten vielen. Een der eerste gesneuvelden
was Van Lawick van Pabst. Men kan zich
de verbittering voorslelleu van zijn solda
ten, bij wie hij als een vader gezien was.
Den volgenden dag bereikte ook deze
troep Ampenan.
Onder de gesneuvelden bevindt zich ook
generaal Van Ham, de onderbevelhebber,
die volgens zeggen op zijn bed in stukken
is gesneden.
Een landbou w-p raatje.
Goeien avond, buur! dag vrouw
hoe is 't
Dank je alles welbij u ook
Ja, Goddank. Ik kwam ereis hoo-
ren buurtje, hoe staan de zaken Ik hoor
je locomobiel niet brommen. En dat om
dezen tijd van 't jaarMoet er niet ge-
dorscht worden
Gedorscht P Ja, morgen, maar
alleen om mijn volk aan 't werk te hou
den. 't Is een beroerde boel tegenwoor
dig. Daar staan me nou zoo'n 70 tot 80
schelven in dezen polder. Gerst, haver,
tarwe, erwten en de rest, en je mag er
voorshands alleen naar kijken. Geld er
voor maken behoorlijk geld, fatsoenlijk
geld f fluiten»
Ja, buurdat hoor ik ook. 't Wil
maar niet tegenwoordig, he P
Och mijn lieve man Daar hebben
ze me verleden week harer geleverd - goe-
je hoor, van tachtig pond, voor zeven heele
kwartjes per mud.
Nou! niet erger? En in de
krant staat
Hou maar op met je krant. Daar
staan prijzen in van boertjes die kleine
partijtjes aanbrachten en zoodoende iets
meer bedingen konden. Maar komt aan de
Markt te Alkmaar, aan de beurs te Am
sterdam. Huilen met de lamp uit. Ik zei
ook tegen een zaadhandelaarIn de markt
berichten van die en die krant staat... enz*
en wat zei-tie„Mijnheerzei-tie
verkoop dan aan de krant.' Daar kon ik
't mee doen, maar centen maken kon ik
niet. Neen, met groote partijen is thans
nog niets te beginnen.
En je zegt, dat je morgen gaat dor-
schen
Dat zeg ik ook, maar ik zal den
rommel laten liggen en wachten tot
tot zoolang als 't kan.
Nou, buur, gelukkig, die 't liedje
dan nog wat lang uit kan zingen.
Dat mag je zeggen. Blauwmanen, mos
terd en al die grapperij, waar voor ons-
nog eens een duitje uit te kloppen viel,
't blijft alles beneden de tien gulden, en
heel wat ook Kijk daar eens naar mijn
kostelijken uienbouw. Honderde mudden.
Bied me eens een daalder
Dank je verschrikkelijk, maar weet
je wat ik eens doen zal. Ik kom nog eens
bij u en dan zullen we eens een verge-
lijking maken tusschen toen en thans.
Dat is goed, maar ga dan met mijn
buren, links en rechts ook eens praten,
dan heb je 't zooveel te wisser.
Goed, afgesproken! Nu, tot ziens dan.
Dag juffrouw! dag kinderen!
Waar een gesprek dergelijke uitkomsten
oplevert is commentaar overbodig. Een koe
noemt men niet bont, of er is tenminste
toch een enkel vlekje aan. Dat 't er op
heden voor den bonwboer gunstig uitziet
zal derhalve niemand beweren.
morgen, dat 'n vriend uit de stad
op zijn wandeling vergezelde
Nu, hoe staat-je m'n bm^.
goe vriend vroeg hij en bij bes
met den steel van zijn düd
zlJn PUP een
de lucht en zag met
trots
Is
wat
om
5dh hS met verk^
't geen schoonetarw? Wat
'n korrels! a's 't God blieft
't weer wat mee hebben, dan
niet te klagen boeve»
Hm, ja, zei de vriend uit,
met 'n bedenkelijk gezicht, het
fes
•Uren;
W«
Hm, ja, zei de vriend uitdoe
szicht, het
mag niet kwaad zijn, maar ziet
hoeveel onkruid er tusschen eropiM B:"
En de vriend had gelijk: er
kaf onder het koren.
Nou ja, zij de boer gemelijk v
land is wat vuilde eene akfe'
'z wat meer dan de ander. De er
zomer heelt 'r ook geen
goed aan
daan. Toen 'k 't land voor de eer^t
bebouwde, was 't veel erger met
kruid, maar van lieverlede wordt 't hJ"1"
we doen 'r aan, wat we kunnen
om 't 'r heelemaal van vrii te l
dat gaat niet houden,
Verbeel-je maar niet, dat 't w,
zal worden, zei de ander eigen»-*
Wordt ergerelk jaar. Op
legoa
meer
yy urut tjigei jcutr. \jp j
zal-je 'n land met onkruid hebben enh
en-daar wat graan 'r tusschen
Ha, halachte de boer.
Je praat naar dat je'r verst».j
hebt!
Maar de lach ging niet van harte
Het onkruid verspreidt zijn
honderdvoudig over den akker, daar'"
moet gij het goede met het'kWad!
vernietigen véór het zoover komt.
Gij moogt niet dulden, dat het'onkru d
de beste sappen aan uw land onttrekt
Gij moet alles ten vure doemen'
alleshet graan en het onkruid, beide'
den bodem moet gij omploegen, z00 dieè
als het kouter gaan kan.
Dan strooit gij nieuw, zuiver zaad in
den gezuiverden akker en gij zult geen
onkruid meer zien opschieten en alleen
goudgeel koren oogsten
De boer lachte, dat hij schudde.
Gij zijt gek, zei hij, 'r wast altijd
vuil tusschen de tarwe altijd!
Als de boer sedert dien morgen lijn
korenveld laDgs ging, zag hij met boo-
zen blik naar het onkruid; het
hem te ergeren, hoe langer hoe
te ergeren. De ontevredenheid schoot,
vasten wortel in zijn gemoed.
Als dat vuil 'r niet was, zou 'k veel
rijker oogst hebben, (overwoog hij.
Op zijn graan lette hij niet meer, hij
zag het niet meeralleen het onkruid
zag hij wèl.
Ten laatste werd hij zéé verbitterd,
dat hij op 'n Zondagmiddag, midden in
zijn korenveld stiande, zijn pijp van
machtelooze woede stuksloeg en de ste
len over het land wierp. Ook des naehta
in den slaap liet het onkruid hem geen
rust.
Eens had hij 'n vreeselijken droom.
Hij droomde dat het oogstijd was, maar
in plaats van te oogsten,liet hij zijn knech
ten met brandende toortsen door het
koten dagen, totdat er een vlam, hoog
als 'n onstuimig meer, van den bodem
opsteeg. En toen alles verbrand was,
spande hij de paarden voor den ploeg
en zweepte de rossen voort door de roo-
kende gloeiende asch, totdat het kouter
den geheelen akker had omgewoeld.
Daar stond de pachter naast hem,
eischte dreigend de pacht en toen 'J
die niet kon betalen, werd hij de hoeve
uitgezet en
Boer boerdaar zijn de maaier?
riep de knecht hem wakker. Onts e
wreef hij zijn oogen uit. De zon sc oo
haar eerste stralen door 't lichtgat va
de luiken. Goddankhet was maar
droom geweest
En als hij eenige weken later
graan aan de markt brengt en met
vollen buidel weerkeert, dan is mj
dankbaar gestemd, dat hij besluit n g^
voor de armen van zijn kerk af
deren, als vrouwlief het goedvind
zija
'u
gift
Er was eens 'n boer, die 'n vrucht
baren akker had. Het was 'n lust er het
goudgele graan te zien golven, wanneer
het zoele windje door de halmen speelde,
die elkaar tegenwuifden en toeknikten,
gebogen onder 't wicht der volle aren.
Het beloofde n heerlijken oogst.
Des Zondags ging de boer den akker
langs, dejklompen wit geschuurd, gedost
in zijn zwart lakensch pak, den bran
denden gouwenaar in den mond, en 'n
botte lach van tevredenheid plooide zich
om zijn mond, als hij de vrachten van
zijn arbeid aanschouwde, als hij zich ver
heugde in 't bezit van zulk 'n schoonen
akker.
Nu geschiedde het
Zooals die akker, is ook de inaat*^
pij. Er is bij veel goeds ook
kwaads.
Alleen onverschilligen, lieden
kalfjes op 't droge hebben en T00,..jeI1
- an(jeren 4)u
leed, het onrecht, dat
geen hart bezitten, die
beweren
of
hebben 't goed, ons faalt het aan
laat alles blijven zooals 't is, 0
andering is geen verbeteringén
den alleen hebben volkomen vreo
onze tegenwoordige maatscl
toestanden.
Niet alzoo de man, die nBlj°'((rert hj
der de oogen ziet, die, ook al v
zelf geen harden strijd om het
toch weet en erkent, hoe af'
hoe bloedig, hoe doodelijkdie s
blgves.
hem heen wordt gestreden. Sfl
Neen! neen! het moet niet jeD-
zooals het is, het moet be tergjjt,
En bij dit zeggen laat bij gij
maar hij slaat de hand aan den p
helpt en steunt en troost; hij
r»
oa*
bronnen op van het kwaad en
krachten in om die te stoppa11- ,g
Doch hij erkent en
daarentegen ook het goede,"
Maatschappij voorbrengt.
Ook het goede! (tt
Want daar schuilt de groote toaeJl
velen in onze dagen, dat zijn het g
niet willen zien en alleen, stet j i'
verkee'4
op 'n zomerschen overal wijzen op wat