iifilIS-, AlurtEiiiE- k Uilïiiilla )e Irfiitltei Zondag 28 October 1894. 38ste Jaargang No. 2884. Tramwegen. en Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVEKTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL. Bureau: ICHAGEX, liaan, I) 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bij voegsel. F E U I L L E T O N. Binnenlandsch Nieuws. RANT Bij de behandeling van het adres van antwoord in de Tweede Kamer is door de Regeering te kennen gegeven, dat zij gezind was in het belang van den landbouw den aanleg van stoomtramwe gen te bevorderen. In Hoofdstuk IX der Staatsbegrooting voor 1895 ontwaart men van die gezindheid niet veel. Voor een van de vier lijnen, waarvoor bij de be grooting voor 1894 een subsidie werd toegestaan, is nu het noodige geld uitgetrokken. "Voor de drie andere vindt men slechts memorieposten. De oorzaak daarvan is, dat de werk zaamheden niet ver genoeg gevorderd zijn, om uitbetaling in 1895 waarschijnlijk te maken. Dit kan en zal wel aan de ondernemers liggen. Maar waaraan ligt het, dat ook niet een enkele stap ver der gedaan wordt, in de richting, die men verleden jaar heeft ingeslagen Men zal ons antwoordenomdat er geen aan vragen ingekomen zijn wij zouden zeggen: omdat er geene aanbiedingen gedaan zijn. De Regeering laat blijkbaar de zaak aan den bijzonderen ondernemingsgeest over en wil slechts rijksbijdragen geven, waar dit noodig is, om op die wijze tramwegen tot stand te doen komen, die in het algemeen belang nuttig zijn, en waarvoor tengevolge van dien steun, ei- schen in het openbaar belang gesteld kunnen worden. In het algemeen is dit een goed en juist beginsel, maar voor de zaak, die het bier geldt, leidt de toepassing niet tot bet doel. Bijzondere ondernemers toch beoogen in de eerste plaats winst te behalen. Hun streven zal dus zijntramwegen aan te leggen in streken waar een druk verkeer, voor al een druk personenverkeer te wachten is. Roman van August Niemann. 38. Wolf Schrötter zat in zijn kamer van zijn villa te Fumbourough, rookte uit zijn groo te meerschuimen pijp, dronk een kop thee, en bekeek als een echte rooker van tijd tot tgd zjju pijp. Hij was in een geruit buis gekleed, droeg dikke wolle kousen en korte broek naar engelscbe mode en groote lom pe schoenen. Hij was niet meer de elegan te mijnheer, die langs de straten van Berlijn drentelde, maar zag er zeer verwilderd uit. Als een maan van den leeuw, hing hem het latge haar over de schouders, en dikke snor en golvende baard bedekten bijna zgn geheel gelaat, gerimpeld was zijn voorhoofd en staarden zijne blauwe oogen treurig voor zich uit; sijn geheelegeBtalte gaf een teleurgesteld Han te kennen. Hier in deze kamer, waar eens de joDge dames eenige oogenblikken vertoefd hadden, bracht Wolf het grootste gedeelte van den op zeer regelmatige manier door. Hier 'at hij zijn pijp te rooken, hier dronk hij thee en 's avonds zijn groc. Hij ontving 8®en bezoek, bij bracht ook geen bezoek; hij 'prak met niemand, en er kwamen dagen, dat hij in 't geheel zijn mond niet opende, zelfs niet tegen zijn' huishoudster en stal knecht, de eenige personen die bij hem in dienst waren, want deze kenden zijne gewoon te reeds geheel en al. Hij had slechts een paard,een mooienhengst, die wegen en velden van deze omgeving reeds vroeger met zijn sterke hoeven gesla gen had. Op dezen lieveling dooi kruiste bji "ren achtereen het veld, en wanneer hg n'st reed, stapte hij, met een grooten stok gewapend, en een breedgeranden hoed op het hoofd, met groote schreden de wegen langs. De lieden nit den omtrek noemden hem den zonderlingen duitscherzij hielden bem Joor rijk, zagen hem echter nooit in de kerk, nooit met andere rijke lamiiies om- Baan, hoorden van zijne eenvoudige leet- *D*e en leidden daaruit allerlei zonderlings af- Had men het hem verteld, dan zou hg ^antwoord hebben: de lui hebben Pe,Bk- Want somtijds wist hij zelf niet, ot hij nog lk hét bezit van zijn gezond verstard was. tiet verschil met zijn vroeger leven was *«bazend groot. Hij las geene couranten In den regel zullen zij dus lijnen aan leggen, om plaatsen, waar veel buiten verblijven zijn, onderling en met de naaste groote stad te verbinden, plaatsen, waar eene bevolking gevonden wordt, die zich veelvuldig verplaatst, hetzij voor genoe gen, hetzij om in de groote plaats za ken te doen en buiten te wonen. Aan goederen-vervoer wordt daarbij slechts in de tweede plaats gedacht, en aan goedkoop en snel vervoer ervan maar zeer zelden. "Wil men echter door aanleg van tram wegen (dat het «feowtramwegen zijn, is in geenen deele noodzakelijk) in het alge meen de welvaart, meer in het bijzonder de belangen van den landbouw bevor deren, dan is er iets geheel anders noo dig. Dan moet men het oog vestigen op streken, die door de ligging der groote spoorwegen van het versneld verkeer, dat een voorwaarde is voor handel en nijverheid, en ook voor den landbouw, afgesloten zijn, die daardoor achteruit gaan en de middelen missen, om er bo venop te komen, streken dus, die voor den bijzonderen ondernemer niets aantrekkelijks hebben, ja, die door zijn pogen dikwijls in nog ongunstiger toe stand verplaatst worden. Wat is voor zulke streken noodig? Het denkbeeld, dat wij daaromtrent se dert jaren koesterden en voorgestaan hebben, vonden wij dezer dagen uitgespro ken in het voorloopig verslag over de inlichtingen in zake den Noord-Ooster lo kaalspoorweg. Daarin wordt gezegd van de streek, waardoor die lokaalspoorweg loopeu zou en wij passen dat op alle, door ons hierboven beschreven streken toe „weinig belang heeft bij een lokaal spoorweg, bijna evenwijdig loopende met een gewonen spoorweg, maar groote be hoefte heeft aan korte verbindingen met het naastbij gelegen spoorwegstation. Zulke tramwegeD zullen een geheel an der karakter hebben dan die, welke door bijzondere ondernemingen worden aange legd. Zij zullen niet dienen, om een le vendig verkeer te onderhouden tusschen eenige welvarende plaatsen onderling, zij en tevens geen boeken meer. Hij bezat slechts één boek, een reeds vuil gelepen exemplaar van Horatius, dat door iiem op snhool gebruikt werd. Daarin las hij ecbter ook niet, omdat hij het reeds bijna geheel van buiten kende. Wolf was niet gewoon te lezen. Sedert jaren had bij niets anders gelezen dan verhandelingen over sport en beursberichten. Nu in de eenzaamheid, dacht hij er dikwijls aan, dat leren een aangename verpoozltig voor hem zijn kon. Bij hield zich evenwel slechts bezig met zijne eigene gedachten, die bem in de mazen van rust, gelatenheid, verveling, zwaarmoedigheid en warsheid van de wereld, vaster insloten. Hij zag dezen namiddag, door de blauwe rookwolken heen, naar bet voor hem liggend landschap, dat met een wit kleed bedekt was en dacht, dat nu de beste tijd van rijden ook wel voorbij was. De grond was hard bevroren. Winter 1 zeide hij tot zich- zolf. Ook de winter heeft bij mij zijn in tocht genomen; ook mijn levensweg is met ijs bedekt. De kerstnachten staan voor de deur, gezegend kerstmis, ja, gezegend kerstmis. Daar trad zijn stalknecht binnen cd over handigde hem een brief. Wolf nam den brief bem uit de hand, ter wijl hij hem vragend aanzag; wie kon hem nu schrijven. Het poststempel wees aao, dat hij uit Farnbourough kwam. De rijknecht giDg weder heen en Wolf opende bet briefje. Mrs. Blackburne had bet geschreven. Zij verzocht mjjnheer Schrötter, haar een bezoek te brengen, daar zij hem iets mede te doe len had. Wolf deed een langen trek aan zijn pijp en blies met kracht den rook omhoog. „Wat zoa dat oude creatuur willen vroeg bij. Tien minuten zat hij onbeweeglijk en allerlei gedachten hielden bem bezig. Ver volgens stond hij op, zette zijn pjip in een hoek, nam den dikken stok ter haod en zette zijn grooten hoed op. Hy verliet zijn huis en sloeg den kant naar Mrs. Blackbume's villa in. Het was prachtig weer voor een wande ling. Een frissche wind woei over de vlakte en "blies hem verkoelend langs het heete voorhoofd. Waut, hg was opgewonden ge worden, sedert by den brief outvangen had. En zoo liep hij verder, zette zyn zwaren stok kmchtig op den groud, z*g rondom zich en overzag met belangstelling de villa's en tuinen zijn stappen werden altijd grooter en grooler en zyn breede borst ademde de hem goeddoende Irissche lucht in. zullen eenvoudiger van inrichting, min der kostbaar van bediening kunnen zijn. De trams zullen in den regel slechts op de aankomende en vertrekkende treinen rijden, en dus slechts zoovele malen be hoeven heen en weer te gaan, als er een trein aankomt en vertrekt. Niet het personenvervoer staat op den voorgrond, maar de gelegenheid om zon der groote kosten landbouwvoortbrengse- len ot fabrikaten aan het station te brengen en daar over te laden. In vele gevallen zal het dus aanbeve ling verdienen de spoorwijdte aan die der spoorwegen gelijk te maken, opdat men geheele waggons van en op den spoorweg brenge kunne. Om al die redenen zullen noch de aan leg, noch de bedrijfskosten zoo groot zijn, als voor tramwegen, die door bijzondere ondernemingen worden aangelegdmaar zoo zij al niet vooral in den aanvang meer kosten dan zij opbrengen, nooit zullen zij genoeg voordeel opleveren om den aanleg met het doel van winst 'te behalen, waarschjjnlijk te maken. Dat is hunne bestemming ook niet. Zij moeten beschouwd worden als werken van open baar nut evenals kunstwegen tusschen en als straten in de verschillende steden en dorpen. Daarom zullen zij ook veelal, door of van wege openbare besturen moe ten worden aangelegd en beheerd. Yeeal Met altijd. Er kunnen zich gevallen voordoen, dat bijv. de gemeentebesturen het belang der zaak niet genoegzaam in zien, of wel de kosten en de bezwaren te groot achten, of pok niet voortvarend ge noeg te werk gaan. Dan kunnen belang hebbenden de handen ineenslaan, evenals dat nu reeds in verschillende gemeenten geschiedt om een telegraaf- of telefoon verbinding, eene straatverlichting of an dere zaken van openbaar nut tot stand te brengen. Maar hetzij dan, dat gemeen tebesturen, hetzij dat eene vereeniging van belanghebbenden de zaak ter hand neme, zij moeten op steun en mede werking kunnen rekenen. En dat niet als vrucht van lange en lastige onderhan delingen, maar als grondslag van en uit gangspunt voor hunne eigen plannen. Nu lag de villa Blackburne voor hem: bij zag den tuio, zag do boschjesaan den weg, achter welke bij meermaleD snel verdwenen was, als zijn gesprek met Geertruida och laat toch die smartelijke gedachte varen. Hij trad de tuindeur binnen en trok aan de bel. Een oude dienstmeid, Mis Blackburne wilde niets anders dan oude gezichten voor zich hebben, opeode de deur en bracht hem in het salon. Hy was alleen, zette zich in een stoel en strekte zjjne voeten tegen bet kachelscberm. Na korten tijd verscheen Mrs. Blackburne, zooals altijd in het zwart gekleed, met een sneeuwwitte muts op bet hoofd. Wolf stond op en boog; de dame zag naar zijne dikke buis, zijn wollen kousen en verzocht hem weder zich neder te zetten. „Mijnheer Schrötter, ik heb u iets mede te deelen," zeide zij. „Dat dacht ik zoo," antwoordde hij. „Gij zijt wellicht verwonderd, dat ik u geschreven heb.* „Zeker mevrouw, ik ben verwon derd.* „Mr. Blackburne zeide mij, dat het zeer iets ongewoons was, u te schrijven en u hier te verzoeken. Maar ik geloof, dat een christen voor alles naastenliefde moet in prac- tijk brengen.* „Daar hebt gij gelijk in, mevrouw.' „Ik hoop, dat gij hetgeeD ik u mede te dee- leu heb, met christelyke lijdzaamheid zult dragen.* „Gij hebt een eigenaardige manier om iets mede te deelen, mevrouw.* „Eerstens wilde ik u vragen hebt gij tijdiogen uit Duitscbland gekregen „Ik beb gehoord dat de industrie zeer geleden heeft, maar gelukkigerwijs heb ik geen papieren meer.* „Ik bedoel mijnheer Schrötter. Gg hebt betrekkingen aangeknoopt met een familie, die tot mijne vrienden beboort ik bedoel, hebt gij in den laatsten tgd berichten gebad van de familie Bennewiis uit Leip- zig.* „Wat is de laatste tijd Het laatst heb ik geboord, dat iemand den ouden baron dood geschoten heeft.' „Hebt gij sedert niets gehoord?' „Ocb, eenige vrienden in Berlijn hebben mij aangewezen als de moordenaar, maar naderband schijnt gebleken te zijn, dat een zeer betrouwbaar persoon, den ou len heer dat koopje bezorgd heelt.' „Mr. Schrötter, gij hebt een onhebbelij ke manier om over treurige zaken te spreken.' Steun en medewerking. Financiëele steun niet alleen. Zelfs niet in de eerste plaats. Een der grootste bezwaren om de zaak aan te vatten zal wel zijn de moeie- lijkheid om de plannen te bekomen. Als die ontworpen worden door niet deskun digen personen, bijgestaan hier door dezen daar door genen technicus, dan zal het overleg lang duren, niet altijd tot een bevredigenden uitslag leiden en geld kos ten, wat vele besturen niet gaarne wagen zullen, zoolang zij niet de zekerheid heb ben, dat dit tot het doel leiden zal. Wordt daarentegen van Staatswege eenig personeel voor het kosteloos ontwerpen der plannen beschikbaar gesteld, dan zal dit spoedig op de hoogte zijn van de beste, eenvoudigste en goedkoopste inrichting. Men zal in het algemeen drie typen moeten aannemen een, waarbij personen vervoer op den voorgrond staat; een, waarbij het vervoer van lichte, en een ander waarbij dat van zware goederen de hoofdzaak uitmaakt. Zijn die typen vastgesteld, dan is na plaatselijke op neming en mondeling overleg met de betrokken besturen of belanghebbenden, zeer spoedig een goed plan met bereke ning van kosten te maken. De ervaring, bij de eene lijn op te doen, kon dan strekken om de plannen en kostenbere keningen van volgende te volmaken. De geldelijke regeling zou, dunkt ons, zeer eenvoudig kunnen zijn. Als de lijn, met het noodig rollend materiëel is aange legd, moeten o. i. de bedrijfskosten door de te ontvangen vrachten gedekt worden, 01 moeten belanghebbende gemeentebe sturen of vereenigingen in het tekortko- mende voorzien. Zoo daarvoor de noodige waarborgen verkregen zijn, geve de Staat voor elk, door de Regeering goedgekeurd plan een bijdrage van 1 '3 der kosten van aanleg, een zeker geraamd cijfer niet overschrijdende. Aanbeveling zou het ver dienen, dat ook de provincie 1/3 in de kosten bijdroegmaar het is niet raad zaam het rijkssubsidie daarvan afhanke- kelijk te stellen, want als dan eenige pro- vincie'onwillig is om op dit terrein den voet te zetten, en het is niet onwaarschijn- „Wat wilt gij mevrouw Ieder mensch heeft zijn eigen manier van sproken." Mr. Schrötter, ik wenschte, dat gij in een andere stemming waart voor hetgeen ik u bad te vertellen.' „Mevrouw, ik wenschte wel, dat gij zei- det, wat ik weten moet, in plaats, van het voor mij iu stukken te hakken eu bet mjj als pillen in te geven." „Mr. Schrötter," zeide de oude dame, ter wijl zij baar spitsen neus in den wind stak, „ik geloof dat Mr. Blackburno gelijk bad, toen bij mij er opmerkzaam op maakte, dat mijn naastenliefde licht te ver zou gaau. Ik zal derhalve do jonge dames, die uit Leipzig tot ons gekomen zijn, verzoeken, uzelf..* „Wat?" riep Woif driftig opspringend, zoo- dat de oude dame achteruitstoof, „wat? Wel ke jonge dames zgo bier „Ik zal ze roepen," Bprak Mrs Blackburne. Wolf stond, met beide handen den stok om klemmend, met de oogen op de deur geves tigd, die Mr. Blackburne achter zich had toegetrokken en bij perste de lippen opeen om bet oproer in zijn binnenste te kunnen meester blijven. Daar werd de d«ur geopend en Mrs. Black burne verscheen en Felicitas achter haar. „Felicitasi* riep Wolt baar tegemoet. „Gij hier en waar is Geertruida Felicitas bleef bij de deur staan en zag hem medelijdend aan. „Geertruida!* zeide zg. „Natuurlijk! Zjj zal komen, wanneer gij het wenscht." „Natuurlijk wensch ik bet. Maar eerst, mjjn dierbare Felicitas moet ik u danken.' Hij trad op haar toe en schudde hare hand. Zij voelde zgn druk met innerlijk beven en zag hem met hare sprekende oogen zoo zeldzaam aan, dat bij er diep door bewo gen werd. „O, lieve Felicitas,' zeide hjj, „hoeveel ben ik u schuldig! Gij zijt een kloek, dapper meisje. Mijn vriend Winewsky heeft mij geschreven. Gij hebt alle detectives beschaamd en hat geheele gerechtshof er bij. Wanneer gij er niet geweest waart vanwaar hebt gij toch dien moed en dat doorzicht Mrs. Blackburne stond op den achtergrond en zag de scene met groote oogen aan. Zg zag ulleen de gebaren, en liet haar phan- tasie werken, daar zg de woorden niet kon verstaan. „Het was noodweer,* zeide Felicitas. „Ik wil gaarne degene die ik lielheb, hulp aau- bieden. Geertruida was den waanziD na bg.* „Ja, Geertruida!* zeide hg. „Zg had haar verstand bgna verloren, dat w«s een lijk, dat dit het geval zij dan zou ook de staatshulp onthouden moeten wor den, zelfs al zouden gemeentebesturen of belanghebbenden in het ontbrekende willen voorzien en dus op steun nog meer^aauspraak hebben. Aan de rijkssubsidie zouden desver- kiezende eenige voorwaarden verbbnden kunnen wordenbijv. vrij vervoer van de post, vrij vervoer van militairen, goed keuring der tarieven, 't zij door de Regeering, 't zij door Gedeputeerde Staten. Maar vóór alle dingen is het nood'g, dat het blijke ernst te zijn met de ge zindheid om tramwegen te steunen, en dat zal eerst recht blijken, als men op de begrooting een poet uittrektwaaruit tramwegen in den door ons bedoelden zin kunnen worden gesubsidiëerd. Als men werkelijk het groote volksbe lang, dat bij dit onderwerp betrokken is, bevorderen wil, dan doe men het met de daadaan platonische verzekeringen heeft niemand iets. ANNA PAUl.OWNA. 26 Oct. j.1., woensdagavond, vergaderde onze liberale kies vereeniging. Als Sprs. waren uitgenoodigd deheeren:van CalcareuFro- toein. Na verwelkoming en opening der vergadering door den voorz. verkreeg de heer V. Calcar eerst het woord. Na een in leiding, waarbij de Spr. wees op zijn 80- jarige werkzaamheid als predikant, waarin hij steeds in de politiek meegeleefd had, kwam hy eerst tot het kiesrecht. Hij be treurde het dat te motteu doen, omdat het weinig van belang was eu belangrijke hervor mingen tegenhield. Hij verwachtte van 't ontwerp van Houten evenveel kiezers als bij 't ontwerp lak, misschien van beter gehalte. Spr. was voor uitbreiding zoover de grondwet toelaat. Den leeftijd had hij liefst hooger, maar dit was van onderge schikt belang. Spr's richting was vooruit gang in vrijzinnigen geest, vrije ontwikke ling. Een program had Spr. niet, dat lag verschrikkelyke scène, toen ik het laatst bg haar was." .Ik heb u veel van Geertruida te ver tellen. Laten wij gaan zitten en lnister be daard naar mg.' „Wat duivel, de oude dame heeft mg ook reeds van christelijke liefde gesproken. Wat is er toch met Geertruida. Waarom komt zg niet hier Felicitas, zag hem een wgle stilzwijgend aan, en het geleek wel, alsof zij bare krach- te verzamelde om hem op de verzachteudate manier den laatsteu slag toe te bren gen. „Lieve Wolf," zeido zg dan met vaste stem. „Geertruida beeft u niet meer lief. Geertruida is boven gebleven en wenschte u vandaag liever niet te ontmoeten." „Zoo 1* riep hij. „Het is een lange geschiedenis, en ik zal u vertellen, hoe bet gebeurd is." „Vertel," zeide hg dof en zette zich in een leunstoel. Felicitas vertelde en bg hoorde opmerkzaam toe. Voor Mrs. Black burue werd de vertelling daar zy het niet verstond, te vervelend en daarom ging zij heen. Zy begaf zich naar haar echtgenoot, die in de bibliotheek de balans vau het jaar opmaakte. „Gg weet Mr. Blackbnrne," zeide zg, „dat deze Mr. Schrötter een vriend van Lord D&rliDgton is. „Dat weot ik lieve.' „Het schijnt mij echter toe, dat hg geen geld beeft. Hg ziet er volstrekt niet gentle- menlike uit.' „Rijke heeren zien er meermalen zoo zonderling uit." „Mr. Blackbnrne, gg zult wgs doen op mgn scherpen blik te vertrouwen. Hij beeft geen omgang met Lord Darlington, ofschoon hg zyo vriend is. Ieder respectabel man in zijn plaats zou Lord Darliogton opge zocht hebben, tenminste wanneer er geld geweest was.' „Dat kan zyn lieve, maar ik denk, dat Mr. Schrötter treurig is over zgn levens loop en daarom zoo argetrokken leeft. Ten minste zoo hebt gy zelf eertyds gesproken.' „Mr. Blackburne, gg zgt dom," zeide de oude dame. „Een gentleman mag nog zoo veel berouw over sgn levenswandel hebben wanneer hij geld heeft, zal hii altyd resppc- tabel blgven. Lord Dariington is nu hier." „Lieve wat gaat mg de respectabiliteit van mgnheer Schrötter en zijn vriend Dar lington aan? Gij weet toch, dat wij met geen van oeiden omgaan.' Juist daarom," zeide de oude dame. „Lord Darlington is de voornaamste man uit het

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 1