III. maakt. Eucie had al den tijd zich geheel aan haar verdriet over te geven en zij deed dit met een zekere wellust. Alles deed haar smartelijk aan. De lachen de natuur, de in feectgewaad gestoken menscben, alles vermeerderde slechts haar lijden. L ren en uren bleef zij soms weg dan was zij ter bedevaart naar de plaats waar haar meester haar weenende aan den weg had gevonden. Op het grss gp- zeter ging dan haar heele leven weder aan haar oog voorbij en kwam zij tot de con clusie, dat wat ook het lot haar had doen ondervinden, niets haar zoo loodzwaar op het hart had gedrukt, als thans het huwelijk van haar meester. Zij plukte een veldbloempje, ontbladerde het om het te raadplegen, en altijd en altijd sprak het laatste bloemblad haar van waohoop. Eindelijk had het huwelijk van Oiivier plaats. Den dag, waarop hij zijn vrouw voor het eerst de echtelijke woning bin nenleidde, zocht hij te vergeefs naar Lu- cie. Hij riep haar, niemand antwoordde. Hij zond menschen uit, die in last had den haar op te sporen zonder resul taat. Eerst den volgenden morgen vischte men haar lijk uit de rivier. Letlerk.Bijv. 1)6 koristen van ien taniwi* (Een coulisen-geschiedenis.) Anton Scbreglhofer was brandweerman en had alle avouden dienst in het groote theater, waar men een opera gaf. Rij had niets te doen dan in de coulissen te staau en daar op te letten, dat de decoraties niet in brand geraakt n. Hij was een stil le bedeesde jonge man, krachtig gebouwd en met schoon, bijna jongensachtig ge laat. Juffrouw Agnes Lambrecht was de derde in de eerste rij der amazonen en zeer schoon. Zij had dos aan den vleugel moeten staan, maar zij was te trotsch en te terughoudend, zóó zelfs, dat ze slechts zelden lachte en nooit met de habitués op de eerste rijen vóóraan koketteerde. De directeur was van oordeel, dat een meisje aan een der vleugels staande, een vergenoegd gelaat moest loonen en meu dan het publiek eens vriendelijk moest toe lonken. Juffrouw Lambrecht was het in dit opzicht volstrekt niet met hem eens en zij werd daarom nummer drie geplaatst, terwijl een ander meisje dat zich meer voor het publiek en minder voor het stuk interesseerde in haar plaats kwam. Als juf. Lambrecht op het tooneel niets te doen had, ging zij gewoonlijk achter de cou lissen op de trappen van een troon zitten, die na het eerste tooneel niet meer ge bruikt werd, om romans te lezen of kou sen te breien, die zij, als zij optreden moest, aan de juf, belast met de zorg der garderobe, te bewaren gaf. Op een avond moest zij spoediger dau gewoonlijk op het tooneel verschijnen, daar het lied der diva niet gebisseerd werd en de regisseur haar requireerde. De juf- van de garde robe was niet te zien, zoodat Agnes haren roman en de kousen aan den brandweer man overhandigde en zeide „Wilt ge dit even voor mij bewaren, tot ik terugkom Toen zij hem een en ander overhandigde, zag zij hem voor de eerste maal aan en hij gevoelde, wat hij reeds verscheidene malen vroeger gevoeld had, dat hare schoonheid iedereen in verrukking bren gen moest. Hij bield de blauwen wollen kousen, die nog warm waren van hare hand, zonder zich te bewegen, op dezelf de plaats vast,als hij ze had aangenomen,toen Agnes ze hem overreikte. Toen zij van het tooneel afkwam, gaf hij ze haar terng en groette, toen zij hem bedankte. Eene der andere bekoorlijke amazonen lachte en zei: „Agnes gaat naar de brandweer 1* terwijl Scbreglhofer blozend zich terug trok. Den volgenden avond vatte hij moed en groette haar vriendelijk zij dank te met een nauwmerkbaar hoofdknikje. Hij sloeg haar voortaan opmerkzaam gade, in de meening dat men het niet merkte; maar de andere koristen, de collega's van juf. Lambrecht maakten er zich vroolijk overmenigeen, die ook medelijden met den armen jongeling gevoelde. Podantky, de oude Podantkv, die se dert twintig jaar, korist in de meest ver schillende operctten-theaters geweest w»s en door zijn beroep natuurlijk nogal pes simistisch geworden was, vertelde den bran- weerman, met wien hij vaak in aanraking kwam, bij wijze van spreken ontzettende geschiedenissen uit de „chronique scandaleu- ae* der coulissenwereld, die Schreglhofer tot de overtuiging brachten, dat het too neel een ware poel is van zonden en on gerechtigheden. Dat stemde hem reeds treurig en het was hem onmogelijk te be grijpen, hoe juf. Agues van wier edel ka rakter hij in den grond zijner ziel over tuigd was, zulk een metier bij de band bad kunnen nemeD. Vaak nam bij zich voor, den ouden Podantky daarover eene te polsen, maar steeds schrikte hij daar voor terng, wijl hij onaangename ontdek kingen vreesde. Op een avond, toen hij met den ouden huiswaarts keerde, hiele hij het niet lsnger uit en klopte hij hem voorzichtig op den schouder. „O, dat is er een," viel Podantsky hem in de reden, „die geheel niet voor het werk, dat zij doet bestemd is; zij is er veel te goed voor en zal het er wel nooit ver in breDgen. „Niet, dat het baar aan begaafdheid ont- breezt, maar zij heeft geen hart voor de zaak, in één woord, zij is er niet geheel en al bij. Een beetje stem heeft zij wel, maar dansen, dat gaat niet.c Ja, maar waarom blijft ze dan aan het theater? vroeg Anton, niet weinig in 8 panding. Als ik mij goed herinner, heeft zij een broeder, dien zij ondersteunen moet. Ik weet niet zeker meer, maar ik geloof dat hij kreupel is, of een lichaamlijk ge brek heeft. Eerst heeft zij zangonderricht gegeven, maar dat ging niet, zij kon geen leerlingen krijgen. De concurrentie is dan ook niet gering. Anton ademde weder vrijer, alsof hem een steen van het hart gevallen was. Hij had zich dus niet in Agnes vergist. Hij dacht er zich haast suf over, hoe hij haar het best zou kunnen aanspreken en hoe hij haar op de duidelijkste wijze toonen zou, welk een oprechte vereering hij voor haar koesterde. Toen hij daartoe de gele genheid schoon zag, naderde hij haar bedeesd en richtte hij oogenschijulijk geheel onver schillige vragen tot haar, die zij alle zeer vriendelijk beantwoordde, zonder evenwel in welk opzicht ook, hem aan te moedi gen of een warme belangstelling voor hem aan den dag te leggeD. Zoo bleef het een tijdlang. Menigmaal geloofde Schreglhofer dat Agnes nooit meer voor hem zou ge voelen, dan op dien dag, toen zij voor het eerst met hem sprak. En toch kwam het hem soms voor, alsof zij niet vrijwil lig zich op een afstand hield en of de ge reserveerde houding die zij tegenover hem in acht nam, slechts een gevolg was van haar trotsch en gesloten karakter. Zou zij toch llij ging aau 't narekenen of hij met wat hij overgelegd had en met wat hij maandelijks verdiende, er zou kunnen komen. O ja, met eenige spaarzaamheid zou het wel gaan 1 Op een goeden morgen brak er brand uit en Anton, die aan de blussching deel nam, kreeg evenals drie andere brandweer lieden min of meer hevige brandwonden. De faam in den vorm van sensatie-berich ten in de avondbladen, maakte van het onheil niet weinig ophef pn stempelde de lichtgewonden tot martelaren van hun be roep. Toen Anton evenwel 's-avonds bij de voorstelling als gewoonlijk op post stond was men niet weinig verrast en wensch- te men hem van alle kanten geluk, dat hij er zoo goed was afgekomen. Den vol genden dag, toen hij een zijner lotgenoo- ten, die 's nachts in het hospitaal bad moeten verblijven, aldaar bezocht, vertelde deze hem, dat er den vorigen dag s' namid dags eene schoone jonge dame geweest was, om naar Schreglhofer te informeeren en die tot eiken prijs hem had willen zien. Zij had geweigerd haren naam op te geven, maar toen zij heenging scheen zij heel wal opgeruimder. Anton zei tot zichzelven, dat deze da me niemand anders kon geweest zijn en hij Dam zich voor, haar na de voorstelling te bedanken voor haar belangstelling en zijn hart voor haar uit te storten. Inlus- scheo vermeed zij hem dien avond meer dan gewoonlijk nog. Anton was echter vastbesloten, aan de ouzekerheid een einde te maken en wachtte haar derhalve aan den uitgang op. Het was juist de vijftien de, den dag waarop het salaris aan het theater werd uitbetaald. In opgewekte stemming verlieten de executanten dan ook de garderobe. Alleen Agnes vormde een uitzondering. Zij kwam het laatst, diep gesluierd; zoodat men haar gelaat nau welijks zien kon. Anton volgde haar lang zaam, maar nog voor hij gelegenheid bad, haar aan te spreken, kwam er een man naast haar loopen. Zij bleef staan en sprak op bijna fluisterenden toon met hem. Anton kon wel niet hoorei), wat zij met elkander besprakeD, maar er leefde een gevoel van jaloeziej in hem óp, dat hem over het gaDsche lichanm beven deed. De vreemde man greep naar een cou vert, dat Agnes in de linkerhand hield en dat haar halfmaaudelijksch salaris bevatte en zeide op ruwen toon Geef het geld hier, hoort ge Agnes maakte aanstalten om te vlnchteD, doch de vreemde man greep haar stevig in den arm. Toen sprong Antoon eensklaps naar voren, schadde den onbekende een paar malen geducht dooreeD en smakte hem dan met een krachtigen ruk op den grond neer. Houd opriep Agnes, hond op, hij heelt recht op het geld, hij is mijn man. Anton verzocht zijn chef, van den dienst in den schouwburg bevrijd te worden, aan welk verzoek door deze voldaan werd. Het scheen evenwel alsof zijn geheele betrek king bem niet meer behaagde, want hij was norscher geworden dan ooit te voren en ook tegenover zijn collega's gedroeg hij zich zeer onvriendschappelijk, zoodat zijn gedrag aller bevreemding wekte en er achter zijn rug menig hard woord viel. In zijn werk was bij de onde gebleven. Daar waar het gevaar het grootst was, kon men hem vin den en hü haalde waagstukken uit, alsof hij het er op toegelegd had, den dood in de vlammen te vinden. Zoo kwam het ook, dat Anton spoedig de plaats van zijn chef verving, toen deze ontslag gevraagd had en hij tot chef der brandweer werd benoemd. De winter kwam. Op een wandeling, die Schreglhofer maakte op een middag toen hij niets te doen had, ontmoette hij den oude Podantky. Hij wilde aanvankelijk voor hem uitwijken, daar bij vreesde door een gesprek met hem aan het ongel akkige tijdperk zijner eerste liefde herinnerd te znllen worden. Maar PoJantky was, zoodra hij Anton van verren zag, op hem toege sneld en had hem op zijne gewone opge wonden manier allerlei tooneelgeschiedenis- sen verteld, terwijl hij hem ten slotte □itnoodigde een glas bier met hem te gaan drinkeD. Anton overlegde een oogen- blik en kwam tot de conclusie, dat hij niet goed weigeren kon en beiden gingen een café binnen, waarin zij bleven tot het tijd werd voor Podantky om naar den schouwburg te gaan. Toen Anton heengaan wildp, zeide de oudeApropos, ge herin nert je nog, die Agnes Lambrecht, je weet wel Zij was met een dronkelap getrouwd. Een paar weken geleden heeft hij al te diep in hel glaasje gekeken en is hij op weg huiswaarts te water geraakt, ze haalde hem dood op. En zij, zijn vrouw voeg Anton, zichtbaar aangedaan. Wel die zingt nog bij ons mee, vaadaag geven we ons nieuw stnk. Dat moest je gaan zien Zeer de moeite waard. Apropos, zei de directeur van het **theater tot den regisseur, zooeven krijg ik juist een brief van juf. Lambrecht. Zij deelt me mee dat ze het tooneel vaarwel zegt, en dal ze weer gaat trouwen. Een mooie vrouw," voegde hij er met een zucht bij, „met een niet leelijke stem. Jammer dat ze volstrekt niet dansen kon. 22. Nbld. De kapitein der artille- rie Dreyfus heeft zich schuldig gemaakt aan verraad van geheimen, de verdediging van Frankrijk betreffende. Generaal Mer- cier moet van plan zijn, den man te laten doodschieten. De zaak is uitgekomen door een dame, die vroeger handel dreef in heiligenbeeldjes, enz., doch die een jaar geleden tot drie jaar gevangenisstraf ver oordeeld werd wegens spionnage. Zij wei gerde steeds te zeggen, aan wien zij de bij haar gevonden documenten wilde ter hand stellen, doch in de gevangenis heeft zij verteld, dat een Italiaansch spion her haaldelijk bijeenkomsten had met een Eransch officier in een café op den boule vard Saint-Germain. Men heeft toen Dreyfus bespied ei» een gesprek afgelui sterd, dat allen twijfel aan zijn schuld wegneemt. Een onderwijzer te Perpignan, die aan verscheidene ambtenaren anonieme brie ven zond, waarin hij ze met dynamiet be dreigde, is tot twee maanden gevangenis straf veroordeeld. Een gewilde verbruiks- verteniging. Gedurende de Duitsche manoeuvres komt op een goeden dag de fourier eener com pagnie infanterie in een Eransch plaatsje. Hij had dorst en ging naar het bierhuis, doch toen hij dat verliet, trok hij eeu erbarmelijk gezicht. Oorzaak daarvan het bier was slecht en kostte twaalf pfen- ning. Gelukkig ontdekt hij, dat er in het dorpje nog een tweede bierbron vliet, waar het bier goed was en slechts 10 pfennig kostte. De man neemt een proefje, dat hem voldoethij wil betalen, doch zijn verbazing is groot, zoodra hij hoort, dat het geld niet wordt aangenomen. Het bleek, dat daar een verbruiksvereeniging ge vestigd was en dat van niet-leden geen geld mocht worden aangenomen. Er ont stond een schermutseling de fonrier wilde niets voor niemendal hebben en de tapper van het bier wilde niets aannemen. Ten slotte werd een uitweg gevonden de fourier laat zich inschrijven als lid der vereeniging, zijn naan komt op de ledenlijst te staan en hij betaalt zijn pfennig. De fourier had echter een warm hart voor zijn kameraden. Wat hielp hem nu het goede en goedkoope bier, terwijl ziju makkers duur en slecht bier moesten drin ken Ook dit vraagstuk werd echter op gelost hij schrijft de compagnieslijst over en des avonds geniet de gansche com pagnie als lid der vereeniging van 't heer lijkst bier dal een soldaat zich denken kaD De kastelein van het dorp zon echter op wraak. Hij begaf zich naar den kapi tein en bracht dezen aan 't verstand, dat de soldaten aJlen tot etn Vereeniging be hoorden. De kapitein belooft te zulleu on derzoeken en een exemplaixe straf uit tedee- len. Zoodra de compagnie is aangetreden, houdt hij eeu echt militaire toespraak. Met groote teleurstelling had hij vernomen dat mannen van zijn compagnie het hadden gewaagd, lid te worden eener vereeniging, zonder dat men hem daarmede io kennis had gesteldhoe zoo iets overeen was te brengen, met de militaire tucht enz. enz. enz.terwijl hij eindelijk de hoop uitsprak dat er geen politiek achter stak. Ieder, die tot de bewuste vereeniging was toegetre den, moest het geweer „over' brengen. Op dat oogenblik volgde er een slag, zoo regel matig als hij zelden had gehad en de gansche compagnie stond met het geweer „over". Niettegenstaande de beweging zoo keu rig gelijkmatig was uitgevoerd, trok de kapitein toch een bedenkelijk gezicht en ioept dau op goed gelukt af een man uit het gelid tot zieh. „Gij zijt dus ook lid welk entréegeld hebt ge betaald? De man zwijgt: een tweede wordt geroepen. De kapitein verandert zijn vragen eenigszins. „Welk doel heeft uw vereeniging?' Nu komt 't eruit: „Bier tappen, omdat ons 't hierin de herberg niet meer beviel.' Het gelaat van den kapitein helderde op, hij laat zich van alles op de hoogte brengen, rijdt een paar stippen op en neer en vraagde verder; „Gelooft gij dus, dat dit de eenige reden is?" „Ja, kapitein!' „De halve liter kost 10 pfenning „Ja, kapitein!' En het bier is goed?" „Ja kapitein 1" riep de gansche compagnie als nit één mond. „Wel nu, zegt nu de kapitein terwijl een glimlach je op zijn gelaat komt en hij de twee man nen wenkt, weer in 't gelid te treden. „"Wanneer dat zoo is, word ik ook lid De verloren ring. Uit Worms wordt gemeld. In een deftig gezelschap had een jonge dame voordat zij zou beginnen te piano spelen eenige ringen hierop gelegd, waar op een van groote waarde. Na enkele oogenblikken miste zij dien ring, terwijl niemand wist waar hij gebleven was en alle ingestelde onderzoekiugen zonder ge volg bleven. Eenigen tijd daarna werd de ring bij een jnwelier te koop aangeboden. Deze her kende den ring en gaf direct kennis aan de politie, die de jonge dame, welke den ring te koop had aangeboden, verzocht de herkomst er van op te geven. De jonge dame, een vriendin van haar, die den ring vermiste, zeide dat zij hem van een fami lie uit Amerika gekregen hebt. Ook dit werd onderzocht en het bleek dat die familie niet bestond. Eindelijk kwam het uit, dat het deftige jonge meisje den ring gestolen had. Later kwam het ook aan het licht, dat zij verscheiden andere diefstallen gepLegd had ten hnize van de families, waar zij veel verkeerde. Men kan zich den toestand van hare verwanten denken, daar h var va der een hoogs rijksbetrekking bekleedde, hiervoor bedankte en aanbood om alles te vergoeden. Het recht moest echter zijn loop hebben en het meisje werd gevangen genomen. Opmerking verdient het, dat zij zelf en ook hüar familie zeer bemiddeld waren, zoo dat,zij niet uit armoede of ontbering behoefde te stelen. Te meer verwekt dit geval groot opzien in Worms, daar de familie alge meen geacht en bemind was, en ook de dochter bij hare vriendinnen uitstekend stond aangeschreven en sllen veel van haar hiel den. Het meisje was behebt met de zoo genaamde klepto-manie, zucht tot ste len. Nu komt uit Worms het bericht, dat het meisje tijdens het voorloopig onderzoek gelegenheid gevonden heeft zich door mid del van ophanging van het leven te beroo- ven. Een dubbelganger. Tot zijn groote ontzetting werd een loteling uit het departement der Seine ingelijfd bij een naar Afrika bestemd bataljon, hetwelk geheel bestoud nit lieden die veroordeeling te hunnen laste hadden. Daar hij hier niets van begreep, teekende hij protest aan. Maar wie schets zijne ver bazing toen hij hoorde, dat hij verscheide ne maanden wegens diefstal gezeten had. De loteling die zich van geen kwaad be wast was, raakte nu de kluts geheel kwijt. Nieuwe onderzoekingen brachten einde- delijk aan het licht, dat er nog een lote ling was met volkomen gelijkluiden den voor- en toenaam en in dezelfde wijk van Parijs, denzelfden dag geboren. Deze, zijn dubbelganger, was de dief. Tot schadeloosstelling van al zijn ver driet is de onschuldige jongeling nu in gelijfd bij een regiment in de nabijheid zijner geboorteplaats. Ie Altona is een ben de valsch munters ontdekt, die zich voor namelijk bezighield met het namaken van vijfmarkstukken. De photograaf Punde uit Berlijn was de aanvoerder. Een Ned. lakenhandelaar V. D._ die tijdelijk te Parijs vertoefde en daar in een restauratie op den boulevard Montmartre iD „vroolijk gezelschap" een avond en een gedeelte van den nacht door bracht miste bij zijn ontwaken in zijn hotel ziju portefeuille met ongeveer f 20.000 aan bankpapier. De politie zoekt 1 Een voor 20 jaar doodverklaarde man. De scheepskapitein S nthof, die in 1874 zijn vrouw en drie kinderen verliet en van wien men na dien tijd nooit iets meer hoorde, is dezer dagen in zijn oude *0. oing te Aurich weergekeerd. Hij was se. durende al dien tijd in Nieuw-Zeeland ge. weest en kon het verlangen om zijn ge. boorteland en familie weer te zien, niet weerstaan. Zijn vrouw, die weder gehuwd was, na dat hij in zes jaren niets van zich had laten hooren, was iBnig verheugd, dat zij haar eerste liefde weerzag. Naar men meldt moet hij in het hu welijk van zijn vrouw berusten en most de familie heel gelukkig met elkaar leven, hij als de gast van zijn vroegere vrouw. Twee dappere vrouwen. Toen een der St ine-bootjes van Parijs naar Suresnes Dinsdagavond zich tusschen de brug van Boulogne-sur-Seine en die vau Saint-Cloud bevond, voelden de pas- sagiers plotseling een geweldigen schok. De boot had een visscherssloep, die zon der licht was, door midden gevaren. De sloep zonk onmiddellijk en de twee man nen, die er zich op bevonden lagen te worstelen met de golven. Terwijl men zich tot hun redding gereed maakte, zag meu twee vrouwen, die zich van den oever in de rivier wierpen en de drenke lingen ter hulp zwommen. Het gelukte haar de beide mannen te redden. Deze beide dappere vrouwen; mme. Vincent 34 jaar ond en haar dochter 20 jaar oud, redden reeds meer menschen het leven; de moeder bezit twee gouden medailles als herinnering aan haar moed. Een ongeval in de kerk van het kozakkendorp Trjoch Ostrouwjans had den 15 Oct. plaats. Daags daarna zou een nieuwe kerk worden ingewijd en nu moest, volgens het gebruik, den avond te voren een dienst plaats hebben, waar voor de geestelijkheid en duizelden uit de omliggenden dorpen waren opgeko men. De Wolzjsko-Donskoj Listok geeft van het gebeurde nu de volgende lezig: Om den dienst plechtiger te maken was een primitieve, armoedige, landelijke illu minatie gereed gemaakt, bestaande uit een klein aantal, glaasjes met vet die in rijen aan den ikkonottóe (den scheidswand tusschen het altaar en bet schip met hei ligenbeelden versierd) waren opgehangen. De pitten van die vetpotjes waren, om beter te branden met wat petroleum be streken. „Nauwelijks had de dienst een aanvang genomen en was de illuminatie aangesto ken, of de met petroleum bestreken pitten begonnen te knetteren en met sterke vlam te branden. Vooral éen potje brandde he vig. De groote volksmenigte in de kerk begon wat ontsteld te worden. Om de vlam uit het potje uit te dooven nam een vrouw een jongentje op den arm en be val hem het brandend glaasje eraf te ne men. Het kind nam het eraf, maar liet het uit de hand vallen juist op de japon van de vrouw die het op den arm hield Die nietige omstandigheid was het be gin van het onheil. Een van de aanwezi gen riep; „Brand! wij verbranden!" Eeu vreeselijke paniek volgde. De me nigte in de kerk, van meening, dat bet dorp in brand siond, drong naar buiten, terwijl de duizenden die buiten waren en de kerk in brand dachten naar binneo drongen om hulp te verleenen. Vandaar een woest tumult en gedrang, waarbij tal rijke slachtoffers vielen. Tevergeefs trachtten de geestelijken de menigte tot bedareD te brengen. Kr heerschte als *t ware verstands verbijstering en de paniek hield bijna een uur aau. Hoeveel een mensch j 8 8 r" lijks eet en drinkt. ■^•'n statistieken der Engelsche en Eransche zee* machten, die natuurlijk gegrond zijn op de behoeften van een groot aantal menschen in den bloei huns levens, ontleent men e gevolgtrekking, dat ongeveer 21/* Pon, droog voedsel per dag voor ieder meusc noodig ishiervan is ongeveer 3P'an aardig en de rest dierlqk voedsel. Dit bedraagt dus ruim 8G0 pond p jaar. En zoo men al wat één man p0t J* drinkt aan water, bier, koffie, thee, *'J en sterken drank onder de rubriek *8 rangschikt, kan men de gezamenüjken oe" veelheid op 1500 jpond schatten. Snelpersdruk van J. Winkel te Sch*Sen*

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1894 | | pagina 6