III.
maakt.
Eucie had al den tijd zich geheel aan
haar verdriet over te geven en zij deed
dit met een zekere wellust.
Alles deed haar smartelijk aan. De lachen
de natuur, de in feectgewaad gestoken
menscben, alles vermeerderde slechts haar
lijden. L ren en uren bleef zij soms weg
dan was zij ter bedevaart naar de plaats
waar haar meester haar weenende aan
den weg had gevonden. Op het grss gp-
zeter ging dan haar heele leven weder aan
haar oog voorbij en kwam zij tot de con
clusie, dat wat ook het lot haar had doen
ondervinden, niets haar zoo loodzwaar
op het hart had gedrukt, als thans het
huwelijk van haar meester. Zij plukte een
veldbloempje, ontbladerde het om het te
raadplegen, en altijd en altijd sprak het
laatste bloemblad haar van waohoop.
Eindelijk had het huwelijk van Oiivier
plaats. Den dag, waarop hij zijn vrouw
voor het eerst de echtelijke woning bin
nenleidde, zocht hij te vergeefs naar Lu-
cie. Hij riep haar, niemand antwoordde.
Hij zond menschen uit, die in last had
den haar op te sporen zonder resul
taat.
Eerst den volgenden morgen vischte men
haar lijk uit de rivier. Letlerk.Bijv.
1)6 koristen van ien taniwi*
(Een coulisen-geschiedenis.)
Anton Scbreglhofer was brandweerman
en had alle avouden dienst in het groote
theater, waar men een opera gaf. Rij had
niets te doen dan in de coulissen te staau
en daar op te letten, dat de decoraties
niet in brand geraakt n. Hij was een stil
le bedeesde jonge man, krachtig gebouwd
en met schoon, bijna jongensachtig ge
laat. Juffrouw Agnes Lambrecht was de
derde in de eerste rij der amazonen en
zeer schoon. Zij had dos aan den vleugel
moeten staan, maar zij was te trotsch en
te terughoudend, zóó zelfs, dat ze slechts
zelden lachte en nooit met de habitués
op de eerste rijen vóóraan koketteerde.
De directeur was van oordeel, dat een
meisje aan een der vleugels staande, een
vergenoegd gelaat moest loonen en meu
dan het publiek eens vriendelijk moest toe
lonken. Juffrouw Lambrecht was het in
dit opzicht volstrekt niet met hem eens
en zij werd daarom nummer drie geplaatst,
terwijl een ander meisje dat zich meer
voor het publiek en minder voor het stuk
interesseerde in haar plaats kwam. Als juf.
Lambrecht op het tooneel niets te doen
had, ging zij gewoonlijk achter de cou
lissen op de trappen van een troon zitten,
die na het eerste tooneel niet meer ge
bruikt werd, om romans te lezen of kou
sen te breien, die zij, als zij optreden
moest, aan de juf, belast met de zorg der
garderobe, te bewaren gaf. Op een avond
moest zij spoediger dau gewoonlijk op
het tooneel verschijnen, daar het lied der
diva niet gebisseerd werd en de regisseur
haar requireerde. De juf- van de garde
robe was niet te zien, zoodat Agnes haren
roman en de kousen aan den brandweer
man overhandigde en zeide „Wilt ge dit
even voor mij bewaren, tot ik terugkom
Toen zij hem een en ander overhandigde,
zag zij hem voor de eerste maal aan en
hij gevoelde, wat hij reeds verscheidene
malen vroeger gevoeld had, dat hare
schoonheid iedereen in verrukking bren
gen moest. Hij bield de blauwen wollen
kousen, die nog warm waren van hare
hand, zonder zich te bewegen, op dezelf
de plaats vast,als hij ze had aangenomen,toen
Agnes ze hem overreikte. Toen zij van
het tooneel afkwam, gaf hij ze haar terng
en groette, toen zij hem bedankte. Eene
der andere bekoorlijke amazonen lachte en
zei: „Agnes gaat naar de brandweer 1*
terwijl Scbreglhofer blozend zich terug
trok. Den volgenden avond vatte hij
moed en groette haar vriendelijk zij dank
te met een nauwmerkbaar hoofdknikje. Hij
sloeg haar voortaan opmerkzaam gade, in
de meening dat men het niet merkte;
maar de andere koristen, de collega's van
juf. Lambrecht maakten er zich vroolijk
overmenigeen, die ook medelijden met
den armen jongeling gevoelde.
Podantky, de oude Podantkv, die se
dert twintig jaar, korist in de meest ver
schillende operctten-theaters geweest w»s
en door zijn beroep natuurlijk nogal pes
simistisch geworden was, vertelde den bran-
weerman, met wien hij vaak in aanraking
kwam, bij wijze van spreken ontzettende
geschiedenissen uit de „chronique scandaleu-
ae* der coulissenwereld, die Schreglhofer
tot de overtuiging brachten, dat het too
neel een ware poel is van zonden en on
gerechtigheden. Dat stemde hem reeds
treurig en het was hem onmogelijk te be
grijpen, hoe juf. Agues van wier edel ka
rakter hij in den grond zijner ziel over
tuigd was, zulk een metier bij de band
bad kunnen nemeD. Vaak nam bij zich
voor, den ouden Podantky daarover eene
te polsen, maar steeds schrikte hij daar
voor terng, wijl hij onaangename ontdek
kingen vreesde. Op een avond, toen hij
met den ouden huiswaarts keerde, hiele
hij het niet lsnger uit en klopte hij hem
voorzichtig op den schouder.
„O, dat is er een," viel Podantsky hem in
de reden, „die geheel niet voor het werk,
dat zij doet bestemd is; zij is er veel te
goed voor en zal het er wel nooit ver in
breDgen.
„Niet, dat het baar aan begaafdheid ont-
breezt, maar zij heeft geen hart voor de
zaak, in één woord, zij is er niet geheel
en al bij. Een beetje stem heeft zij wel,
maar dansen, dat gaat niet.c
Ja, maar waarom blijft ze dan aan
het theater? vroeg Anton, niet weinig in
8 panding.
Als ik mij goed herinner, heeft zij
een broeder, dien zij ondersteunen moet.
Ik weet niet zeker meer, maar ik geloof
dat hij kreupel is, of een lichaamlijk ge
brek heeft. Eerst heeft zij zangonderricht
gegeven, maar dat ging niet, zij kon geen
leerlingen krijgen. De concurrentie is dan
ook niet gering.
Anton ademde weder vrijer, alsof hem
een steen van het hart gevallen was. Hij
had zich dus niet in Agnes vergist. Hij
dacht er zich haast suf over, hoe hij haar
het best zou kunnen aanspreken en hoe
hij haar op de duidelijkste wijze toonen
zou, welk een oprechte vereering hij voor
haar koesterde. Toen hij daartoe de gele
genheid schoon zag, naderde hij haar bedeesd
en richtte hij oogenschijulijk geheel onver
schillige vragen tot haar, die zij alle zeer
vriendelijk beantwoordde, zonder evenwel
in welk opzicht ook, hem aan te moedi
gen of een warme belangstelling voor hem
aan den dag te leggeD. Zoo bleef het een
tijdlang. Menigmaal geloofde Schreglhofer
dat Agnes nooit meer voor hem zou ge
voelen, dan op dien dag, toen zij voor
het eerst met hem sprak. En toch kwam
het hem soms voor, alsof zij niet vrijwil
lig zich op een afstand hield en of de ge
reserveerde houding die zij tegenover hem
in acht nam, slechts een gevolg was van
haar trotsch en gesloten karakter. Zou zij
toch llij ging aau 't narekenen of
hij met wat hij overgelegd had en met wat
hij maandelijks verdiende, er zou kunnen
komen.
O ja, met eenige spaarzaamheid zou het
wel gaan 1
Op een goeden morgen brak er brand
uit en Anton, die aan de blussching deel
nam, kreeg evenals drie andere brandweer
lieden min of meer hevige brandwonden.
De faam in den vorm van sensatie-berich
ten in de avondbladen, maakte van het
onheil niet weinig ophef pn stempelde de
lichtgewonden tot martelaren van hun be
roep. Toen Anton evenwel 's-avonds bij
de voorstelling als gewoonlijk op post stond
was men niet weinig verrast en wensch-
te men hem van alle kanten geluk, dat
hij er zoo goed was afgekomen. Den vol
genden dag, toen hij een zijner lotgenoo-
ten, die 's nachts in het hospitaal bad
moeten verblijven, aldaar bezocht, vertelde
deze hem, dat er den vorigen dag s' namid
dags eene schoone jonge dame geweest was,
om naar Schreglhofer te informeeren en
die tot eiken prijs hem had willen zien.
Zij had geweigerd haren naam op te geven,
maar toen zij heenging scheen zij heel
wal opgeruimder.
Anton zei tot zichzelven, dat deze da
me niemand anders kon geweest zijn en
hij Dam zich voor, haar na de voorstelling
te bedanken voor haar belangstelling en
zijn hart voor haar uit te storten. Inlus-
scheo vermeed zij hem dien avond meer
dan gewoonlijk nog. Anton was echter
vastbesloten, aan de ouzekerheid een einde
te maken en wachtte haar derhalve aan
den uitgang op. Het was juist de vijftien
de, den dag waarop het salaris aan het
theater werd uitbetaald. In opgewekte
stemming verlieten de executanten dan
ook de garderobe. Alleen Agnes vormde
een uitzondering. Zij kwam het laatst,
diep gesluierd; zoodat men haar gelaat nau
welijks zien kon. Anton volgde haar lang
zaam, maar nog voor hij gelegenheid bad,
haar aan te spreken, kwam er een man
naast haar loopen. Zij bleef staan en sprak
op bijna fluisterenden toon met hem. Anton
kon wel niet hoorei), wat zij met elkander
besprakeD, maar er leefde een gevoel van
jaloeziej in hem óp, dat hem over het
gaDsche lichanm beven deed.
De vreemde man greep naar een cou
vert, dat Agnes in de linkerhand hield en
dat haar halfmaaudelijksch salaris bevatte
en zeide op ruwen toon
Geef het geld hier, hoort ge
Agnes maakte aanstalten om te vlnchteD,
doch de vreemde man greep haar stevig
in den arm. Toen sprong Antoon eensklaps
naar voren, schadde den onbekende een
paar malen geducht dooreeD en smakte
hem dan met een krachtigen ruk op den
grond neer.
Houd opriep Agnes, hond op, hij
heelt recht op het geld, hij is mijn
man.
Anton verzocht zijn chef, van den dienst
in den schouwburg bevrijd te worden, aan
welk verzoek door deze voldaan werd. Het
scheen evenwel alsof zijn geheele betrek
king bem niet meer behaagde, want hij was
norscher geworden dan ooit te voren en ook
tegenover zijn collega's gedroeg hij zich
zeer onvriendschappelijk, zoodat zijn gedrag
aller bevreemding wekte en er achter zijn
rug menig hard woord viel. In zijn werk
was bij de onde gebleven. Daar waar het
gevaar het grootst was, kon men hem vin
den en hü haalde waagstukken uit, alsof
hij het er op toegelegd had, den dood in
de vlammen te vinden.
Zoo kwam het ook, dat Anton spoedig
de plaats van zijn chef verving, toen deze
ontslag gevraagd had en hij tot chef der
brandweer werd benoemd.
De winter kwam. Op een wandeling, die
Schreglhofer maakte op een middag toen
hij niets te doen had, ontmoette hij den
oude Podantky. Hij wilde aanvankelijk
voor hem uitwijken, daar bij vreesde door
een gesprek met hem aan het ongel akkige
tijdperk zijner eerste liefde herinnerd te
znllen worden. Maar PoJantky was, zoodra
hij Anton van verren zag, op hem toege
sneld en had hem op zijne gewone opge
wonden manier allerlei tooneelgeschiedenis-
sen verteld, terwijl hij hem ten slotte
□itnoodigde een glas bier met hem te
gaan drinkeD. Anton overlegde een oogen-
blik en kwam tot de conclusie, dat hij
niet goed weigeren kon en beiden gingen
een café binnen, waarin zij bleven tot het
tijd werd voor Podantky om naar den
schouwburg te gaan. Toen Anton heengaan
wildp, zeide de oudeApropos, ge herin
nert je nog, die Agnes Lambrecht, je weet
wel Zij was met een dronkelap getrouwd.
Een paar weken geleden heeft hij al te
diep in hel glaasje gekeken en is hij op
weg huiswaarts te water geraakt, ze haalde
hem dood op.
En zij, zijn vrouw voeg Anton,
zichtbaar aangedaan.
Wel die zingt nog bij ons mee,
vaadaag geven we ons nieuw stnk. Dat
moest je gaan zien Zeer de moeite
waard.
Apropos, zei de directeur van het
**theater tot den regisseur, zooeven krijg ik
juist een brief van juf. Lambrecht. Zij
deelt me mee dat ze het tooneel vaarwel
zegt, en dal ze weer gaat trouwen. Een
mooie vrouw," voegde hij er met een zucht
bij, „met een niet leelijke stem. Jammer
dat ze volstrekt niet dansen kon. 22. Nbld.
De kapitein der artille-
rie Dreyfus heeft zich schuldig gemaakt
aan verraad van geheimen, de verdediging
van Frankrijk betreffende. Generaal Mer-
cier moet van plan zijn, den man te laten
doodschieten. De zaak is uitgekomen door
een dame, die vroeger handel dreef in
heiligenbeeldjes, enz., doch die een jaar
geleden tot drie jaar gevangenisstraf ver
oordeeld werd wegens spionnage. Zij wei
gerde steeds te zeggen, aan wien zij de
bij haar gevonden documenten wilde ter
hand stellen, doch in de gevangenis heeft
zij verteld, dat een Italiaansch spion her
haaldelijk bijeenkomsten had met een
Eransch officier in een café op den boule
vard Saint-Germain. Men heeft toen
Dreyfus bespied ei» een gesprek afgelui
sterd, dat allen twijfel aan zijn schuld
wegneemt.
Een onderwijzer te Perpignan, die
aan verscheidene ambtenaren anonieme brie
ven zond, waarin hij ze met dynamiet be
dreigde, is tot twee maanden gevangenis
straf veroordeeld.
Een gewilde verbruiks-
verteniging.
Gedurende de Duitsche manoeuvres komt
op een goeden dag de fourier eener com
pagnie infanterie in een Eransch plaatsje.
Hij had dorst en ging naar het bierhuis,
doch toen hij dat verliet, trok hij eeu
erbarmelijk gezicht. Oorzaak daarvan het
bier was slecht en kostte twaalf pfen-
ning.
Gelukkig ontdekt hij, dat er in het
dorpje nog een tweede bierbron vliet, waar
het bier goed was en slechts 10 pfennig
kostte. De man neemt een proefje, dat
hem voldoethij wil betalen, doch zijn
verbazing is groot, zoodra hij hoort, dat
het geld niet wordt aangenomen. Het
bleek, dat daar een verbruiksvereeniging ge
vestigd was en dat van niet-leden geen
geld mocht worden aangenomen. Er ont
stond een schermutseling de fonrier wilde
niets voor niemendal hebben en de tapper
van het bier wilde niets aannemen. Ten
slotte werd een uitweg gevonden de fourier
laat zich inschrijven als lid der vereeniging,
zijn naan komt op de ledenlijst te staan
en hij betaalt zijn pfennig.
De fourier had echter een warm hart
voor zijn kameraden. Wat hielp hem nu
het goede en goedkoope bier, terwijl ziju
makkers duur en slecht bier moesten drin
ken Ook dit vraagstuk werd echter op
gelost hij schrijft de compagnieslijst over
en des avonds geniet de gansche com
pagnie als lid der vereeniging van 't heer
lijkst bier dal een soldaat zich denken
kaD
De kastelein van het dorp zon echter
op wraak. Hij begaf zich naar den kapi
tein en bracht dezen aan 't verstand, dat
de soldaten aJlen tot etn Vereeniging be
hoorden. De kapitein belooft te zulleu on
derzoeken en een exemplaixe straf uit tedee-
len. Zoodra de compagnie is aangetreden,
houdt hij eeu echt militaire toespraak. Met
groote teleurstelling had hij vernomen dat
mannen van zijn compagnie het hadden
gewaagd, lid te worden eener vereeniging,
zonder dat men hem daarmede io kennis
had gesteldhoe zoo iets overeen was te
brengen, met de militaire tucht enz. enz.
enz.terwijl hij eindelijk de hoop uitsprak
dat er geen politiek achter stak. Ieder, die
tot de bewuste vereeniging was toegetre
den, moest het geweer „over' brengen. Op
dat oogenblik volgde er een slag, zoo regel
matig als hij zelden had gehad en de
gansche compagnie stond met het geweer
„over".
Niettegenstaande de beweging zoo keu
rig gelijkmatig was uitgevoerd, trok de
kapitein toch een bedenkelijk gezicht en
ioept dau op goed gelukt af een man uit
het gelid tot zieh.
„Gij zijt dus ook lid welk entréegeld
hebt ge betaald? De man zwijgt:
een tweede wordt geroepen. De kapitein
verandert zijn vragen eenigszins. „Welk
doel heeft uw vereeniging?' Nu komt 't
eruit: „Bier tappen, omdat ons 't hierin
de herberg niet meer beviel.' Het gelaat
van den kapitein helderde op, hij laat zich
van alles op de hoogte brengen, rijdt een paar
stippen op en neer en vraagde verder;
„Gelooft gij dus, dat dit de eenige reden
is?" „Ja, kapitein!' „De halve liter kost
10 pfenning „Ja, kapitein!' En het
bier is goed?" „Ja kapitein 1" riep de
gansche compagnie als nit één mond. „Wel
nu, zegt nu de kapitein terwijl een glimlach
je op zijn gelaat komt en hij de twee man
nen wenkt, weer in 't gelid te treden.
„"Wanneer dat zoo is, word ik ook lid
De verloren ring. Uit
Worms wordt gemeld.
In een deftig gezelschap had een jonge
dame voordat zij zou beginnen te piano
spelen eenige ringen hierop gelegd, waar
op een van groote waarde. Na enkele
oogenblikken miste zij dien ring, terwijl
niemand wist waar hij gebleven was en
alle ingestelde onderzoekiugen zonder ge
volg bleven.
Eenigen tijd daarna werd de ring bij
een jnwelier te koop aangeboden. Deze her
kende den ring en gaf direct kennis aan
de politie, die de jonge dame, welke den
ring te koop had aangeboden, verzocht de
herkomst er van op te geven. De jonge
dame, een vriendin van haar, die den ring
vermiste, zeide dat zij hem van een fami
lie uit Amerika gekregen hebt. Ook dit werd
onderzocht en het bleek dat die familie
niet bestond. Eindelijk kwam het uit, dat
het deftige jonge meisje den ring gestolen
had.
Later kwam het ook aan het licht, dat
zij verscheiden andere diefstallen gepLegd
had ten hnize van de families, waar zij
veel verkeerde. Men kan zich den toestand
van hare verwanten denken, daar h var va
der een hoogs rijksbetrekking bekleedde,
hiervoor bedankte en aanbood om alles te
vergoeden.
Het recht moest echter zijn loop hebben
en het meisje werd gevangen genomen.
Opmerking verdient het, dat zij zelf en
ook hüar familie zeer bemiddeld waren, zoo
dat,zij niet uit armoede of ontbering behoefde
te stelen. Te meer verwekt dit geval groot
opzien in Worms, daar de familie alge
meen geacht en bemind was, en ook de
dochter bij hare vriendinnen uitstekend stond
aangeschreven en sllen veel van haar hiel
den. Het meisje was behebt met de zoo
genaamde klepto-manie, zucht tot ste
len.
Nu komt uit Worms het bericht, dat
het meisje tijdens het voorloopig onderzoek
gelegenheid gevonden heeft zich door mid
del van ophanging van het leven te beroo-
ven.
Een dubbelganger.
Tot zijn groote ontzetting werd een
loteling uit het departement der Seine
ingelijfd bij een naar Afrika bestemd
bataljon, hetwelk geheel bestoud nit lieden
die veroordeeling te hunnen laste hadden.
Daar hij hier niets van begreep, teekende
hij protest aan. Maar wie schets zijne ver
bazing toen hij hoorde, dat hij verscheide
ne maanden wegens diefstal gezeten had.
De loteling die zich van geen kwaad be
wast was, raakte nu de kluts geheel
kwijt.
Nieuwe onderzoekingen brachten einde-
delijk aan het licht, dat er nog een lote
ling was met volkomen gelijkluiden den voor-
en toenaam en in dezelfde wijk van Parijs,
denzelfden dag geboren.
Deze, zijn dubbelganger, was de
dief.
Tot schadeloosstelling van al zijn ver
driet is de onschuldige jongeling nu in
gelijfd bij een regiment in de nabijheid zijner
geboorteplaats.
Ie Altona is een ben de
valsch munters ontdekt, die zich voor
namelijk bezighield met het namaken van
vijfmarkstukken. De photograaf Punde uit
Berlijn was de aanvoerder.
Een Ned. lakenhandelaar
V. D._ die tijdelijk te Parijs vertoefde en
daar in een restauratie op den boulevard
Montmartre iD „vroolijk gezelschap" een
avond en een gedeelte van den nacht door
bracht miste bij zijn ontwaken in zijn hotel
ziju portefeuille met ongeveer f 20.000 aan
bankpapier. De politie zoekt 1
Een voor 20 jaar doodverklaarde
man.
De scheepskapitein S nthof, die in 1874
zijn vrouw en drie kinderen verliet en
van wien men na dien tijd nooit iets meer
hoorde, is dezer dagen in zijn oude *0.
oing te Aurich weergekeerd. Hij was se.
durende al dien tijd in Nieuw-Zeeland ge.
weest en kon het verlangen om zijn ge.
boorteland en familie weer te zien, niet
weerstaan.
Zijn vrouw, die weder gehuwd was, na
dat hij in zes jaren niets van zich had
laten hooren, was iBnig verheugd, dat zij
haar eerste liefde weerzag.
Naar men meldt moet hij in het hu
welijk van zijn vrouw berusten en most
de familie heel gelukkig met elkaar leven,
hij als de gast van zijn vroegere
vrouw.
Twee dappere vrouwen.
Toen een der St ine-bootjes van Parijs
naar Suresnes Dinsdagavond zich tusschen
de brug van Boulogne-sur-Seine en die
vau Saint-Cloud bevond, voelden de pas-
sagiers plotseling een geweldigen schok.
De boot had een visscherssloep, die zon
der licht was, door midden gevaren. De
sloep zonk onmiddellijk en de twee man
nen, die er zich op bevonden lagen te
worstelen met de golven. Terwijl men
zich tot hun redding gereed maakte,
zag meu twee vrouwen, die zich van den
oever in de rivier wierpen en de drenke
lingen ter hulp zwommen. Het gelukte
haar de beide mannen te redden. Deze
beide dappere vrouwen; mme. Vincent
34 jaar ond en haar dochter 20 jaar oud,
redden reeds meer menschen het leven;
de moeder bezit twee gouden medailles
als herinnering aan haar moed.
Een ongeval in de kerk
van het kozakkendorp Trjoch Ostrouwjans
had den 15 Oct. plaats. Daags daarna
zou een nieuwe kerk worden ingewijd en
nu moest, volgens het gebruik, den avond
te voren een dienst plaats hebben, waar
voor de geestelijkheid en duizelden uit
de omliggenden dorpen waren opgeko
men.
De Wolzjsko-Donskoj Listok geeft van
het gebeurde nu de volgende lezig:
Om den dienst plechtiger te maken was
een primitieve, armoedige, landelijke illu
minatie gereed gemaakt, bestaande uit
een klein aantal, glaasjes met vet die in
rijen aan den ikkonottóe (den scheidswand
tusschen het altaar en bet schip met hei
ligenbeelden versierd) waren opgehangen.
De pitten van die vetpotjes waren, om
beter te branden met wat petroleum be
streken.
„Nauwelijks had de dienst een aanvang
genomen en was de illuminatie aangesto
ken, of de met petroleum bestreken pitten
begonnen te knetteren en met sterke vlam
te branden. Vooral éen potje brandde he
vig. De groote volksmenigte in de kerk
begon wat ontsteld te worden. Om de
vlam uit het potje uit te dooven nam een
vrouw een jongentje op den arm en be
val hem het brandend glaasje eraf te ne
men. Het kind nam het eraf, maar liet
het uit de hand vallen juist op de japon
van de vrouw die het op den arm hield
Die nietige omstandigheid was het be
gin van het onheil. Een van de aanwezi
gen riep; „Brand! wij verbranden!"
Eeu vreeselijke paniek volgde. De me
nigte in de kerk, van meening, dat bet
dorp in brand siond, drong naar buiten,
terwijl de duizenden die buiten waren en
de kerk in brand dachten naar binneo
drongen om hulp te verleenen. Vandaar
een woest tumult en gedrang, waarbij tal
rijke slachtoffers vielen.
Tevergeefs trachtten de geestelijken de
menigte tot bedareD te brengen. Kr
heerschte als *t ware verstands verbijstering
en de paniek hield bijna een uur aau.
Hoeveel een mensch j 8 8 r"
lijks eet en drinkt. ■^•'n
statistieken der Engelsche en Eransche zee*
machten, die natuurlijk gegrond zijn op
de behoeften van een groot aantal menschen
in den bloei huns levens, ontleent men e
gevolgtrekking, dat ongeveer 21/* Pon,
droog voedsel per dag voor ieder meusc
noodig ishiervan is ongeveer 3P'an
aardig en de rest dierlqk voedsel.
Dit bedraagt dus ruim 8G0 pond p
jaar.
En zoo men al wat één man p0t J*
drinkt aan water, bier, koffie, thee, *'J
en sterken drank onder de rubriek *8
rangschikt, kan men de gezamenüjken oe"
veelheid op 1500 jpond schatten.
Snelpersdruk van J. Winkel te Sch*Sen*