Kamer m Strafzaken. Dinsdag 15 Januari 95. Extranummer. Woensdag 16 Januari iS95. 39ste Jaargang No. 2953, Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a te r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25 iedere regel meer 5ct Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. It ie ALKMAAR. VERVOLG PROCES De geruchtmakende zaak der Schager moorden. Algeieei Heuss-, AivertBitie- Lanflleuw il. Uitgever J. WINKEL, ftureau: SC'H.lfttX, Laan, D 4. Zitting van Voorzitter Mr. T. A. SANNES. RechtersMrs. G. R. E. BRANTS en C. W. VOLLGRAFF. Bijzittend Rechter: Mr. J. A. G. GOCKINGA. Officier van Justitie: Mr. F. F. KARSEBOOM. Substituut Griffier: Mr. P. VAN DER CRAB. Verdediger Mr. F. H. G. v. d. HOEVEN. Na de opening te ruim 10 uren wordt beklaagde binnengeleid en het getuigen verhoor voortgezet. Getuige Ds. A. Guldenarm verklaart Bij mijne bezoeken in de gevangenis aan beklaagde was deze zeer bescheiden. Ik heb den indruk gekregen, dat wij voor een physiologisch raadsel staan. Bij bekl. doet zich voor een kinder lijke naïeveteitzoo vroeg hij onlangs wat berouw was. Toen ik hem op het verschrikkelijke van zijn daad had gewezen, was hij zeer aangedaan en staat soms versteld van zijn eigen beeld. Hij heeft ook verteld dat hij spijt had den verdediger onjuist te hebben ingelicht. Geld en wraak- aucht waren oorzaak tot de misdaden. In den eersten tijd heeft hij in de gevangenis gedachte bij zich gehad om zelfmoord te plegen. Naar het oordeel van get. is bekl. slecht ontwikkeld. In tellectueel wel goed, maar niet behoor lijk ontwikkeld. Steeds heeft bekl. zich aan hem natuurlijk voorgedaan. De Pres. vraagt aan get.: Heeft hij niet een zekere mate van hoogmoed aan den dag gelegd P ^vp/Qeen enkele maal. rer na Waaraan schrijft gij de oorzaak mededeelden wellicht toe P Geft. aan niet-Christelijke opvoeding; klaa-* bad ten goede kunnen werken zov die in zijn jongere jaren was aange wend en hij zou wellicht dan niet hier hebben gezeten. Op hoogeren leeftijd worden gevoel en geweten meer in dienst gesteld. De ontwikkeling van beklaagde op Godsdienstig gebied was verre bene den zijn leeftijd. Aan get. deed hij zich natuurlijk voor. Bekl. zegtDe bewaarders hadden hem opmerkzaam gemaakt, dat het Alk- maarsehe kermis was en toen heeft hij in een onverschillige bui gezegd, op zijn nommerplaat wijzende„dat is mijn eereteeken, dat ik heb verdiend met koppensnijden in Schagen." Hij zegt ook niet te weten wat berouw is. Officier aan get.: hebt gij hem meer malen weenende gezien Get. Ja, doch van korten duur. Nooit heb ik hem over zijn moeder en over haar dood gesproken. Bekl. ook niet te gen hem. Getuige heeft het gesprek daarover vermeden. OfficierHeeft u wel eens bemerkt of bekl. eenig besef had van het door hem bedreven kwaad Get. Neen, het besef was heel zwak. Officier. Heeft bekl. u uitgelegd, waar om hij de misdaden uit wraakzucht zou hebben bedreven Get. Ja, omdat het meisje hem van zich afstootte. Getuige heeft beklaagde nooit weenende gevonden, wel weenende gezien. Get. Dr. J. D. Boeketevens deskun dige, geeft als resultaat van zijn onder zoek aan, dat zeer waarschijn lijk bloedsporen op den broek, het boezeroen en den jas aanwezig zijn geweest. Het feit dat de kleeren zijn uitgewas- schen met zeep heeft de sporen van bloed waarschijnlijk verwijderd en hij heeft geen positief bewijs daarvan kunnen vinden. Verdediger. Als get. er op wil letten dat de uitgewrongen jas den geheelen dag eerst in de boet, daarna in de keu ken heeft gehangen, dus gedurende een etmaal, in den zomer. Get. Zeer waarschijnlijk is het dat de jas den volgenden dag nog vochtig was. Op de vraag van den Verd. vraagt de Pres. aan beklaagdehoe laat of de jas is uitgewasschen: waarop deze ant woordt des zondagsmorgens te 6 '/2 uur. Deze opgaaf van bekl. acht de ge tuige zeer aannemelijk. Buitengewoon waarschijnlijk is het, dat speciaal in de zakken sporen van bjoed zichtbaar waren. Get. M. A. Benderdirecteur strafge vangenis, zegt van bekl. dat hij in de eerste dagen zeer onrustig was bij het slapen sprong hij op. Na verloop van 14 dagen ging dit beter. Get. zegt, dat er touw bij den bekl, is gevonden, waar mede deze zich, volgens zjjne verklaring van het leven heeft willen berooven. Bij het gesprek, dat de Verdediger met bekl. heeft gehouden, hadt hij zijne moeder als mededaderes aangewezen. Bekl. was altijd even beleefd en voor komend. Eens op een Zondag, na de Gods dienstoefening, was bekl. aangedaan, maar get. veronderstelt, dat dit niet van hem gemeend was. Eenige aandoening toonde bekl. wel in den beginnelater niet meer. Hij is zeer aannemelijk en een goed werkman. Nooit sprak bekl. over den dood zijner moe der en nimmer kwam er een woord van medelijden voor zijne slachtoffers over zijn lippen. Verdediger vraagt aan get.: u is er twee malen bij geweest dat ik met den bekl. heb gesproken; welken indruk maakte de mededeeling van den dood zijner moeder op hem Get. heel min voor een kind. Na een korte poos, wellicht 1 minuut, heeft hij gezegd: dat moeder medeplichtig was. Verd. Den eersten dag heb ik gedoeld op zijn moeder, den tweeden dag op Jan Oudshoorn? Get. erkent dit. Verd. Kan getuige zich nog herinne ren dat ik beklaagde heb herinnerd, dat hij onwaarheid had gesproken, toen hij had gezegd, dat hij den moord bij lamplicht zou hebben gepleegd Get. meent dit zich te herinneren. Bekl. zegt teruggekomen te zijn op zijn onware verklaring door het lezen van een boekje in de gevangenis. In zijn opgaven omtrent de beweegredenen in het schrijven van een briefje aan den Rechter-Commissaris, waarin hij hem om vergiffenis vraagt, is beklaagde zeer ver ward. Get. J. N. Al, executeur, verklaart de wed. reeds geruimen tijd te kennen door zijne handelsrelatiën met haar. Het na de misdaden aanwezig bevonden geld achtte hij te m i n z. i. moest de wed. meer hebben. {Met de Schager kermis heeft hij de wed. nog bezocht. 2 Oktober 1894 voorm. 10 11 uur is een enveloppe met spaarbankboekje op het grasveld achter de woning gevon den, dat de moordenaar vermoedelijk heeft verloren. Get. heeft dit den R. C. ter hand gesteld. Get. vond het zeer vreemd, dat bekl. de bekende boekwerkjes daags na den moord reeds aan hem terug vroeg. Get. wist niet dat die van beklaagde waren. De moeder van beklaagde heeft bij getuige ook op teruggaaf dier boekjes aangedrongen. Get. heeft eens gehoord van den bediende van Boes, dat het broertje des beklaagden, Petrus, een jongen van 8 jaar, tegen zijn vader heeft gezegd, stik, verrek, valdood, en tegen zijne zuster: als jij je niet stil houdt, zal ik je met een mes door je don... steken. Get. zegt nader dat de familie na de be grafenis in het sterfhuis bij elkaar is ge komen en, op de vraag van den Verdediger, dat de dragers bij Boes iets hebben gebruikt: Boes ontving daarvoor f 10. Get. J. van Iwisk verklaart: dat de wed. Bute hem haar vertrouwen had ge schonken; hij behandelde hare geldelijke zaken; toch was zijn indruk dat zij ge heimzinnig was. Get. Rezelman legt in hoofdzaak verklaring af omtrent de familie-relatien van Geertje Jes. Get. S. Berman. Deze getuige heeft in de zaak zelf veel onderzocht en o.m. ook de moeder van bekl. gehoord. Pres.: Heeft moeder Boes niet verklaard dat zij niet kon gelooven, dat Alot de moorden heeft gepleegd Get. Ja, zij was zeer zenuwachtig en had waarschijnlijk de gedachte, dat haar zoon het had gedaan. Get. heeft ook ge vraagd aan vrouw Boes of de kleeren van Klaas nog in haar bezit waren zij heeft bevestigend geantwoord en ze later bezorgd. Get. heeft later ook van de moeder gehoord, dat volgens haar Klaas zijn kans wilde schoonspreken en hem, get., gezegd: Alot is onschuldig. De reden tot verdenking van Alot kwam voort uit de verklaring van bekl. die tegen getuige zeide Alot is de moor denaar, ik weet van alles. Bekl. heeft toen volgehouden, dat hij onschuldig was. De indruk van dezen get. omtrent bekl. was, dat hij zeer goed begreep, hetgeen hij zeide. Hij was werkelijk verheugd, dat men geloof hechtte aan de verdenking van Alot. Get. kon niet veel uit den vader van Boes krijgendie wist nergens van. Verd. Is de oude Boes een suf man Get. Ja. Verd. De broeder van bekl., de mug- genvanger, hoe denkt gij daar over? Get. Deze is sluw maar ook suffig. Pres. Is na het verhoor van vrouw Boes bij U de verdenking niet opgeko men, dat zij er meer van wist P Get. Ja. Pres. Sprak zij alsof zij ook eenige schuld had Get. Naar hare houding te oordeelen, niet. Off. Op welken grond meende get. dat de vrouw er meer van wist? Get. Omdat hij dezen jongen alleen niet in staat achtte, om de moorden te plegen. Get. W. Kloeke verklaart, de opvoe ding der kinderen liet zeer veel te wen- schen over. Vader Boes had weinig in vloed en moeder scheen alles van haar kinderen goed te vinden. Hij heeft aan get. eens zijn excuus gemaakt, omdat zijne vrouw get. eens had beleedigd, waarbij hij de eigenaardige uitdrukking gebruikte„nu meester, hebt gij ook eens kennis met haar gemaakt De aanleg en de vorderingen waren gering, van gemeene streken of van onhebbelijkheid, bij dezen bekl. heeft getuige niets ontdekt; wel kwamen over alle kinderen van Boes klachten in. Verd. Wat weet gij van Dolf? Get. Hij heeft iets ideootsachtigs. Verd. Wat voor indruk heeft U van Oudshoorn Get. Hij is dom, mist wilskracht willoosbijv. als ik tegen hem zou zeg gen, ga daar in dien hoek staan en ik wegging, zonder aan hem te denken, dan stond hij er na verloop van zekeren tijd nog. Get. ter Linden. Deze verklaart bekl. van zijn 9 13de jaar in zijn klasse als onderwijzer te hebben gehad. Bekl. was altijd de beste. Pres. Welke kenmerkende eigenschap pen had het gezin van Boes Get. Dolf deed soms zoo vreemd als of hij niet wijs was. Pres. Hoe waren de intellectueele ver mogens van bekl. Get. Meer dan middelmatig. Nimmer heeft hij op mij een ongunstigen indruk gemaakt. "VVat ook hieruit blijkt dat bekl. een lessenaar aan den directeur der Zangvereeniging Harmonie in het voor jaar van 1894 heeft aangeboden. Pres, Moest gij wel eens straf uitdee- len aan de kinderen Boes Get. Ja, vrouw Boes heeft mij daar voor een pak slaag willen geven. Later beeft zij mij daarover haar leedwezen betuigd en zeideKom maar eens een borreltje drinken. Anna Beijers is ook eene leerlinge van get. geweest en nooit heeft hij bemerkt dat zij aan bekl. een hekel had. Get. Jh. Roep. Pres. Wat is uw indruk omtrent be- klaagdes persoonlijkheid geweest? Get. Gewoon. Pres. Maakte het op u den indruk als bekl. een klasse ten achteren bleef of hij daarover bedroefd was zooals andere kin deren zullen zijn? Get. Neen, hij had streken en achter den rug hield hij iemand voor den gek. Get. heeft dit persoonlijk ondervonden. Pres. Hoe is uw indruk over Dolf? Get. Slecht ontwikkeld. Pres. De vader vervulde daar in hnis een ondergeschikten rol, niet waar Get, Ja. Pres. Als hij bij u kwam, zeide hij dan niet: neem mij niet kwalijk, mijn vrouw stuurt mij? Get. Ja. Pres.Zijt gij niet met de lijst om bijdrage voor de ontdekking der moordenaars dok bij Boes geweest Get. Ja, ik wilde Boes niet overslaan en zijne vrouw heeft dan ook geteekend, meen ik, voor f 1. Get. 1. Bijhouwer is een familielid van bekl. Deze kwam wel eens bij hem te gast en bij een zoodanige gelegenheid vond men bekl. dronken op een brug leggen. Om die reden mocht hij niet meer bij mij komen. Get. beschouwde bekl. als een gluiperd. Dolf is volgens hem sufferig. Yader Boes is een goeie kerel, maar zijne vrouw is zeer bij de hand, luidruchtig, twistziek en heeft 2/3 van het gezag in huis. Bekl. zegt hierna zich niet te herinne ren toen dronken te zijn geweest, doch get. verklaart, dat bekl. een glas bessen jenever, voor de kinderen bestemd, alleen heeft uitgedronken. Get. K. Bijhouwer Iz. verklaart dat bekl.'s moeder zijne nicht is en toen hij na den moord te Schagen vertoefde, zij hem heeft gevraagd, bij haar te blijven logeeren, meer ter geruststelling der kin deren, die zeer ongerust waren. Zij kwam get. voor zeer ongerust te zijn en zeide als die lummel zich maar niet verpraat. Bekl. maakte op get. destijds een ongun stigen indruk, zoowel door zijn houding als dooi zijn uitzicht. Hij verklaart ver der, dat Dolf z. i. goedig is, maar als Petrus geen goede opvoeding krijgt komt er niets van hem terecht; vrouw Boes was zwak tegen haar kinderen en heftig tegen anderen. H i e r n a w o r d t d e z i 11 i n g te ha1ftweeureneen half uur geschorst. Na de heropening wordt ge- K»o o r d Get. Snoeksdie verklaart, dat bekl. aanvankelijk in de gevangenis zeer spraak zaam en luidruchtig was en hoegenaam geen berouw toonde. Alleen zag hij wat tegen de terechtzitting op. Op een lachen de manier sprak bekl. over de misdaden en heeft tegen get. wel eens gezegd: het geval ligt er nu eenmaal toe, er is niets meer aan te veranderen. Get. heeft ook eens tegen bekl. gezegd Gij moogt om t 500 willen dat de vrou wen nog in leven waren; waarop bekl. heeft geantwoordOch, ze mochten voor mijn part wel leven, maar het moest mij geen geld kosten. Get. verklaart ook dat bekl. op zijn nummerplaat wijzende heeft gezegd dat is mijn eereteeken, dat heb ik eerlijk verdiend met koppensnijden te Schagen. Bekl. gaf zijn verlangen te kennen naar het einde der zaak, omdat het reisje naar Leeuwarden hem aanlachtehij was nooit verder dan naar Amsterdam geweest. Pres. Is bekl. naar uw indruk wel bij zijn verstand Get. Ja, maar meer trots dan onver stand straalde in zijn antwoorden door. Off. Heeft bekl. niet verteld dat Ouds hoorn medeplichtig was Get. Ja, wat betreft de pogingen tot vergiftiging. Verd. vraagt of niemand bekl, gesproken had over de juridische kwestie, wie deze slachtoffers het éérst gestorven is, met het oog op de vraag ot Anna erfgenaam kon zijn der wed. Bute. Bekl. antwoordt dat hij niet weet hoe hij op die gedachte is gekomen wel is het mogelijk dat daarover reeds in Schagen na de moorden is gesproken. Off. Sprak bekl. nooit over de naaste fa milie Get. Neen. Bekl. Weet geen rede aan te geven, omtrent zijne uitlatingen over de erfenis kwestie. Get. D. Koster verklaart, dat hij in het sterfhuis over de erfeniskwestie een gesprek heelt hooren voeren tusschen get. Al en van Twisk. Get. Rudolf Anton Boes Sr. Pres. Is het niet op Zaterdagavond 11 Aug. '94 toen de misdaden zijn voorge vallen Is Klaas toen 's avonds niet in en uit geloopen Get. Ja. Pres. Heeft u den bekl. niet zien zit ten naast den bediende van Imhulsen P Get, Ja. Pres. Je hebt de deur der herberg dicht gedaan, maar niet gesloten Get. Ja. Pres. Om 12 uren hebt gij Klaas zien binnenkomen. Hij kwam toen van den straatkant Get. Ja. Pres. Hij is binnengekomen in de binnendeur en heeft toen goeden nacht gezegd Get. Ja. Pres. Je bent des morgens te 6% uur opgestaan Get. Ja. Pres. Is niet bij de begrafenis de op vatting bij je opgekomen, dat Klaas schuldig zou zijn Get. Een dag of 8, 9 later heeft mijn vrouw mij gezegd, dat Klaas wel schul dig kon zijn. Pres. Je vrouw heeft eerst gezegd, dat Alot het was. Get. Ja. Pres. Heeft je vrouw op 23 Aug. een einde aan haar leven gemaakt Get. Ja, ze was er zoo gauw mee klaar. Het ging vlug in zijn werk en zij viel toen dadelijk achterover. Pres. Zij speelde in huis de baas? Get. Ja, erg. Pres. In den laatsten tijd vooral erg. Get. Ja. Pres. Heb je moeder en zoon niet op merkelijk samen gezien? Get. Neen. Pres. Heb je later niet kunnen denken dat je vrouw er van wist? Get. Neen. Pres. Voor den R. C. heb je ande re valsche verklaring afgelegd. Get. Ja, op aandringen van vrouw en zoon. Pres. Begreep je het toen nog niet? Get. Neen. Pres. Toen vrouw en kind aandron gen op onwaarheid spreken, begreep je toen nog niet, dat Klaas de moordenaar was Get. Neen. Pres. Heeft je vrouw niet later tegen je gezegd; je moet Klaas voorspreken Get. Ja, dat wel, op sommige artike len. Pres. Heeft Klaas ook niet gezegd: je moet niet van je verklaringen afwij ken? Get. Ja. Pres. Het gij gegil gehoord Get. Neen. Pres. Het gij den hond uitgelaten op den avond van den moord Get. Klaas is met den hond achteruit gegaan. Klaas kwam terng en zei: ik heb den schijn van een man gezien. Pres. Den volgenden morgen hoordet gij van de moorden? Get. Ja, ik ben niet dadelijk gaan kij ken, omdat ik scheervolk had. Deze getuige is uiterst verward en on duidelijk te begrijpen. Off. Reeds op 18 Aug. wist je van den moord, want je hebt op aanraden van je vrouw en kind gelogen. Get. bewaart hierop het stilzwijgen. Off. Ik zou er prijs op stellen dat bekl. in je tegenwoordigheid gehoord werd. Get. zegt ongeveernou als het moet, is het niet anders. Beklaagde, die bij het begin van het verhoor zijns vaders is weggeleid, komt nu binnen; doch ziet zijn vader niet, die achter op een der getuigenbanken heeft plaatsgenomen. Pres. tot bekl. Zooeven is je vader gehoord. Aan bekl. wordt medegedeeld wat zijn vader in hoofdzaak buiten eede verklaard heeft Bekl. erkent dat hij tegen zijn vader gezegd heeft, dat hjj hetzelfde moest verklaren, om niet in tegenspraak te komen; hij ontkent echter 's avonds van den moord met zijn moeder in het ach tervertrek te zijn .geweest.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1