Don&ercla? 24 Januari 1895. 39ste Jaargang No. 2957. 33e Eene. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL. Bureau: §CB^OKSt, Laan, 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25iedere regel meer 5cts. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. KIEZERSLIJSTEN. De modellen voor de aangiften, be doeld bij art 1, letter C. en het 4e lid van art. 7 in verband met art. 1, letter B. der wet, zijn kosteloos ter secretarie dezer gemeente verkrijgbaar. Binnenlandsch Nieuws. Wat is Schermerboezem FEUILLETON. ROMAN van Georg Beiidler. mn Aütrttitie- Luilnvl De Voorzitter van den Gemeenteraad te Schagen fi uodigt bij deze, naar aanlei ding van art. 7 der wet van 4 Juli 1850 (Staatsblad No. 37, gewijzigd bij art. VII der wet van 6 November 1887 (Staatsblad No. 193), de mannelijke inwoners der ge meente uit, om, zoo zij in eene andere gemeente in de personeele belasting, dienst 1893/94, ter zake van hnnne woniug naar eene hoogere huurwaarde dan die, welke volgens art. 1, letter a. en b. van de wet van 24 April 1843 (Staatsblad No. 15), of in de grondbelasting dienst 1894 in eene andere gemeente of iu meer gemeenten te zamsn tot een bedrag van tenminste f 10,zijn aangeslagen, daarvan door overlegging der voor vol daan geteekende aanslagbiljetten vóór 15 Februari a. s. te doen blijken. Evenzoo worden nitgenoodigd de mannelijke in woners der gemeente, hooiden van gezin nen of alleen wonende personen zijnde, die van den inwonenden eigenaar of eersten hnurder van een woonhuis of afgezonderd gedeelte van het woonhuis, waarvan de huurwaarde voor de personeele belasting ten minste op het dubbele gesteld is van het laagste in deze gemeente voor den vollen aanslag vereiscbte bedrag zijnde f 24.gedurende 9 maand n voord- gaande aan den 15en Februari a. s., een gedeelte in huur hebbes gehad en be woond, waarvoor geen afzonderlijke aan slag in de personeele belasting geschiedt, maar waarvan de jaarlijksche huurwaarde ongestoffeerd, in verhouding tot de belast bare huurwaarde van het woonhuis of af gezonderd gedeelte van het woonhuis ge schat, het voormelde bedrag van f 24.— bereikt, daarvan onder overlegging van de gevorderde bescheiden, vóór 15 Februari a. s. aangifte te doen. Ten slotte wordt herinnerd, dat de man geacht wordt te betalen den aanslag zijner vrouw in de grondbelasting, de vader dien zijner minderjarige kinderen, wegens de goederen, waarvan hij het vruchtgenot heeft, en dat aanslagen in de grondbelas ting wegens onverdeelde onroerende goede ren, óók gelden voor den mede—eigenaar, wiens naam niet bij den aanslag in het kohier is vermeld, mits zijn aandeel in dien aanslag tenminste f 10.bedraagt. Schagen, den 22 Jannari 1895. De Voorzitter voornoemd, S. BERMAN. In December van het vorige i'aar werd, bij de be handeling der begrooting voor Waterstaat, door den Amsterdamschen afgevaardigde, den heer Eutgers van Rozenburg, de Regeering gewezen op het groote ge vaar waarin Noord-Holland verkeert door het te hooge peil van het water in Schermerboezem. „In hooge mate onrustbarend werd de toestand genoemd, waarin Noord-Holland ten Noorden van het Noordzeekanaal verkeert. In hooge mate onrustbarend, dat wil nog nl wat zeggen! En toch is het niet te veel gezegd, want eene dijk breuk aan Schermerboezem is evenzeer te duchten als eene dijkbreuk ergens aan de zee. Wat nu Schermerboezem is? Denk u, als ge knnt, even het Groot Noord-Hollaudsch Kanaal van het Nieuwediep 1 et Purmerend, de Ringsloot langs het oosten van de Schermer, de vaart langs den Waligsdijk van Ursem tot Avenhorn, het Zwet ten noorden langs Schermerhorn, de geheele Beemster- Ringsloot met de Beemster uitwatering langs Ouden dijk en Beets tot Schardam, de jaagvaart vau Oudendijk tot Oosthuizen en die van Edam op Monnikendam met de Purmer Ringvaart en de haven van Edam er bij, verder het Alkmaardermeer met de Markervaart en de geheele Zaan tot Zaandam en de Nauernasche- vaart van Krommenie tot Nauerna toe dat alles aan één stuk, dan hebt ge in hoofdzaak het water, dat genoemd wordt: Schermerboezem. Slooteu of vaarten, die in de opgenoemde wateren onmiddellijk nitloopen, zooals de Groote Sloot en de Egalementvaarten in de Zijpe zijn, in vergelijking tot het geheel te beschouwen als greppels naar eene poldersloot of iets meer. Van de Zijpe gesproken.... Vóór het graven van hetNoord-Hollandsch Kanaal in het begin dezer eeuw dus liep Schermerboezem niet verder dan tot op den Schoorelschen Zeedij k, of den zuidelijken Zijperdijk, toe. Door de Jacob Klaassen- sluis (de Zijpersluis thans genoemd) kon men in de Groote Sloot komen, die verder door de sluis te Oude- slnis in zee uitliep. Met het maken van het Kanaal nu. werd de Schoorel- sche Zeedijk doorgestoken en de noordelijke Zijperdijk buiten 't Zand, eveneens, zoodat de zee in het noorden vrijen toegang kreeg op Schermerboezem en al het land binnen in Noord Holland tot op het IJ toe. Om nu den waterstand op Schermerboezem te kunnen behouden en ook voor het vervolg beveiligd te zijn hij mogelijke doorbraken der zeedijken ten noorden van de Zijpe of van de sluizen te Nieuwediep, als anders zins, heeft men in den Zijperdijk buiten liet Zand de groote schntslnis gelegd en om desnoods het water van Schermerboezera buiten de polders van de Zijpe te houden, zijn in alle brnggen in de stortgronden langs het kanaal sponningen gemaakt, waarin schotbalken geplaatst kunnen worden om het water nit het kanaal te keeren. Op gelijke wijze kan aan de Zijpersluis ook de Groote Sloot worden afgezet. Al die hier genoemde werken aan het kanaal in de Zijpe zijn dan ook evenals het kanaal zelve, bij het Rijk in onderhond. De Jacob Klaasensluis alleen komt ten laste van Schermerboezem. Het aantal polders en poldertjes, die door molens en stoomgemalen hun water op den grooten vergaar bak van Schermerboezen uitslaan, is zoo groot, dat men gemakkelijker het aantal polders zon knnnen opnoemen, die geen water op Schermerboezem brengen, dan de polders, die wel geheel ot gedeeltelij k tot zijn gebied behooren, want het zijn er meer dan 130, die in het laatste geval verkeeren. De polders ten N. van het Noordzeekaal, die met Schermerboezem niet te maken hebben, omdat rj hun water rechtstreeks of door een eigen boezem op zee loozen, liggen, in de buurt Anna 1'aulowna, Wieringerwaard, Waard en Groet, de polders van Scha- ger en Niedorper Koggen, van de vier Nootder Koggen en de meeste polders van Drechterland. Verderop is alles onder het gebied van Schermerboezem, behalve de polder Oostzaan, die uitsluitend op den boezem van het Noordzeekanaal zijn water ontlast. De polders, die tot Geestmer-ambacht behooren, liggen wel binnen den Westfrieschen dijk, evenals onze polders van Schager en Niedorper Koggen, doch ten opzichte hunner bemaling liggen ook zij onder het gebied van Schermerboezem. Zij liggen, zooals bekend is, tusschen Sint Maarten en Alkmaar ea tusschen Koedijk en Spanbroek, en ontlasten hun water op een eigen boezem, die Raaks- maatsboezem heet. Deze boezem bestaat in hoofdzaak uit de Ringsloot van den heer Hngowaard met de Langereis. Bij Aartswoud watert de Langereis nit in zee, ter wijl een daarbij geplaatst nieuw stoomgemaal den waterstand op Raaksmaatsboezem voortaan zal kunnen regelen. Raaksmaatsboezem watert echter ook uit op Scher merboezem, en wel door een uitwateringssluis bij Rus tenburg en door de schutsluis aan de Zes Wielen bij Alkmaar, terwijl daarenboven ook water kan worden afgemalen op de Schermer ringsloot bij Ondorp. Dat afmalen uit den Raakmaatsboezem op de Schermerrir.gsloot geschiedt door vier strijkmolens bij Rustenburg en vier bij Oudorp, terwijl vjjt strijk molens bij de Zes Wielen het water naar Alkmaar 19. Al het denken en peinzen van dr. Streichenberg,. leidde alleen daartoe, dat hij ten koste van alles hoogcr op wilde, om daardoor aller oogen op zich gevestigd te krijgen. Hoe dikwijls waren zijne schoonste denkbeelden en verbevenste plannen door Christinas optreden verijdeldgeworden?Dat zou nu niet meer geschieden, "Vooruit moest hij, ten koste van alles wat hem weerstond. Zou niet zóó handelen, een ieder die hoo- ger op wilde. Men wordt tocb niet alleen door bet geluk in de hoogte getild, er zijn er toch nog meerderen in de wereld, die elk middel te baat nemen om bnn doel te be reiken. Men kan toch niet geduldig afwach ten, tot men aan de beurt komt, totdat de door ons verlangde plaats, ons als 't ware wordt thuisgestuurd. Men moet handelend optreden, wil men niet tot de ontdekking geraken, dat de door u begeerde plaats reeds door een ander is bezet geworden. Links en rechts moet men zijne ellebogen gebruiken, en deze en gene een dnchtigen stomp daar mede toedienen; anders zou men wellicht de komedie binnengaan, als de anderen er reeds uitkwamen. Dus men moest de ellebogen" gebruiken en Streichenberg voelde dat hij ze bezat. Alles wat hij deed, alles wat hij dacht, had te doeldat eene door hem begeerde te bereiken. Zijn vrijen blik in vele toestanden verloor hij. Zelfs zijn nieuwste werk over de vele zonden der maatschappij onderwierp hij scherp aan een onderzoek, of dat hem in zijn doel behulpzaam kon zjjn. Aan de zaak was niets meer te verande ren, het tijdstip van uitgave was reeds vast gesteld. Zijn werk moest dienen voor waar schuwing en richtsnoer van allen. Wanneer bij, zoo dacht hij verder, dit boekwerk uit gaf, zou het alleen gevaarlijk worden voor z ij n toekomst, en de zonden zou hij toch de wereld niet nit helpen. Hij zou slechts de bres maken voor velen, bij zou, nu toch eenmaal het ergste geschied was, nl., het eerst zulk een boek uitgeven, voor onbeken de giootheden de gelegenheid openen naam te maken, maar Lem zou de wereld nooit in het Kanaal voeren. Wie indertijd een reisje per trekschuit van Hoorn naar Alkmaar gemaakt heeft, zal zich herinneren, dat hij te Rustenburg moest overstappen, waar men om van den Schermerringdijk op den ringdijk van den HeerhugowaarJ te komen, op korten afstand twee brnggen moet passeereneerst een kleine en daarna een grootere. Door de kleine brng nu kan het soms geweldig stroomen en op eenigszins geheimzinnige wijze kron kelt die stroom zich achter en tusschen de dicht* opeenstaande huizen van het buurtje door, tot naar de ligplaats van de treksehuit. Bij het gezicht op die strooming heeft men meermalen hooren vragen Je zondt zeggen waar komt toch die watermassa van daan Daarginds aan de groote brug is het water stil en die molens daar vooruit staan toch bniten den dijk van de Schermer?" Men had hier te doen met de vier strijkmolens buiten Rustenburg, die uit Raaksmaatsboezem, waar over de groote brug ligt, nitmaaldon op den tnsschen boezem, die bniten tegen den Schermerdijk loopt en waarover de kleine brug ligt. Vandaar de strooming door de brng en aan de nitwateringsluis tegenover de aanlegplaats van de schuit. Uit al wat hierboven gezegd is, kan men gemak kelijk begrijpen, dat Schermerboezem onder de groot ste waterschappen in ons land gerekend moet worden. De wateren, die te zamen dien boezem vormen, be slaan een oppervlakte van 2000 H. A. en het land, dat geheel of gedeeltelijk op Schermerboezem afwatert, bedraagt in oppervlakte 77500 H. A. In den tijd, dat de meeste watermolens en stoom gemalen aan het werk gaan, ontvangt de groote boe zem tnsschen het Nieuwe-diep en Zaandam dan ook menig golfje water en niet zonder reden is men bezorgd hier en daar, want er bestaat voor Schemer- boezem wtl een verplicht peil, maar de dijken zijn niet overal even hoog en zwaar. Wie bekend is in den Mijzerpolder, gelegen tns schen de Beemster, de Schermer, Ursem en Schermer horn, weet daar alles van. Toen dan ook eenige jaren geleden eene dijkbreuk ontstond, kregen de bewoners daar in zeer korten tijd het water tot de raam posten of hooger nog. Eu sedert is bij Schardam dit ongeval nog al eens voorgekomen. Geen wonder dus, dat de bepalingen omtrent het waterpeil op Schermerboezem, zaken zijn van het hoogste belang voor duizenden Noord-Hollanders. Inverband hiermede staat weder de uitwatering van Schermerboezem zelf. Die uitwatering geschiedt door 14 sluizen, n. 1. door de schutsluis en de duikersluis te Nauerna, de groote en de kleine schutsluis en de duikersluis te Zaandam op den boezem van het Noordzeekanaal, door de Gravensluis te Monnikendam, de schutsluis te Edain, de twee schutsluizen en de Hornsluis te Schardam en vier sluizen te Nieuwediep op de Zui derzee. Door het bestaan der eerste vijf sluizen hangt de waterstand op Schermerboezem dus af vau die op het Noordzeekanaal, dat te IJmuiden op de Noordzee en te Schelliugwoude op de Zuiderzee afloopt ea bij laatstgenoemde plaats met een stoomgemaal zijn peil regelt. Bij den bestaanden toestand moet evenwel éu op den boezem van het Noordzeekanaal én op Scher merboezem zelve het waterpeil te hoog gesteld zijn, hetgeen bij voortduring de grootste onheilen doet vreezen voor het lage polderland in onze provin- zulk een daad vergeven. Wanneer hij nu in dit geval, geen nut stichtte door zijne denkbeelden en alleen zijne positie in de waagschaal stelde, kon hij het dan niet zoo maken, dat zijn per soon in aanzien zou stijgen en even goed geen nut gesticht werd. Hij dacht na, overlegde en hoe langer hij alles bezag zoo veel te gemakkelijker viel het hem, de tegenwerpingen die hij zelt maken moest, weg te redanocren, en weldra gelukte het hem, iedere steen des aanstoots die zich op zijn weg voordeed, weg te ruimen. Nti was de baan vrij, zijn loopbaan zou van nu af schitterend worden. Dan zette hij zicb aan zijn schrijftafel en schreef in één week, zonder dat hij zich bijna tijd gunde om te eten of te drinken, een verhandeling, waarin hij zijne nieuwe denkbeelden in het gunstigste licht plaatste. Zijne bewijsgronden waren zoo scherp en logisch, als had hij nooit andere inzichten gehad, zoodat hij er waarachtig al heel spoe dig zelf aan begon te gelooven. En toen zijne, ten hoogste verwonderd zijnde vrienden, wie hij nog kort te voren dingen verkondigd had die lijnrecht tegen over deze leerstellingen stonden, hunne spijt uitdrukten over dergelijke onvastheid van begrippen, meende hij het weikeljjk als hij zeide: Mag men dan nooit in zijn leven, andere en wellicht betere grondbeginselen belijden? Het geleek mij toe of wij allen zonder ons er rekenschap van te geven, in den hoorn der algemeene oppervlakkigbeid bliezen Het is een geluk, wauneer men dat vroeg tijdig eikent. Uwe zoozeer geroemde vast heid van begrippen is wellicht niets anders dan stompzinnigheid." Spoedig had Streichenberg een nitgevervoor zijn werk gevouden, en de gevolgen lieten niet lang op zich wachten. Bij bet ministe rie werd men opmerkzaam, men won in lichtingen omtrent bdm in, die zoo vol lot voor hem waren, dat hij uitgenoodigd werd, zijne opwachting bij den minister te komen maken, waar hem verzocht werd, of hij voorloopig als hnlp, bereid was een wets ontwerp saam te stellen, en later zich geheel en al op dit vak toe te leggen. Al hoe wel hem ook in dezen tijd een plaats als hoog leeraar werd aangebodeu, aarzelde hij niet den voorslag van den minister aan te nemen. „Ach," ontsnapte als een verlichting aan zijn borst, en een gevoel van zellbewustzjjn deed hem den borst zwellen. Nu zeu hg carr.ère maken, naden weg volgen waartce hij eigenlijk geroepen was. En wat zou zij, zij die nu niets van hem weten wilde, daarvan zeggenl? Fanni Lehrs had het verzoek en de daar- aan verbonden opdracht niet vergoten, maar het ontbrak haar aan tijd en gelegenheid om zich van baar taak te kwijten. Zware dagen wtwa voor hot arme schep seltje aangebroken, zoodat zij haar tijd meer dan noodig had, om alles te doen wat van haar verlangd werd. Hare moeder was zeer zwaar ziek, en haar toestand gaf in den eer sten tijd geen hoop op spoedige beterschap. Toen moest zij alle pianolessen afzeggen, om zich geheel en al aan het verzorgen der zieke te knnnen wijden. En deze taak was verre van licht en gemakkelijk. De oude vrouw, die reeds in gezonde dagen niet bij zonder prettig voor hare omgeving was, stelde zich nu zeer lastig gd onhandelbaar aan. Zij wilde de diensten harer dochter geen oogeüblik ontberen en hield volstrekt geen rekening mbt haar kostbaren tijd en zwak ke krachten. En wanueer het arme meisje doodmoe, bijna niet meer in staat was zich staande te houden, moest zij toch weder luisteren naar de ellenlange klaagliederen dor onde vrouw, of bet gemopper over de slechte verpleging en toch had de ontevreden vrouw alles wat zjj maar verlangen kon. Zoo drukte de zorgen telkens en telkens zwaarder op de schou ders van Fanni en met bezorgdheid zag zij haar eigen klein kapitaaltje u. et groote snel heid verminderen. Telken avond zat zij te tellen en te rekenen, maar geene der kleine uitgaven liet zich verminderen of verkleinen en zeker was het, dat al deze uitgaven den volgenden dag weder zouden komen.Het wareu alle onontbeerlijke zaken,en wanneer het haar eindelijk gelakte iets te vinden, dat gemist zou kunnen worden, dan klonk van nit de mond der zieke een klacht en werden andere grootere uit gaven daarvoor in de plaats gesteld. En het door baar vader nagelaten kapitaaltje, kon niet aangesproken worden, daarvoor zorgde een bepaling in zijn testament. Eerst had zij ha re leerlingen bij zich in hare woniDg willen ontbieden. Maar dat was haar zeer euvel gednid, hare moeder had haar gevraagd „Kan ik dan niet eens ongestoord ziek zijn I Maar waartoe vraagt gij het mij ook, doe zooalsje wilt.,, En meteen zacht en een 1 klacht, draaide zij het hoofd naar don maar. Slechts één zonnestraaltje verkwikte nu en dan het sombere leven van Fanni. Haar vriend bleef haar ook in den nood getronw. Toen bij hot bezoek bracht, waartoe hij toen op bet perron was nitgenoodigd geworden, hoorde bij van de ziekte harer moedor. Slechts weinige oogenblikken had hij met haar kannen praten. Wat zag zij er bloek on vermoeid uit, in dat zwarte kleed Hoo hartelijk en welgemeend had zij hem voor zijne deelname, en do aanbieding zijn >r dien sten bedaukt.Hot koudon g-aeno groote diensten zijn. Wat zon hij ook kunnen helpen. Maar zjjn persoon stelde bij ten allen tijde voor haar beschikbaar. „Hon Dieu, er zjjn iu zulke ge vallen zoovele bemoeiingen, telles et telles commissies, waarbij men gaarne hulp en steun heeft. En ik verzeker u, ik ben goheol en op elk unr ten uwen dienste En nn kwam hij dagelijks, on vroeg hoe het ging, eu of er somwijlen iets was, waarin bij haar bijstaan kon. En toen Fanni werkelijk eens, hem, hoog blozend en zeer ver legen, een dienst vroeg, toen daalden de kleins beenen ijlings de trap af, om het ge- wenschte te halen. Wat was het gelnk hem heden gunstig. Hij mocht na terug komen en antwoord brengen, omtrent zijn bood schap. Hij kon zich nuttig voor haar ma ken, hij had haar geholpen, wellicht haar leed een weinig verlicht, wat een ge luk 1 En dan kwam er in het donkerste hoekje van zijn ziel een gedachte van hoop foei 1 Het was slecht van hem, zeer slechten toch kon hij er zich niet van los maken wanneer de oude vrouw er niet meer is, zoa bet dan niet gaan samen En ook hij zat evenals zjj, des avonds op zijn kamertje te rekenen; ieder met zeer verschillende gedachten. Maar ook hij was even ongelukkig in zijne uitkomsten als zij; wanneer hij des avonds bij het naar bed gaan, zijn kleederen netjes en ordelijk, als een meisje op een stoel nederlegde, znchtte hij: „Het zal onmogelijk gaan!" Ja, wanneer hij Fanny's inkomsten er had bij kannen rekenen! Maar foei' Zulk een monster was bij toch niet! Geen mensch scheen hem slechter en gemeener toe, dan de man, die met de vronw handelde alsof het een koopwaar was. Het leven werd voor Cbristina telkens wooliger en drukker naarmate het seizoen verstreek. Eensklaps was zij te midden van allerlei genietingen geplaatst. Allen en alles huldigden haar, maar het trok haar weinig meer aan. Zij begon te vinden dat al dte vleierijen, die zij dagelijks hooren moest, vervelend werden en zij verlangde ernstig naar een unr van degel;jhen arbeid. Het was haar nauwelijks mogelijk de briefwisseling met Thesi naar eisch te voeren. Zij gaf een trouw verslag van haar innerlijk leven, maar de uierljjke oinstandigheien verzw eeg zjj, daar zij met reden dacht dat dit Heibig To«n het college van ,het Hoogheemraadschap van de nitwaterende sluizen in Kennemerland en Westfries land*, onder wiens bestuur Schermerboezem staat, in 1544 door Keizer Karei de vijfde werd ingesteld, bepaaldelijk met den last om er voor te waken dat het zeewater het land ven Noord-Holland niet bin nendrong, toen zag de wereld er hier anders nit dan thanstoen was er van de Zijpe, de Beemster, de Schermer, de Purmer, de Wormer, da Heer-Hugo- waard en een aantal kleinere polders nog geen land te zien. Zou men nu Schermerboezem nog eens weer wil len laten aangroeien tot dat geduchte waterbekken van vroeger? Door het R ij k is san een veehouder in de gemeente ZUID- en NOORD-SCHERMER een tegemoetkoming in de schade toegekend, wegens verplichte opstalling van vee tengevolge van het uit breken van hel mond- en klauwzeer on der de runderen van dien veehouder. Zaterdag namiddag zou de heer A. Lschoenmaker te LUTJE WINKEL, zich naar den Waardpolder be geven. Op de brng te Kolhorn had hij, die gebrekkig is en met eene krnk moet loopen, het ongeluk, te vallen en een been te breken. Bij zijnen broeder te Kolhorn in huis opgenomen, is bij daar door de doctoren Beeker van Barsingerhorn en Mel- chior van Winkel verbonden. Het is te hopen voor den man, dat hij het ongeval spoedig zal te boven komen, om zijne werk zaamheden weer te kunnen hervatten. Een drama. Een treurige ontdekking is eergister in het Haagsche Bosch gedaan. Uit het wa ter van den tweeden vijver zijn opgehaald de lijken eener vronw en van een 6—jarig knaapje, dat zij omklemd hield. Bij onder zoek is gebleken, dat het de moeder en hnar zoontje was. Verschillende omstandigheden wijzen er op, dat de jonge vrouw zich met haar kind verdronken heeft en dat de drenke lingen nog niet laDg in het water hadden gelegen. Men vond aan den waterkant het boter- hammentromineltje dat het jongentje mede naar school genomen had, waaruit wordt afgeleid het vermoeden, dat het ventje door zijn moeder vooraf uit de school is ge haald. De vrouw had de echtelijke woning niet aangenaam zoa zijn, en daar geen goe den indruk zon maken. Ofschoon zij liever in het geheel niet aan de terngkomst der anderen dacht, wilde zij de reeds al wijdgeopende kloof tnsschen haar en zichzelve niet grooter maken. Zoo waren hare brieven juist goen diplomatische wonderstukken. Zjj verzwegen niets, melden niets, maar gaven in het andere leger genoeg te denken; dat las Cbristina duidelijk tusschen de regelen der brieven van Thesi door, die overigens van een rustig en kalm leven spraken. Wjj zjjn nn reeds gedurende vier weken in Venetië en met mama gaat het heel wel. Zjj moet zich echter nog zeer ontzien. Het is merkwaardig, dat uwe brieven, die niets bijzonders vermelden, baar toch altjjd op winden en dat zjj dikwjjls over de kleinste bjjzonderheden zit na te danken. Jk begrijp dat in het geheel niet. Ik ver hoog mij zoo, dat gjj zooveel genoegen hebt; bet is tocb een vergoeding voor u, daar gij al het sohoone van bier ontberen moet. Want het is hier zoo wonderbaarljjk schoon, men kan het zich zoo onmogeljjk voorstel len. Gisteren was ik met juffrouw Kieinholz volgt nu een bezoek aan een schilderjjen-galerjjdan gaat de brief voor in het breede het nnt te betogen van een dergeljjk bezoek. „Juffrouw Kieinholz heeft zeer vele goede denkbeelden omtrent het leeren en doen onthouden van vele nuttige zaken. Zjj geeft mjj van alles wat wjj zien de duideljjkste uitleggingen, 's Avonds Cbristina legde den brief neer „Zij is een dwaas, die kleine; al het weinige dat ik aan haar veranderd heb, gaat weder verlorenl Arm ding 1" Een kloppen aaD de deur stoorde hara overpeinzingen. „De naaister, juffrouw," mel de het kamermeisje Dat duldde geen uitstel. Overmorgen zon de fancy-fair geopend worden, voor dien tijd moest het nienwe kleed gereed zijn. Het zon iets grootsch worden. Weken, lang was reeds over deze -fair gesproken welke opbrengst voor noodlijdenden bestemd was. De opwekking tot deelname droeg de handteekeningen der vrouwen en dochters van de rijkste en machtigste mannen op elk gebied. Kunstenaars van naam, beeldhou wers en schilders zonden hunne schoonste producten naar deze -fair, en de mi nisters hadden goed gevonden, hunne algemeene receptiezaal voor dit doel af te staan. Men vertelde de fabelachtigste dingen welke uatuurljjk op de werkelgkheid geenszins geleken. Voor de eerste maal, zon ook Christin* -■ 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1