Brieven uit de Kaasstad,
Binnenlandsch Nieuws.
het tamelijk vage plan van heden in een
levensvatbaar ontwerp is omgegoten Dit
zou intusschen niet beletten, dat de
"schoolstrijd hervat werd. Integendeel
het opmaken van het bedoelde voorloo-
pig ontwerp is een teeken, dat de vol
bloedvoorstanders der bijzondere school
den strijd willen volhouden. Ilad men
echter iets anders verwacht Was van
eene dading, zooals de wet van 1880 was,
iets anders te voorzien? Zulke dading
gaat huu, die op hun volle recht staan,
altijd öf te ver, öf niet ver genoeg en
er blijven dus altijd rechts en links strij
ders over onder de oude leuze. Doch
daarin, dat wanne voorstanders van een
scherp belijud beginsel daarvoor strijd
voeren, ligt geen gevaar. Het bezwaar
van den schoolstrijd in den vorm en in
den omvang, dien hij in 1889 I ad ver
kregen, was dit, dat hij de verhoudin
gen bedierfdat de partijen zich niet
vormden naar staatkundige beginselen,
doch naar het gevoelen over de school
wet een toestand, die alle partijver
houdingen en daardoor ons s aatkundig
leven ziek maakte. Voor een herhaling
van dien toestand is nu geen vrees, en
vooral is niet te duchten, dat zelfs voor
standers van het nieuwe stelsel ernst-g
bezwaar tegen de invoering van leerplicht
zullen hebben, omdat door de wet van
1889 de gelegenheid geopend is om
nagenoeg overal, waar de behoefte er aan
gevoeld wordt, bijzondere scholen op te
ri'hten. en dus bij invoering van leer
plicht nu reeds nagenoeg overal vooral
le kinderen scholen te vinden zijn, zoo
als de ouders die voor hunne kinderen
begeeren. En daarop komt het in dezen
aan. Want tegen de verplichting, aan
ouders opgelegd, om hunne kinderen
naar eene openbare school te zenden,
als zij dia voor hunne kinderen niet goed
achtten, kon men een warmen strjjd ver
wachten maar voor de vrijheid der ou
ders om hunne kinderen alle onderwijs
te onthouden, ook als er gelegenheid be
staat om onderwijs te erlangen, dat met
dor ouderen beginselen niet in strijd is,
zullen slechts weinigen opkomen En die
dat doen, zullen er kwalijk in slagen,
voor zoodanig overdreven begrip van
vrijheid in eenigszitrs wijden kring me
destanders te vinden.
Daarom, ook met het oog op den stand
van den schoolstrijd, blijve het en kan
het blijven bovenal leerplicht
Rotterdam, 28 Februari 1895.
XXXV.
Een beetje beleefder, beHasgde, sla een
wat kalmer toon aan, weet je wel waer-
voor wij hier zitten zei laatst de edel
achtbare heer President der rechtbank tot
een beklaagde. Weet je wel waarvoor we
hier zitten
Jawel meheer, u vierduizend, en die
dikke daar drie duizend en die met zijn
wipneus twee duizend vijfhonderd en de
anderen minder, wel een beetje weinig voor
zooveel werk, want jullie hebt hier wat te
doen, hoor -
Dat bebeurde laatst in een zitting van
onze arrondissements-rechtbank, zoo heeft
men mij tenminste verteld, ik woonde de
bedoelde zitting toevallig niet bij.
De beklaagde die 't zei, een echtte schob
bejak natuurlijk, kreeg een vermaning van
den president, zich wat behoorlijker te ge
dragen. De dikke veldwachter en de ande
re beambten keken passend ernstig, maar
in de couloirs is er later geducht om ge
lachen.
Onbeleefd was het, doch or.waar was
het niet, wat de man zei. Hij had volko-
droug steeds meer op trouwen aan.
Eens schreef hij haar: „Ik gevool het, eij
verbetert mij. Uw invloed reinigt mij; alle
k'eine dingen beginnen mij koud te laten;
gij verheft mij boven dat alles, mapr ook
verzwaart het nog mjjn toestand Toch zou
ik niet gaarne willeD,dat het anders wns."
Zulke woorden monterden haar op en de
den het plan rijpen, eens ernstig op haar
doel af te gaan. Wellicht waren de binder
nissen, die zij zich voorgesteld had, niet zoo
zwaar. Deze geheime briefwisseling, die ge
heime bijeenkomsten, boe heerlijk dat alles
ook was, toch stuitte baar dat alles tegen
de borst. Dat eeuwige angstvallige opletten,
die vrees voor ontdekking, boe klein en ha-
rer onwaardig was dat toch. Eo ook, hoe
ondankbaar eu slecht jegens de anderen.
Juist nu, nu zij allen haar met liefde en
vertrouwen tegemoet traden Vroeger had zij
anderen beschuldigd, omdat zij haar geen
vertrouwen schonken, en zoo zij toen ten
dage aan haar het geheim hunner verloving
zou meegedeeld hebben, zij zouden baar ze
ker hebben tegengewerkt; nu was evenwel
alles anders en wat hBar vroeger geoorloofd
toescheen, vond zij nu een SDoode bedriege
rij. „Daarom niet langer geaarzeld! Still stil,
kloppend hart, een weinig moed en geduld
en de zege zal, hoop ik, ons zijn.* Ach ja,
met welk een zoet verlangon zag zij uit
naar dien gelskzaligeu tijd van eeuwigdu
rende verbintenis, wanneer men één was
voor God en de menschheid. Naast elkander
te mogeu voortschrjjden ter opwekking van
beider geestelgk leven, tot hnlp voor elkan
ders Dooden en behoeften, tot wederkeerigrn
steun in tegenspoed en ellende, maar ook
één in vreugde en voorspoed, één in geluk
en zaligheid. Altijd te zamen, om alles te
zamen te doen. Ach, wat zon zij zich weinig
bekommeren om rechte of gebogen ruggen,
om rood of groen „Hij* zou haar alles zijn,
„hem" gelukkig te mogen maken waB haar
levensdoel en baar loon zon zijn: met hem
door het leven te mogen gaan en in zijne
armen te sterveD.
Wordt vervolgd.
men juist verteld w^ar het op stond. De
rechters hebben veel te doen, ontzettend
veel vooral in de laatste maanden en iu
Jen regel dingen van importantie. Gevaar
lijke inbrekers, straatroovers en bedriegers
n men geducht veel tijd in beslag. Dan
kwamen er nog een legio kleinere misdadigers.
De haizen van bewaring zijn vol, de dos
siers stapelen zich op een, de rech
ters hebben handen vol w--rk om elke be-
klaogde een passend plaatsje voor boetedoe-
nig of wtl voor niet-boetedoening te be
zorgen.
Maar ook een college dat naast de le
den der rechtbank staat, en precies het te
genovergestelde doet, heeft het in de laat
ste dsgen schrikkelijk volhandig. Ik bedoel
het college tot tedelijke verbetering van ge
vangenen. En daarop wil ik neeikomen,
het voorgaande was slechts een aanloopje.
Ja, ik wil u wat vertellen van de wer
ken der heeren, die dit ^llege vormen, een
der bestuu'ders heeft mij welwillend daar
toe in staat gesteld. De bijzonderheden, die
ik vernam, zijn nog al merkwaardig.
Eerst een enkel woord vooraf. De commis
sie tot zedelijke verbetering van gevangenen
heeft mijn sympathie naar aanleiding van
het vele goede dat zij reeds gedaan heeft,
maar ik ga toch niet zoo ver als sommi
gen mijner kennissen gaan, die in ronde
woorden beweren, dat de commissie een groot
mooi, voortreffelijk, innig filantropisch enz.
enz. lichaam is.
Ik vind de commissie in haar opvattin
gen niet consequent. Zij wil uit de gevan
genis ontslagen menschen behoeden voor
esn verderen val, maar zij slnit de meer
malen veroordeelden bijna onherroepelijk
uit. Dit is niet goed. Er zijn onder die
meermalen veroordeelden verscheidenen, die
volstrekt nog niet onvatbaar zijn voor ver
betering en die ten tweeden male gezon
digd hebben gedrongen door den nood. De
commissie bereikt niet allen, dat spreekt
vanzelf, zij kan dus ook niet allen dade
lijk steuuen in het trachten naar beter.
Zij houdt hare zittingen in een loka-1
van hot Huis van bewaring aan het Roo-
dezand. Ook dit is niet goed. Heel veel
ontslagenen zullen aarzelen te gaan tot een
commissie die, in een gevangenis vergaderd,
doet deuken aan een tweede rechtbank
waarvoor de zondige zich verantwoorden
moet, om dan in den eigenlijken zin ver
oordeeld te worden tot zooveel maanden
proefdienen onder heel scherp toezicht. Er
zijn meer bezwaren, naar ik kan 't bij
deze laten, zij lijken niet—zoo-erg en ge
motiveerd, in waarheid is dit anders. Ik
heb dit duidelijk te verstaan gekregen uit
den mond van een ontslagen gevangenen;
de commissie wekt vrees, niet, wat zij ei
genlijk doen moest, vertrouwen. Dit zijn
fouten, maar die kunnen verbeterd worden
en dan is de instelling volmaakt als maar
iets op deze aarde volmaakt wezen kan.
Dat wil eins zeggen nog lang niet wat
het wezen moet in strikt moreelen zin! Enfin.
Reden vaD bestaan heeft de commissie
zeker. Heel veel gevangenen weten, als zij
ontslagen worden, niet waarheen zij zich
wenden moeten. Vrienden zijn voor hen
dood en familie in den regel ook. Het
uitgaansgeld, dat is het geld dat zij met
touwpluizen en ander werk, in de cel ver
diend hebben, kan hen niet zoo heel lang
op de been houden en dus zou, zonder de
commissie, hem weinig anders overblijven
dan opnieuw op oneerlijke wijze trachten
aan geld te komen.
Als zij nu maar de commissie gevonden
hebben, de directeur van de gevangenis
verleent zijn medewerking iu den regel en
bezorgt het adres dan tracht de commis
sie hem zoo mogelijk een betrekking te
bezorgen.
Heel gemakkelijk gaat dit niet, de over-
groote meerderheid der patroons heeft ern
stige bezwaren tegen aanneming van ont
slagen gevangeneu.
Eerstens - zoo hoorde een commis
sielid zich een patroon verzekeren - eer
stens kan je ze toch niet zoo erg vertrouwen,
je zou misschien wel willen maar de we
tenschap dat zoo'n man srezeten heeft, maakt
je dat vrij wel onmogelijk. Het wiilen naar
verbetering is trouwens geen voldoende
waarborg, want het is best. mogelijk dat zij,
een of anderrn dag de gelegenheid gunstig
ziende,alles vergeten wat zij beloofd hebbenen
de begeerte n.ar geldniet weerstsan.Nog een
bezwaar is, dat andera knechts, brave huis
vaders, er veel op tegen hebben, met een
ontslagen boef in één werkplaats te zijn,
't is kleingeestig, maar 't is nittlemin een
feit.Geheimhouden? Dat gaat in onzen stand
r.iet, de knechts merken dat heel goed van
elkaar 6D, als zij r niets op tegen hebben,
wordt toch zoo'n man bij elke gelegenheid
voor „dief, inbreker* en wat dies meer zij,
uitgemaakt. Dat is noch voor hem, Doch
voor ons patroons pleizierig.
Het duurt in den regel heel lang eer
de ijverige commissie iets gevonden heeft,
en in afwachting daarvan zet zij hem maar
zoolang aan vouw- of copieerwerk, nadat zij
hem hier of daar tijdelijk inwoning ver
schaft heeft. Gereedschappen, voor een be
trekking benoodigd, geeft zij hem cadeau.
Laatst was een joodsche knaap door de
commissie voorzien van een zethaak, een
kiel en wat er meer voor het letterzetters
vak benoodigd is eu daarmee gewapeid,
wist hij zich een betrekking te bezorgen.
Drie dagen lafer stond da knaap weer
voor én der commissieleden. - Meneer,
zei hij, wilt n zoo goed zijn om mij een
bewijsje te geven, dat ik het gereedschap
van n gekregen heb.
Waarom jongen?
Wel meneer, de kameraads van me
zeggen dat ik het gestolen heb en dat is
mijn eer te na!
Die jongen doet goed zijn best, als nn
zijn kameraads een beetje humaan
zijn, zal bij wel uit Je handen van
politie blijven.
commissie.
Dat is pleizierig voor
fers, onder anderen dezeeen koeboer op
10 H.\. Weiland zou gemiddeld gebrul
de ken 4560 kg. graan, b.v. 30 H.L. haver,
25 H.L. gerst en 15 H.L. booneo.
illen
de
Een andermal kwam een vrouwtje voor
de commissie.
Heeren, zei ze, ik zon wel graag
een waschkuip en een stamper en nog een
paar dingen willen hebben, dan kan ik
werken met wasschen voor de men-
schen te doen en dan hoef ik niet meer
naar de gevangenis.
't Wt-rd haar gegeven. Vijf weken later
werd ze opuieaw gearresteerd. Ze bad bet
waschgerei verkocht en een aan haar toe
vertrouwde wasch te gelde gemaakt. Dat
is zter onaangenaam voor de commissie.
Maar over het algemeen heeft de com
missie meer pluizier dan misnoegen van
haar werk, de meeste ontslagenen schijnen
de hnn bewezen weldaden te apprecieeren.
Heelveel brave handwerkslieden, zei mij een
der leien, zijn er door ons bovenop ge
holpen, zij werken nn rustig en ijverig en
niemand vermoedt dat zij eenmaal op het
bankje van de beschuldigden zaten.
Heel veel rare verzoeken komen voor de
commissie. Dj een zou wel een koets met
paard willen hebben om „spoorvrachtjes"
te rijden; een ander vraagt, als zijn uit
gaansgeld op is, asjeblitft reisgeld voor
Harderwijk om koloniaal te worden; een
derde zou wel an de comedie willen komen
ais acteur, als de hferen maar een goed
woordje wilden doen; een vierde vraagt of
de heeren geen goeieu uitgever weten om te
drukken wat hij schrijven wil over alles
wat hij in de gevangeuis heeft uitgestaan;
en eens heeft er een beleefd verzocht om
geld voor een huishouden, dan kon ie trou
wen en hij en zijn vrouw zouden dan een
orgel in huur zien te krijgen!
Maar dit zijn grappen, in den regel
wordt de bedoeling der commissie goed
begrepen en de verzoeken, door ontslagen
gevangenen gedaan, strekken alleen daar
toe, die gevangenen in staat te stellen met
een eens geleerd vak, een eerlijk stuk brood
te verdienen.
De commissie tot zedelijke verbetering
van gevangenen doet in de Maasstad een
goed en een noodig werk, waarvoor zij al
ler waardeering wel verdient.
D.
Zie vervolg b ij voegsel.
Vergadering der
leden der Afd. BARSINGER-
HORN der H. M. v. Land
bouw gehouden op Woens
dag den 27, Februari 1895.
Tegenwoordig 17 leden en één gast.
Na opening der vergadering werden de
notulen der vorige bijeenkomst gelezen
en goedgekeurd.
Ter tafel komt de rekening en verant
woording van den Penningmeester over het
dienstjaar 1894.
Hieruit blijkt,dat ontvangenis f 137.76
Uitgegeven 116.97
Nu vraag ik in de eerste plaats, zijn
deza cijfers jnist
Ik betwijfel dit zeer sterk en gesteld,
dat zij juist waren, dan vraag ik, is het
aan dien zuivelboer verboden zelf zijn be-
noodigde g-aan te telen, waarvan het
stroo hem zeer zeker in zijne boerderij
van dienst kan ziju
Nu 40 H.L. tarwe k f 5
h t land gerekend
op f 1250 k 4°/0
explotatiekosten
polderl sten
50
100
50
f 200
f200
f200
Voordeelig Saldo f 20.79
De Heeren W. van der Oord en O.
Smit, uitmakende de Commissie van on
derzoek, adviseereu tot goedkeuring, waar
toe besloten wordt, onder dankzegging aan
den Penningmeester, voor zijn gehouden
beheer.
Hierna brengt de heer K. Jonker, af
gevaardigde der Atd. voor de laatst ge-
houdene vergadering van Heil, Noorder
kwartier, verslag uit van het verhandelde
op die vergadering.
De Voorzitter dankt den heer Jonker
voor het volbrengen van zijne zending en
het uitbrengen van het rapport.
Voor kennisgeving wordt aangenomen,
een verslag eener vergadering van de afd.
Dordrecht en Omstr. vermeldende eene
bespreking van het nnt van de hagel-
verzekering.
Tot afgevaardigde voor de o.s. vergade
ring van Holl. Noorderkwartier, welke
gehouden zal worden op Woensdag den
6 Maart 1895 te Oidkarspel, wordt be
noemd, de heer W. Kooijman.
AIsqu komt in behandeling het laatste
punt der agenda en wel de door da atd.
Haarlemmermeer gestelde vraag
Is het noodzakelijk en daar-
omgewenscht dat invoerrechten
Op granen geheven worden?
Hierop werden eenige ingekomen stuk
ken gelezen, betreffende dit vraagstuk.
De heer T. Koomen At. viaagt thans
het woord en zegt ongeveer het volgende:
op de op het convocatiebiljet gestelde vraag
moet ik beslist ja antwoorden, en wel om
de volgende redenen
de welvaart van onzen landbouw staat
zeker in het nauwste verband iret de wel
vaart van óns geheele land
dat de landbouw Diet meer loonende is,
zal zeker door niemand die daarmede be
kend is, ontkend worden.
De kwestie, die thans aan de orde is, is
niet nieuw, reeds in 1885 werd op de al-
gemeeüe vergadering onzer maatschappij
deze vraag behandeld.
Toen werd een motie van den heer Wal-
ler aangenomen, tegen graanrecht en wel
met eene overgroote meerderheid van stem
men.
En
Dit zal wat beter opgaan dan de raad,
ons graanbouwrrs gegeven, „ma-.kt uw
bouwland tot weiland.'
Een dergelijke raadgeving kan alleen
komen nit het brein van kamergeleerden,
dagbladredacteur, onderwijzers enz., die
daarmede het bewijs geven, te praten
of te schrijve! over zaken waïr zij niets
van weten, ieder degelijk landbouwer weet
maar al te goed dal jnist voor onze beste
te Igrond n een bal ven menschenleeftijd
voor dit omzettingsproces noodig is, plns
veel geld.
Eo juist dit laatste in de eerste plaats.
Maar gesteld dat dit mogelijk was, wat
zal dan het gevolg wezen
Dan worden de graanbouwers in plaats
van afnemers van den zuivelboer, groote
concnrrentcD.
Door de verlaagde gr-aoprijzen zijn wij
ook al concurrtn'en geworden van de fijn
bouwers, wat ons nog weinig voordeel geelt,
maar hen zeker teD schade is.
En wanneer wij allen ons land tot wei
land konden omzetten op een gegeven
oogenblik, waar moet men dan met 75°/0
der arbeiders, die overcomp'eit zijn, heen?
Als die geen werk hebben en dus geen
loon verdienen, waarmede betalen die dan
het goedkoope brood waarover nu zoo
geschermd wordt
Laten wij eens als maatstaf nemen den
Polder Waard en Groet, groot ongeveer
1400 H.A. Iedere hectare bouwland i raagt
gemiddeld f100 aan arbeidsloonen of ex
ploitatiekosten, dat is jaarlijks de kapitale
som van f 140.000 in grasland omgezet zon
dit niet meer bedragen dan f 25 per H.A.
of totaal f 35.000,een veisch 1 dus aan ver-
teringsrertnogeii van f 105.000, waarvan ze
ker alle neringdoenden in de aangrenzende
dorpen de nadeelige gevolgen zouden
ondervinden.
Of zijn er onder ons nog die meenen
dat de 3 k 4 millioen, waarvan de heer
Berman te Schagen sprak, aan iukomend
recht alleen in den zak van de graanbou
wers te recht zulDn komen Het hoofd
bestuur der Holl. Maatschappij weet wel
beter, hetgeen blijkt nit de armoedige
taschj-s in ons landbouwboek welke moe
ten dienen om ons bankpapier in te be
waren.
Waarom toch werpt het roesten van
varkens tegenwoordig bij een lagen gerst-
prijs, f 2 50 H. L. geen voordeel af voor
den zuivelboer, terwijl dit winstgevend
was bij een gerstprijs van f 5 per H. L.
Vraag het den slagers op het platte land
eens, hoeveel minder zij slachten dan 10
jaar geleder.
Omtrent het dure brood nog dit: toec
de tarwe f 12, per HL. goed, kregen wij
hier vijf broodjes voor één dnbbeltje en
nu de tarwe f5 per IIL. is, óók vijf, met
dit verschil, dat ze nu nog slechter zijn
dan voorheen, betgeen te danken is aan het
buitenlandsch meel, dat zoo uitstekend rijst.
Hierop bekwam de heer E. Kluijver het
woord. Spr. zegt dat hij is antiprotectionisl
en ho«wel hij de rede van den heer Koo
men met genoegen heeft aangehoord is hij
toch Diet overtuigd omtrent de wensche-
lijkheid eener heffing van graanrschteu en
zal deze vergadering ook vermoedelijk wel
als anti-protectionist verlaten.
Spr. ziet in bescherming van den lan-
bouw, eene bevoorrechting van de landbou
wers boven andere klassen en als burgers
van hetzelfde land mozen wij zulk een
maatregel niet goedkeuren.
Do treurige toestanden zijn niet te wij
ten san de lage graanprijzen, maar aan
geene goede verhouding van opbrengst der
producten tegenover de koopen pacht
sommen der landerijen.
De heer B. Spaans wijst op Frank
rijk, Duitschland en andere landen, waar
graanrechten worden geheven en waar vol
gens de couranten de toestand der land
bouwers ook lang niet rooskleurig is.
De Voorz. ziet ook het nnt dezer be
weging niet in. Hij geeft toe, dat verbete
ring van den toestand gewenscht is en dat er
iets gedaan most worden, maar betwijfelt
of het middel „beffing van invoerrechten'
kan helpen.
De heer C. Spaans is het volkomen met
den heer Koomen eens; ook hij ziet in
graanrechten het eenige middel, dat tot op
heffing ran den treurigen toestand kan leiden.
Of het voldoende zal helpen, weet hij niet-
doch beter een half ei dan een lege dop'
Verder betwijfelt hij het of de zaak
wel tot wet zal worden gebricht. De geld
mannen zullen er wel tegen wezen en men
weet't, het geld regeert de wereld.
De heer Koomen bespreekt hierop het
geen door den heer Kluijver is aange
voerd omtrent verlaging] der landprijzen.
En tot hoever moet deze verlaging
plaats hebben vraagt Spr.
Ziehier eenige voorbeelden
Toen voor jaren geleden in den
Rest Nihil.
Bij den hunrpiijs is dit natuurlijk het
zelfde.
Spr, ziet volstrekt niet iD, waarom de
vroegere koopers gekken genoemd worden;
toen gaf de opbrengst der productie, vol.
gens bovenstaande cijfers, nog voldoende
resnltateD,
Verlaging van rente wordt ook vaak
genoemd, doch waar dat goedkoope geld
van daan te kaleo, daar de Staat zelf
3°/0 moet geren?
Bij de rijkspostspaarbank wordt er ge
zegd. Gond, als directenr geef ik belangrijke
som op hypotheek aan een landbouwer.
Morgen kernen echter de inleggers hun
geld terughalen, en wat daD? Moet men
dan maar tegen da luidjes zeggen: je geld
is voor een jaar of wat aan een boer ge
geven,' of, moet het geld direct weer van
den boer teruggevraagd worden.
Het platte land wordt bij Amsterdam
en Rotterdam vergeleken, in den hoek ge
drongen. Hetzelfde deed zich voor in de
18e eeuw. In Amsterdam en Rotterdam
bloeide toen alles en bet platte land was
verarmd.
De boeren konden toen de lasten niet
betalen, hetgeen bleek nit eene circulaire
welke door het bestuur der Schager- en
Niedorper-koggen aan de toenmalige re-
«geeriDg werd verzonden.
De bevolking dezer streeks verminder
de in dien tijd met één derde, doch bet getal
bedeelden vermeerderde met de helft.
En hoe is bet nu Neemt bet getal
der bedeelden niet toe, terwijl de draag
kracht der ingezetenen op het platte land
voor de belastingen minder wordt?
Dit kan alleen verholpen worden door
graanrechten; het is geen bevoorachting
van enkelen, maar ten nationaal belang.
Da Voorzitter meent dat de zaak vol
doende besproken is, zooclat eeue beeissing
kan worden genomen.
Hen der aanwezigen verklaarden zicb
véó', drie tegen en vier hielden zich bui
ten stemming.
Tot afgevaardigden naar de in Mei a.s.
te houden algemeene vergadering zijn be
noemd, de heeren: 1. Koomen At. en A. J.
7. Geertsema.
Niets meer te behandelen zijnde en bij
de omvraag niemand het woord verlangen
de, sloot de Voorz. de vergadering.
Donderdagavond om
streeks half twaalf, ontstond er brand in
het buis, bewoond door P. F. aan den
dijk te WINKEL. In een oogenblik stond
alles in volle vlam, zoodat er van den
inboedel bijna niets gered kon worden.
Twee spuiten waren spoedig aanwezig. Ge
lukkig was de wind zoo, dat de belendende
perceelen geen last hadden, anders had de
brand een veel grootere verwoesting kunnen
aanrichten. De oorzaak van den brand is
onbekend. Huis en inboedel
zekerd.
I w r<Polder
waaraan had deze motie deze groote 'w en ^r,et 'arid verkocht werd voor
meerderheid te danken j 1 Per H.A. was dat berekenbaar.
In de eerste plaats aan het schrikbeeld
den zuivelboer voorgehouden, dat hij ont
zettend zon lijden onder die verhoogde
waarvan hij voor beuoodigde
het gicotste deel zon bij -
graan pnjzeu,
voerartikelen
dragen.
Daarvoor
waren nogwel de krasse cij-
40 H.L. tarwe per H.L. k f 12
f 160
f 50
f 100
rente 5%
polderlasten
explotatie-kosten
f480
waren ver-
den trein, die des m id-
u. 9 m. (Greenwichtijd) van
f 310 f 310
Rest
f170
Met
dags te 1
GRONINGEN naar Nieuw Schans ver
trekt, had gisteren een klein ongeval plaats.
Even na het vertrek werd plotseling, on
geveer ter hoogte van de Gideon, met al
le kracht geremd. Uit alle raampjes sta
ken terstond hoofden naar buiten om te
zien wat er was. En wat was er te doen
Een jongen van 19 jaar, slecht gekleed,
lag dwars over de rails waarover de trein
ging. De machinist zag hem tijdig en had
het geluk nog te kunnen remmen. Onge
veer 5 meter véór den man stond hij stil.
Toen de ongelukkige den trein zag stil
staan, stond hij op en wilde vluchten,
maar de machinist was hem te vlug, vat
te hem en bracht hem in een goederenwagen.
Te Hoogezaud moest hij den trein ver
laten. Hij was niet dronkeu maar scheen
eenigszius in zijn verstand gekrenkt. Met
den volgenden trein is hij weer naar Gro
ningen, waar hij thuis behoort, getranspor
teerd.
Te SCHAGERBRUG werd gis
terenmiddag omtrent 1 nre, bij den heet
L. aldaar door iemand de winkellade, be
vattende ruim f 6. aan kleingeld, gelicht-
Men is den vermoedelijke» dader op het
spoor.
Woensdag 6 dezer,te 2 uur des namid
dags,zal de vergadering van het Nederlandsch
Landbouwcomité plaats hebban in de
vergaderzaal der Eerste Kamer.
Gisterenbegaf deJustitie
te HEERENVEEN zich naar
OOSTERZEE
naar aanleiding van een telegram, houden
de mededeeling, dat aldaar een ?ijfjarI8
kind, vermoedelijk tengevolge van mishan
deling door de moeder, was overleden.
Het ingesteld onderzoek heeft geen en
kel resultaat gehad, zelfs geen rechtelijk®
schouwing werd noodig geoordeeld, da»'
de oorzaak van den dood volkomen vast
stond en voor ieder zichtbaar was; de her-
sensubstantie kwam uit een gat in Ee»
hoofd te voorschijn.
De viouw verklaarde dat het gat
het hoofd was ontstaan, doordien het kin
met den tafelstoel omviel en een tang
zonder bladen aan het einde die
zeten moet hebebn, het kind zoo diep
het hoofd drong, dat het voorwerp er
geweld uitgetrokken moest worden.
Geenerlei omstandigheid de Trop:v
die gedurende het onderzoek onnstuur ij
kalm was, en het kind waren trouwen
1D
met