Donderdag 7 Maart .1895 39ste Jaargang Ho. 2970. d Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. 'NGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL. Sits reit u: ILaais, IS 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote ietters worden naar plaatsruimte berekend. d. dat het Bestuur in gevolge besluit vorige vergad. aan de Tweede Kamer het verzoek had gericht, op de begroo ting f 10.000 te willen vaststellen tot bekostiging van middelen tot verbetering van den veestapelop welk adres afwij zend was beschikt. lllll iwlit- k Lsilllll kj derzelve. Deze rek. sloot in ontvangst Si V I fSiiyllüSI*!"» op f5084.505, uitgaaf 2451.205. Tevens werd opgemerkt dat het batig saldo dit jaar met f 675 ongeveer was vermin derd. Verslag der vergadering der Vereeni ging tot ontwikkeling van den Land bouw in Hollands Noorder kwartier, gehouden te OUD- CARSPEL, in het lokaal van den heer G. Slotemaker, op Woensdag 6 Maart 1895, des voormiddags ten 11 ure. Aanwezig 52 leden en 6 gasten. Bij de opening werd door den Voorz. den heer Jhr. P. Van Foreestdie nu het presidum dezer vereen, aanvaardde, de welwillendheid der vergadering inge roepen, vooral nu hij den heer J. L '1. Groneman opvolgde, die de 3 laatste ja ren op zoo voortreffelijke wijze het voor zitterschap dezer vereeniging had waar genomen. Voorz. rekent op den steun der ver gadering ter behartiging der belangen van den landbouwenden stand, die aan aller belangstelling in deze dagen van strijd te meer behoefte nog heeft, en Spr. hoopt dat er in Noord Holland altijd nog men- schen genoeg gevonden zullen worden die hun tijd en hunne krachten en hun geld er voor over hebben, om onzen land bouw zooveel mogelijk voo uit te bren gen. Door welke middelen dat kan geschie den, is ru eenmaal niet gemakkelijk te zeggen. Worden er tegenwoordig tweeërlei we gen - het bimetallisme en de graanpro- tectie - aanbevolen, Spr. ziet daarin geen heildoch te meer verwacht hij er van dat landbouwers in hun bedrijt veel meer letten op de kleinigheden en dat de be langstelling van particulieren en van de regeering voor al wat den bloei van den landbouw kan bevorderen, toeneme. Voorz. hoopt dat de belangstelling der Regeering en van de particulieren niet zal zijn als die voor een zware zieke, welke, zoodra deze hersteld is, ook ophoudt, maar dat zij van duurzamen aard mag zijn en ook blijft als de land bouw zich hersteld heeft, en dat Hollandsck Noorderkwartier de wegen zal blijven aanwijzen, welke de landbou wer heeft te volgen. Daarna werden door den heer W. TeengsSecretaris, de notulen der vorige vergadering gelezen, aan welker nauw gezetheid en zaakrijkheid de vergade ring door luid applaus hare goedkeuring schonk. Medegedeeld werd 3. dat de heer Groneman berich' had gezonden, de vergadering niet te kun nen bijwonen, wegens vergad. van het Landbouw-Comité. b. id. van den heer J. Zijp Kz., we gens de zitting der Tweede Kamer. C. dat het ledental der vereeniging thans bedraagt 162 leden en 1 zoon-lid. 6, dat tot leden der Commissie, be last met een onderzoek naar de werking van het pachtstelsel in ons gewest, met zoo mogelijk aanwijzing der middelen, om hierin verbetering te brengen, waren gekozen, de heeren6. Vas Visser v. Amsterdam, Air. A. P. de Lange v. 's Gra- venhage, K. Cz. de Boer v. Assendelft, G. donder v. Berkhout, en G. Kruseman v. Houtrijk in Polanen, welke heeren a.s. maandag in hunne betrekking zullen wor den geïnstalleerd. De verschillende ingekomen brochures en tijdschriften, werden voor belangstel lenden gedeponeerd. Het jaarverslag werd overeenkomstig eenmaal genomen besluit, niet gelezen, doch zal aan het Landbouw Weekblad worden opgezonden. Bij monde van den heer H. Stam ad viseerde de finantieele commissie, belast met het nazien der rekening en verant woording over 1894, tot goedkeuring Door den heer W. Teengs werd ver slag uitgebracht van de vergaderiug der vereeniging „Het Nederlandsch Paarden stamboek." Daaruit bleek o.a. dat het aantal leden bedroeg 1252; dat in het afgeloopen jaren waren ingeschre ven: 249 hengsten en 1370 merriën. Door den heer J. Al. Billrothplaats- verv. districtveearts te Hoorn, werden nu mededeelingen gedaan omtrent tu- berculine-inspuitingen bij rundvee. De voorgenomen proeven waren ten deele genomen en zullen niet worden voort gezet. De proeven waren genomen op een stal van den heer Zuurbier te Beem- ster, doch door de ziekte in het huis gezin van den op die plaats wonenden bedrijfboer, konden die proeven slechts gedeeltelijk worden genomen. Op dien stal stonden 19 beesten, bij 6 waarvah de inspuitingen waren gedaan. 3 er van hadden gereageerd, en bij na dere controle van 2 dier drie een was in Amsterdam verkocht geraakt en uit het oog verloren was gebleken, dat zij werkelijk tuberculeus waren. Was deze proefneming al niet afdoende ge weest,toch konSpr.gerust den landbouwers aanbevelen, de tuberculine-in spui tingen bij hun vee te doen plaats hebben, want de dieren lijden er volstrekt niet onder en de inspuiting wijst beslist aan of het dier al dan niet tuberculeus is. Hulde bracht Spr. aan den heer Zuurbierdie zoo welwillend zijn stal vee ter beschik king had gesteld en ook het volgend jaar weder voor een dergelijke proef neming zijn stal disponibel stelt. Door den heer Dr. ten Bosch wordt er op gewezen dat de bacteriologische wetenschap nog in staat van wording is en dat in den laatsten tijd stoffen ge kweekt worden, waarvan men de im muniteit bij mensch of dier niet kent. Spr. waarschuwt tegen de inspuitingen met tuberculine,van welke men niet al te groote verwachtingen moet koesteren De heer Billroth merkt op dat de tu- berculine-inspuitingen niets met immu niteit te maken hebben. De inspuitin gen met tuberculine dienen alleen om te constateeren of een dier al of niet tuber culeus is. En nu is het waar, dat men bij die inspuitingen zeer voorzichtig te werk moet gaan, en er voor moet zor gen dat geen vuile stoffen daardoor het bloed binnendringen. Dat kan men voor komen door te nemen goede tuberculine en te zorgen voor schoone instrumenten; maar dan is er ook geen gevaar bij. Door den plaats-verv. districts-veearts den heer G. Aluijs van Schagen, werd nu omtrent de inspuitingen tegen het uitstoeien en kalfverwerpen medegedeeld, dat toen op de vergadering, verleden jaar in Abbekerk gehouden, de fungeerende Voorzitter hem de vraag deed, of hij bij eventueel voorkomende aangiften van heeren veehouders in en om Schagen, welke hunne koeien disponibel zouden willen stellen om bij wijze van proefneming hun vee door middel van inspuitingen te gen het z.g. kalfverleggen, van deze ziekte zooveel mogelijk te vrijwaren, nam hij deze volgaarne aan. Het speet hem echter dat de vereeni ging Hollands-Noorderkwartier dit jaar zoo weinig aangiften had. Te meer spijt het hem omdat juist de ze vereeniging met trotschhoid kan zien op al het goede, hetgeen door haar tot staed is gebracht en dat zij zich nog steeds bezig houdt met het onderzoek van zaken öf die werkelijk nuttig óf wensche- lijk kunnen genoemd worden. Slechts zes eigenaars wilden hun vee beschikbaar stellen om de proef tegen het z. g. Kalfverleggen te probeeren. Bij vijf dier eigenaars is de proef genomen bij den zesden niet, omdat de meesten dieren van dezen eigenaar in het aller laatst van hun dracht waren. De inspuitingen zijn met tweërlei doel verricht en wel: lo. Tegen het uitstoeien. 2o. Tegen het Kalfverleggen. De inspuiting bestaat uit zuiver car bol, opgelost in water (gedistilleerd) en spiritus (dilati), elk rund krijgt een spuit vol, onderhuids, men kan het doen in do rechter hongergroeveis echter de huid daar wat dik dan op eene andere plaats, waar dan ook, als de huid maar zacht is en gemakkelijk te plooien. De inspuiting geschiedt ongeveer om 10 a 14 dagen tegen het in stoeien en om de 5 h 6 dagen tegen het verwerpen. De bewerking is gemakkelijk, eenmaal voorgedaan, dan doet de eigenaar zelfs reeds de bewerking. De inspuitingen tegen het uitstoeien zijn verricht bij het vee van de heeren: Groneman te "Wieringerwaard en Groo tss te Schagen. De heer Groneman heeft te Hoorn reeds het volgende medegedeeld Yoor deze in spuitingen waren beschikbaar gesteld 17 melkkoeien, die allen op ééue na had den gekalfd in het voorjaar van 1894, en eene in November 1893. Yan deze 17 zijn 3 niet drachtig geworden, waar van een die in November '93 gekalfd had, gereden den 20 Mei, 14 Ju ni. 7 Juli. De 14 anderen zijn, voor zoover kan nagegaan worden, drachtig. Zij zijn 7 maal ingespoten, op bovenreedsgenoemde data's. Van deze werden slechts een keer gereden: 6 stuks, tweemaal 5 stuks, drie 2 stuks en viermaal 1 stuk vee. De proef is met alle nauwkeurigheid verricht geworden en toch niet met direct succes. Bij den heer Grootes te Schagen daarentegen was de proefneming gunstig te noemen. Beschikbaar 16 koeien en en allen bestand. Verder schrijft de heer Grootes nog dat op heden tot (d. i. 28 Februari) zich nog geen enkel geval van kalfverleggen heeft voorgedaan en zoo zijn wij van successievelijk gekomen aan de inspuitingen tegen het kalfver leggen. De koeien van Grootes zijn in Juni, Juli en begin Augustus ingespoten, daar na weder December, Januari en Februari, geregeld om 10 a 12 dagen. De heer Grootes schrijft ten slotte: zoo het inspuiten dus als voorbehoedmiddel kan gerekend worden, zoo zou ik boven- gemelden tijd als voldoende achten. De inspuitingen bij den heer Bijpast te Schagen werden verricht op 15 koeien; tot nu toe nog niet een enkel geval van kalfverleggen. De H. H. Grootes en Bijposthadden elk jaar 3 of 4 of 5 en meer verleg gers, bij hen is dus de proef gelukt. De proefneming bij Bijpost is begonnen be gin November en werd steeds om de vijf dagen verricht en geschiedt nu nog, omdat de koeien in het laatst van Maart eerst kunnen afkalven. Tegenover deze twee gunstige geval len staan nu helaas twee waar geen succes is gezien geworden. Wel is waar zal men zeggen de koeien van den stal van den een waren al geïnfecteerd of konden dat zijn en bij den ander zijt gij te laat begonnen, en waren de dieren reeds ziek en ik stem U toe, doch zelf vertrouwen hebbende op het veelvuldig succes van anderen en iudien de proefneming hier bij den een werke lijk gelukt was, dan zou men geene proefnemingen meer behoeven te doen, omdat het resultaat dan zeer gunstig zou genoemd zijn. Zie hier de inhoud van een brief van den heer K. A. Schenk te Wieringer- waardMijnheer, In het najaar van '94 ontdekte ik in de weide een kalfverleg- ger en besloot daarna mij aan te geven bij II. N. Kw. om inspuiting mijner runderen. Bij het stallen kwam ik tot de ontdekking dat ik een tweede kalf- verlegger had en nu was het te laat om ze van den hand te doen. Om nu de proef een sterker bewijs te geven, liet ik ze in den stal staan. Ik had 28 koeien, waarvan de inspuiting als volgt 16, 21, 27 Nov., 3, 8, 17, 26 Dec., 4, 14, Jan. 4 en 25 Febr. Na het in spuiten heb ik helaas een treurig resultaat: No. 1 kalft 19 Dec. op tijd van 20 Febr. „2 12 Jan. 26 Maart. „3 51 ebr. „15 dus alzoo onder het inspuiten door, 3 kalfverwerpers. Ten slotte over het vee Yan den beer J. de AL oor te Zijpe. Deze heer schrijft mijIk heb 18 koeien ingespoten, iedere koe is acht maal om de vijf dagen ingespoten. Het resultaat is niet zeer gunstig geweest. Gisteren heeft er weer eene (d. i. 4 Maart) te vroeg gekalfd. Laat ik U zeggen, toen hier de inspuiting begon, was het al 8 December en was er al een koe, waarvan de boer en ik al reeds dachten dat deze spoe dig het kalf zou verwerpen. Daarentegen was hier nog iets wat mijn inziens scha delijk gewerkt heeft en dat was wel het volgeudeeen der koeien hield ik op 8 December al voor verdacht van mond en klauwzeer, hetgeen de Moor niet wil de gelooven en toch kregen al zijn koei en de ziekte op ongeveer 9 en 10 De cember. Indien ik nu resumeer dan komen wij tot het volgende bij Gronemangeen succes tegen uitstoei- e->, geen kalverleggers bij Grooteswel succes tegen uitstoeien, geen kalfverlegger; vroeger veel kali ver- leggers; bij Bijpostsucces tegen kalfverwerpen, thans niet eene en anders jaarlijks velen, nagenoeg de helft van zijn boerderij; bij Schenkgeen succes, tegen het inspui ten en toch nog drie kalfverleggers, even wel waren hier bij het begin der proef neming al reeds 2 kalfverleggers. Jaar lijks vele kalfverleggers, vorige jaar zeven; en bij de Moor,geen succes,koeien ziek bij het inspuiten en 1 koe alreeds twijfel achtig of het zijn kalf wel zou behouden. En hiermede meende de heer Muijs alles verteld te hebben hetgeen naar waar heid is geschied en beval hij ieder vee houder aan, om met een deskundige in overleg te treden, teneinde de proef op eigen schaal nog eens te ondernemen. Door den heer Billroth werd nog hier aan toegevoegd, dat door hem terzelfder zake ook een 4-tal proeven zijn genomen, i die wel gedeeltelijk ten gevolge van het mond- eD klauwzeer mislukten, doch die toch o. a. te Warder en te Middelie uit stekende resultaten hadden Ook Spr. is voor het voortzetten dezer proeven, te meer daar de dieren van deze inspuitin gen niets geen schade hebben. Door den Heer Dr. K 11. M. Van der Zande v. Hoorn, werden nu de verslagen uitgebracht over de verschillende proefvel den. Een 20-tal bcmestingsproeven hadden er plaats gehad, gebleken was dat Tliomasphosphaat en Kaïniet op veen grond wel, doch op goeden kleigrond niet is aan te bevelen. Opmerkelijk was dat op de oude kleigronden de toevoe ging van stikstof buitengewone resulta ten had. Door den heer Dr. ten Bosch wordt nu opgemerkt, dat door hem 1 H. A. weiland werd bemest met 6G0 kilo su- perphosphaat en 300 kilo kainietden uitslag zal hij later gaarne aan de ver gad. mededeelen. Thans meende spr. met betrekking tot de kunstmeststoffen een opmerking te moeten maken. Gaat men de prijscouranten van verschillende kuust- meststoflen-handelaars na, dan trekt het de aandacht, dat het slakkenmeel bij al len zoo goedkoop is; doch ook, dat bij de aangifte van het slakkenmeel niet staat aangegeven de oplosbaarheid in het wa ter. Gelijk het slakkenmeel thans in den handel voorkomt, blijft er veel in en op den grond liggen, zonder dat het nut doet. In Duitschland worden reeds po gingen aangewend, om de oplosbaarheid dezer meststof in percenten aan te ge ven. De heer v. d. Zande merkt nog op, dat het antwoord op de vraag„is Thomaphosphaat voordeeliger dan Super- phoshaat", geheel afhangt van den grond waarop ze verwerkt wordt. Thomasphosphaat is bepaald uitstekend voor gronden als in den Anna Paulowna daarentegen deugt ze minder op weilan den. Door den beer W. Teengs werd medegedeeld dat voor het door Holl. Noorderkw. aankoopen on verkrijgbaar stellen van veredelde zaaigranen en zaden, 14 aanvragen waren ingekomen. Opmer kelijk was het, dat die zaaigranen niet tegenstaande de lage graanprijzen, toch zoo buitengewoon duur nog moesten worden betaald. Door den heer Breelaartwordt 1 nog, in verband tot de notulen, in zake de mislukte aanvrage bij de Regeering om f 10.000 subsidie voor do veredeling van het rundvee, opgemerkt, dat de Min. in de Eerste Kamer over die wei gering werd geïnterpelleerd en ZEx. toen antwoordde, dat hij den Landbouw een warm hart toedroeg, maar dat hij reeds f 20.000 meer voor den Landbouw vroeg, dan zijn voorganger had gedaan. De heer D. Breebaart vraagt of dat nu een bewijs van zijn goed hart is Yoorz., de heer Foreest, vindt des mi nisters antwoord eveneens minder goed, doch wenscht dit punt bij de rondvraag te behandelen. In de nu volgende pauze hebben de verschillende benoemingen plaats en wer den gekozen a. de heer Zijp Kz. tot afgevaar digde naar het Landhuishoudkundig Congres. b. de heer W. Teengs tot afgevaar digde naar de vergad. der vereen, „het Nederl Paarden-Stamboek. C. tot leden van het bestuur, in de plaats der aftredende leden, de h. h.: S. ZuurbierP. Buis Jz en K. Breebaart Jz. die niet herkiesbaar waren, de heeren G. Groot, G. H. Geerligs en G. Wonder. d. tot onder-voorzitter, de heer G. Wonder. en e. tot plaats waar de najaarsverga dering zal worden gehouden Alkmaar. Bij de heropening der vergadering wordt door den Voorz. medegedeeld dat de nu aan de orde komende bestuurs voorstellen, allen zijn, uitvloeisels, der be sluiten van de vorige vergadering- Met het oog op den ongunstigen toe stand der rek. van het vorige jaar stelt het bestuur nu voor een tweetal voor stellen te verdagen tot een volgend jaar. Deze zijn de voorstellen tot proefnemingen tegen vlasbrand en onderzoek lange wei, waarvoor op de begrooting f 600 is uit getrokken, alsmede den post vergoe ding deelnemers cursus hoefbeslag van f 300, terug te brengen op f 200. Volgde nu de behandeling der be stuursvoorstellen a. Door den heer C. Kooij Ilz. werd bepleit, het bevorderen van het opleiden van hoefsmeden, waarvan het bestuur f 200.—aanvroeg. Moesten tot heden de ze leerlingen naar Haarlem gaan, thans wordt op de ambachtsschool te Alkmaar een curcus ingericht voor hoefbeslag. Het bestuur stelt voor f 200. subsidie te ver- leenen aan die instelling, waarvoor dan het hoefbeslag practisch zal worden on derwezen, ten behoeve der smidsleerlin gen. Door de heeren Billroth en L. Visser wordt de opmerking gemaakt dat door het verleenen dier subsidie, de vergoe ding van reiskosten aan de smidsleerlin gen, die den bedoelden cursus bezoeken, vervalt, iets wat zij meenen dat schadelijk zou kunnen zijn aan het aantal leerlingen. De heer Foreest wijst er op, dat er nu reeds kinderen van mingegoeden uit dorpen onder Hoorn zelfs de Ambachts school te Alkmaar bezoeken, die ook geen vergoeding van reiskosten krijgen, en meent dat de gunstige ligging van Alkmaar, dit ook niet noodig maakt voor de smidsleerlingen. Daarop wordt het voorstel bij accl, aangenomen. Evenzoo ging het met de voorstellen b. aanleggen proefveld, ter opspo ring der middelen die het gaarkoken van erwten kunnen bevorderen, in geleid door den heer K. A. Kaanen waarvoor t 70.werd aangevraagd; alsmede c. voortzetten der proeven inet bloembollencultuur, waarvoor f 50. en ingeleid r'oor den heer J. Groot Pz. en ook e. het uitloven van belooningen aan onderwijzers in Holl. Noorderkwar tier gevestigd, die in 1896 de acte voor landbouwkunde zullen verwerven, in geleid door den heer C. Kooij Hz. Ge vraagd werden f 300 voor 4 beloonin gen ad f75. t. Iugelijks met acclamatie aangeno men, het voorstel tot het houden van een wedstrijd met nieuwe en verbeter de ploegen. Uit de door den inleider, den heer K. Breebaart Jz. gedane toelichtin gen, bleek dat aan dien wedstrijd, wel ke te Anna Paulouwna of in den Pol der Y aard en Groet zal worden gehou den, alleen fabrikanten mogen deelnemen en dat slechts zullen worden aangevraagd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 5