GEMENGD NIEUWS.
Influenza.
van J. Winkel 0Ê
snulden zij dan yan ait haar badkoets naar
het water, om zich zoo spoodig mozelijk
aan ieders blikken te onttrekken. Terwijl de
blonde binnen de afgebakende plaats bleef,
zwom de zwarte yoort, zoodat tij weldra uit
ieders oog verdween.
De opzichters, de „Sauvetenrs", die hier
en daar verspreid, tot aan hunne knieën in
het water staande, met het opzicht over de
veiligheid belast, knorrige mannen, moesten
baar dikwijls wenkun en wanneer dat niet
hielp, de hoorn laten schallen, om de over
moedige te verhinderen, al te ver te gaan
en Ie veel van hare krachten te vergen. On
gaarne gehoorzaamde tij aan dit sein. Zij ver
trouwde op hare kracht. En wanneer zij dan
op baar rug liggend, naar de beldore he
mel blikte die zich onmetelijk over haar
uitstrekte, dan droomde zij van verdwijnen
in de eeuwigheid, van waar men Diet weer-
komt. Of dat niet het beste was? Wie
zou haar missen? Een onnut schepsel zou
er minder zijn, dat was alles. Wellicht dat
die blonde vrouw daar, die in het water
rondplaste, bedroeld zou zijn. En dat
zou een onvergeeflijke ondankbaarheid
zijn, voor al haar goedheid en zorg.
Daarom spaar, uw longen, heeren „Sauve-
teurs; spaar uw longen en trompetten; ik
kom reeds
01 wanneer het water rustig was, zoodat
de opzichters in de boot konden rondvaren,
zwom zjj daarheen, vutte met hare beide
handen de pont vast en stond eenige oogen-
blikken later, zonder iemands hulp, op de
voorplecht en dook kort daarop weg, zoodat
bet water boven haar hoofd bruiscbte. Wat
daar dwarrelde en draaide en schuimde was
maar schijn, beneden, daar diep, heel diep,
was de talige rust. Waarom kon zij zich
niet evengoed in dezen schuimenden vloed rei
nigen van dat andere vuil,dat haar aankleedde
Maar dat bracht zij weder mee naar de op
pervlakte; een eind weegs van de boot dook
zij weder op en voegde zich bij bare gezel
lin en beiden verdwenen dan zoo spoedig moge
lijk in hare badkoets.
Heden zaten zij io den achtermid
dag op de helling van een duin, ter
wijl de kinderen op het strand speel
den.
De blonde was bezig met pantoffels
ie merken, deze zonden dienen als verjaarge-
spreekt, dat door die benoeming, de ver
houding tosschen Londen en Petersburg
veel intiemer zou worden. In stede echter
van Staal, werd prins Lobhnof, de gezant
te Berlijn, tot genoemde belangrijke post
geroepen. Staat baron Staal als Engelscb
gezind bekend, prins Lobanof heeft beken
de Dnilsche neigingen. De gewijzigde ver
bonding van Daitschland tot Engeland
heett op deze politieke ommekeer zeker
ook van grooten invloed geweest. M«n
heelt in Dnitschlsnd begrepen, dat Enge
land het drievoodig verbond tracht te ge
bruiken voor eigen belangen. Daar deTri-
ple echter niet geneigd was, de kastanjes
voor het eilandenrijk uit het vunr te halen,
giag dit het hof aan deo grooten Slavenstaat
maken. Rusland beschouwt echter Enge
land als zijn natuurlijken tegenstander. Aan
Engeland heeft het zijn isolement in de Zwar
te zee te danken, Engeland vei hinderde de
bezetting vau Konstantinopel, Engel, stelde
aan het voortdringen van Rusland in Azië
eene grens, door hel verdrag met Afgha
nistan; met één woord Engeland trad steeds
op den voorgrond, daar, waar Rusland zijn
slag meende te kunnen slaan. Ook Frank
rijk ia hoogst naijverig op rijn buurman
van over het kanaal.
De bezetting van Egypte, waardoor
Engeland feitelijk in 't bezit van den zee
weg naar Ind kwam, van den weg, door
Fransch genie ontworpen en voornarae'ijk
door Fransch geld gegraven, kan de Gallische
haan slechts noode verkroppen. Daarbij
komen nog de tegenstrijdige belangen in
Afrika's binnenlaud, en in achter-Indië.
Redenen voorwaar te over, om elkaar
met scheeve blikken aan te kijkec. Frank
rijk zoowel als Rusland hebben de ver
koeling tusschen Engeland en Duitschland
gaarne gezien en de tegemoetkomende
houding dier Staten jegens Duitschland,
zal ook wel gedeeltelijk een gevolg daarvan
zijn.
Boven wezen wij er reeds op, dat de
benoeming vau prins Lobanof, als een daad
van toenadering beschouwd kan worden.Ook
de Russische pers is met de regeering
Van houding veranderd.
De Moskauer Courant, het orgaan der
Panslavisten toont dit duidelijk. Sprekende
over de deelneming van Frankrijk aan de
Kanaalfeesten, zegt dit blad, dat Frankrijk
in geene deele een revanche—oorlog
met Duitschland weuscht. De oorlog van
1870 was slechts de vereffiog van een
schold, door Napoleon I in 't begin dezer
eeuw in Duitschland gemaakt. De zaak
kan nu ondtrüng als afgedaan beschouwd
worden.'t Is nauwelijks te gdooven, dat
dit zelfde blad, nog voor weinige maan
den, een hoogst dreigenden toon jegens
Duitschland aansloeg, 't Kan verkesren zegt
Brederö.
Begint de boog zich iangzamerd
te ontspannen in Europs, ook aan den
duisteren politieken hemel in Oost-Azie
beginnen de sterren te fonkelen. Het
schijnt China ernst te worden, met de
Vredesonderhandelingen, en Japan, dat reeds
den druk der oorlogslasten begint te ge
voelen, zal de toegestoken hand niet wei-
gereu. Op twee Engelsche stoombooten,
't welk zeker wel op een groot gevolg
wijst,zijn de Chineesche gezanten naarJapan
vertrokken. Reeds had de Chinees
che regeering op de drieeischen
van Japan de onafhankelijkheid van Korea,
betalingen van oorlogsschatting en afstand zijn daden, zijn karakter, daartos moet men
van grondgebied, in beginsel besloten, toe bezitten een groole mate van meDschen-
te geven. Het laatste punt zal wel de kennis, en om een groote mate van men-
grootste zwarigheden opleveren. Wat Japan schenkennis te bezitten, daartoe wordt ge-
wenschte of wil is tot heden nog onbe- eischt: het bezit van een groote mate zei
kend. Eischt bet de veroverde havens Wei- kennis en deze is zeer enkel en aüeen^e
haiwei en Pori-Arthnr of Fromosa, of wel-1 vrucht van veel nederigheid en
licht beide? Het gedemoraliseerd- en verne
derde China zal al de gestelde eischen moe
ten inwilligen, want aan verzet valt niet
meer te denken. Mocht nn ma^r het ver
goten bloed de beschaving ten goede komen
Ia Kore» is reeds in de Argiasstal van knoei
erijen en afpersingen een groote opraiming
gemaakt. Indien ook China, door dure
lessen wijzer geworden, de noodige binnen-
laodschs hervormingen invoert, dan zou op
den bloedigen oorlogsakker nog een DUlti-
tige vrucht kunnen gedijen.
—•Ter Overdenking.
Aller gemakkelijkst en aller pret
tigst.
Wat allergemakkelijkst is P Wél, dat
is. over andere menschen te oordeelen.
Want wanneer men maar een oogenbiik
luistert naar de gesprekken in den gezel-
ligen of huiselijken kring, of op sociteit, of
wéar al niet P dan hoort men,
Ja>
ik
weet niet, in hoe korten tijd, zooveel men
schen beooraeelen en veroordeelen, dat 't
wel schijnt, alsof niets gemakkelijker is dan
dit. En niets prettigers ook. Ja, niets pret
tigere. Want 't kan gebeuren, dat iemand
een gauschen avond met anderen heeft door
gebracht, eigenlijk niets auders doende dan
afwezigen vonnissend en afmakend, of hoo-
rende vonnissen en afmakend, en dat hij
dan nog ten slotte bij het afscheid nemen
den gastheer hartelijk dankt voor het
recht genoegelijk" avondje, ten zijnen huize
doorgebracht
Helaas
Wat is dan zoo gemakkelijk De ge
breken, de dwalingen, de zondige daden
van anderen op te merken, te nespreken,
te bespotten, uit de hoogte te veroordeelen,
den goeden naam iemand te ontnemen,
iemands eer en zedelijkheid te doen betwij
felen, iemand geestelijk te vermoorden,
zonder dat hij weet, wie hem den doode-
lijken slag toebrengtiemand bij het pu
bliek in minachting te brengen door een
dubbelzinnig gebaar of woord, door een
meelijdend schouderophalen, door een en
kelen spotlach of een veelbeteekenend zwij
gen, zonder dat die andere ooit te weten
komt van waar eensklaps of van lieverlee
die verkoeling hier, die onverschilligheid
daér, die boosheid elders, die heftigheid
ginds ontstaat
Ja, dat schijnt toch ontzaglijk gemak
kelijk en prettig, even zoowel voor dusge
naamd beschaafden als onbeschaafden..Maar
inderdaad is 't toch min,laag,onmenschelijk.
Oordeelen over anderen, ja, of we 't
willen weten of niet, we kunnen er dik
wijl niet buiten, we worden er weer telkens
toe gedrongen. Maar als er eenige ernst
in ons is, als we eenig begrip hebbeu van
menscbenlit-fde, dan weten we ook, dat niets
moeielijker is en soms niets pijnlijkrr, dan
over anderen te moeten oordeelen en
wèl met eerlijkheid, oprechtheid, volkomen
billijkheid. Want om een juist oordeel o-
ver anderen te vellen, over zijn zonden,
schenk voor haar man. De zwarte verdeel
de hare opmerkzaamheid tusschen dat werk
en de zee.
,Is 't niet mooi vroeg de vlijtige, ter
wijl zij baar werk over haar schoot uitbreid
de fZeg er toch eens iots van!"
De andere lachte: „Zoover gestikte pan
toffels mooi zijn kunnen.'
„Waarom uiet?'
„Voor alles bestaat geen waarom. Dit is
een geval van smaak.'
Zij schudde het blonde hoord„Wat
hebt ge toch wonderlijke ideëen.*
„Heb ik
.Ja, verwonderlijk*
Er oostond een pauze. De blonde arbeidde
trots de afkeuring over baar werk, met
inspanniog voort. De oogen van de zwar
te volgden een zwaluw, die heenvloog, weg,
ver weg.
„Bgvoorbeeld, dat gi), wanneer wij weer
thuis zijn, niet bij mij blijven wilt,' klonk
het nu weder van achter het pantoffel-patroon.
„Gij hebt immers vooreerst niets anders; in-
plaats van zoo alleen in een groote stad te.
leven, was het toch het beste
„Ik dank u hartelijk voor al nw goedheid
Maar eenmaal moet er toch een eind aaD
komen. Wanneer ik niet dadelijk na onze
aankomst er mee begin, op mijzelf te gaan
steunen, zoo komt er nooit iets van.*
„Maar eerst moet ge toch weten, wat ge
beginnen moet.'
„Integendeel. Eerst moet ik alleen staan.
V\ anneer wij niet eerst de zweep achter ons
hebben
„Wat voor een zweep?*
„Die van nood en gebrek. Ach, wij zijn
allen luiaards, alleu tonder uitzonde
ring
„Ziet ge, dat is nu weer zoo'n dwaas idee
van je I De menschen roemt ge alle lui
aards en toch wijst gij alle hulp af!»
Het klonk zeker eenigszins gekrenkt, zoo
dat de andere uitriep
„T ersta mij toch niet verkeerd, li»ve, goede
mevrouw Gij verwjjt mij, geen hulp te wil
len aannemeu; wat zou ik geweest zijn, wan-
neer go mij niet verzorgd en opgenomen
badt Kan ik 't ooit vergeten, dat gij uit
vrijen wil naar mij toegekomen zijt, om mij
tot u te nemen? Dat ik onverdiend als
het was, het heb aangenomen, begrijp ik nog
veel mee
lijden en veel liefde, vaD een diep bewnst-
zjja der heiligheid en verhevenheid van ons
leveosdoel.
En na ontbreekt 't ons dikwijls juist
ma%r al te veel san al deze dingeD.
TVst is dan onze onafwijsbre plicht
Nooit wat kwaad is goed te noemen,
nooit oin slechtheid maar te lachen, nooit
door een seutimeuteel meelijden gedreven
da greozen tusschen goed en kwaad uit te
wisschen, nooit het hoofd der losbollen en
zondaressen met een stralenkrans van
schoonheid en bekoorlijkheid te eieren.
Neen, zonde zonde, en dengd deugd te
noemen. Maar toch de zwakken, de strui
kelenden, de gevallenen le sparen, en al
tijd te bedenken, dal wij evenmin al hei
ligen en eogelen zijn, als zij. Hen nooit
te minachten, ook Diet te vergoden, maar
op te zoekeD, wat er goeds is in hun
woorden en daden. Als we er onmogelijk
bniten kunnen, te spreken over hetgeen
hun leven ontsierde, nooit den indruk te
gaven, dat we er in groeieD, dat 't voor
ons zoo'n soort van liefhebberij is,
neeD, maar ,als 't ware te doen voelen
en tasten, dat 't ons pijnlijk valt te moe
ien doen, wat wij doen, dat 't alléén ge
schiedt uil noodzakelijkheid, en dat wij
nooit ineenen, daarom juist zocveel beter
te zijn dan anderen.
Eu als we niet behoeven te oordeelen,
in iets anders ons genot zoeken, dan in
al die babbclarijen over hein en haar, in
dat meededeelen en verbreiden van wat
men zegt, en wat men gist, terwijl al die
ra e n 's meestal nergens te vinden zijn, als
men ze gaat zoeken. Als we niet over an
deren behoeven te oordeelen-in alles, wat
werkelijk voor ons een onschuldige uitspan
ning is na veel inspanning, of in alles,
wat het hoofd verheldert, en het hart goed
doet en het karakter veredelt; wat ons
uooit doet blozen, als we s'avonds ons ter
rust neervlijen en ons niet soms doet zuch
ten: „al weer een avond verbeuzeld en ver-
zondigd!'
Niets heerlijkers eu aangenamers te ach
ten dan te pogen en te kunneu ontdekken
wat er in zoovele menschen te eeren te ach
tende bewonderen valt.Van dat genot mee te
deelen aan anderen, eu ook zóó anderen
en onszelven te maken tot echte menschen,
tot wezens, helder van hoofd, en nauwge-
gezet van geweten, en krachtig van wil en
vurig van liefdetot wezens, die een ze
gen zijn, zoowel voor de wereld als voor
zichzelve; omdat er kracht en licht en leven
van hen uitgaat. Rolt, Nbld.
In Pruisen nemen de mi-
lionnairs af.
Dezen angstkreet slaakt een Berlijnsch
blad. De Pruis, die de meeste belastingen
betaalt, is de kanonnenkouiog Krupp te
Essen was dezs het vorige jaar reeds ach
teruitgegaan, toen zijn inkomen berekend
werd op 7.190.000 mark, nu is hij maar
aangeslagen voor een jiarlijksch inkomen
van 6.515.000 mark, een half millioen
minder. Rothschild te Frankfort, op «én
na de rijkste, is niet voor en niet ach-
heden niet. En dan dat verblijf hier,
hoe
„Luister nu toch eens, Christina l Hoe dik
wijls moet ik u nog zeggen, dat ik daarbij
het meeste win 1 Mijn hemel, bedenk eens,
al wat ik v^n u geleerd heb in demo tijd.
Ik schaam mij telken dag meer over mijn-'
domheid iD vergelijking met u. Eu dan deuk
ik weder, waarvoor zal ik mij schamen,
wat in de jeugd verzuimd is, iaat zich
moeielijk weder inhalen. Eu mijn jeugdNu
laat ik daar maar over zwijgen, maar dat
ik voor mijue kinderen niet meer zijn kan,
dan een goede verzorgster, ziet ge, dat doet
mij leed. Mijn man heeft daar geen leed
van. Uem maak ik gelukkig, zooals ik ben.
Maar de kinderen En dat zal ieder jaar
erger worden, hoe ouder zij worden. Ach
was ik maar bslf zoo geleerd als gij 1''
„Maar, lieve mevrouw Neumao 1"
„Zeg toch niet altijd weder, mevrouw Neu-
manTen eerste Neuman, is aen heel lee-
lijke naam en (en tweede, het klinkt stijf!
Hoe zult ge mij dan noemen?"
„Klaartje, mijn lieve Klara?"
„Zoo is bet goed Klaartj9 is mij het
liefst. Zoo noemt mij mijn man en zoo heb
ben zij allen mij vroeger ook genoemd. Ja,
weet ge wat ik deed, wanneer ik in uwe plaats
was
„Wat deedt ge dan?* vroeg Christina.
„Dat zal ik u zeggen, maar niet boos
worden eu wegloopen.» Zij vatte Christina
bij de band en fluisterde haar in bet oor:
„Ik ging alleen op mijn kamer en schreef
een langen brief aan hem, en zeide hem
daarin, dat ik wat opgewonden gehandeld
had en ik bad hem, of hij heden over veer
tien dagen zijn wou: Neumann, Koningstraat
24, eerste étage."
Veigeets trachte Christina zich los te ma
ken. Clara hield haar hand omsloten. „En
op het vastgestelde uur, zal hij wederkomen;
waarschijnlijk nog vroeger; verlaat u dair-
op. En eerst zal hg u beknorren over uw
wegloopen en wanneer gij hem de reden zegt,
zal hij uitlachen en u een dwaas noemen,
hij zal vragen wat hem dat alles aangaat en
dan zal alles weder zijn als te voren. Ja
wullicht nog veel beter. Want dan behoeft
ge u aan niemand meer te storen en kunt
doen wat ge wilt.'
Wordt vervolgd.
fteruitgezaau met zij» inkomen van
5 840.000 mark. No. 3 is een fabrikan
in Onpelen en is zeer hard achteruitgegaan,
want had hij het vorige jaar nog een in
komen van 4.120.000 mark, nu is da in
gekrompen tot 2.950.000 mark, alzoo
meer dan een millioen minder.
1™. mm, die •Itii'I 8000 merk
of ongeveer f 5000 per dag kan opmaken
zonder een cent armer te wordenEen
Birlijnsch millionair had bet vorige jaar
eea inkomen van 2.410.000 mark en heeft
dat nog. EeD ander te Kassei is zelfs van
1.925.000 mark gestegen op 2.29o,0UU
mark. Het aantal personen in Pruisen dat
meer dan één en minder dan twee milli
oen inkomen heeft, is met twee verminderd,
van 27 op 25 gedaald. Eveneens het aen-
tal personen, die meer dan een halt en
minder dan een heel millioen hebben, ge
daald van 71 op 69. En terwijl er in
1893 nog 390 personen waren met een
jaarlijksche inkomen van 200,000 tot
500.000 mark, zijn deze dit vorige jaar
gedaald lot 359.
Te Londen is de influenza - epidemie
in de laatste dagen sterk afgenomen.
De geneesheeren hebben verklaard,
dat de epidemie thans als geëindigt kan
beschouwd worden.
Minder gelukkig echter zijn de inwo
ners van Weenen, waar de ziekte nog
met onverminderde hevigheid optreedt.
Er is geen gezin in deze stad, waar
niet een of meer personen ziek liggen. In de
gasthuizen is geen plaatsje meer open.
De voorstelling in de Opera moest uit
gesteld worden, daar drie eerste-tenors,
Van Dijk, Winkelman en Miiller, door de
griep aangetast zijn.
Te Petersburg neemt het aantal ziek
tegevallen nog toe, doch de ziekte treedt
minder kwaadaardig op.
Kaarsen met plaatjes.
Eenvoudig en gemakkelijk is het middel
om de kaarsen op piano of bureau te ver
sieren met plaatjes naar eigen keuze.
Bij voorkeur neemt men hiertoe versch-
gedrnkte plaatjes, uit ons Zondagsblad bij
voorbeeld knipt deze uit en drukt ze
stevig rondom tegen de kaars. Met een
lucifer wordt nu vlug warmte ontwikkeld
tegen het papier (dus tegen de rugzijde
van het plaatje) en bij het afrollen blijft
de inkt op de kaars achter en is dus het
plaatje overgedrukt. De verwarming met
een lucifer moet glijkmatig, doch vooral
niet te lang uitgevoerd worden en bij de
keuze van plaatjes verdienen de vetge
drukte de voorkeur. Daar een kaars lang
eu smal is, moet ook hiermede rekening
gehouden worden. Ook decrlqeerplaatjss
zijn hiervoor te gebruiken.
Een vreeselijk drama is te
Haine-St Pierre afgespeeld.
De echtgenooten Joue kwamen niet
meer overeen en scheidden. De man, ij
zerdraaier, bleef te Haine-St. Pierre, de
vrouw zocht een dienst te Brusse',
Dit gebeurde zes maanden geleden.
Zondag 1.1. keerde de vrouw terug, de
echtgenooten verzoenden zich met elkaar,
brachten te zamen den dag en den vol
genden nacht door en 's Maandags keerde
de man Vau zijn werk terug, en alle vroe
ger leed scheen vergeten. Doch zij bleven
niet als daags te voren den nacht samen
doorbrengen.
De man ging naar zijn kosthuis, en
de vrouw zou den volgenden morgen nan
Brussel terugkoeren. Eer zij vertrok wilde
hij haar nog eens de hand drukken. Hij
kwam in het huis, waar zij, in afwach
ting van den morgentrein, den nacht had
doorgebracht. In hare kamer gekomen haal
de hij eensklaps een revolver te voorschijn
en schoot eerst zijne vrouw en toen zich-
zelven door het hoofd. Beiden waren on-
middelijk dood
Een vrachtrijder bracht
een tonnetje »le op Hawarden-Castle, de
bekende verblijfplaats van Gladstone.
De ton was nogal zwaar, zoodat onze
voorman haar niet alleen kon afladen. Hij
riep dus een ouden, armoedig gekleeden
man om hem bij het afladen behulpzaam
te zijn.
ffHei daar, help is even, dan krijg je
een potje bier!"
De oude man deed wat hem gevraagd
was en bleek een stevige en handige hel
per te zijn. Tot zijn belooning kreeg hij
dan ook het beloofde glas bier.
Eersl veel latei hoorde de vrachtrijder
welke beroemde helper hij bij dit karwei
tje gehad had.
Tegen heeschheid enhoes-
ten helpt lindebloesemthee, met honing ver
zoet.
De Beiersche regeering
heeft besloten tot het in het groot doen
bereiden van tuberculine aan Wyksvee-
artsenijschool te München, om de herken
ning van parelziekte bij het rundvee te
bevorderen. De tuberculine wordt aan de
veehouders afgeleverd tegen den kostenden l
prijs, zijnde ongeveer 20 ets. per inspui- i
ting, I
De haaien.
Altijd wordt er kwaad gesproken van
e haaien, maar hnn goede eigenschappen
ziet men over 't hoofd. Weliswaar komen
die goede eigenschappen eerst na hun dood
te voorschijn. De haaien leveren dan aan
l den handel en de nijverheid een
aantal op prijs gestalde producten. yQ
eerst bevat de haaienlever een olie y
achoone kleur, die nooit troebel wordt
evenveel geneeskundige verdiensten be»"1
als de leveriraan. De gedroogde huid is
marmerd en even glanzend en laai
slangenvel, waarmee zij veel overeenko^'
heeft. Men overtrekt er byouterkistjes
en maakt er boekbanden van, ter»??
schrijnwerkers er zich van bedienen, 0
het hout te polijsten. De vinnen wor^""
zeer gezocht op de Chineesche markten"!
men marineert ze en ze dienen dan bij jje'
dessert voor een d elicatesse. Een ton haajl
envinnen kost soms te Sydney 28 p, 8(*
De Europeanen hebben er den smaakno'
niet van beet, zooals trouwens van
Chineesche lekkernijen men denke slecht
aan spinnen en slakkeD. Haaietanden wor
den door de bewoners der Ellisoilanden
gebruikt om er oorlogswapens van te maken
Ook het haaienvleesch, ondanks zijn traan!
achtige lucht, en zelfs het geraamte, di9."
nen om een zeer goede qnaliteit guano te
bereiden. De IJslanders, die een betangrii.
ken handel in haaienolie drijven, zendaQ'
elk jaar een vloot van honderd schepen
uit tot deze visscherij.
U it BresJan wordt gemelj
dat daar ter stede iemands leven is gere(j
door een kanarievogel. Zoo iets zal we[
niet dikwyls voorkomen, waarom wij het
verhaal dan ook aan onze lezers meje,
deelen.
Mijnheer C. had een kanarievogel, die
zeer mak was, op het geroep van zijn heer
de kooi verliet en zich dan bij hem cm
de schrijftafel nederzette. Hij wist dan
vooruit dat hij iets lekkers kreeg en wan-
neer hij dat uit de hand van zijn heer
opgepikt had, streek hij liefkozend met
zijn kopje tegen de wang van zijn eige
naar. Nu had mijnheer C. de gewoonte om
's avonds, wanneer hij op bed lag een si-
gaar te rookeD.
Dezer dagen was hij echter ingeslapen
en de brandende sigaar uit zijn hand ge.
vallen. Het dek was gaan smeulen en in
een oogenbiik stond de kamer vol rooi,
De kanarievogel kreeg het toen benauwd
en ontvluchtte zijn kooi, echter niet eer
der, dan nadat hij zijn heer tegen de wan
gen gepikt had, waardoor deze ontwaakte en
zoodoende aan een groot gevaar onlsnapte.In-
tnsschen had het dek zelfs vlam gevat, wat
echter gauw gebluscht werd. Dat mijnheer
C. van dien avond zijn kanarie op hoo-
gen prijs stelt, behoeft wel geen betoog
Men schrijft
Uit Zwitserland komen ongunstige be
richten omtrent de werking van tuberculi
ne, bij het gebruik tot onderkenning van
tuberculose (z. g. n. parelziekte of pokken)
bij runderen.
1 rofessor Hess aldaar waarschuwt tegen
het gebruik van tuberculine in sommige
gevallen, vooral daar, waar het gebezigd
wordt om geheele veestapels, dekstieren
en voor de fokkerij bestemde koeien, even
als de melkkoeien en melkinrichtingen, aan
de entproet op tuburcluose te onderwerpen,
Het schijnt n. 1. dat na de enting bij
sommige dieren sluimerende tuberculose
wordt opgewekt, terwijl door de bijgeko
men acute militair-tuberculose, de dieren
zeer verzwakt worden. Iudien nu het ziek
te-proces na een inspuiting met tubercu
line soms in hevigheid toeneemtligi
het voor de hand, dat het vleesch en de
ra elk. van deze dieren, wanneer zij, zooals
dikwijls gebeurt, spoedig geslacht worden,
virulenter eigenschappen bezitten dan véór
deze inspuiting.
Dit neemt evenwel niet weg, dat tuber-
euline als ondeikenniugsmiddel van tubereu
lose nog altijd groote waarde bezit; indien de
ichaamstemperatuur na de injectie bov n
39,5 C. stijgt mag vrij zeker worden aan-
gnomen, dat het rund aan parelziekte lij
dende is. Alleen is de werking bij hevige
en oude gevallen van tuberculose niet ver
trouwbaar, daar in zeer veel gevallen hier
geen temperatuursverhooging optreedt.
Tamme risschen.
loen kapitein 1 ulo door Birmartisde
en den Irawaddie bevoer, zag hij een ver
schijnsel, dat hein veel belangstelling iQ~
boezemde. Bij een klein eiland gekomen,
hoorde hij den loods ,tet, tet, tet 1" roepen
en op zijn vraag, wat dit moest beteeke-
nen, antwoordde de ander„ik roep d®
visschen.Ed tot zijn niet geringe verwon
dering zag de kapitein, dat op beide zyden
van de boot visschen kwamen opdagen, dis
zich ten halve lijve loodrecht uit het wa
ter ophieven en den bek zoover mogelijk
opensperden. Die visschen waren drie tot
vier voet lang en hadden wel iets van zee
honden.
De bootslieden voederden hen met ij®'
eu de visschen aten met smaak, 'tIs
zeer gewoon bij de Birmanen omdeze ''s'
scheu te vangen, echter niet om hen ,e
eten, maar om hen een gouden pl®a'Je
op den rug te hechten.
'er Courantdrukkerij^
worden alle Druk-^iÜ^
werken billijk en
H3 spoedig afgeleverd.
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.