Zondag 21 April 1895 39ste Jaargang ÏTo. 2983
Brieien it èe Maasstad.
liJLi
Poliliet overzicht fier week.
BIJVOEGSEL.
I>.
Rotterdam, 18 April 1895.
XLII.
We hebben deze week in den rasd
iets beel bijzonders zien gebeuren: bij de
behandeling van zekei voorstel van B. en
W. was er niet i lid aan te wijzen, dat
met B. en W. mtê wilde gaan. Zelfs de
Wethouders, die natuurlijk stemden vol
gens den wensch van dtn voorzitter,
trachtten niet hun stem te motiveeren.
Door tweehonderd anti-liberaL kleine luij-
den was op den laten avond van den
laatstan dag van den termijn tot reclame
voor de plaatsing op kiezerslijsten een a-
dres ingediend, met het verzoek alsnog
op die lijsten te worden geplaatst. Allen
de verzot kers w ren bewoners van de bei
de geannexeerde gemeenten en hun verzoek
was een handigheid van de anti—revoluti-
onnairen en de k&iholieken, die met naar-
stigen ijver hun partijgenooten niet-
kiezers, die voor het kiesrecht in aanmer
king kwamen, opgezocht hebben en
ta dier behoave het bedoelde adres in
dienden.
B. ea W. waren er kapot van. Als nu
nog de verzoekers het adres bijtijds had
den ingediend, dan zouden de liberalen
gauw gewaarschuwd kunnen zijn, om ook
iets soortgelijks te doen. Dan hadden de
anli—liberalen althans geen 200 stemmen
op de liberalen kuDnen winnen. Leiden
was in last en B. en W. hebben duchti
ge pogingen in het werk geste'd, om den
Raad over te halen, het verzoek niet in
te willigen; maar de leden waren eenpa
rig van meeaing, dat dit een onrechtvaar
digheid wezen zou en das werd het voor
stel afgestemd, als boven is aangegeven en
de 200 anti-liberalen op de kiezerslijsten
gebracht. Het Katholieke dagblad „De
Maasbode" triomfeert. Zijn gemeenteraad
overzichtschrijver zegt in zijn laatste ar
tikel gMogen de Katholieken en anti
FEUILLETON
ZIELEWAD
ROMAN
VAN
Hans voii Sudenberg.
5.
Juffrouw Erna Roth?" vroeg twee dagen
later de brievenbesteller en overhandigde
twee brieven aan de persoon in kwestie,
„Mijn hemel, van Charly," riep zjj opge
wonden, bet handschrift herkennende en
schenrde het couvert los. Ei n diep rood over-
toog haar gelaat, terwijl zij zijne regelen las
en toornig flikkerden bare oogen.
„Wat geeft rrij nu dat gescharrel met
al zijne schoone woorden? Waarom de din
gen een verkeerden naam gegeven? Ha ha,
ik dwaas, waarom verwachtte ik meer? Lief
de? Dat ts wellicht iets voor onschuldige,
kinderlijke wezens, die niet wefon, wat er
nog meer in de wereld te koop isl Heb ik
dan werkelijk liel? Ik? Speelde ik niet; stak
ik niet den draak met dat kind, met dien
onmondigen knaap?"
Zij zag opnieuw den brief in.
„Hij zal mij niet vergeten! Nu, wellicht
komt bet uur, waarin hij tot mij terugkeert!
O, het zal, het moet gebeuren, eii al zeer
spoedig?"
„Maar waarom wensch ik hem terug? Heb
ik geen andere, meer ervarenen aan mij
ne voeten geknield gezien?"
Zij ging met heftige schreden de kamer
op en neder, haar toorn bekampend.
„Wat wil ik toch? Ik was voor hem wat
ik zijn wilde en nu is hij dankbaarder
dan ik dacht, en geeft mij de vrijheid, 't
Is om te lachen, nn zoo ik zijne liefde wil
len hljjveD bezitten; maar dat is nu te laat."
Wederom nam zij den brief en las den
slotzin;
.Ik zul ven nn af een huiselijk en solie-
10 'ovtngaan leiden, mijne lusten en hsrts-
jocfcten bedwingen en een stil gelnk genie-
„Aime Charly; heel lang zal dat Diet duren,
Bt\ komt hij ontDUCoterd van verveling,
er hiervoor een stillen haard deugt
gij niet, mijn Weerde. Hoe lang zal het dn-
'ef? a® 8Ü 'eiugkomt van uw stil geluk tot
mfine hartstochten?"
revolutionaire kiezers hot groote gewicht
besrijpen van deze gebeurtenis en 'nan
leiders dankbaar zijn voor de groote moei
te, welke deze zich hebben gegeven. W ij
zijn nu den liberalen tenminste 200 stem
men vooruital onze kiezers gaan met
Juni naar de stembus, van de liberalen
moeten er 200 thuis blijven. Dat is niet
onze schuld, maar die vsn B. es W. Wij
hebben alleen getracht het onrecht, dvt ons
geschied was, goed te maken. De libera
len hebben geslapen; welnu,^ wij hebben
gezegdwel te rusten. Maar make men
nu in Juni van dit belangrijk voordeel
een goed gebruikgeen enkel anti—libe
raal kiezer blijve thuis van de stembus
dan gaat de Raad om, en
komt san de onrechtvaardige heerschappij
van het liberalisme een einde.*
Natuurlijk kunnen wij het met deze
vrij Onware voorstelling van het blad niet
eens zijn, het liberalisme heeft hier wel
eens eigendunkkrlijk gehandeld, maar on
rechtvaardig is h<t in zijn heerschappij
nooit geweest. Deze voorstelling is niet
nobel. Maar waar is het, dat de liberalen
lui en dom zijn geweest en dat de anti
liberalen een daad van groote handigheid
bedreven hebben, liet ongelukkige den
ken wij zijn hier toch den baas" heeft
den liberalen al vark poetsen gespeeld,
nu weer opnieuw, en het wordt tijd dat
d« heeren dit begrijpen en zich wat los
ga-n maken van het conservatisme dat hen
in de Maasstad met haar vrij zich-ont-
wikkelend leven, zeker ten val moet
brengen^
Wij hebben de Paschea hier zeer vro-
rijk en zeer druk ook gevierd. Het was
prachtig weer, een beetj'e koud, maar dit
heeft de vroolij'kheid van de in stsat van
vrijheid verkeorende menschen niet ge
schaad. Die zijn alleen brng van een re
genbuiVan hier n ar buiten en van bui
ten naar hier zijn de lui in graoten geta
le gekomen en 't was in de stad en in 't
buiten zeer druk. Spoorwegmaatschappijen
en rijtuigverhuurders hebben handen vol
werk en karren vol volk gehad, beide da
gen. Er is braaf gereden en gerost en
gewandeld en er zijn een heeleboel dub
beltjes verteerd. Een Rotterdammer is van
huis uit zuinig, maar op feestdagen als
dezen wil hij wel een offer aan zijn be
ginselen brengen. We'j», zegt hij, het
geld wordt toch niet uitsluitend verdiend
om er effecten van te koopen.
Behalve de beide Paaschdtgen viert men
hier nog een derden Passchdag, die in
den volksmond „Paasch drie* heet. Dan
is er blommeraarkt*. Alle ouders gaan
dan met bun kinderen naar bet Boymans-
plein, waar de hlosmkweekers van bui
ten gekomen zijn met hun liefste en bes
te gaven. Van deze gelegenheid maken
verkoopers van snoepgoed en kinderspeel-
werktnigen gebruik, om hnn waar te slij
ten. De blommarkt is dan ei
genlijk een blommekermis geworden,
vol druk en schaterend ea woelig
leven.
Nn was de dsg van de Paaschblomme-
roarkt tevens de eerste goede lentedag, zoo
een heerlijke dag.
Ons, die leven in het laatste tiental ja
ren der negentiende eeuw, is de vereeieu-
de, schoon niet zeer aangename taak weg
gelegd, voor de komende menschheid te
bewaren de herinnering aan dat, wat nu
aan het sterven is: de eigenaardige uit-
spanningsdagen van ons volk. Veel wat
in de stad van die typige feestdagen bleef,
is nu veranderd, mergloos, niemendal.
Maar in het bloemeaLest op den derden
Paaschdag, bet feest voor kinderen, is nog
zeer veel van de poëzie der onde tijden
gebleven.
"Weer hebben we genoten Van die stra
lende kinderkopjes, die gelukkige door el-
kaèr dansende figuurtjes, waaruit de klei
ne armen staken die krampachtig de lieve
lenteboden omvatten. Dat was vreugde,
dat was genot, dat streelde smaak en ge
voel beide.
Goddelijke naïviteit der kleinen, die on
der den wolkeloozen hemel, in de stralen
der lieve lentezon, in alles onverdeelde
vreugde vinden, en zich door niets laten
ontmoedigen dau alleen een beetje door
den fatalsn toestand hunner contanten,
dis hen belet te koopen wat hen hartver-
overend voor de oogen zweeft. Gelukkige
ouders en kinderjuffrouwen die in hun
handen de kleine handjes zich voelen
vastklemmen, naar wie voortdurend dis
lieve oogjes gericht zijn, in wier ooren
voortdurend het prettig gesnap uit de o-
vervalde hartjes klinkt.
Zij brak den tweeden brief open en las."
„Op gelerde order van den heer Charly
Rawlay kunnen wij n mededeelen, dat aan
onze bank op den naam van juffrouw Erna
iioth en tot dier vrije beschikking is vast
gesteld, een som Tan -
„Ah, dat is meer dan ik verwachtte, dat
is een vermogenl Zon hij mij dan toch wer-
keljjk hebban lief gehad?"
Zij onderdrukte hare tranen en zuchtte:
„En verkocht heb ik mij tochl"
HOOFDSTUK ACHT.
De grachten vau het slot Biigen waren
met ijs bedekt. Het geheele landschap was
in sneeuw gehuld; de natuur sliep haar win
terslaap; in het slot heorschte echter een
rumoerig leven. Morgen zon toch immers
de dochter des huizes bare hand reiken aan
luitenant Rawlay?
Talrijke gaston vulden tot in de uiterste
hoeken het prachtig versierde slot.
Reeds den vorigen dag waren de bloed
verwanten van de van Bergen's gekomen
en een aantal garde-officieren vertoefden
reeds sinds van morgei: binnen de muren
van het slot. Op ieder uur redea de equipa
ges naar het station, om gasten en genoo-
digden af te balen en da geheele adellijke
nabuurschap kwam, meestal in arren, om
heden avond heteij actief of passief op te
treden. Ook graaf Glaubit* met zijne doch
ter bavond zich heden avond onder de gas
ten, welke zich boven in de groote zaal ver-
eenigd hadden. Het middelpunt van al het
gewoel was natuurlijk de jonge bruid El-
se. Hare rijzige gestalte had zich dezen
zomer heerlijk ontwikkeld en de blos van
opgewondenheid, die hare wangen kleurde,
gaf hare edele trekken een bepaald aan
trekkelijke uitdrukking.
Zij droeg een lichtblauw toilet, als eenig
versiersel een brillant van groote waarde, een
builoftsgoschenk van Charly, aan wiens arm
zij de gasten opwachtte, terwijl hij haar vol
verrukking aanstaarde.
„Ik ben nieuwsgierig, wat zij ons voorto
veren zullen," fluisterde bij haar lachend in
het oor. .Gij kunt u'wel eenige dwaze stre
ken voorstellen, mijn lieveling."
„O, laat ze hun gang gaan, ze zien er
allen net uit, ik ben vreeselijk nieuws
gierig naar nwe zuster."
„Zij kan zoo dadelijk aankomen," antwoor-
de Charly op zjjn horloge ziende, „het is
vier uur eD men washt slechts op haar en
haar gemaal, om aan tafel te gaan, nn, ik
heb reeds allerlei voorbereidingen gezien
„Stil Charly, niet onbescheiden zijn! Zie
liever eens daarheen, naar uw ritmeester!
Gjj hebt sneller een besluit genomen, dan hij
mijn lieve," voegde zij hem met stralende
oogen toe.
„Mijn blondn, gij wilt u niet met een
„Preciosa gelijk Btellen, en mij toch niet
met zulk een wijzen ouden heer, als den rit
meester vergelijken?"
Hij verstaat het toch heel goed, harten
to vinden. Zie eens, hoe hare wangen gloei
en
„Ik sie niemand dan n, mijn Else
Fluks trad baron van Bergen binnen.
rZjj komen, gij moet dadelijk naar buiten
gaan," riep hjj, en reeds weerklonk hoorn
geschal beneden in het park, en reed een
landauer door vier paarden getrokken, deu
hof binnen.
Excellentie van Papenburg, een aan
gename, forsche soldaten figuur en zijne
gemalin, werden op de] trap door den huis
heer en zijne vrouw en het jonge paar be
groet. Met hartelijkheid sloot de sehoone
vrouw hare aanslaande schoonzusier in de
armen.
„God geve n eên rijk geluk, aan de zijde
van mijn geliefden broeder.
„Ik zal steeds een liefhebbende en trenwo
zuster voor u zijn. Vergeet nooit, waar gij
altijd een opan hart vinden zult; ik zal voor
u steeds tot helpen goreed ziin I"
Dat was haar groet aan Else, eD geroerd
dankte deze
Het diner was afgeloopen.
Reeds voor het dessert was de tafel op
gebroken geworden. „Men moet de jongelui
ook eens hun zin geven," verontschuldigde
de baron zich bij de vrouw van den gene
raal.
Een groot deel van de jeugd was dan
ook ieer spoedig geheimzinnig verdwenen;
terwijl net overige gezelschap, in groepjes
verdeeld, de koffie gebruikte en in levendig
gesprek gewikkeld was.
Men scheen er wel behagen in te schep
pen, zich metzijo tweeën af te zonderen.
Men zag in de biljardkamer graaf Glau-
bitz arm in arm met ritmeester Einhaus op
en neer stappengeneraal Papenburg zat
naast de huisvrouw op een sola in eau hoek
je druk te babbelen, en in de venstemis
vond men het bruidspaar, en dan nog een
paar officlereD, die zich dicht bij de piano
hadden neergezet en hun woorden dan vrijen
loop lieten.
„Hot is toch een opvallende gelijkenis,
tasschen Rawlay en zijn zusier," zeide graaf
Zerlat)i,„zie slechts,denzelfden neus, dezelfde
aantrekkelijke donkere oogen, denzelfden
moDd."
„Slechts niet hetzelfde karakter, mijn
De tienjarigen met bolle wangen beten
gretig in groote stukken snur, likten met
een voor ons onbegrijpelijke naastenlief
de beurtelings nit één glaasje room-
Ü3-
Niets is in staat n nit den goeden luim
te brengen.
Er worden Aaitjes en opblazeis bier ver
kocht, die er op gemaakt zijn, om met
verschrikkelijk vulsche tonen de mensche-
lijke gehoorzenuwen op het doodelijkst te
beleedigen; verder stukken hol riet, waar
door de lieve jeugd orwten blaast naar de
gezichten van dames en heeren. Maar de
aanvallen van dissonanten en erwten maken
u niet boos.
Door de rijen wandelende manuren die
een boom op den nek droegen, waarin pa
pieren molentje» staken, of een lang koord
in de hand hielden waaraan de bekende
roode luchtballons bengelden.
Als men een der Ratsten Huib heet
de man vrasgl, wat er in dia bollen
zit, en dit vraagt men hem dikwijls, dan
antwoordt hij geregeld „de laatste adem
vsn mijn schoonmoeder, meneer" of ook wel
„gebakke lacht juffrouw
Die mannen maakten goeie zaken. De
bloemverkoopers hadden minder reden tot
tevredenheid er zijn ook nog zoo weinig
bloemen op dit oogenblik. Lekkernijen-
lerkoopers hadden het daarentegen weer
zóó druk, dat hen het zweet van het
voorhoofd stroomde, bij 'l rumoerig gevraag
en geantwoord en gehelp van de jonge
koopers.
Iloog op zijn bronzen, pas weer geolie-
den stoel zat de heer Gijsbert Karei van
Hogendorp, kalm tasschen al dat gewoel,
zich te verheugen in de pret van het na
geslacht.
Buitenlandsch Nieuws.
Het groote nieuws 't welk helen uit
Oost-Azie tot ous kwam, was het sluiten
van den vrede tussehen CHINA ea JA
PAN. Op de volgende voorw arden 8'hijut
tasschen de gernachtigdeu van beiden rij
ken overeenstemming gekregen te zijn:
vriend- Stechu niet datzelfde groofe hart
niet die zelfde hnlpvaardigbaid. Slechts het
uiterlijk is geljjk, geenszins het innerlijke.
Zoo blij gevoel ik mij niet, wanneer ik die
twee naait elkander zie staan," fluisterde hij.
op het bruidspaar doelend. „Zou dat wer
kelijk edele kind bevrediging in een man vin
den, die in geen enkel opzie! t bare gevoe
lens deelt, ja ze r.elfs niet begrijpen en ee-
ren kan Zou ik mij bedriegen, zoo ik iets
zeer trenrips in dit huwelijk zie
„Gij tuit toch niet willen ontkennen, dat
hij zeer hulpvaardig voor een kameraad is.
„Zijne bereidwilligheid, zijne zoogenaamde
goedhartigheid is een zwakheid van hom,
en zijne offers vallen altijd weder onwaar-
digen te deel."
„De bruid zal zija karakter wel verbete
ren."
„Of hij het hare bederven."
„Dat zou een treurige uitslag zijn."
„Ik begrijp die ouden Bergen niet. Sinds
de inkwartiering is Rawlay nog tweemaal
hier geweest, toen reeds is hij ons het groo
te nieuws komsn mededeelen."
„De oude heer heeft bij de manoeuvres
reeds Charly, veel hartelijkheid betoond ea
voor de moeder, daar is Rawlay juist de
rechte voor, met zijn weeke natuur, en kunst-
vereering."
Juist trad baron van Bergen met Rawlajr's
zuster op het jonge paar toe.
„Ik moet uw t4ie-k-iête storen," zeide de
ze, „wie weet of wij voor het huwelijk wel
gelegenheid znllen hebben, nader met elkan
der kennis te maken en ik dien mijn schoon
zuster toch wel een weinig te leeren ken-
neD, of tenminste gesproken hebben, voor
zij in het huwelijksbootje stapt. Kom, geef
mij uw arm Else, laten wij eenige oogen-
blikken op en neder wandelen."
Arm in arm wandelden zij voort die
beide rijzige vrouwen en trots zag Rawlay
baar beiden na.
„Zjjn zij niet een paar heerlijke vrouwen
Hoe verheug ik er mij nn reeds over, dat
ik eerdaags mijn vroaw in Berlijn toonen
kan."
„Ja, ja," antwoordde de baroD, „en toch
hoop ik, dat gij nw verblijf daar niet al
te lang rekken zultGij weet, dat mijne
dochter de erfgename van Bttgen is, en ik
wil n nu wel zeggen, dat ik bet plan hob,
u na reeds het bestier in haiiden te geven,
nadat ik eenige noodzakelijke verbeteringen
heb doen geschieden, die onder mijne meer
bezadigde leiding geschieden moeten. Het
gebenrt natuurlijk voor u."
„Hoe meet ik u in mijo naam en in die
van Else dank zeggen?"
1 De onafhankelijkheid van Korea, dat vrij
wel met sndere woorden wil zeggen
opheffing van Chineesc'ae leenplichtighiid
om daarvoor Japansche voogdij in de plaats
j te stellen, Eene oorlogsschatting van 300
miltioen taels, ongeveer 100 millioen gul
den, zeker financieel een matige eiscb,
als men bedenkt, dat de som, die ïrank-
rijk aan Dnitscbland heeft moe
ten betalen, vijf maal grootir was.
2. Afstand van Formosa. Onze legers
zullen zich herinneren, dat Formosa ten
Oosten van China ligt, en tot 1661 een
deel uitmaakte, van de bezittingen der
Oost Indische compagnie. 3 Afstand van
het Schiereiland Liantong tot Port Ar-
thur en de bezetting dezer laatste plaats,
tot de oorlogsschatting is afgedian.
Ten slotte eischte Japan als laatste voor
waarde: openstelling van Chineescbe maik-
ten voor deu wereldhandel. Dit laatste punt
schijnt ook in 't belang der Enropeesche
volkeren, die voor hunne overproductie
nieuwe afvoerkanalen hoogst noodig hebben.
Japan zal echter wel in de eerste plaats
met de voordeden, voortvloeiende uit de
nieuwe handels elaties gian strijkeD. Gele
gen in de onmiddellijke nabijheid van het
hemelsche rijk, bekend met zijn taal, ze
den en gewoonten, zullen duizendtallen
zich vestigen in da kuststeden en van
daaruit langzamerhand in het binnenland
doordringen. Beschermd door het verkre
gen prestige, en door afstamming verwant
met de Chineezen, zal hst hun weinig
moeite kosten, van het bij Chinees zoo
wel als bij Japanees weerzin-wekkende
blanke ras. geheel te overvleugelen.
Door de goedkoopheid der Japao^che
arbeidskrachten zal het tevens gemakke
lijk met Europa kunnen concurreereu. De
vroegere Duitsche gezant in Chinade heer
van Brandt, die tevens bij het Japansche
hof Duitschland vertegenwoordigde, iemand
die Oost-Azie door en door kent, schrijtt
over Japan, a's een land, dat op industri
eel— en handelsgebied voor Europa hoogst
gevaarlijk kan worden.
Met boom wol-man u facturen, gebreide
goederen, kolen, bier, koperen en ijzeren
artikelen doet Japan in gehetl Oost-Azië
de Europeesche waren reeds eene over-
heerschende concurrentie aaD. Verwonderen
kan ons dit echter niet, als we tevens le
zen, dat vrouwen, die twaalf uren in de
„Wacht even! Ik zal ook hoe zegt
men dat ook den rok niet uittrekken
voor ik te bed ga, en ben dus niet van
plan, mijn kapitaal in ondernemingen te
steken, die mij, ouden man, geen nat meer af
werpen. Iets anders is dat met u. Gij zolt
rijke wins;en trekkeu, wanneer gij een deel
van uw baar vermogen in goederen belegt.
Gaarne ben ik bereid, zoolang het bestuur
voor u waar te nemen, totdat gij en Else
genoeg genoten hebt van Berlijn en zijne
genietingen
„Ik ben gelukkig, dat gij mij zoo iets
toevertrouwt, lieve vader. Onder nwe be
kwame leiding zal ik zeer spoedig een knap
grondeigenaar worden. Intusschen weet ik
niet, boe ik mijn vermogen voordeeliger be
leggen kan
„Natuurlijk bied ik u de grootst mogelij
ke zekerheid, en wanneer gij vast besloten
zijt, begin ik reeds in bet voorjaar met den
arbeid. Ik zal dan het zoogenaamde „Wes-
terland* productief trachten te maken. Ik
heb nu reeds eenige voordeelige aanbiedin
gen gekregen. Wanneer gij de som
„Ik zal u een bewijs g- ven, op de bank
Welaski en Co., dat is het gemakkelijkste,"
antwoordde Rawlvy, eD zijne oogen zochten
zijne bruid, welke zooeven met de generaals-
vrouw was biunengetreden.
„Goed," zeide de baron, „dan zal ik he
den nog seinen tot het aankoopen der goe
deren en u den wissel voor aw vertrek nog
ter onderteekening voorleggen. Dat blijft dus
afgepraat."
„Duizendmaal dank, lieve vader."
Rawlay snelde zijn bruid tegemoet en
vertelde haar in korte woorden van de goed
heid haars vaders, van zijne groote vreugde
daarover.
Mijnheer von Bergen bleef nog even in
de vensternis achter. Een lachje van tevre
denheid. speelde hem op de lippen.
„Gunstiger kon ik het oogenblik niet ge
kozen hebben 1 Ditmaal heb ik mijn lekke
schuit toch nog voor stranden bewaard,
juist toen bet gevaar het hoogst was. Nn
nog de onderteekening, vlak voor hun
vertrek zal het nog het gemakkelijkst
gaan - en dan nu ja dan, eenmaal zal
het geluk mij toch wel dienstig zijn."
Het slaan op een bekken riep bet gezel
schap te zamen, de vleugeldeuren van de
eetzaal werden geopend, het bruidspaar nam
plaats in banne versierde en omkranste ze
tels en met opmorkzaamheid volgde men een
reeks opvoeringen, deze meer gene minder or-
gineel Allen echter kwamen bier op neer
zij hoopte en voorspelden allen geluk."
Ouder de optredendeu bevond zich ook
maar dat verdraag ik gaarne, als ik ,uy zyi uyu