Donderdag 25 April 1395,
0
33ste Jaargang ÏTo. 2984
in dèip.
Aangifte ra wlmiziM.
Jacht en Visscherij.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL.
Bureau: SCHAOKA1. Laan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.^
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
GemeenteSchagen.
Bekendmakingen.
De Burgemeester der gemeente Scha-
gen breDgt ter kennis van de ingezete
nen, dat de aanvragen ter bekoming
van jacht- en vischacten en van kos-
telooze vergunningen tot uitoefening
der visscherij, voor het seizoen 1895/96
ter Secretarie voor' de belanghebbenden
ter invulling verkrijgbaar zijn, dagelijks,
Zon- en feestdagen uitgezonderd, des
voormiddags van 9 tot 12 ure.
Schagen, 19 April 1895.
De Burgemeester voornoemd,
S. B e r m a n.
Schagen, 28 April 1895.
Burgemeester en Wethouders voorn.
S. Berman.
de Secretaris,
D e n ij s.
Binnenlandsch Nieuws.
FEUILLETON
ROMAN
im
RARIT.
AiTerteiiio- LnltiivIliL
hoofd van dat gezin;
Foor afzonderlijk levende personen door
henzelf
r Foor de geheele bevolking van gestich
ten of andere inrichtingentcaar personen
onder eenig bestuur te zamen wonen, door
de bestuurders dier inrichtingen
Overtreding wordt gestaft met eene geld
boete van ten hoogste f 1.
De Burgemeester van Schagen
brengt op uitnoodiging van den Heer Com
missaris der Koningin in de provincie
Noord-Holland, ter kennis van belang
hebbenden, dat met ingaDg op 27 Apul
a.s., de Belgische grens voor
invoer van VEE en SCHAPEN
uit Nederland, wordt gesloten.
Schagen, 23 April 1895.
De Burgemeester voornoemd,
S. Berman.
Burgemeester en Wethouders van Scha
gen brengen voor zooveel noodig, inet het
oog op het verzuim betrekkelijk het doen van
aangifte ter Secretarie bij verhuizing binnen
de gemeente, aan de ingezetenen in herinne
ring het bepaalde bij artikel 13 van de politie
verordening dezer gemeente, luidende als
volgt:
Ingeval van verhuizing binnen de ge
meente zal daarvan binnen acht dagen be
hoor en te worden kennis gegeven ter Secre
tarie der gemeente; te weten:
Foor een geheel gezininwonende dienst
en werkboden daaronder begrependoor het
Landbouw.
Als door tooveislag is het aanzien van
WAARD en GROET veranderd. Na den
zachten regen der laatste dagen is het
zaad ontkiemd en het dorre aanzien van
al die bunders land heelt plaats gemaakt
voor een zacht groen. Haver en Gerst
staan op regels. De Karwei is bijna dicht
gjwassen eu met grootere ploegen arbeiders
dan gewoonlijk moest men hier en daar
wieden, om dit gewas nog bij tijds een
zuiveringsproces te doen ondergaan. De
Tarwe schiet zienderooge op, terwijl het
grasgewas van dien aard is, dat hier eu
daar reeds vee naar de weide is gejaagd,
De boomen beginnen uit te botten en
daar de bloesems der vrnchtboomen, die
eerstdaags te voorschijn komen, weinig zul
len te lijden hebben van de gevreesde
nachtvorsten, aangHzien men al zoo ver in
den tijd is, bestaat er hoop voorloo-
pige ho ip altijd, op eeu goed vruchtenjaar.
De beklaagde in deTesselSChe
strafzaak heeft geeu beroep aangeteekend
tegen het te haren laste gewezen veroor-
deelend vonnis.
Maandagmorgen omstreeks
8 ure brandde huis en inboedel van J. H.
in dea Laanderweg, gemeente HEER-HU-
GO WAARD, totaal af. Alles was tegen
brandschade verzekerd.
Benoemd tol dijkgraaf van
den polder Waard en Groet, de heer
J. Breebaari Kz. en tot heemraad van
denzelfden polder, de heer F. Bakker.
Uit KOLHORN meldt men ons
Was verleden jaar om dezen tijd alles
al in gereedheid voor de ansjovischvangst,
thans heeft men blijkbaar znlk een haast
niet. Van voorbereidende werkzaamheden
hoort of ziet men tot heden nog weinig.
De last om op aandeel te visschen is
merkelijk bekoeld na de opgedane treu
rige ervaringen en de e genaars van de
schuiten en Del ten kijken eerst liever de
kat nog wat uit den boom, eer zij zich,
als verleden jaar, de vingers branden aan
te vroeg uitbetaalde vaste lomen.
In eene gemeente in Noord-
Ilolland heeft dezer dagen het volgende
toevallige fvit zich voorgedaan.
Twee lotelingen der militie, die recht
op vrijstelling hadder, de een wegens broe-
derdienst, de ander als eenige wettige zood,
verzuimden uit onverschilligheid de voor
hunne vrijstelling benoodigde lewijsstuk-
ken te doen opmaken. Het gevolg was,
dat zij door den militie-raad voor den
dienst werden aangewezen. Een hunner,
na die uitspraak wegens diefstal tot een
jaar gevangenisstraf viroordeeld, werd door
Gedeputeerde Staten in den loop dezer
week wegens die veroordeeling voor altijd
van den dienst bij de militie uitgesloten.
Volgens de wet moet nu in zijn plaats
worden ingelijfd de houder van het num
mer dat aan de beurt is.
Houder van dit nummer is juist de
tweede onverschillige, die nu wel berouw
van zijne laksheid zal hebben.
Volgens mededeeling van
den Bibliothecaris zijn in het afgeloopen
seisoen de boeken uit de Nuts-bibliotheek
te KOLHORN door meer dan 80 gezin
nen gelezen. Gezamenlijk zijn er bijna
1100 boeken aangevraagd, die telkens
voor ééne week ter lezing werden gegeven.
Deze bibliotheek telt ruim 500 werken
of meer daa 1000 deelen van de voor
naamste schrijvers. Jaarlijks groeit dit
aantal aan en met zorg wordt er toegezien
dat er geen werken binnensluipen, wier
inhouden in strijd zijn met de beginselen
door de M. t. N. V. A. voorges'aan.
t In muzikale
weert
Tl
JJJ
VAN
Hans von Sudenberg'.
6.
In het oude eerwaardige kerkgebouw, een
gewrocht uitrden jare 1300, vond de trouw
plechtigheid van het jonge paar plaats. Als
eeu groot blijk van ont/ag mag zeker wel
gerekend worden, dat de arme dorpspredi
kant zich voor die gelegenheid een paar
nieuwe zwarte handschoenen had aaDgeschatt.
Tot aan de laatste plaats toe, was het
eerwaardige gebouw gevuld, alle banken en
aitplaatsen, zelfs de familiebank der van Ber
gens was heden voor het publiek openge
steld.
De lange rede trouwredeuen zijn den
betrokken personen steeds te laDg was
uitstekend van stapel geloopen en toen de
bruid, bij bet verwisselen der ringen, het
hoord tot baar gemaal overboog, toen scheen
zelfs de oude Mozes, die, zijne wetstafelen om
vattend, boven op het koor troonde, liefelijk
glimlachend op dit gouden kind neer te zien,
altijd slechts met één oog, het andere had
hij reeds van ouderdom verloren.
De plechtigheid was voorbij; de eerste om
armingen hadden plaats gehad en het jonge
paar steeg in de landdauer. Door de dicht
opeengepakte menigte reed de lange reeks rij
tuigen naar het slot, terwijl de opper-tuin-
man' een oude infanterist, zich het genot
rh|D ,e' zijne vreugdeschoten paaiden en
niet zonder wonderlijke sprongen
°*TTn ^UD doe' te doen bereiken;
maar ook dat werd overwonnen.
*,r 8r°ote gebeurtenis wordt gewoonlijk
fochtstJ. 00r. maa8 de noodige en uilge-
porties van alles en nog wat, te
ve2ernn <e Jg8Ten- Dit dioer duurde e-
a i j aDderen veel te 'eng, daar jong
gerouvde menschen, voor niets anders oo-
00reD hebben, dan om maar zoo
dirA-'8 tE°8elÜk a,leen te «tin. Ook aan
oiner werd een menigte toasten en goe-
e wenseben op het jonge paar uitgebracht,
ooi. *aren de bruid de tranen in de uogen
die °me j'. ^9 de ta'elrede van den dominéé,
ditmaal als gewoon menach het
kringen be-
men, volgens de A m s t. C t., d»t
als opvolger van Frans Coenen voor
directeur der Muziekschool, de heer S.
Yan Milligen in aanmerking zou
komen, terwijl Daniël De Lange
hooge oogen gooit naar de functie van
directeur van het Conservatorium.
Naar wij vernemen, is het
wetsontwerp tot regeling van het kies recht
bij den Raad van State ingekomen.
Groenteteeltl
Het ^departement voor onderwijs" in
Engeland heeft een zeer gewichtig beslnit
genomenhet plaatste het onderwijs in
den tuinbouw op de lijst der verplichte
leervakken Gedurende den schooltijd zal
dagelijks minstens een uur gewijd zijn
aan het klassikaal onderwijs daarvan.
Men koestert de verwachting, dat bij
alle standen en klassen de neiging tot tui
nieren zal ontwikkelen, grooter vraag naar
tuinen ea grondbezit zal ontstaan, de goe
de bebouwing van den bodem bevorderd
zal worden, kortom, dat het op duizender
lei wijzen der maatschappij in het alge
meen ten goede zal komen.
Volgens het laatst ver.-chenen /Verslag
over den landbouw in Nederland" werd de
uitvoer van groenten, alléén naar het bui-
teuland, getaxeerd als volgt
over het jaar'85 voor een w. vanf20,049,000
v *'86 „,21,714,000
sur,' 87 „,21,907,000
e u' 88 „,17,056,000
u r, u' 89 „„20,519,000
u u u'90 „20,554,000
v v'9l „,18,723,000
Zon, vraagt het Nieuws, bovenbe
doeld besluit niet van invloed kunten zijn
op onzen (afnemenden) uitvoer, daar Enge
land er eeu groot deel van ontvangt
- Bijnaalde pachters van
boerderijen op het Kamper-eiland hebben
aan den Gemeenteraad van KAMPEN om
20 pCt. vermindering van pacht ge
vraagd.
R. H o 1 v i e r t 23 Juli z ij n
70n verjaardag. Natuurlijk zal die niet
onopgemerkt voorbijgaan.
jonge paar zijn gelukwenschen aanbood.
Eec ooganblik slechts, toen had zjj Charly's
handdruk gevoeld, en toen zij bemerkte, d,.t
hij haar treurig aanzag, omdat zij tranen
in de oogen had, toen trad alras een vrien
delijke, heldere lach om hare lippen.
Reeds meermalen bad Rawlay zijn zwaar
horloge uit de zak gehaald. „De soldaat
moet altijd precies zijn en mag voor alles
nooit den trein verzuimon," fluisterde hij El-
se iu bet oor, toen de baron van Bergen
opnieuw opstond en tegen zijn glas
tikte.
„Ru blijft nog slechts op mij de taak
rusten van een toast uit te brengen," fluis
terde cea jonge luitenant zijn buurman iu
het oor.
„Een goed woord draagt goede vrucht,"
begon de baron met patbos. vVij hebben onze
goede geestelijke hooren spreken naar aan
leiding van I Mozes 2: 18. Dat woord heelt
wonde; baar veel indruk gemaakt. Wij heb
ben dank zij de toespreek van ouzeu
hoogwaardigeu in ons midden een twee
de bruidspaar. Wie raadt, wie dat zijn?"
„Einhausl de ritmeesterde gravin freu
le Glaubit» I" klonk het van alle kanten eu
men liep naar dat punt van de ta'el, waar
beide gezeten waren; mijnheer von Einhaus,
met een gelukkig lachje, stond hand in haud
met zijn beminde, om allo gelukwenschen in
ontvangst te nemen.
„Mijn hemel, wat hebt ge ons verrast; wat
hebt ge ons bij den neus gehadwie moet
nu den vrijgezellenbond presideeren; zijt ge uw
bierkan ontrouw gewordenen meer derge
lijke uitdrukkingen werden hem glimlachend
toegefluisterd. Beden boorde bij dat alles
vroolijk lacheod aan en zag slechts schuin
naar zijn schoone bruid, of deze ook iets
boorde van deze hem zwart makende toevoe
gingen.
Terwgl het nieuwe paar nog het
middelpunt was van aller gesprek, besteeg
het gehuwde paar reeds in sierlijk reistoilet
de victoria met vier paarden bespannen, en
voort ging het naar bet station ver
volgens naar het tuiden. Niemand had hun
vertrek opgemerkt.
De barones stond echter alleen aan het ven
ster en zag het rijtuig na; zij drukte de
hand tegen de borst.
Tranen rolden over hare wangen.
„Mijn kicd, mijn eenige 1 Moge uw hemel
woSkenloos blijven, moogt ge niets van al
dat leed ervaren, wat nwe moeder niet be
spaard is kunnen büjven.
HOOFDSTÜK NEGEN."
De herfstwind waait door de hooge ei
ken van de Diergaarde en acbudt hare krui
nen eu strooit mot kwistige hand de bruine
bladeren over weg en tuin. In al de sier
lijke tuinen die de villa's, in de Diergaarden
staande, omgeven, werken vlijtige handen,
die zich beijveren de rozenstokken en ande
re planten met stroo te bekleeden en voor
den scherpen herfstwind te beschutten.
Reeds hadden Tele bewoners, die auders
nog lang bet buitenleven genieten, deze vil
la's betrokken, want de herfst was koud en
rnw opgetreden, en had hen zoodoende van
het land verdreven.
Daar, waar de Flora-laan de Diergaarden-
straat snijdt, staat een villa, die niet alleen
door haar sierlijke omgeving maar eveneens
ook door haar stijl de aandacht van de voor
bijgangers trekt. Pe toren met het hooge
gotische dak, die balkons van zandsteen met
kunstig,beeldbonwworb,die gotbische vensters
dat alles gaf het gebouw een trotscb aan
zien en nog htden, na vijf en twintig jaar,
behoort het „klimophuis" het is sedert
geheel met klimop begroe'd, tot de schoon
ste gebouwen van Berlijn.
Aan het ijzeren hek stond een stalknecht
en tuurde de straat af. Hij stampte met zijn
voet op den harden weg, en trok zijn roo-
den stalbuis dichter om zicb heen.
„Helen duivel", riep hij, „dat vervloekte
gewacht hangt me de keel uit, als bij er is
moet hij maar roepen, ik ga in den stal! Se
dert Lenige dagen brengt hij het paard „de
vliegende vogel," als was het een zwem
mende eend terug. God weet wat hem in den
kop maalt, maar iets goeds is het niet. Doch
daar komt hij waarachtig."
Juist kwam een ruiter de bocht van de
laan uit en reed in gestrekten draf de toen
maals nog niet geplaveide straat op; vlak
voor den rjjknecbt stond hij plotseling stil.
„Is er bezoek?" vroeg hij den knecht, ter
wijl hij van bet met scbuimbedekte paard
steeg
„Weet niet, mijnheer Rawlay,"antwoordde
de gevraagde.
„Die ezel weet nooit iets," bromde de
officier,op den toren toeloopend, waarin een
marmeren trap tot de eerste verdieping
voerde,
Rawiay's trekken waren niet meer zoo
frisch en opgewekt, als eenige tijd voorheen,
toen zij zijn gelaat nog zulk een kinderlijke
uitdrukking gaven.
Op zijn voorhoofd toonden zich de spo
ren van mismoedigheid en ontevredenheid,
welke de man oud en de vrouw leelijk doen,
schenen die rimpeltjes, die evenwel even
sp ed'g verdwijnen als zij komen, wanneer
de zonDescbjo van de rechte zjde komt en
de sneeuw smelten doet.
Een grappige vergissing.
Dezer dagen verzocht een jong predi
kant aan een welbekende behangersfrrraa
te HAARLEM, om een bediende te zen
den naar zijn eerste standplaats, om daar
zijn bnis van kleeden en gordijnen te
voorzien. De firma voldeed hieraan en de
bediende, dien zij zond, reisde per spoor
tot Dedemvaart, vond daar de stoomtram
en kwam eindelijk in het dorpje in Over-
ijsel's achterhoek, waar hij wezen moest.
Terwijl hij, uit de tram gestapt, staat
rood te kijken waar hij wezen moet, komt
iemand op hem toegestapt en doet hem
een vraag in Overijselsch dialect. Onze Haar
lemmer verstaat hem jaist niet recht, hoort
alleen de twee laatste lettergrepen „anger'
en maakt daaruit op dat hem gevraagd
wordt, of hij de behanger is, en zegt na
tuurlijk »ja."
„O, wil u dan maar meegaan vraagt
de man, en samen stappen ze voort, na
dat de Overijselaar het pakje van onzen
behanger heeft bemeesterd. Dat mocht
meneer zelf niet dragen."
Men gaat samen een gebouw binnen
en betreedt daarin een groot vertrek, waar
eenige heeren zitten te schrijven. Een der
heeren, met een gouden bril, de burge
meester in hoogsteigen persoon, rijst van
zijn zetel en verwelkomt den nieuw aan
gekomene vriendelijk.
Daze evenwel, begrijpende dat hij hier
in hel Raadhuis is, waar hij niets te ma
ken heeft, maakt zich bekend als de be
hanger, om dominee's huis in orde te ma
ken.
TableauMen verwachtte den nieuwen
ontvanger met deze tram en had onzen
Haarlemschen behanger dairvoor aange-
z'en. (ff. 23.)
Het was geen nona.
De schoenmaker en diens vrouw te
POSTHOLT (Limburg) zijn beiden ont
waakt. Hoewel de geDeesheeren dachten
met een geval vsn nona te doen te heb
ben, was de oorzaak van het twee dagen
lang slapen een geheel andere, en is de
outknooping zelfs grappig. Daar beiden
slecht konden slapen, had de vrouw in
de apotheek een slaapmiddeltje gehaald en
zeker hadden beiden van het ongewone
Mat haastige tred, schreed Rawlay de trap
op en liep door een mot allerlei sportza
ken behangen corridor, naar zijn werkka
mer.
„Over een kwartier," riep hij den ka
merdienaar toe, „nu wil ik alleen zijn."
Hij wierp zijn militairen paletot af en ver
diepte zich in een brief, dien bij nit zijn
schrijftafel genomen had.
„Ik begrijp niet, wat Welasky will" bromde
hij en las nog eenmaal: Als uw bankier
houd ik het voor mijn plicht, u op een drei
gend gevaar opmerkzaam te maken, kan u
slechts mondeling meer zeggen en verzoek
u een uur te bepalen, waarop ik u tbuis
treffen zal Binnen een half uur moet hij
hier zyn In iedor geval zal het wel we
der niet veel aangenaams zijn. Alsof
men zonder dat ook niet reeds genoeg
heeft."
lig leunde in zijn lederen stoel en
zag met donkeren blik op het borstbeeld zij
ner vrouw, hetwelk den boek boven zijneachrijf
tafel in beslag nam. Vriendelijk en zacht
zageu de blauwe oogen hem aan en het was
of haar roode mond zich tot spreken openen
wilde. Zijne trekken klaarden op, rimpel
voor rimpel verdween en, Dog altijd naar dat
beeld ziende,zeide hij eindelijk
„Waarom ben ik niet de
mensch ter wereld, aan hare zijde? Waarom
zoek ik niet, zooals zoovele anderen, mijne
tevredenheid in mijn eigen huis?"
Hij greep naar de zilveren bel en on
middellijk daarna verscheen de kamerdie
naar.
„Is mevrouw thnis vroeg hij, juist toen
ook reeds de portières van het salon daarnaast
werden geopend en mevrouw Else's vriende
lijk „daar ben ik 1" hem tegen klonk.
Zoo big als het klinken moest, was haar
groet toch niet en toen zij nn met lichte
schreden lachend op haar man toesnelde,
toen loochenstraften hare roode oogen, de
vroolijke opgewekte trekken. Er lag een
schaduw over hare schoone oogen en
het was of er reeds meer dan een jaar ver-
loopen was en het was eerst acht maan
den.
„Ik wilde je niet storen Charly en daar
om kwam ik niet dadelijk."
Zij bood haar man de hand, deze echter
sloot haar in zjjn armen.
„Goeden morgen, mijn lieveling," zeide hij,
„ik moest heden morgen mijne recruten on
der handen nemeo en daarna heb ik mijn
hengst algereden. Gij zult u gedurende de
ze wintermaanden aan de eenzaamheid moe
ten gewennen."
„O, maar dat verdraag ik gaarne, als ik
mij maar over de avonden verheugen mag.
Het doet mij leed, dat ik u nu juist in de
zen v roolijken tijd niet vergezellen kan, ik
„Maar Else, ik verheug mij met n even
zeer over den dag, waarop de liefde tot ons
kind, ons nog vaster verbinden zal I"
Hij trok de jonge vrouw op zijn knie, leg
de de arm om haar hals en haar hoofd rust
te tegen zijn wang.
Doch vreugde, ware vreogde was toch niet
in hare oogen te lezen, die zich nn met
tranen vuldeD, toen zij het gelaat van Raw
lay gadesloegen. Vroolijke zekerheid klonk
er ook niet nit de vraag:
„Charly, mjjn eenige man, zeg, hebt gij
mij nog lief?"
„Else, hoe komt ge tot zulk een vraag?"
antwoordde hij, haar aanziende, maar ook
zijn toon klonk niet overtuigend, hg gevoel-
do niet de rechte snaar in zijn binnenste
trillen.
Zij zag hem lang en treurig aan, ais wil
de zij, door zijn donkeer oogen in zijn ziel
zien eer zij sntwoorde:
„Charly, gij zijt niet aU vroeger. Sedert
mijn terugkeer uit BUgen staat een schaduw
tusschen ons. Ik ben jong en onervaren,
Charly en gij leert mij, dat een vrouw niet
alles weten moet, dat de man zijn vrijheid
van doen en denken eenigszins behouden
moet, wanneer een huwelijk gelukkig zijn
wil. Ik heb u een onvoorwaardelijk vertrou
wen geschonken,nooit mar uwe handelingen
gevraagd, zoolang gij een vroolijk hart en
onbewulkt voorhoofd hebt tbuis gebracht.
Nn zie ik nwe trekken zoo dikwijls mis
noegd en ontevreden, zie Charly, wan
neer gij mij uw vertrouwen schenken wilt,
ik zal u trachten te begrijpen."
„Ach kind, gij zult n toch zoo de
plaats van een man niet kunnen voorstel
len."
„Geloot mij,gij znlt geen bekrompen idee-
en bij mij aantreffen, wanneer gij mij in
uwe zorgen deeleu laat. Zeker, geloof mij,
ik zai uwe genietingen niet bekorten
ook dan niet, wanneer gij nwe ontspanning
zoekt in kringen, waar ik u niet volgen
mag. Dat gij Diets slechts snit doen, Charly,
dat weet ik zeker,"
Een diep rood was bij dit laatste gezegde
over Rawiay's trekken getogen.
„Wat wilt ge daarmee zeggeD," vroeg hjj
aarzelend.
„Dat ik er verre van ben, nwe neiging
tot het verkeeren met lieden, tbuis behooren-
de op bet tuoneel ea achter dan schildersezel,
bij welke ik u niet vergezellen kan zal be
rispen of laken."
„Gij zijt mjjn lief, vernuftig vrouwtje,*