GEMENGD NIEUWS.
Op zoek naar schatten.
Voor vier jaar heeft men een land
bouwer van Sardy, in Tarn et Garenne
(Frankrijk), wijs gemaakt, dat in zijn
huis schatten verborgen lagen,
De man, eerst zeer ongeloovig, ein
digde toch met zich te laten beetne
men door een zeer ernstig uitziend heer
en een zoogenaamde tooverheks.
Met allerlei kunstgrepen, het laten
ontdekken van kleine hoopjes goud, enz
wist men den boer de zaak als ernstig
te doen beschouwen en, onder voorwend
sel de geesten, die de schatten verbor
gen hielden, tevreden te stellen, deed
men hem herhaaldelijk verschillende
sommen betalen.
Eindelijk toonde men hem in een
half verlichte kamer een oude kast vol
open zakken die met goudstukken ge
vuld schenen. Men mocht er echter
niet aanraken op doodstraf, omdat het
eerst door het gebed moest gezuiverd
worden.
De dochter van Pellegry, den boer,
was echter haar nieuwsgierigheid geen
meester; zij opende de kast en vond er
niets dan zand met bovenop eenige goud
stukken in karton
Pellegry diende een aanklacht in, maar
de bedriegers hadden hem in vier jaren
tijd 21.000 fancs weten af te trogge
len.
De sigarenpuntjes-in-
dustrie.
Deze industrie wordt in Duitschland
op eene merkwaardige wijze gedreven.
Er bestaat een bloeiende vereeniging,
welker leden tot de hoogste kringen
behooren. Zij draagt den naam van
Cigarren- A bschnit t-Sam mier-V erein.
Gij zijt in een café, in de club, het doet
er niet toe waargij haalt een sigaar
te voorschijn en wilt er het puntje
afbijten of afsnijden haltdaar komt
een net heer naar u toe. Hij grijpt
zeer beleeft uw sigaar en knipt er het
puntje af, met een klein instrumentje,
daarna doet hij het in een nikkelen
doosje, laat dat in zijn vestzakje glij
den, geeft u de sigaar weer terug,
groet heel beleefd en weg is de siga-
renpuntjesverzamelaar. Deze, op de
manier buitgemaakte sigarenpuntjes,
worden naar het hoofd-bestuur der ver
eeniging, gezeteld te Lahr in Baden,
opgezonden, waar zij in baaltjes van
50 kilo worden verpakt en aan de
snuiffabrieken verkocht. De opbrengst,
die vrij aanzienlijk is, daar deze nijver
heid in geheel Duitschland wordt gedre
ven, wordt geschonken aan inrichtin
gen van liefdadigheid, in het bijzonder
aan weesinrichtingen.
Het eenige te Saarbrüc-
ken opgestelde automatische toestel,
dat chocolaad-tabletten leverde, is op
last der politie verwijderd moeten wor
den omdat waarzeggerij strafbaar
gesteld wordt. De zaak is, dat men het
muntstuk in de sleuf werpt, behalve de
chocolade nog een plaatje voor den dag
komt met de volgende voorspelling: „Aan
huwlijksgeluk wilt ge nog nietgelooven
Maar als uw hart ontvlamt, wis zult
gij u verloven."
Charles Richet heeft,
zegt men, een serum tegen kanker ge
vonden. Twee lijders aan die ziekte
zijn genezen door zijn behandeling.
naar. De aangebedene behoort alleen hem
toe.Yoor niemand anders bestaat ze dan
voor hem.
Geen lach noch lonk,ja blik noch woord,
mag ze voor een ander over hebben.
Doet ze het, dan is ze eene afvallige,
eene meineedige, die haar minnaar ver
raadt en eene dolzinnige woordenvloed
is haar deel. Als dan straks het berouw
over zijne misplaatste handelwijze volgt,
ja dan wordt de vrede wel schijnbaar
hersteld, maar de oprechte toewijding is
beiderzijds verbroken.
't Kan Rusland natuurlijk niet anders,
dan hoogst onaangenaam zijn, steeds door
de Fransche pers in al zijne handeling ge-
critiseerd te worden-
Als zelfstandige staat en groote mo
gendheid heeft het grootere belangen,
dan steeds aan het chauvinisme van Frank
rijk te denken, 't Zou zeker wel eene
slimme politieke zet van Duitschland zijn,
indien het door zijn samengaan met Rus
land in de Oost-Aziatische kwestie, eene
verwijdering tusschen Rusland en Frank
rijk tot stand kon brengen. In Rusland
is men hoogehjk ingenomen met den
steun van Duitschland. Men steekt dit
volstrekt niet onder stoelen en banken.
Niet alleen, zegt men daar, heeft Duitsch
land door zijne houding de algemeene
vrede een grooten dienst bewezen, maar
tevens heeft het ook de politieke betrek
kingen tusschen Duitschland en Rusland
zeer verbeterd. De Hamburger Nachrich-
ten, een blad dat door vorst Bismark
geïnspireerd wordt, vat de beteekenis
van de vriendschappelijke verhouding
tusschen Duitschland en Rusland in 't kort
aldus samen:
„De laatste overblijfselen van wantrouwen,
die in St. Petersburg tegenBerlijn gekoes
terd werden wegens de werkelijke of ge
meende begunstiging van Engeland,zuilen-
verdwijnen en Duitschlands belangen zeer
ten goede komen."
Engeland zal gedwongen worden, in de
overzeesche kwesties een toontje lager
aan te slaan. Ook andere natiën zullen
daarvan profiteeren. In de derde plaats
zal de Fransche revanch-partij zich wel
tweemaal bezinnen om een algemeenen
oorlog uit te lokken.
En welke houding neemt JAPAN aan
bij den dwang, op haar uitgeoefend Fier
op zijn overwinning verzet het zich be
slist tegen de inmenging der Europeesche
Staten. Leger en vloot worden versterkt,
vestingen en forten in staat van verde
diging gebracht en door den algemeenen
volksgeest gesteund, gelooft men, dat het
zelfs in staat zou zijn, zich gewapend
tegen den inbreuk van zijn verkregen
rechten te verdedigen.
Verkregen rechten, zeggen wij,want he
den wordt bericht, dat de Keizer van China
het vredesverdrag heeft onderteekend.
Een ingewikkelde geschiedenis voorze
ker. Hier een land, dat zich met zijnen
vijand verzoent, de gestelde voorwaarden
aanneemt, daar een coalitie die voor de
overwonnenne in de bres springt en billij
ke voorwaarden vraagt.
Ten slotte misschien een verbond tus
schen de twistende tegen hen die zich
met hunne zaken dachten te bemoeien.
't Is altijd gevaarlijk om zich met de
huiselijke aangelegenheden van andere
te bemoeien. Dat ondervindt thans ook
de pauselijke vertegen woordiger in HON
GARIJE. De godsdienstwetten zijn daar
nog steeds aan de orde. Nu het bur
gerlijk huwelijk met zijn aanhang is aan-
der lieide Maar bet is de eeuige we<»,
Cbarly voor een gvheelen ondergang te be
schermen voor ons kind den vader te
behouden."
.God helpe u en sta u bij, Else Bij kan
u ook wel weder lief krijgen.11
„Neen AnniSlechts een wettige band
houdt Cbarly en mij verbonden. Ik sou mij
zelve moeten verachten, wanneer ik weder
dien man zou kunnen liefhebben, das wan
neer ik mij zou gaan gelijkstellen aan den
man, die rog heeft weggeworpen, geminacht,
prijsgegeven en behandeld als een veile
deern.
„Maar sterk genoeg tal ik zijn, om nie
mand te laten bemerken wat gij alleen
weet en weten moogt."
„Nooit tal daarvan een woord over mijne
lippen komen.
„Dat weet ik! Ik tal slechts beproeven
m|jn doel te bereiken. Ik heb Cbarly ge
schreven, dat ik niets van hem verlang, dan
de uiterlijke beleefdheid, ter wille van Pia.
Ik hoop, dat hij wel opgevoed genoeg tal
zijn, om zich daarnaar te kunnen gedragen,
en wanneer de nood mij dwingt, zal ik
hem zijn plaats, die bij in te nemen heeft,
aantoonen."
„En wanneer het n te zwaar mocht wor
den, dan weet ge waar nwo vriendin woont,
waar alles steeds voor u gereed zal zjjn I
Doch daar komt mijn man.'
Met bedaarde schreden trad de ritmeester
het salon binnen.
,,Ha, dat verheugt mij mevrouw, dat ik
n nog aantref gisteren vertelde mij uw
man dat ge vanavond zoudt vertrek
ken"
„Van mijn man?" vroeg Else verwon
derd.
„Zeker. Ik trof hem in de Kruisstraat,
op weg naar de club. Hg scheen zeer ge
haast te ïjjn."
Doodsbleek was de jonge vrouw ge
worden, terwijl hare vriendin haar vragend
aantag.
„Bij mij bij zijn kind, is hg
niet geweest," antwoordde tij zacht
Toen Else afscheid genomen had, viel
Anni baar man om den bals.
„God zij dank, dat ik zoo'n lievm en
verstandigen, ouden man heb,'', riep zij uit,
en lacherd antwoordde hij:
Dat beeft u reeds vroeger reden tot
blijdschap gegeven. Overigens zijn ook niet
alle jonge mannen zoo als deze Rawlay. Die
genomen, strijdt men nog voor de vrijheid
van den godsdienst en de erkenning van den
Joodschen eeredienst,beiden natuurlijk een
doorn in het oog van de ultra clericalen.
Nu heeft de nuntius, msgr. Agliardi ge
meend, zich tegen deze wetten te moe
ten verzetten. In verschillenden steden
heeft hij het optreden van den minister
president baron Banffy, „den Zevenbur-
schen Calvinist" scherp gehekeld.
In het huis der afgevaardigden heeft
nu de minister verklaard, dat de nun
tius de bevoegdheid als vertegenwoor
diger eener vreemde mogendheid heeft
overschreden. Ernstige gevolgen kun
nen deze gebeurtenis na zich sleepen.
Waarschijnlijk eischt de regeering de
terugroeping van den nuntius. Een der
toongevende bladen verklaart zelfs „Het
Katholieke Hongarije wenscht in zijn
binnen-landsch bestuur niet onder de
voogdijschap van Rome te staan. Eer
wordt geheel Hongarije protestantsch."
Zoo gaat het, wanneer men zich met de
zaken van anderen bemoeit.
Ken egoist.
Haar eenvoud bekoorde hem en zij be
wonderde den ouderen man, die haar als
't ware van de schoolbanken had geno-
meD.
Hij huwde haar en na zes heerlijke
weken in Normandië doorgebracht te heb
ben, gingen zij naar de stad, waar hij
haar een mooi huis gaf met tal van be
dienden. En in verloop van tijd kwamen
er vrienden en kennisseo. kwam er'n
einde aan haar geluk.
Hamilton Vyse was ter oore gekomen,
dit een vrouw, wier opinie hij zeer waar
deerde, er zich over verwonderde, wat hem
toch in het linksche schoolmeisje had aan
getrokken. En men fluisterde dat zij
geld had. Hamilton lachte er over, maar
toch had er eene verandering in hem plaats.
Hij begon zijne vrouw als een vreemde
te behandelen. Eindelijk stond het bij
hem vast, dat zijn huwelijk een misstap,
een fout was, de grootste, die hij in zijn
leven begaan had. In het eerst begreep
ze niet, tot welke slotsom hij gekomen
was, maar toen hij haar ten laatste be
kende, dat hij hare verlegenheid voor dom
heid hield en dat haar eenvoud hem woe
dend maakte, ging zij gebukt onder zijn
orarngenaam karakter; wetende, dat hij elk
harer bewegingen gadesloeg, werd ze meer
verlegen en steeds stiller.
Eindelijk ging hij haar verwijten en be
gon ze te schreien. Toen stierf het laat
ste sprankje liefde in hem voor haar weg,
want hij haatte schreiende vrouwen.
Een jaar duurde dit zoo voort en toen
hun kind gestorven was, zeide ^hij tot
haar, wat ze reeds lang wist, dat ze niet
bij elkander pasten en hij stelde een wettige
scheiding voor. Hij zou haar onderhou
den eu zij kon weer naar hare grootmoe
der terag gaan.
Ze weigerde zijn geld.
Ze bezat genoeg van zichzelf om te le
ven, maar stemde zonder aarzeling toe.
Hij verheugde zich in het vooruitzicht van
zijn vrijheid en nadat zij een en ander
overeengekomen waren, scheidden zij heel
vriendschappelijk. Hij drukte z-lfs een
kus op de koude, bleeke wang en wensch-
te in zichzelf, dat de scheiding niet zoo
koel geweest ware.
ontbreekt een ferme tucht, een verstandige op-
vooding en dat laat tich Dooit goed maken.
Het zal een verschrikkelijk leven worden
voor die arme Else, die ik oprecht be
klaag en tegelijkertijd bewonder en huldig
in hare ware boog-hartigheid en kracht
die arme, eehoone, rijke vrouw.
Sedert weinige dagen had Else hare wo
ning in bet provinciestadje betrokken. Het
was een kleine villa, omgeven door een sier
lijk aangelegden tuin, een stil en vriendelijk
thuis. Else was opgetogen over haar hnis
en was graat Deskow dankbaar dat hij het
Rawly zoozeer had aangeraden. De graaf
had als oude bekende van mevrouw van Pa
penburg dadelijk zijn opwachting gemaakt
bij Else.
Heden was hij voor de eerste maal de
gast aan Else's theetarel en men kon het
zijn frissche mannelijke trekken aanzien, hoe
tevreden en blijde hg zich gevoelde.
„Hier gevoel ik mjj bij mijns gelijken,"
fluisterde hij de jonge huisvrouw toe en ver
volgens verzocht hij: „o, mevrouw verraad
deze ontboezeming niet aan anderen. Gij
laadt mij anders al de ODgenade op het boofd
van baar en hen die ons gelijken zijnlwillen.'
Reeds op dien avood had de overste zich
zoo geamuseerd en gevoelde hij zich zoo
opgetogen over zijn nieuwe vriendin, dat hij
thuisgekomen, in zijn dagboek, en daar was
hg trots op, schreef:
„Heden op de thee geweest bg de familie
Rawaly. Prachtige, schooDe vrouw, talent en
geest, karakter en goede opvoeding, edel
hart en verstand, waar men het oog ook
slaat, uit alles spreekt haar edel wezen. Het
is mg in mijn binnenste, of ik daar troost
zal vinden en zoeken moet in mijne verban
ning."
Doch de overste bleef niet de eenigste
bewonderaar en weldra begon bet tot de
zeldzaamheden te bebooren, alleen aan Else's
theetafel de genoodigde te zijn.
Else vond in luitenant Altenkamp een
voortreffelijk voorlezer, luitenant von Kra-
vrarn was een zeer gezellig prater en in
luitenant Oderberg leerde zij zijne scherpe
opmerkingsgaven bewonderen en waardeeren.
Minder gelukkig wasElae bij de dames vanhaar
stand. Men hield baar voor en verklaarde baar
hoogmoedig, verwaand, te geleerd en coquet
en zij begrepen da beeren niet, vooral den
overste niet, dat die zoo dikwyls zulk een
vrouw gingen bezoekeu.
Acht jaren later.
Hamilton Vvse mocht trotsch zijn op
zijnen letterkundigen smaak. Voor de
derde maal was bij bezig een roman te
herlezen
Het was een werk van de nieuwe schrijf
ster onder pseudoniem van Oiive Orme
rodd.
Het geheel boeide hem zóó, d»t hij er
ten laatste toe overging den auteur zijne
bewondsring te kennen te geven. Zijn
brief adresseerde hij aan den uitgever.
Na eenigen tijd ontving hij een briefje
nit Falatial Mansions, onderteekend door
Olive Otmerodd, waarin ze hem haren
dank overbracht. Een groot verlangen, haar
persoonlijk te leeren kennen, maakte zich
van hem meester. Eindelijk vroeg hij, haar
te mogen komen bezoeken. Hij vreesde
een weigerend antwoord te bekomen, doch
was overgelukkig, toen ze met enkele
woorden toestemming gaf, den eerstvolgen-
den Donderdag te komen.
Met zorg had hij zich gekleed en zag
er werkelijk bizonder goed uit, toen hij den
bedoelden dag bij de schrijfster werd toe
gelaten. Een geur van bloemen kwam hem
tegemoet. Bij het venster, met den rug
naar hem toe, zat een jonge vrouw, die
bij zijn binnentreden langzam opstond en
hem met uitgestrekte hand en een glim
lach om de lippen tegemoet kwam.
Hoe gaat het o, mijnheer Vyse? zei
ze op volmaakt kalmen toon.
Goede God, Dora, zei hij.
-— Miss Orinerodd, als gij er niet op te
gen hebt, verbeterde ze kalm. Ge waart
zoo verlangend mij te ontmoeten, dat ik het
wreed vond u teleur te stellen. Gaat u niet
zitten? Die stoel bij het venster kan ik u
recommandeeren; als ik mij goed herinner
gaaft ge de voorkeur aan een hooge leu-
ning.
Wat was ze veranderd! Op het oogen-
blik kon hij san niets anders denken. Al
les wat gebleven was van de vrouw, die
hij huwde, was haar gelaat en hare stem.
En zelfs haar gelaat was in zijne oogen
niet hetzelfde.
Ze voldeed geheel aan de verwachting,
die hij van miss Ormerodd had; bevallig,
verstandig, welopgevoed en vol zelfbeheer-
sching. En in Olive Olmerodd zou hij zijn
vrouw weervinden?
Hij bloosde en drukte hare hand.
Ik kan niet zeggen, hoe dankbaar
ik u ben, zeide hij. Mijn bewondering voor,
mijn belangstelling in Olive Ormerodd zou
drievoudig vermetrderd zijn, had ik kunnen
vermoeden, wie zij was. Ik u mag zeg
gen, dat ik trotsch op mijn vrouw ben?
Zoo ge wilt, zei ze. Een kopje thee?
Hij ging zitten. Had het toeval hen on-
del andere omstandigheden samengebracht
en was zij dezelfde van vroeger gebleven, on
getwijfeld zou ze zijn bewondering, hoewel
in minder mate, hebber, opgewekt. Thans
was het niet alleen bare persoonlijkheid,
het was het groote bewustzijn, dat ze Oli
ve Ormerodd was.
Hoe zijt ge er toe gekomen om te
gaan schrijven vroeg hij.
Ik had er behoefte aan.
En woont ge alleen
Neeo, met een dame van gezel
schap.
Voelt ge u soms niet eenzaam
Integendeel,zei ze, ik ben heel tevredeu.
Ik ben tot de slotsom gekomen,dat, hoe min
der men lief heeft, des gelukkiger men
is.
Dus... ge hebt geen verdriet gehad
Het leven van de Rawlay's zou zeer ge
zellig geweest zyn als niet meer en meer de
geldelgke zorgen op den voorgrond getreden
waren en waarvan de druk ook Else niet
bespaard werd.
„Charly," zeide zij eens, schaf die equipa
ge toeh af. „Niemand, zelfs je ritmeester Diet,
houdt bier eigen rytuig en wanneer wij rij
den willen, kunnen wy altijd bet rytuig van
Graaf Deskow gebruiken."
„Het gaat niet Else," antwoordde bjj;,vraag
mij niet naar de reden."
De reden echter was niets anders dan,
crediet verkrijgen, en dat ging slecht, als
men den niterlyken schijn verminderde.
Slaeds drukker herhaalden zich zijn reizen
naar Berlijn; voor zaken, heette het telkens.
In bet begin ontving Else geen bezoek als
haar man uit was.
.Hebt ge zoo weinig vertronwen in nw
zelf, of zijn mijne kameraden geen gentle
men en is bovendien de overste geen ouden
heer?" zoo sprak Rawlay en redeneerde
Else's bezwaren weg en zoo kwam het dat
de overste theedronk bij Else, als Rawlay
nit was.
De oude heer echter moest moedig kam
pen met zijn jong hart. Hij streed manhaftig
en wist het zelf niet.
„Wie op zeven en veertig jarigen leeftijd
nog geen oogenblik zijn hart van liefde heeft
voelen kloppen, die zal zijn geheele leven
die zoete geluiden wel moeten ontberen,"
zoo had hij gisteren tegen mevrouw von
Markowits gesproken, toen deze hem, zooals
oude dames altijd gaarne doen tegen alleen
staande heeren, die de eerste jeugd reeds
gepasseerd zijn, kapittelde over zgn drukken
omgang met de schoone mevrouw Rawlay.
En de overste had er inwendig bijgevoegd:
„Een weinig zucht tot koppelen en babbe
len schijnen toeh al die coquette en opper
vlakkige vrouwen te bezitten, en jaist zulke
wezens treden gewoonlijk op als onbarm
hartig rechter over hare zustere». Zeker,
de mannen ook, maar d<e beschikken niet
over zulke puDtige gezegden en verdacht
makingen als die vrouwen-monden,die wellicht
nog even le voren van vriendschap en toewjj-
ding spraken.
Hij was in bet schemeruur naar Eieen-
haus gegaan en trof Else met mijnheer von
KrawRrn aan de pianino. Rawlay had drie
dagen verlof gekregen, om naar Berlijn te
kunnen gaan voor zaken.
Wordt vervolgd.
over den dood van ons jongetje
Iu het geheel niet.
Wat heeft men aan een kind De eer
ste tien jaar is hij niets dan lastde twee
de tien jaar kost hij veel geld en de dtrde
tien jaar... trouwt hij en behandelt de
vrouw, die voor hem leed, om hem ween
de, als een... De meeste menschen ne
men het leven veel te ernstig op. Ik ten
minste dank God, dat ik nit die dwaas
heid...
Laat eens zien, viel ze zichzelf in de
rede, een of twee klontjes, en ze zag
hem vlak in het gezicht.
Twee, en hij keek naar hare mooie,
witte handjes. Ik had nooit gedacht je
eens vreer te zien.
Ik ook niet.
Ongetwijfeld is het een weinig vreemd van
mij, u te ontvangen, doch ik was benieowd
te zien of de jaren u veranderd zouden
hebben... en... als meD schrijft, krijgt men
gaarne nieuwe indrukken, denkbeelden. Ik
heb een boek in mijn hoofd, waarin een
soortgelijke ontmoeting voorkomt en na
dacht ik, als ik zelf alles eerst eens door
leef dan zie... ziet ge... weet ge.-, eigenbe
lang. Als 't n blieft.
Zijne hand beefde, toen hij 't kopje aan
nam en zijne stem was niet zoo vast als
gewoonlijk.
En wanneer nwe stadie compleet
is, vroeg hij op zachten toon, wat dan?
Wat dan? herhaalde ze ongeduldig.
Mag ik een andermaal weer ko
men
Ik denk van neen, zei ze.
Hij dronk zijn thee uit.
Dus meeut ge, dat dit het eerste en
het laatste bezoek geweest is
Ge begrijpt mijne bedoeling volko
men.
Hij ontroerde, zijne handen klemden
zich oin de leuning van den stoel vast.
En denk ge, dat ik er in toe zal
stemmen zeide hij met krachtsinspanning
Dat ik je zoo gemakkelijk zal laten gaan,
nu ik je eenmaal weer gevonden heb
Dcra! en hij beet zich op de lippen. Do-
ra, het is niet goed voor vrouwen om al
leen te zijn. Waarom kout ge mij niet
vergeven,... de font uit het verleden en bij
mij terag komen
Gij zijt niets veranderd, zei ze. En
ongetwijfeld verwacht ge, dat ik u dank
baar zal zijn voor de eer, die ge mij aan
doet.
Ge zijt bitter, zeer bitter. Zeg, was
alles mijn schuld? dij' waart een kind, ix
een man en ons huwelijk eene dwaasheid,
eeDe fout, mijn fout, zoo ge wilt. Maar
toch geen onvergefelijke. Ge kunt niet zeg
gen, dat ik ooit onvriendelijk jegens je
was.
Neen, zet ze opgewonden. Je hebt
mij nooit geslagen of gescholden; je hebt
slechts een kind vau de schoolbanken ge
nomen en haar hart gebroken want ze was
geen vroaw van de wereld. Ge waart niet
de schelm uit het melodrama, niet eens dat,
krijschte ze; met verachting iu haar stem
vervolgde ze; „ge waart slechts een alle-
daagsche egoïst met kwade luimen, wiens
liefde gelijk een zeepbelletje verdweeD, toen
men u door speldenprikken het belachelijk
ke va i ons huwelijk toonde. En nu
nu ik de algemeene achting heb verkregen,
zoudt gij mij bij u willen hebben om te
kuDnan zeggen: ziet, deze vrouw is He mij
ne! Maar mijnheer Vyse, uw achting komt
acht jaren te laat. Niets zou mij kunnen
bewegeD, weer met u te leven.
Hij luisterde stilzwijgend met den elle-
bo g op de knie en zijne hand voor de
oogen.
Is dit nw laatste woord Ik weet,
dat vrouwen soms meer zeggen dan ze
meenet).
Ik heb minder gezegd.
Er was een oogenblik stilte, toen richt
te bij zich op. Dan is ket misschien beter
nu in eens te gaan. Ik ik hij
schraapte zijn keel, Uet spijt me, dat ge
me in zulk slecht daglicht plaatst. Ik ge
loof, dat ge een beetje onrechtvaardig zijt,..
maar ik zal altijd blij zijn, u gezien te
hebben. Vaarwel I
Ze gaf hem een hand. Ze had geheel
haar zelfbeheersching herkregen en schel
de om hem nit te laten.
Langzaam ging hij naar de deur, toen
wendde hij zich plotseling om en kwam
eenigen passen naar haar toe.
Dorasmeekte hij cd strekte de ar
men naar haar uit, zgn stem was heesch
en er was een trek op zija gelaat, welke
er nooit tevoren geweest was. Doraom
Godswil
Vaarwel, mijnheer Vyse
Letterk. Bijv.
Uitbarsting eener val
kaan.
De vulkaan Colima, die in 1863 op
eenigen afstand der stad Colima in Mexi
co ontstond, is beginnen te werken. De
bevolking van het dal heeft de vlucht
moeten nemen voor de gloeiende lava-
stroomen en den aschregen. De aange
richte schade is aanzienlijk.
Brutale zakkenrollers!
Een vreemdeling,die gehoord had van de
behendigheid, waarmede de zakkenrollers
te Philadelphia in de paaidentrams hun
vak uitoefenen, stapte in een tiamwagen.
Om den langvingeis een poets te bakken,
had bij een ledige portefeuille in den
zak gestoken, waarin hij een briefje deed
met de woorden „Dat valt je niet mee,
schurkGeduiende den rit lette hij
zorgvuldig op, bij het uitstappen voelt
hg naar zijne poiteteoille, zij was nog
aanwezig. Ook het briefje was eriD, maar
onder de dcor hem geschreven woorden
stond in een ander schiilt: „Dat is eene
flauwe ui, en je bent een stommerik.'
De kinder-schrijfster
Thekla Von Gampert vroeg keizer Franz
Joseph, om in het door haar uitgeg6yen
wordende ,Töchter-alonm« een paar woor.
den van zijo hand te schrijven, evenals
de keizers Wilhelm I, Frederik III ea
Wilhelm II hadden gedaan.
De Oostrijksche keizer zond haar het
volgende „Eisch van u zelf en van an
deren met ernst de vervulling der plich
ten zij mild in het oordeelen over de
fouten van anderen.' Franz Jozeph.
Falb's weervoorspellin-
gen. Mei. Deze maand zal zich onderschei-
den door talrijke onweders en hooge tem
peratuur, welke alleen in het midden der
maand een weinig daalt. Terwijl de eerste
helft van Mei, met uitzondering van de
dagen omstreeks 8 Mei, tamelijk droog is,
zal daarentegen de laatste helft rijk «an
regen zijn en onweders soms met storm
g/paard.
Vaa 1 tot 5 Mei warm en tamelijk
droog weermisschien eenig onweer. La
ter wat koudsr.
Zestien vergiftingen.
In het dorp Dousses, bij Vicq in Frank
rijk, woonden twee arme oude lieden, die
slechts van oudbakken brood leefden. Als
zninnigheidsmialregel lieten zij het brood
hard worden. Dezer dagen gevoelden zij,
na het eten van het brood, een hevige
pijn in de ingewanden. Eenige oogen-
blikken daarna stierf de man en de vrouw
volgde hem den volgenden dag in het
graf. De bloedverwanten der overledenen
kwamen naar Dousses om hun de laatste
eer te bewijzen eu aten eveneens van het
brood. Weldra gevoelden veertien hunner
de eerste symptomen van vergiftiging.
Men hoopt hen in het leven te kannen
houden, dank zij de uitstekende zorgen,
welke men hnn onmiddellijk verleende.
Uit het gerechtelijk onderzoek bleek, dat
het mee 1, waarvan het brood was gebak
ken, verontreinigd was geworden door de
uitwerpselen van ratten, die hadden gege
ten van ratten vergit.*
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.