rfi ïa thT1'de
Een Parüscli wertotater.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Predikbeurten.
w£T»dne T^itXTZ
D t g e n g e s 11 c h t.
Haa' cnl'LT- gTte, ro1 opgereden.
In de Herv. Kerk Schagen.
Doopsgezinde gemeente vau
Barsiugerliorn c. a.
tv vloog woedend op, re aar op hetzelf-
enblik sprongen allen overeind, want,
kXnel rende spoorsl.gs op ons toe,
terwij1 hiJ uit alle macht uitrieP:
.Voorwaarts zouaven
Wat kon ik doen Aanvallen, even-
a]g' de anderen. En 't ging er heet toe.
^Is de golven der zee, die den steilen
oever bestormen, ijlden wij naar boven.
Driemaal werden wij teruggeslagen, doch
voor de vierde maal bereikte ik de ver
schansing, juist wilde ik erover klimmen,
toen een Oostenrijker zijn geweer op mij
richtte en ik een schok kreeg, alsof mijn
arm in de lucht werd gevingerd. Ik viel
tegen het rad vau een munitiewagen en
verloor mijn bewustzijn.
Toen ik de oogen weder opende, hoorde
ik geen geweervunr meer. De zouaven
stonden op de verschansing en riepen
Leve de KeizerEen oude generaal reed
met sijn staf in galop op ons toe. Yoor
het bataljon hield hij stil, zwaaide met
zijn képi en riep Bravo I Zonaveo
Gij zijt de beste soldaten ter wereld.
rIk zat halt verdoold van pijn tegen
het rad en 't eerste wat ik mij herinnerde,
was de verschrikkelijke daad van den Dor
stige, den moordenaar van den kapitein.
Eensklaps trad hij uit het gelid. Hij bad
in 't gevecht zijn fez verloren en scheen
een schamschot over zijn hoofd gekregen
te hebben, want een donne bloedstreep
verfde ziju voorhoofd en wang. Hij steun
de op zijn geweer en hield in zijn hand
een vaandel dat hij had veroverd.
„De generaal zag hem vol bewondering.
Hé, Briconat, zei hij, zich tot een zijner
ordonnance-officieien wendend, wat dappere
kerels
„En zich vervolgens tot den Dorstige
keerende, riep bij Ik zon je kunnen om
helzen
„Maar op dat oogenblik verloor ik op
nieuw het bewustzijn. Gij weet 't overige
Ik beb je honderdmaal verteld, hoe
men mij in het veldhospitaal bracht, hoe
ik mijn arm moest missen en twee maan
den lang tusschen leven en dood zweelde.
Toen ik hersteld was hoorde ik, dat de Dor
stige garde-zonaaf was geworden en ge
decoreerd was. Ik heb hem nooit terugge
zien, doch weet, dat hij hier in dienst is.
Maar vindt gij het geen zonderling spel
van 't lot, dat die oude jas daar hangt
op twee passen der kazerne, waar de
moordenaar huist F 't Is alsof de kapitein
recht komt eischen."
Twee dagen later kwam Vidal bij mij
met een dagblad in de hand en riep
Wat zei ik je F
Ik nam het blad en las het volgende
„Gisteren heeft zekere Mallet, bijge
naamd de Dorstige een garde-zonaaf, die
een zeer ongertgeld leven leidde, op den
boulevard de Grenelle plotseling een aan
val van delirium tremens gekregen. Bij het
zien nl. van eeuige oude uniformen voor
den winkel van een uitdrager geraakte hij
eensklaps zoo in woede, dat bij zijn sabel
trok en zeker omstanders zou gewond
hebben, indien hij niet tijdig door twee
kameraden was gegrepen. Hij schreeuwde
in zijn waanzin aanhoudend „Ik heb hem
niet gedood Ik beb een vlag veroverd
bij Melegnano!"
„Men heeft hem raar het gesticht Le-
Gios-Callon gebracht, want het is waar
schijnlijk, dat hij niet herstellen zal.'
Eene menschenjacht.
Het klinkt bijna ongeloofelijk dat te
genwoordig één enkel mensch, trots alle
veiligheidsmaatregelen, in staat is, eene
geheele volkrijke streek in angst en schrik
te breDgen. De moordenaar Sobezyk gaat
voort, niettegenstaande militairen en gen
darmes hem overal op de hielen zitten,
Silezië onveilig te makeD. Daar de auto
riteiten gezorgd hebben voor de versprei
ding der persoonsbeschrijving van den
moordenaar, vermijdt hij steden en dor-
peD, en schijnt te leven van de opbrengst
der wildernissen. Zondagnamiddag hoorde
de opperhoutvester van Tworog in het
bosch een schot vallen. Hij verzamelde
een aantal mannen om den wilddief te
arresteeren. Plotseling stieten de mannen
achter het struikgewas op Sobezyk, die be
zig was met het aan stukken snijden van
een hert. Sobezyk greep koelbloedig zijn
geweer en mikte op zijne vervolgers, die
spoedig den velddief het veld ruim lieten.
De laodraad, die met het geval in kennis
werd gesteld, requireerde dadelijk per te
legraaf eene afdeeling jagers uit Oels, die
nog des avonds te Tamowitz aankwamen,
om in de volgende dagea in de wouden
jacht op den moordenaar te beginnen, ech
ter zonder succes. Intueschen is Sobezyk
weer op andere plaatsen gezien, zoodat zijn
arrestatie door de jagers van Oels zeer
twijtelaehtig is. Men zegt, dat Sobezyk
pUn heeft den hertog van Ratibor te ver
moorden, omdat diens jagers en houtves
ters hem zouden htbben mishandeld.
De bevolking van Opper-Silezië zal zeer
verheugd zijn, als Sobezyk eindelijk in de
vallen 8 baQ<^en ^er j ustitie zal zijn ge-
^6eöen is het koud,
e s o 11 e g e n t er y00rtdurend.
den klaagt 3^^? krac^
zUnu" deb"u'inee» krank-
doen door Wt p Bter' d'e een re*8 za'
Toor den PpL f aroPefSche vasteland, is
8engesticht een ^raDkzinni-
haar J» "v declamatie snelde
1 'eitrei b"tfen. „Wilt u heden
avond optreden „Als wat vroeg
ze. „Als Lydia„En waar F'
„In het krankzinnigengesticht.' „In
het krankzinnigengesticht F* „Ja in het
krankzinnigengesticht. De voorstelling is
aangekondigd. Mevrouw Gleweris ziek
daar dacht ik aan u, ik snel hierheen
u kunt de voorstelling reddeD. Wilt ge F"
„Ja-' En de kunstenares pakte de be-
noodigheden voor haar optreden bij elkaar,
stapte in den wagen, die gereed stond, en
reed met kloppend hart naar het krank
zinnigengesticht. In een der zalen was een
klein tooneel opgeslagen. Het publiek vulde
de geheele zaal tot de laatste zitplaats toe.
MissNethersol trad op.Hoewel zij eerst ee-
nigszins angstig was, werd zij spoedig door
de ordelijke wijze, waarop de gekken de
voorstelling volgden, en hun verstandig
uitzicht gerust gesteld. Daar valt haar oog op
iemand, die op de voorste rij zit en hiar aan
staart o God, met welk een blik
Ja, dat is de waarziü, de verschrikkelijke,
ongeneeslijke waanzin. En die blik vervolgt
baar, beangstigt haar, breDgt haar van haar
stuk. Met aanwendiug vau al haar wils
kracht gelukt het haar slechts haar rol
ten einde toe te vervullen, de angst snoert
haar de keel dicht doch deze angst
komt haar creatie ten goede. Zij sleept het
publiek mee.
Allen juichen haar luide toe en ook hij,
die op de voorste rij zithij applaudis
seert als een waanzinnige. Het stuk is
geëindigd. Zij treedt in de zaal, waar ieder
een haar bewondert om haar prachtig spel.
Daar klopt haar ïemaud op den schouder.
Hij is het, de waanzi nige,
„Gij hebt talent," zeide bij, „ik wil u
•Dgageeren.' Eu nu spreekt hij vau alle
mogelijke rollen, die zij „bij hem' zou
spelen andere zou creëeren, en nu
nu biedt hij haar de ongehoorde som van
twintig pond in de wtek, om te begin
nen.
Schijnbaar stemt zij in zijn voorstellen
toe. Plotseling bemerkt zij echter den dok
ter. „Om Godswil, verlos mij van dezen
man," fluistert zij.
„Wees blij, wanneer hij u vasthoudt;
weet gij wie hij is Hij is de directeur
van de Brury Lane
Nu heldert zich alles op en zij bar
sten in een hartelijk lachen uit. Tien mi
nuten later is het contract getaekend en
miss Netbersol lid van de Brury Lane.
Bonjour, Joris! Zeg, kerel
bij je gfëngageerd P
Hoe kom je daaraan
Wel, ik heb je al tweemaal met
eene dame gezien.
Kom, je moet niet altijd dadelijk
het ergste denken
Wat is uw vader, j u f-
frouw
Rail-inspecteur, meneer.
U zegt
Rail—inspecteur, meneer, maar de
menschen hier noemen hem haanwachter.
Te ïympie, in Australië,
steeg de luchtreizigster Viola met een
ballon op. Toen zij ongeveer 1000 M. ge
stegen was, geraakte de ballon in braud.
Viola greep het valscherm en sprong uit
het mandj9. Groote ontsteltenis bij de toe
schouwers, toen zij bemerkten, dat ook
dit scherm brandde Toch kwam de koene
juffer behouden benedenhet valscherm
had het juist lang genoeg uitgehouden.
Er is geloopen!
Vóór den Caoutchouc-engutta-percha-
winkel stonden tal van menschen te kij
ken naar een zoogenaamd reiszitbad, waar
in twee kikvorschen wanhopige pogingen
deden om los te komen van het koord,
waaraan zij verbonden waren. Velen men
schen vonden dat zwemmen en spartelen
heel aardig, maar anderen spraken van
schandelijke dierenmishandeling, Eeu zeer
geërgerd heer maakte er een polieitgent
opmerkzaam op en verzocht hem onmid
dellijk een einde aan die dierenmishande
ling te maken. De agent ging ook kijken
en was ook verontwaardigdmaar zeide
er niets aan te kunnen doen. „Dan' zei
de de heer, „zal ik jeven naar den com
missaris gaan I Dit vond de agent het
beste, en terwijl de heer naar 't bureau
liep, ging h ij de winkeljuffrouwen waar
schuwen.
Ondertuschen was een ander man den
dierenbeschermer nageloopen en vroeg hem
of hij wel zeker wist, dat de kikkers leef
den, „ze zijne tegenwoordig zoo ver in de
electriciteit,* zei hij.
„Ben je mal man, de beesten zwemmen
als kikkers!" „Ja, ziet u, ik zei 't maar
voor de voorzichtigheid't zou kunnen
zijn en dan maakt u een mal figuur
„Iveen maar,* zei de heer, „daar ben ik
zoo zeker van Maar intussehen, dank ie
wel
De heer ijlde naar 't poli iebnreau,
maar bedacht zich onder weg „'t was
toch voorzichtiger nog even te gaan kij
ken 'i kon toch zijnHij keerde op
zijn schreden terug :en zie, daar kwam
de agent hem al tegemoet geloopen, met
het bericat, dat de kikkers vangutta
percha waren; hij had er zich een laten
vertoonen maar de beer won 't nog maar
half gelooven en stapte den winkel bin
nen, waar de lachende daaaesbediening
hom een gutta percha kikker onder den
neus hield. Tableau en algemeene vroolijk-
heid onder de menigte
Volharding.
"Wat volharding vermag, zien wij in
het leven van een bekenden John Scott,
later graaf van Eldon (1751—1831).
Hoe weinig deze merkwaard ge man in
zijn jeugd eerst beloofde, kan blijken uit
de omstandigheid, dat zijn vader hem zelfs
niet in zijn steenkolenzaak durfde opnemen,
maar hem bij een eenvoudigen winkelier
in de leer wilde doen.
Dit laatste evenwel gebeurde niet, aan
gezien een oudere broeder van John, te
Oxford woonachtig, er tusschen kwam.
Deze wilde een anderen kant met zijn
broeder uit. En o, wondersinds
zijn vertrek naar Oxford had waarlijk in
onzen jongen vriend een geheele omkee
ring plaats. Was bij tot nog toe lui en
onverschillig geweest, na werd hij ijverig
en belangstellend. Met de borst legde hij
zich toe op de stadie der godgeleerdheid,
waarna hij door bijzondere omsnndighe—
den tot de rechten overging.
En hoe hij studeerde, met welk een toe
wijding, en in hoe weinig guDstige om
standigheden 's Morgens te vier uur was
hij reeds op, en arbeidde dan tot den vol
genden nacht. Vaak was hij gedwongen,
om door zich een natte doek om het
hoofd te binden den slaap te verdrij
ven.
Daar hij te arm was om bijzonder on
derwijs te kunnen bekostigen, schreef hij
niet minder dan drie folio-deelen uit eeu
handschriftenverzameling.
Eu wat, na een welbesteeden dag, de
kracht hem weder moest aanvullen, was
vaak niets anders, dan een handvol
sprotjes.
Eindelijk was hij klaar. Doch toen,-...
hoe kwam hij aan cliënten Aanvanke
lijk maakte hij slechts weinig verdiensten.
Maar langzamerhand kreeg hij naam,
totdat eeo lastig proces dien naam voor
goed vestigde.
Nu was zijn naam gebaand.
In 1793 werd hij bsnoemd tot Konink
lijk Raadsheer, in '93 tot Advocaat-Ge
neraal, in '99 tot Lord Operrecbter, Baron
en Pair. 1801, en andermaal in 1807
tot Lord Kanselier, terwijl hij ten jare
1821 werd verheven in den Gravenstand.
Is dat niet een merkwaardig voorbeeld
van ijver en werkzaamheid dat inderdaad
aan de vergetelheid verdient ontrukt te
worden F Nieuw Leven. P. V. d. V.
De man der toekomst.
„Marie*, zeide hij, een weinig zenuw
achtig, toen zijne wederhelft het ochtend
blad nederlegde en eene cigarette opstak,
gereed om naar het kantoor te gaan 1 „lie
ve Marie, zou je vandaag wat geld voor
me te missen hebben F"
Zijne vrouw zag hem wrevelig aan
„Wat! alweer, George F" zeide zij
„ik heb je pas je huishoudgeld gegeven
laat zien was het Donderdag F
Jelui mannen denkt daarbij dat het
geld de vrouwen op den rug- groeit.'
„Je vergeet lieve", waagde hij het aan
te merken, „dat ik het dienstbodenloon
en de belasting te betalen heb gehad, en
de kinderen hebben allebei nieuwe laars
jes noodig."
„Heb ik je daar dan geen geld voor
gegeven F
„NeeD, lievedat was voor het flanel
voor Annt's warme rokjes die ik maak.
Bovendien, lieve je moet er niet boos
om worden zag ik gisteren bij de voor
jaarsopruiming zoo'n mooie broek dat ik
de verzoekiog niet kon weerstaan die te
koopen, en je weet, dat ik eene nieuwe
broek hoog noodig had.'
Dat 's altijd je praatje, George,* zeide
zij toornig„je verkwisting aan kleeren
is meer dan erg; 't is jammer, dat jij
het geld niet moet verdienendan zou je
er de waarde beter van kennen. Daar,
neem dat, en zie, om 's Hemels wil, dat
je er wat van je huishoudelijke rekenin
gen mee betaalt en het geld niet aan al
lerlei prullen verspilt."
„Dat 's een lief, goed vrouwtje riep
hij, verheugd „laat me je helpen om je
jas aan te trekken* terwijl hij haar in
de vestibule volgde. „Hoe laat kom je
thuis F*
„Dat weetik niet", antwoordde zij. „Ik
heb vandaag op het kantoor veel te doen,
en daarna ga ik vcor een uur of zoo naat
de club. Je behoeft dus met het eten niet
op me te wachten."
„O, dat treft heerlijk zeide hij daar
op. „De waschvxouw komt juist vandaag
en ik moet met de meiden schoone gor
dijnen ophangen. Geef mij een kus, lieve.
Daar komt de tram.
En terwijl de kostwinster snel de deur
uilliep, wierp George haar tot afscheid een
kushand toe, en ging naar boven, om de
kinderen een badje te geven.
'(Naar het Eransch.)
Het slaat twaalf uur, de deur der ge
vangenis wordt geopend en op den drem
pel verschijnt een man.
Hij staat een oogenblik stil en wrijft
zich de oogen, die het daglicht ontwend
zijn. Hij heeft nu eens lust, om zich op
een bank neer te zetten en eeu blik vol
haat te weipeu op de zwarte muren vau
het gebouw, dat hem twee jaren van zijn
leven heeft ontroofd, dan weer om zonder
een blik achterwaarts te werpeD, verre te
vluchten. Maar eer hij een besluit neemt,
is hij omsingeld en in de armen gedrukt.
Zij zijn dus gekomen, de vrouw en de
kindereu, om den losgelaten gevangene af
te halen.
Hoe liefZij moeten dan ook niet wee-
nen en een oogenblik later zijn alle tra
nen met den rug vau de hand afgewischt
en hebben zij zich op weg begeven. Zij
liepen hard, zeer hard en zagen er uit als
lieden, gebogen onder een drokkenden last
waarvan zij zich zeer gaarne zonden ont-
doeu terwijl er in de heldere oogen der
kinderen nieuwsgierigheid, vermengd met
ongerustheid en vrees, te lezes was voor
vader, dien zij sedert twee jaren Diet meer
hadden gezien en die nit de gevangenis
kwam.
Weet je, zei de vrouw, wij wonen
nu aan de zijde van Vanvas.
Zoo verriep hij uit.
Och ja, je weet gaf zij ten ant
woord, naar hare woorden zoekende de
huur was te hoog, ik moest naar een min
der duur verblijf uitzien.
Ik woon aan de andere zijde der ves
ting, op een zesde verdieping. En dan
kwam er nog zooveel kijken
Hoe zoo F
Wel, al brei ik nog zoo hard, 't is
niet genoeg, om onze jongens aan brood
te helpen, 'tls zoo'n lange tijd, twee jaar.
Maar kom, dit alles is nu vergeten.
Voor de eerste maal nam hij haar eens
goed op. In haar moeielijken gang en
haar vermagerde trekken las hij het lij
den, de ontbering en de schande, die hem,
den stoeten man, het hoofd deed neerbni-
gen.
Terwijl hij langzaam voortschreed, ging
zijn geest voorbij het blij verleden, toen
hij aliijd punctueel dagelijks op tijd zijn
omnibus beklom en al was hij door de
zon gebruind, door het stof verblind of
door den regen doorweekt, zieh toch steeds
gelukkig gevoelde, het brood voor zijn jon
gens te verdienen, en met zijn zweep als
met een scepter den burger groette.
Toen kwam de werkstaking. Een stille
ontevredenheid, door kleinigheden aange
wakkerd, da rumoerige vegadering in Vaux
Hallde door woorden dronken gemaak
te hoofden de plotselinge staking vaD het
werkde lange dagen zonder brood, ge
volgd door nog langer wachten van mach
teloos toornen. En dan die dwaasheden,
welke op elke werkstaking volgen omge
worpen tramwagens met vrouwen en kin
deren schermutselingen met politie-agen-
teD beleedigingen van de magistratuur.
Alles te zameu een gevangenisstraf van
2 jaren.
Twee jaren welke hij, de doodeerlijke
werkman, heeft doorgebracht te midden
van het uitvaagsel der maatschappij, ter
wijl zijn vrouw haar gezondheid ruïneerde
en de kleinen honger leden.
En Michot F
Michot, antwoordde de vrouw, heeft
zich na zes maanden weer bij de maatschap
pij aangemeld. Men heeft hem niet willen
terngnemen en hij heeft zelfmoord ge
pleegd,
En Pommie
Hij kreeg drie jaren en zit nog,
maar zijn vrouw is van verdriet gestor
ven.
En Verain F Tassiar F Moron F
Zij lijden gebrek.
En Planchard F
Wie, Planchard F
Gij weet wel de schelm, die de oor
zaak van alles is, de ongeluksvogel, die
ons tot de werkstaking heelt aangezet en
ons op de trams deed aanvallen.
Dat is iemand, wien ik de ribben wel
zou kannen breken, wanneer hij eens zal
hebben uitgebromd. Hij zal toch zeker 20
jaren gekregen hebben.
Stil, rampzalige.
Wat dan F
Hij is lid van de kamer.
Wel gehoord, niet gezien.
Christiaan Urban, eerste violist in de
Groote Opera te Parijs, was een veel be-
teekenend musicus en verheugde zich in
de achting der voornaamste muziek vrien
den. Als hij een zanger met zijn viool
begeleidde, hield hij de oogen bestendig
op zijn instrument gericht, en het is letter
lijk waar, dat hij vele jsren achtereen
speelde ia het orkest der Opera, zonder
een blik op het tooneel te hebben gesla
gen. Eens trof hij in een gezelschap een
joDga dame aan, die hem aansprak als een
oude bekende en hem de beminnelijkste
vleierij voor zijn talent toevoegde. „Wie
is die dame F" vroeg Urban. „Hoe,
kent u haar niet F" zeide de heer des hui
zes. „Ik heb haar nooit gezien."
„Onmogelijk 1 Kijkt u haar maar eens
goed aiu." - Dit is niet noodig," zeide
Urban, „ik verzeker u, dat ik haar nooit
tevoren heb gezien." En toch was het de
beroemde zangeres Malibran, maar Urban
sprak de waarheid hij had haar nooit ge
zien, ofschoon hij haar jaren lang eiken a-
vond hoerde zingen.
Mascagni over zichzelf.
Zooals wij reeds vroeger meldden is de
nieuwe opera Silvano van den componist
van Cavalleria Rusticana bij de eerste op
voering uitgefloten. Een te Napels verschij
nend blad heeft Mascagni naar aanleiding
van dat feit laten interviewen. De maestro
liet zich dienaangaande aldus uit„Wal
ik daarvan denk F Ik denk daarvan in 't
geheel niets. Ik bea hel altijd met het
publiek, de kritiek, naiju impressario en
mija uitgever eens. Daartoe behoef ik mij
volstrek geen geweld aan te doen, want
het spreekt vanzelf, dat ik steeds met al
len goede maatjes moet blijven. Nemen wij
b.v. eens aan, dat ik morgen een nieuwe
opera opvoer; het publiek fluit haar uit,
de kritiek breekt haar af en de inpressa-
rio voert haar van het repertoire. Wat
ik nu in dit geval doe F Wat ik denk F
Wel, ik denk evenals de anderen
schwamm d'rüberHeeft daarentegen de
opera sacces, is het een kas stuk, wordt
zij door het publiek en de kritiek gepre
zen, nu, dan hebbeu de menschen gelijk
en ben ik tevreden. Simtijds verdeelt z ch
het publiek in twee groepen de sis
sers en d« be wonden aarsdan staat de zaak
eeuigszius anders, maar dan ben ik het,
verstaat u mij gotd, meer dan ooit met
allen eens
Dat is het middel voor mij om altijd
vergenoegd en tevreden te zijn. Ik kan im
mers nist mijn meerdere of mindere muzi
kale gedachten aan al de toehoorders in
de steden waar mijn opera's opgevoerd
worden, opdringenIk kan immers het
geheele publiek niet dwingen, te denken
zooals ikDaarom geef ik er de voorkeur
aan te denken, zooals alle andere."
Schagen, 21 Mei 1895.
Uitslag van de beste-
ding der Gemeente-werken. Ingekomen zijn
18 inschrijvingsbiljetten:
limmerwerk, begrooting f950.
D. Kramer, f 1044.80.
Cs. Visser, 1098.
P. Honijk, 781. gegund.
P. Voorman, 920.
Schilderwerk, begrooting f 525.
J. Krans, f 575-
J. Streek, 548.90.gegund.
A. Bakker, 575.00.
T. Vader. 570.00.
J. Baars, 554.00.
Mestselwerken, begrooting f 350.
S. Overtoom f 292.
B. Krooue, 300.
8. Koning, 219. gegund.
Smidswerken, begrooting f 150,
P. Honijk, 149.
H. Blok, 140. geg.
De Levering van Straatzand 108 M3.
Begrooting f 1.80 per Ms.
A. Bruin, f 1.65.
P. Mienes, 1.541/2. geg.
Straatwerken zonder Leverantie.
Begrooting Rijstraten 14 ets. per M2. ri
oolbestrating 15 ets. Kuilenophalen 15
ets., per M2.
E. Krans, 9 ets., 10 ets. en 11 ets. per M2,
J. de Moei, 9„ 9„ 9
gegund.
Naar wij vernemen zal
door den heer Ressing, Hoofd der School
alhier, met luni een cursus in Duitsch
en EngelöCh worden geopend.
Nadere bijzonderheden zullen later per
advertentie worden hekend gemaakt.
Op het programma van
werkzaamheden, ie behandelen op de alge-
gemeene vergadering van Ouderwijzers en
Onderwijzeressen in het Arrondissement
Helder, op Dinsdag 11 Juni al
hier, komen behalve de gewone huishoude
lijke aangelegenheden, voor
a. Eene voordracht over den twijfel
in de schoolwereld, van den heer IV.
Kuijk te Helder.
b. Landbouwonderwijs.
I. Waarom F
2. Kan, en mag de L. Shet geven F
3. Wat kan en mag de L. S. doen ter
voorbereiding er van F
In te leiden door den heer J. Porte te
Winkel.
e, Eene leiding ia Vrije en Ordeoefeni-
gen, door den heer TA. Roep
Deze oefeningen hebben ten doel een
tweetal stellingen toe te lichten.
1. De Vrije en Ordeoefeningen kunnen
de weerbaarheid des lands direct verhoo-
gen.
2. De resultaten door de Vrije en Or
deoefeningen Verkregen, kannen de leer
lingen op lateren leeftijd in het maatschap
pelijk leven ten goede komen.
Dinsdagavond vergade r-
de onzer Schager Zwemvereeniging
ten locale Cérès. Aan de orde was het verkie
zen van een voorzitter en een secretaris,waar
voor gekozen werden de heeren W. Vader
en Zijletraverder werd rekening en ver-
antwoordig gedaan door den penningmee
ster, de rek. den heer Roep-, sloot met een
nadeelig saldo van ongeveer f 15.
Werd vastgesteld dat zoo spoedig moge
lijk een reglements-herziening zal plaats
hebban; bad-kaarten werden verkrijgbaar
gesteld, tegen vergoeding van 15 ct. bij
den heer Joh. iferz.Ingezetenen zullen daar
van slethts éénmaal mogen gebruik
maken; verder werd algemeen goedgevonden,
de noodige verbeteringen aan de inrichting te
doen plaats hebben.
De zwemvereeniging mocht zich verheu
gen in een goed vooruitgaand aantal le
den en kan das met gerustheid het sei-
soen ingaan.
De Godsdienstoefeningen vangen aan
des voormiddags ten halt tien ure.
Donderd. 23 Ds. A. W. v. Kluijve.
{Hemelvaartsdag.)
Zondag 26 Mei Ds. C. Rogge, gewezen
veldpredikant op Lombok).
2 Juni (1ste Pinksterdag)
Ds. A.W. v. Kluijve,
3 (2e Pinksterdag)
Ds. W. v. Deursen.
9 Geen dienst.
16 Ds. A. W. i. Kluijve.
23 Geen dienst
30 Ds. A- W. r. Kluijve
Zondag 26 Mei Barsingerh. Ds. Kooiman.