Mijn lichaam is geheim verborgen
En dat nog wel'door Bamberg'p zorgen;
Zoekt nu 't geheim en vindt ge 't dra,
Dan roep ik bravo en hoera!
Zoek echter maar vrij, als ge 't niet,
weet, zult ge 't geheim zoo gauw niet
vinden.
In dat hoofd zit ondertusschen meer
dan in menig hoofd, dat zich in 't be
zit van eenen romp verheugt. 'tZegtu
onder anderen, zonder ze te zien, hoe
veel oogen er met twee dobbelsteenen
gegooid zijn, zelts zegt het vooruit, wel
ke oogen er gegooid zullen worden. Ook
zegt het, welke kaart getrokken is uit
een geheel spel, dat „de kookelaer",
midden onder 't publiek staande, den
omstanders aanbiedt.
„Wat sulcke wonderlijcke en gbeheim-
sinnighe saeken beduden is mij een raed-
sel. Men moet bet gaen sien," zegt
„de Nieustijdinghe" en met die aanbe
veling aan toekomstige bezoekers van
Oud-Holland, nemen wij van vader Wit-
geest afscheid.
Wat men ook moet gaan zien is 't
antieke Doolhof. Daar heeft men ge
legenheid om zich „slap" „ziek", ja zelfs
„dood" te lachen. Men treedt, alweder
na geofferd te hebben, binnen in een
aardig tuintje met fonteinen, die wel
wat verraderlijk nu eens springen en dan
weer plotseling ophouden.
Op dea achtergrond ziet men een
poortje met bet opschrift
„Wilt gij do'en in het groen,
Dan moet gij het 't in het Doolhof
doen".
Als ge daar eenmaal binnen zijt en
een pas of wat naar links of rechts
gedaan hebt, zijt ge direkt geheel 't
spoor bijster. Ga nu maar aan 't zoe
ken. In het midden staat een koepel,
vanwaar gedienstige bezoekers, die den
weg al gevonden hebben, u op, of
wat meestal het geval is, van den weg
trachten te brengen Ge zijt vlak bij
den koepel, meent geziezoo nog een
gangetje. halt, daar staat een
schot, rechtsomkeert, als 't u blieft.
Dan dezen gang in, dat gaat goed...,
alweer een schot. En zoo kunt ge min
stens een halt uurtje, rondscharrelen.
Voor de waarheid sta ik niet in, maar
ik ontmoette daar een heer die met een
zeer geduldig gezicht rondliep en be
weerde dat hij al van half acht af, aan
't dolen was. En toen hij 't zeide,was
het half tien.
Is men eindelijk op den koepel aan
geland, dan begint de pret eerst recht.
De mensch is nu eenmaal een boosaar
dig wezen, dat zich vaak kostelijk amu
seert, als zijne medemenschen op de
eene of andere wijze in de klem zitten,
tenminste, als aan dat in de klem zit
ten ook eene grappige zijde is. En vooral
amuseert men zich, als men zelf pas
aan dien klem ontsnapt is. Ik stel me
dan ook voor, lezer, dat gij, als ge op
den koepel aangeland zijt, daar nog wel
een half uurtje zult blijven, om over
den rand der balustrade heen, u onder
't genot van een glas bier of een an-
dere versnapering met 't gewoel bene
den te vermaken.
Na een tweeden tocht door de geheim
zinnige gangetjes, die den meest ver
stokten brompot wel moeten doen scha
teren van 't lachen, wacht u nog eene
voorstelling van beweegbare poppen,die
de meest bekende personen uit de Oud
heid en de Nieuwe geschiedenis, zoowel
van de wereld en van Amsterdam, als
van het Doolhof zelf voorstellen.
Daar ziet ge b.v. den 7 M. grooten
Goliath, die met rollende oogen en be
wegend hoofd verachtelijk op den slin
gerwerper David neerziet, 's Mans
zwaard staat in den hoek, een zwaard
om respect voor te hebben! Beide fi
guren zijn trouwe nabootsingen der
echte heelden, die thans nog in 's Rijks
museum bewaard worden.
Daar ziet gij
Een Chinees, (die) in Peking is
geboren.
En eertijds dit huis bezocht met al
zijn toebehooren....
Daar ziet gij
Gustaaf Adolf, de held van
Zweden,
Die met beleid heeft voor kerk en
staat gestreden.
Verder ziet gij daar zijne dochter,
koningin Christina van Zweden, Besje
van Meurs,dat leugenachtig
wijf.
Verbeeld u in vijftig dagen heeft ze'
niet gegeten,
Ze liegt, dat al de steenen zwee-
ten
Besje van Meurs is eene bekende fi
guur uit het oude doolhof. Wanneer
daar de uitlegger haar vroeg, of ze al
gegeten had, gaf ze door gebaren te ken
nen, dat ze in geen vijftig dagen iets
gebruikt had. Tot hare beschaming
werd zij er dan echter opmerkzaam op
gemaakt, dat de kruimels van het laat
ste maal nog aan haar mond zaten.
En voorts wordt u daar voorgesteld:
...De held van Speijk, geplaatst, ja,
aan de Schelde,
Als held dor tweede boot mag men
naam vermelden,....
Beweert de uitlegger.
Ge zult me toegeven, dat ge daar in
het doolhof waar voor uw geld krijgt.
Ik heb dan ook verscheidene malen
bezoekers hooren verzekeren„Dat is
tenminste wel een kwartje waard."
Als ik niet vreesde dat mijn briefte
lang zou worden, had ik u gaarne nog
eene beschrijving gegeven van de fees
ten ter gelegenheid van de opening der
Fransche afdeelingvooral de excerci-
ties van het vendel van Prins Maurits
waren waard, gezien te worden. Dit
dus in een volgenden brief.
irNoord-Holland" van het Neder-
landsch Paardenstamboek.
PLAATSELIJK NIEUWS.
i
GEMENGD NIEUWS.
Zoo is het toch maar al te veel.
merkt.
„De pols g»at nog een weinig zwak,*
merkte heer Drager op en richtte zich nit
zijn gebogen bonding op. In zijn gebeele
manier van doen had bij zoo iels zekers
en onbevangen, dat dor man kenmerkt, die
op en de op zijn wereld kent; terwijl Editb
door een pijnelijke verlegenheid geplaagd
werd. Wanneer nn nog maar een van de
zusters aanwezig geweest was 1
„Zeg mij eens, juffrouw,* nam de jonge
candidaat in de geneeskunde weder het woord,
„bebt ge reeds dikwijls dergelijke bezwij
ming gehad
„Neen.*
„Dns voor de eerste maal
„Ja.*
„Zijt ge anders nog wel eens in den
laatsten tijd ziek geweest
„Neen, niet in het minst. Sedert mijn
vroegste kindsheid, herinner ik mij niet,
ernstig ziek geweest te zijn.*
De candidaat knikte en zag weder met
den rnstiig forschenden blik van den arts
het jonge meisje aan on scheen ieder deel
van haar lichaam aan een onderzoek te doen
ondergaan. Weder kon zij een blozen niet
onderdrukken, ofschoon zij er zich over
ergerde.
„Gij ziet er volstrekt niet naar nit, alsof
ge bijzonder zwakjes zijt. Integendeel, gij
schijnt een gezonde natuur te hebben. Hoe
kan het dan nn gebeuren, dat ge zoo plot
seling ongesteld wordt f Soms een plotse-
lingen schrik Of een geweldige gemoeds
aandoening hoe
Zij schudde het hoofd. „Het kan wel een
weinig overspanning zijn,* antwoordde zij,
rnkte onrustig aan haar stoel en wierp een
vlaggen blik op baar klok. Het was eerst elf
nar. Voor half één kon Margot niet tbnis
sijn.
De jonge mediens had geen denkbeeld
blijkbaar van de stemming, waarin Edith
verkeerde; want hij leunde kalmpjes in zijn
stoel terng en zeide„Ja, ja, dat vele zijn
in hnis en dat stndeeren. Gij zijt zeker
onderwijzeres, juffrouw
Hij zag naar bet boek, dat opengeslagen
op tafel lag. Edith sloeg het haastig toe. De
gedachte, dat bij had gezien, dat het latijn
was, deed haar hevig ontstellen.
„Gjj vergist u,* zeide zij; hare verlegen
heid met moeite overwinnend, voegde zij er
bij, met den wijsvinger naar den hoek der
kamer wijzend, waarin de naaimachine stond:
„Dat ia mijn beroep. Daarbij zal ik mij
wellicht een weinig overspannen hebben.,
fljj volgde met zjjn oogen haar gebaar
Tegenwoordig waren 13 leden en 4
gasten.
Ingekomen was een missive van het
Hoofdbestuur in zake de oprichting in
het Noorden dezer provincie van een
Paardenmarkt, op den dsg vóór de
groote paardenmaikt te Haarlemmer
meer.
Terzelfder zike was ingekomen een mis
sive van de Gemeente Schagen, waarbij
Schagen, 15 Juni 1895.
Donderdag 1.1., 's middags
ten 12 ure vergaderde de afdeeling
en staarde haar vervolgens verwonderd,
ongeloovig aan„Hoe Gij naait op de
macbine voor uw beroep
Zij knikte ernstig.
„Dan zekerlijk", uitte hij, „dan is 't geen
wonder. Bet naaien op de macbine is een
vergift voor een mensch, vooral als het
voortdurend geschiedt, voor het brood." Zij
ne oogen, die zich weder op haar vestigden
vertoonden ditmaal een geheel andere uit
drukking dan vroeger. Het was een men-
schelijke belangstelling, die er nit tegen-
blonk. Hij aarzelde een oogenblik, ver
schoof zjjn bril en zeide vervolgens, niet op
dienzelfden zekeren, bedaarden toon als zoo
even, m-ar met merkbare aarzeling: „Hadt
ge dan niet» anders kannen aanvangen
Daarbij greep hij naar het boek, nam het
eer zij bet kon verhinderen on sloeg het
open, bet titelblad kort onder zijn oog bren
gend. De heftige verwarring waaraan zij ten
prooi was, toen hij haar Levins in banden
nam, verhinderde haar hem te antwoorden.
Een donkere gloed overtoog hare bleeko wan
gen en zij zat mot gebogen hootd als een
betrapte zondarts. De joDge arts evenwel
sprong verrast op.
„Hoe? Gij leest Livias, juffrouw en ver
dient uw brood met naaien Zjjne oogen
waren met een levendige belangstelling op
haar gevestigd.
„O het wa« slechts een oogenblikkelij-
ke inval," stotterde zij, als ter verontschul
diging- „Ik heb het sedert jaren niet in han
den gehad." En met een zekeren ijver, als
mocht tot goen prijs ter wereld de gedachte
bij hem opkomen, dat zij een blauwkons was
die zich overgaf aan mannenarbeid, voegde
zij er ras aan toe: „Ik heb vroeger
met mijn onderen broeder, eensdeels voor zijn
nat en anderdeels voor mijn g enoegen, een
beetje latijc geleerd,.
Haar ijver en hare verwarring riepen een
lachje om zijne lippen.
„Gij gelooft toch niet, juffrouw,* zeide hg,
en zijn stem had ditmaal een warmen klank
„dal ik u een verwijt ervan maak, dat gij
u met latjjn bezig houdt? Ik behoor niet tot
de manoen, die de vrouwen, welke naar een
hoogere wetenschappelijker opvoeding stre
ven, onvrouwelijk en wat dies meer noe
men,.
"WORDT VERVOLGD.
wordt medegedeeld dat de Raad dier gem
in zijne vergad. van 4 Juni 1.1. in ver
band tot het schrijven van het Hoofdbe
stuur, reeds besloten bad tot de instelling
van een paardenmarkt, dit jaar le houden
op dorderdag 25 Jnli e. k.j en dat voor
den aanvoer vaD paarden vrijdom van
marktgeld werd verleend.
De Voorz., de heer J. Breébaart Kt. wijst
er op, dat als Gedeputeerde Staten dit be
sluit van Schagen's gemeenteraad goedkeu
ren, op de leden der afd. Noord—Hoiland
de verplichting rast, het bezoek dier markt
te bevorderen, 't Is wel niet te veronder
stellen, dat deze markt zoo dadelijk reeds
een hooge vlucht neemt, doch als de hou
ders van paarden in deze streek willen
meewerken en ook de 3-jarige paarden aan
de markt te Schagen brengen, dan zullen
de kooplieden, zoowel nit het Bniten- als
uit het Binnenlind deze markt wel bezoe
ken, Op de laatste te Utrecht gehouden
paardenmarkt, heeft de heer Bultman de
Yoorz. v. Hoofdbestuur, reeds met de bui-
tenlandsche kooplui over deze markt in hst
noorden gesprokeD, en die rekenen dan nu
ook op eer, flinken aanvoer van paarden.
Spr. gelooft dat het wenschelijk is, dat
het Dag Bestuur der gemeente Scbagen
bijv. een 200 circulaires laat drukken en
torzendt aan de voornaamste Buitenland-
sche kooplieden.
De heer Jb. Zijp merkt op, dat het van
groot belang is, de zekerheid aan de koop
lieden te verschaffen, dat een voldoend aan
tal paarden ter markt wordt aangeroerd;
Spr, meent dat ook tot de fokkers van paar
den wel het verzoek mag worden gericht,
de markt te bezoeken.
Ook het Bestuur der Afdeeling zon tot de
Remontie-Commissie het verzoek kunnen
lichten.
De heer Berman dankt de vergadering
voor de gegeven wenken, verzekert dat het
Dagelijksch Bestuur van Schagen die on
getwijfeld zal opvolgen en verzoekt tot
welslagen de medewerking van het bestnor
dezer Afdeeling, hetwelk uit denaard der
zaken over vele gegevens kan beschik
ken.
Hierna wordt door de Commissie, be
noemd tot het nazien der rek. en der
prov. Subsidei, bij monde van den heer S.
Bes man geadviseerd tot goedkeuring van
btiden.
De rek. der Afd. over het jaar 1894,
sloot met een Dadeelig saldo ad f 44,85.
De ontvangsten bedroegen f 1114.50 en
de uitgaven f 1159.35. De rek. der Prov.
Subsidie '95 bedroeg in ontv. en uitg.
f 7450.—
Met betrekking tot beide rekeningen
wordt door den voorz. den heer J. Bree-
baart Kz. medegedeeld dat het nadeelig
saldo als openingspost op de rek. '94
f 137.12 bedroeg en dit nog voortsproot
uit de rek. '92. Inmiddels is het nadeelig sal
do geheel ingehaald en bestaat er nu fei
telijk een batig saldo ad f 240, doch dat
komt eerst in de rek. van 't volgend jaar.
De op de rek. der Subsidiën genoteer
de f 2592.50 zal wel niet ten volle be
steed worden; omtrent f 492.50 zal daar
van als batig saldo voor 't volgend jaar ver
blijven.
Dit vindt aanleiding in de omstandig
heid, dat dit jaar, evenals het nog al eens
gebeurd is, de merritëo, aan wie premieën
waren toegekend, niet geveuld hadden, en
dus de toekenning dier premie verviel.
Tot leder, van het Bestuur werden her
kozen de hh,JBreebaart KzJhr. Mr.
Pvan Foreest en F. WBaron van Tuijl
v. SeroosJeerk.
Met betrekking tot de op te
geven voorstellen ter opname onder de
punten van beschrijving voor de Alge-
meene Vergadering der vereen, werd
conform voorstel van den heer Lelcourt
besloten, de vraag te stellen of het wen
schelijk is onder de eischen voor de toe
kenning eener prenrie bij de keuringen
ook te stellen een zekere snelheid.
De heer K. Breebaart Jz. wees er op,
dat in Groningen, waar men op het gebied
der Paardenfokkerij in de laatste jaren bui
tengewoon is vooruitgegaan, men is begon
nen met direct uit Engeland heng
sten in te voeren. Zou 't ook wenschelijk
kunnen zijn, op de alg. vergad. de vraag
te stellen, welk paard 't meest geschikt is
roor elke streek f
De heer Deleourt gelooft, dat men in
Groningen de verandering is begonnen, om
dat men zoekt naar versterking van het
volhoudingsvermogen bij de paarden. Het
Oldenburgsche ras schijnt dit niet in vol
doende mate te bezitten.
De heer Jhr. F. v. Foreestwijst op den
invoer van Hackney-heugsteD. Ook in de
Oldenburgsche paarden, zit reeds veel En-
gelsch bloed.
De heeren J. Breebaart Kz. en Jb. Zijp He.
meenen uit het debat voldoende aan
leiding te putten, om deze kwestie op de
algem. vergad. te doen bespreken. Ook de
vergad. vereenigt zich met dat gevoelen.
Nadat door den voor itter op een vraag
van deD heer Keijzer de noodige inlichtin
gen waren gegeven omtrent het
stationeeren van een hengst op Texel,
sloot de voorzitter de vergadering onder
dankzegging voor de opkomst, en met den
wensch dat allen, die in dt ze provincie be-
langhebben bij den bloei der paardenfok
kerij daadzakelijk mogen bijdragen tot den
I bloei der Afdeeling Noord—Holland, opdat
deze Afdeeling steeds machtiger worde en
hare werkzaamheden kunne uitbreiden in het
belang van de vtredeling van ons paarden
ras.
HIK.—
Volgens den Eranschen geneesheer dr.
Pauzat is een gewoonlijk afdoend middel
tot stuiting van den hik, dat men den
duim en den pink van dezelfde hand
stevig tegen elkander gedrukt houdt. Men
moet dat met beide handen doen en als
dat terstond na het verschijnen van den
lastigen hik gebeurt, houdt dit dadelijk op.
Als ander geschikt middel vonden wij op
gegeven languit op den grond te gaan
liggen met uitgestrekte armen. Het schijnt
dat deze spierrekkingen aan de lastige
schokkende beweging een eiude te maken.
„La Nature" noemt ook nog het drukken
op de middenrifszenuw boven het sleutel
been, als middel tegen hardnekkigen hik.
Als een kanker knaagt aan het
huwelijksgeluk van menigeen de zucht
naar weelde. Men stelt aan het leven al
hooger en hooger eischen. Waarom niet
in eenvoud geleefd Eu vooral waarom
zoo hoog begonnen Waarom in den aan
vang er niet aan gedacht, dat vrijwillig in
eenvoudigen staat aan te vangen, zooveel
schooner is dan, gedwongen, tot eenvou
digen staat af te dalen Waarom er niet
san gedacht, dat voor het huwelijksge
luk geldzorgen zulke groote vijanden
ziju
Zonder geheugen.
Een Amerikaausch geneesheer, dokter
Allen Slar, professor aan het Columbian
College, dtelt het zonderlinge geval mede,
dat een man met uitstekende geestver
mogens zonder eenig geval van beroerte
een tijdlsDg het vermogen tot lezen en
rekenen verloor. Dit onvermogen bepaalde
zich tot eenige letters 1, d, g, q, n, en
ij. Hij kon ze wel zien, doch hij her
kende ze niet meer en die letters waren
voor hem even onbegrijpelijk als Chi-
neesehe letters. Onder deze omstandighe
den werd het lezen hem bijna eene on
mogelijkheid. Hij kon de overige letters
van het alphabet schrijven, doch de aan
geduide niet. Ook de cijfers 6, 7 en 8
waren voor hem onverstaanbaar geworden.
Als hij op zijn horloge keek, zag hij
zeer goed wanneer het vijf uur "-as, doch
e«n uur later zag hij geen kans, uit te
drukken hoe laat het was. Deze ziekte
zetelde in een bepaald gedeelte van zijn
hersens. Langzamerhand verdween deze
eigenaardige storing zijner hersenen en
eindelijk kreeg hij ziju denkvermogen weer
geheel terug
Een herinnering van Sup-
pé aan Lortzing.
Suppó was tegelijk met Lortzing aan
het ^Theater an der Wien" sis dirigent
verbonden. Lortziug had juist zijn Waf-
fenschmied laten opvoeren en daarmee veel
eer ingelegd. „Wat was natuurlijker dan
dat wij na de voorstelling het succes gin
gen vieren door een „guten Trunk"
Den volgenden avond te 6 uren zaten we
nog samen te pooien.
Plotseling herinnerde Lortzing zich, dat
hij ook de tweede opvoering van ziju ope
ra moest dirigeeren. „Franzl*, zeide hij,
„ik ga voor een paar minuten een uiltje
knappen." Toen legde hij zijn armen op
de tafel, ziju hoofd er op en begon te dut
ten. Ik bleef iutusschen door drinken.
Maar het dutje kon Lortzing ditmaal niet
voldoende opknappen. Toen het tijd werd
naar den schouwburg te gaan, zag hij dat
zelf in. „Ik vertrouw mij zelf niet van
avond'' zeide hij. „Ik weet zeksr, dat 't
mis gaat.'„Zal ik in plaats dirigae-
ren?" vroeg ik hem. „Je bent een
beste kerel, Franzlje hebt minder gedron
ken dan ik met jou zal het wel gaan
met mij zeker niet."
Het bleef daarbij; ik ging in plaats
van Lortzing naar den schouwburg en
dirigeerde Der Wafenschmied. Maar mis
ging het toch."
De overmoedige boomtak.
(Een fabel)
Een boomtak, die vol in het blad stond,
werd overmoedig op zijn schoonen, groe
nen dos en zag verachtelijk neer op de
zwarte wortelen, laag beneden hem, die
onder de aarde voortkropen.
Gij woont in de duisternis, nep hij ho
nend nit; ik, ik woon in het volle, heer
lijke licht. En om deza uitspraak meer
kracht bij te zetten, rukte hij zich los
van den stam om tot den zon te vliegen.
Hij viel echter ter aarde en verdorde
daar.
Wie zich tan de gemeenschap losrukt
om overmoedig tot zijn dwaas ideaal te
stijgen, moet ten gronde gaan.
In 1850 vond Corot nog
weinig koopers. Op zekeren dag kwatn een
bankier in zijn atelier, koos een doek nit
en stelde Corot 1000 frs. ter hand in een
enveloppe. Toen.hij weg was opende Corot
de envelop; hij nam de 1000 frs. er uit,
lacr een biljet van 500 frs. er in en zond
z/den koopor terug met d6 woordeo: Het
is veel te veel; mijn werk kan niet zoo
veel waard zijn."
In 1867 was het succes gekomen. „Weet
ge wel, dat ik jaloersch op u word', zei.
de een vleier. „Gekheid", antwoordde
Corot, „niemand ontsnapt aan jaloezie; ik
zelf ben jaloersch". „En op wien?"
„Op Vinceutius da Paolo, die veel goed
deed en ziet arm was.'
Een dienstmeisj e-d e s e r-
t e u r.
Een analoog geval van verkleeding van
een man in vrouwenkleecen om
door middel van een transformatie een
dienst te krijgen, als voorkomt in Tomas
Asselyn's Jan Klaessen, welk tooneelstok
weldra op Oud-Holland zal worden ver
toond, heeft onlangs te Mantua zich voor
gedaan. Het doel dat de Italiaan met zijn
verkleeding beoogde, was echter een ander
hetgeen uit het volgende kan blijken.
Voor eenige dagen geleden verschenen
ten huize van den advocaat Porteli te Man-
tua een wachtmeester en twee soldaten om
een deserteur te arressteeren, die volgms
bij den garuizoencommandant ingekomen
aanwijzigingen daar moest schuil houden.
Het protest van den heer des huizes, dat
hier een misverstand moest heerschen, was
tevergeefs. Het gebeele huis werd onder-
derzocht, doch geen deserteur gevonden.
Daar trad plotseling het eerst, sedert
zes dagen in dienst zijnde dienst meisje de
kamer binnen. Toen zij den veldwacht
ter zag, maakte zij rechtsomkeert en
vluchtte de straat op.
Spoedig echter werd zij door de mili
tairen achterhaald, gegrepen.... en ontpop
te zij zich als den gezochten deserteur.
Naar het verhaal verder luidt, heeft
mevrouw Portelli gezworen, nooit weer een
dienstmeisje te engageeren voor zij vol
doende zekerheid heeft, dat het werkelijk
een meisje, is.
Marktberichten.
SCHAGEN, 13 JUNI 1895. Aangev.
6 Paarden f 70.— a 150.—
2 Slieren
65.- a 75. -
45 Geldekooien(mageie)„ 100.a 150.
15 Vette Koeien
20 Ealfkoeieo
75 Veste idem.
25 Nuchtere Kalveren
35 Schapen magere
75 Idem, vette
515 Lammeren
10 Bokken en Geiten
30 Varkens (magere)
170 a 270.-
130.- a 210.
5*a 17 50
12.- a 24.—
21.— a 28.—
7.— a 14.—
1.— a 9.—
9.— a 11.—
34 Idem(vette) per K.G.„ —.28 a —.30
40 Biggen 3.50 a 6.50
30 Konijnen
10 Kippen
480 Kilogr. Boter
270 Kaas
6500 Kipeieron
6000 Eendeieren
—.15 a 1.—
-.60 a 1.—
—.80 a —.90
—.25 a —.30
3.— a 3.75
3.— a 3.15
HOORN, 13 JUNI 1895. Aangevoerd
Kleine Kaas, hoogste prijs f 27.50, Com
missie f24.Middelbare f aangev.
238 stapels, wegende 72.519 Kilo.
ALKMAAR, 14 JUNI 1895.
Kleine Kaas f 26.50 Commissie 24.
Middelbare f 25.aangevoerd 600 stapels
wegende 190000 K.G.
ALKMAAR, 14 JUNI 1895. Aangevoerd
totaal HL. 3 HL. tarwe f
a H.L. rogge f a
H L. gerst f a 2 H.L,
cbev. f a 27 H.L. haver
f 2.50 a 3.05. HL. boonen, paaiden
f a 2 H.L. bruine- f 18.—
a 8 H.L. citroen- f 9.a 16.—
duiven- a f H.L, witte, f 15.50
a f 20.H.L. erwten, groene-
a grauwe f 19.a
H.L. vale- f a witte
a H.L. mosterdzaad, rood
a 2 geel f a
l H.L. karwijzaad f a
H.L. Koolzaad f a fl.L
lijnzaad f a H.L. kanarie,
zaad f a H.L. blauw
maanzaad f a i
EDAM, 13 JUNI 1895. Aangevoerd:
141 stukken boter, per i/, K.G. f 0.52 a 0.55
kipeieren f 3.50 a f4.— de 100 stoks.
Nuchteren Kalveren f k f 0. - Overhou-
ders f
ZAANDAM 13 JUNI. Ter markt aange
voerd: 118 stapels kleine kaas. Hoogste prijs
f24.-
ENKBUIZEN, 12 JUNI 1895. Heden
werden aangevoerd 29 stapels kaas, prijs
26,— per 50 KG.
De prijzen der zaden waren als volgt
Karwijzaad f 13.75 a f 14.25
Mosterdzaad f 10.75 a 13.Maanzaad
f 7. a .Groene erwten 9.— a
10.50. Vale erwten 13.a 17.— Wijker
Valefa .—.Grauwe erwten f 14.
a 19.— Bruine boonen f 13.a 19-
Paardenboonen f 4.50 a 5.50. Gerst f 3.50
a 4.Haver f 2.25 a 2.75.
Aangev.Vette Varkens f .14 a f .16,
per V, KG. Magere Varkens f 8.— a
f 16.p. st. Biggen f 3.a 6.— Ko
nijnen f0.45 af 1. Kippeaf 1.—af 1.45.
eieren f4.— af 4.25 per 100 stuks. Boter
0.52' a f 0.55 per kop. Schapen f 20.— 28.—
Lammeren f8.— a 15.
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagen.
I fiinjnr"" 1MI tfï müd VO n