Paardenmarkt Donderdag 27 Juni 1895. D 39ste Jaargang No. 3002, Gemeente S c h a g e n. Beken dmakiiigen, Nationale Militie. te SCHAGEN. Binnenlandsch Nieuws. FEUILLETON. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden AD VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J WINKEL. Hureau: SCHAOKUf, Laan, 1> 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60, Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. NIEUWE BURGEMEESTER en WETHOU DERS van ICHAGËX, bren gen ter kennis van belanghebbenden, dat door den RAAD dier gemeente, met goedkeuring van Heeren Gede puteerde Stateu van Noord-Holland, aldaar is ingesteld een jaarlijksche Paardenmarkt, te houden in de maand JULI, en wel op den dag vóór dien waarop gelijke markt wordt gehouden te HAARLEMMER' MEER, welke markt hoofdzakelijk is bestemd voor luxe- en r ij t u i g- p a arden, geschikt voor den bui- tenlandschen handel en voor paarden geschikt voor de Remonte; de laatste vanaf driejarigen leeftijd. De markt zal dit jaar worden gehouden op londerdag 25 Juli a.s, voor de aangevoerde paarden zal geen markt- geld verschuldigd zijn. Heeren paardenfokkers e. a. worden beleefd verzocht tot het wel slagen dezer nieuwe markt, in het noordelijk deel dezer provincie die o. a. zeer wenschelijk wordt geacht door het Hoofdbestuur der Vereeni- ging van het Nederlandsch Paarden stamboek door het aanvoeren hun ner daarvoor geschikte dieren te wil len medewerken, óók in hun eigen belang. Kunnen toch die dieren te Scliagen van de hand worden gedaan, dan worden daardoor de be langrijke kosten vermeden van het vervoeren naar verder afgelegen mark ten, b. v. te Haarlem en elders, verbonden. Buitenlandsche kooplieden hebben reeds verklaard, de markt te zullen bezoeken, indien op eenigen aanvoer gerekend kan worden. 1(11 flllCHIS-, m Almtsitis- k LuhiivIliL De Burgemeester van Schagen, daartoe de noodige aanschrijving ontvangen heb bende, brengt ter algemeene kennis, dat tot den werkelijken dienst worden opïO- roepen onderstaande verlofgangers der lichting 1893} Honijk Gerrit, behoorende tot het Eeg. Grenadiers en JagerB (garnizoen 's-Graven- hage), tegen 9 Juli 1895. Denijs Pieter, behoorende tot het le Reg. Infanterie (garnizoen Helder) tegen 9 Juli 1895. Baars Johannes, behoorende tot het korps Pantserfortartillerie, (garnizoen Helder) tegen 16 Juli 1895. Welke verlotgangers opgenoemde datums bij hun korps present zullen moeten zijn vóór des namiddags 4 ure. Schagen, 21 Juni 1895. De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. Bargemeester eB Wethouders van Scha- gen; Gelet op art. 11 van het Koninklijk Besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad no. 6) en art. 10 en 11 der wet van 11 April 1827, (Staatsblad No. 17); Brengen ter kennis van belanghebben den le. dat de alphabethische naamlijst van alle de binnen deze gemeente voor de schutterij ingeschrevenen voor de lich ting 1895, vanaf heden tot en met den 28en Juni a.s. ter Secretarie ter iuzage is gelegd. 2e. dat de loting zal plaats hebben, ten Raadhuize, op Zaterdag 29 Juni a.s. des voormiddags ten 10 ure. o»er het dienstjaar 1895/96, op den 22 dezer door den heer directeur der direc te belastingen te Amsterdam is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ont vanger der directe belastingen binnen de ze gemeente ter invordering is overgege ven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaand op de voldoe ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervol gingen welke uit nalatigheid zouden voort vloeien, te ontgaan. Schagen, den 25 Juni 1895. Het HOOED van het Plaatselijk Be stuur voornoemd, S. BERMAN. Het HOOFD van het PLAAT3ELIJK BESTUUR der Gemeente SCHAGEN, brengt bij deze ter kennis van de ingeze tenen dier gemeente, dat het kohier No. 1 voor de belasting op het Personeel Schagen, 25 Juni 1895. Bargemeester en Wethoudeis voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. feestda'.um ook de lieve zon verscheen» was alle leed geleden, alle vrees geweken» en nog voor het middaguur had geslagen kwamen de kleinen in feestgewaad, met stralende gezichten en vol van verwachting naar de dingen die komen zouden, op de verzamelplaats bijeen. Hier stonden bak en jachtwagens gereed om hen op te ne men, want men zou uaar Schagen gaan; en zoo groot was de bereidwilligheid om tot het vervoer de behulpzame hand te bieden, dat er meer wagens kwamen dan men gebruiken kon. Toen de volgorde geregeld was, ging het in 18 rijtuigen langs den dijk over den Hemmerweg en door Barsingerhom op Schagen aan. Bij den heer Visser werd uitgespannen en het mag gezegd worden op de meest ordelijke wijze wandelde de vroolijke schaar langs de geopende koek- en speelgoedkra- men naar den stoouidraaimolen op de Laan. In dit nieuwerwetsche Eldorado voor al wat jong is, werd een hoogst plezierig Sociale Roman uit het Vrouwenleven. Aethue Zapp. 7. Op een zekereD dag ontmoette Margot me vrouw Weiier, de vrouw van den regeerings- raad. Zij wilde haar met een eerbiedigen groet voorbijgaan, doch mevrouw Weiier herkende haar en hield haar staande. „Ah, zijt gij het juffrouw! Hoe gaat het u Hoe hebt gij u nieuw beroep gevonden?" „O, ik dank u, beel goed. Ik gevoel mij ten zeerste aan u verplicht,* antwoordde Margot beleefd „en wanneer ik niet ge vreesd bad u te storeD, dan was ik reeds mijne opwachting bij u komen maken." Mevrouw Weiier knikte genadig met neder buigende welwillendheid: „Maar gij stoort mg volstrekt niet. Zeker, gij moet nog eens komen ik heb veel vrije tijd. Kinderen hebben wij niet, en daar mijn man niet houdt van veel visites oi partyen, zoo zijn wjj 's avonds zeer dikwijls alleen.* Margot sprak haar dank uit; in stilte hield zjj deze nitnoodiging niet voor ge meend, doch slechts voor een nitÏDg van beleefdheid. Maar meviouw Weiier kwam nog eenmaal voor zij scheidden, daarop te rug. „Beoefent gy de muziek, juffrouw?* vroeg zij. „Ik zing een weinig.* „Sopraan natuurlyk „Ja, mevrouw.* „Dat is uitstekend. Dan zingen wij te zamen. Ik heb zooals men mij altijd ge zegd heeft, geen kwade altstem. Kom dus eens bij ons. Of nog beter, laten wij een avond vaststellen. Hoe vindt ge, mor gen P« 8 ,lk sta ten allen tijde voor mevrouw ge reed.* 8 Goed I Morgen dus, uw dienst?* „Tot zeven uur.* „Voortreffeljjk. Dan behoeft ge eerst niet uaar huis te gaan; gij komt dadelijk bij ons.* .Zooals mevrouw het beveelt.* Margot wss er nu juist Diet over ver zakt, om met mevrouw Weiier duetten te moeten zagen; naar toch vtiheugde zij Tot hoelaDg duurt zicb over de nitnoodiging; het was eens ee- ne afwisseling, tnsschen het vele eentooni- ge. Ook streelde tact haar eigenliefde, dat de vrouw van haar hoogste meerdere in baar haars gelijke zien wilde. In het middagnnr trok zij te hnis haar beste japon aan, zoodat zij bij bare vrou welijke collega's geen geringe ergernis ver wekte, die zicb dan ook niet onthielden, allerlei boosaardigheden aan haar adres af te zenden. De bureaulisten en andere heeren echter, wierpen nog verliefder blikken dan gewoon lijk naar de .Baronesse*, wat Margot even- wel gebeel koud liet, want deze heeren tel- deD in hare oogen niet mede. Onderge schikten beambten behoorden voor haar niet onder de huwbare mannen. Toen zij| door het dienstmeisje geleid bet salon bij den regeeriogsraad binnentrad, was mijnheer Weiier zelf ook reeds aanwe zig. Hij staarde de binnentredende verwon derd aan, terwijl zijne vrouw bet bezoek levendig begroette. „Ik had mijn man een verrassing beloofd;* sprak zij tot Margot. Nu lachtte ook de regeeriogsraad ea bood Margot vriendelijk de hand. Men praatte een weinig en zetto zich vervolgens aan tafel. Midden in het tafelen, kwam er nog meer bezoek. „Mijn broederl* zeide mevrouw Weiier, toen een mannenstem in de voorkamer hoor baar werd. Oud of jong, gehuwd of nog te krygen ging het Margot door het hoofd. De binnentredende scheen een goede der tiger te zijn; zijn gelaatstrekken hadden veel overeenkomst met die zijner zuster; bij hem alles grover. De uitdrukking van zijn gelaat was ernstig. „Een schoonheid is hij niet,* dacht Mar got. „Maar men kan alles niet by eikander wenschen.* Nadat de voorstelling had plaats gehad „Mijn broeder, mijnheer Tonnies directeur van een fabriek jnffrouw von Bülau* en allen weder gezeten waren, oriën eerde Margot zich met een pasr zteelsgewijze blik ken. Oode zjj dank! Noch aan de rechter,nocb aan de linkerhand, waB die geijkte breede gouden band, die hare opgewekte hoop reeds in de kiem weder zou verstikt heb ben. Terwijl Margot tot nog toe een terughou dend, bescheiden optreden voor passend ge houden had, werd zij tm eenenmale levendi ger en spraakzaam. Hare oogen straalden, hare wangen kiemden zich, zelfs h-ar slem veranderd,! ploistlu g en kreeg een wel- Schoolfeest te Kol- horn. Daar de mazelen te KOLHORN een zeer gunstig verloop namen, kon de ver- eeniging D. Sf D. hoewel wat laat, toch nog besluiten haar vroeger beraamd plan te volgen door getrouwen schoolbezoe- kers ecu feestdag te bereiden gedurende de Schager-Kermisweek. Een regeliDgs-com- missie was onnoodig, waut een ieder, die er de gaven, de middelen en den lust toe had, spande zijne beste krachten in om dit feest zoo goed mogelijk te doen sla gen. Eu het is geslaagd. De datum was bepaald op Vrijdag 21 Juni. Men kan dus nagaan hoe treurig en verslagen de kleinen in huis omdoolden, toen de Don derdag van te voren regen en niets dan regen bracht. Maar, daar in den voor avond de lucht opklaarde, en met den luidenden, vleieuden klank. Den man kon men het aanzien, dat hij in het omgaan met jonge dames oiet zeer bedreven was; hij sprak bijna geen woord tot Margot; maar richte zich aanhoudend tot zija zwagar, zijne blikken zweelden telkens, aangetrokken door een vreemdsoortige maebt, naar Margot en deze, boe druk zij ook iD gesprek was met mivrouw Weiier, was toch op haar post en geen beweging, geen gelaats uitdrukking van den fabrikant of die werd door baar waargenomen. Terwijl zij schijnbaar haar geheele opmerk zaamheid wijdde aan baar gesprek, hoorden hare ooren scherp naar het gesprek van de mannen; zij bad een zeer onduidelijk begrip van de betrekking van zulk een directeur schap en zoo deed zy moeite om uit het onderhoud der beide heeren eeaige inlichtin gen te verkrijgen. Zooveel begreep zij, dat hij meer was dan een ondergeschikte. Hij was directeur aan een chemische fabriek, die aan een genootschap toebehoorde en een equipage stond hem ten dienste. Juist die laatste omstandigheid imponeerde baar onge meen; dat scheen haar het duidelijkste be wijs, dat er kapitaal aanwezig was, ja wel licht dat hij rijk was. Terwijl er muziek gemaakt werd, posteer de mijnheer Tonnies zicb achter Margot, die niet naliet, telkenmaal wanneer hij het mu ziek blad omsloeg, met een vriendelijken blik dank te betuigen. Even na tien nnr nam Margot afscheid. Mevrouw Weiier wilde het dienstmeisje op dragen Margot te vergezellen, en haar naar huis te geleiden. Maar mijnbeer Tonnies bood aan, haar onder zijne hoede te nemen. Op straat ontspon zich een levendig onder houd tusschen hea beiden. Niet meer onder de bespiedende oogen van mevrouw Weiier, kon Margot zich meer aan haar belang wij den. Met goed overlegde berekening wist zij taa&r geleider door geschikte vragen tot spreken te krijgen. „Mijnheer, gij zult mij wel voor vreese- lijk dom koudon,* begon zij op zeer goed gehuichelden kinderlijk-nsïven toon, wan neer ik u vraag, wat eigenlijk een genoot schap is?* „Maar ik verzoek n wel, juffrouw,* haastte hij zich, „krachtig te mogen protesteeren.* En nu gaf hij haar een duidelijke, wijdloc- pige verklaring van een aandeelec-vennoot- schap, die zij oogenschijnlijk met de groot ste belangstelling aanhoorde: maar die haar innerlijk met de grootste verveling en on geduld vervulde, want zij brandde van ver langen om meer te hooren. „En de directeur, is die de leider van een half uurtje doorgebracht Een heerlijke kop Chocolade met de noodiga kreutebroodjes wachtten hen ver volgens in den fraaien tuin van den Heer Broersmaon aldus versterkt ging het naar da Schouwburgtent van deD heer W. Hart waar Roodkapje vertoond zou worden; ge volgd door een ballet. Het aardige voor stuk viel nog al in den smaak van de kin deren, omdat zij begrijpen konden wat zij zagen. Onder algemeene hilariteit werd „de Wolf" begroet en hoe zalig was voor heu de ontdekking dit het „maar een man" was. Interessanter zou het echter geweest zijn als de rol van Roodkapje door de doch ter van den heer Hart weergegeven was. Die is voor dit rolletje als geknipt. He laas Ijeene ernstige ongesteldheid belette haar op ie treden en zoodoende werd die rol door de vrouw van den heer Wijlac- Icer gespeeld, wat minder voldeed. Het ballet maakte echter alles goed Men kreeg „De groene Duivel of de be- tooverde Bakkerij".De kinderen gier den het uit van de pret en hoogstvoldaaD ging men na afloop naar de poffertjeskraam. Toen er voor verzet nog eens gebruik ge maakt was van den draaimolen op het slotplein en men in den tuin van Broers- ma nog een heerlijk glas melk gedronken had, ging het weer in optocht over de kermis naar de Laan, om nog een harte lijk afscheid van den stoomdraaimolen te nemen. Hiermede was de feestpret nit. Men dronk bij den heer Visser nog een glas melk en toen elk in zijn wageD zat, die in middels weer bespannen waren, kreeg ie der kiud, voor tijdverdrijf een flinken zak noten en mangelen ter behandeling, als mede een tweeden zak, gevuld met suiker werk. Zoo toegerust werd de terugtocht aanvaard en juist om acht uur kwamen de rijtuigen teKolhorn terug,waar bijna de halve gemeente op den uitkijk stond om de jon ge feestelingen in ontvangst te nemen. Dat er voor de zieke kindereD, en voor de allerkleinsten, die thuis moesten blijven, meer dan voldoende gezorgd was, behoeft niet nader omschreven te worden. Nog eensdit schoolfeest is geslaagd en goed geslaagd ook, dank zij de beide commis- siëu die er een paar soirees voor georga niseerd hadden; dank zij de dames—mede werkenden, die zich heel wat moeite ge troost haddden om het doel te helpeu ver- wezelijken; dauk eindelijk het Kolhorner publiek dat zich niet onbetuigd liet, toen het finautietl gedeelte aan de orde kwam. Twee dingen zijn gehoopt en gewenscht. Eerstens dat het D. D. moge gelukken de gelden, benoodigd voor eene volgende schoolfeastviering op even gezellige en in den smaak vallende wijze bij elkander te krijgeD, en tweedens, dat het boven om- schrevene zich niet tot een enkele moge blijven bepalen. Het wskt te aangename herinneringen bij jong en oud om niet voor herhaling vatbaar te zijn. Ten slotte zij nog vermeld dat de schoollijsten zoo weinig schuldige verzuimen aanwezen, dat 151 kinderen van de feestelijkheden kon den profilceren. Zondag trad voorde Her- vormde Gemeente te KOLHORN op, de heer R. Lelie, hulpprediker te Waverveen. Vee] was onder de Kerkeraadsleden die optreding voorafgegaan, maar bepaald foutif wss bet bericht van verleden donderdag waarin gezegd werd dat de heer L. te Kol- horn „beroepen* was. Mocht het eventu eel tot een beroep komen, dan zou hel in elk geval wel ongeveer September wor- dusdanige vereeniging?* „Zeker juffrouw. Bij industrieels inrich tingen zijn er gewoonlijk twee: een die toe zicht houd over de fabriek en eeo ander die de goedoren verkoopt." „Bij uw genootschap dus ook „Zeker. Met het in- of verkoopen der goederen heb ik niets te maken. Ik ben scheikundige van mijn beroep.* „Zoo! en die directeuren, kunnnen zij doen wat zij willen?* Hy lachtte, .dat nu juist niet, zij zijn de raad van toezicht en vooral aan de algemeene vergadering rekening en verantwoording schuldig." „De algemeene vergadering? Wat is dat?* „De algemeene vergadering bestaat uit de personen die aaodeelen bebben. Ieder aandeel vertegenwoordigt ééue slem." „Wie heeft die aaodeelen?" „Wie? Wel verscheidene personen. Een groot deel bevindt zich gewoonlijk in banden van den raad van toezicht en der directie." „Dos de directeur bezit ook aandeelen?" „Zeker. Gewoonlyk het grootste ge deelte." Dit antwoord vervolde Margot met groo te beviediging en met oprechte belangstel ling vroeg zy verder: „Hoeveel waarde heeft zulk een aandeel „Gewoonlijk honderd guldeo, dat wil zeg gen, nomioaal. In de werkelijkheid is de waarde dikwijls geringer, dikwijls een veel grootere. Zoo bijvoorbeeld bij ons. Onze aandeelen staan op honderdvijftig per stuk.* „Honderdvijftig 1* uitte zij bewonderend. Zij was met het resultaat harer vragen zeer tevreden. De beduidendbeid van haar ge leider had voor baar in de laatste oogen- blikken zeer aan waarde gewonnen. De directeur evenwel was buitengewoon tevreden over het vlugge bevattingsvermo gen van zijn nieuwe kennis. Zoo ODgedwODgen hsd hij nog nooit met een jong meisje gesproken, en dat nog maar bij zulk een korte kennismaking. Zij waren al reeds zeer nabij de Zweed- scbe straat, toen eindelijk bet gesprek meer persoonlijk werd. ,Ik zal toch zeker dikwijls het genoegen hebben, n bij mijn zuster te zien „Mevioow uw zoster was zoo vriendelijk mij voor* den volgenden dinsdag uit te noodi- gen.* „Zoo den volgenden dinsdag," herhaalde hij terstond. Vervolgens zeide hij Da eeo korte pauze, plotseling .Weel go juffrouw, dat j men pretfg met o bibbelen kan?* „Ach, gy overdrijft, mynhter „Tonnies, weerde zij bescheiden en gepast af. „Neen waarachtig niet. Gij toont belang stelling voor ernstige dingen. Pat vindt men zoo zelden bij onze tegenwoordige jooge da mes." „Men kan toch niet altijd over het weer of over dansen spreken, of komische voor vallen vertellen.* Een allerliefst, schelmsch lachje plooide zich om hare rozenroode lip pen. Ook hij lachte. „Niet waar ant woordde bij. „Maar het schijnt anders toch of onze jonge dames geen ander en pretti ger thema kennen." Toen zij dicht bij haar buis waren aan gekomen en Margot hem hare woniog had aangewezen, namen zij afscheid. Hij reikte haar de hand en zeide, haar in de oogen ziende: „Tot wederziens, tot aanstaanden Dmsdag 1" Zij echter gaf zich het voorkomen van een onschuldig kind en zeide„Komt gij dan ook altijd dinsdag?" Hij glimlachte. „Niet altijd, maar dit maal zeker," antwoordde hij met nadruk. Margot zag hem zeer verwonderd en toch verheugd aan en beantwoordde zijn hand druk zeer zacht en ging hare woning binnen. Mevrouw Weiier was zeer verwonderd, toen haar broeder reeds den volgenden dag weder haar gast was. Dat was iets geheel buitengewoons en moest wel een bijzondere oorzaak hebben. Het is niet de gewoonte van een ernstig man, om de zaak welke hem ter harte gaat, achterwege te houden, en zoo bracht hij spoedig het gesprek op de juffrouw, die hij den vorigen avond had lee- reu kennen en deed onderzoek naar hare persoonlijke omstandigheden. De regeeriogsraad gaf lachend inlichtingen over de manier waarop juffrouw von Bülan zicb bij hen hsd voorgesteld en mevronw eiler deed de opmerking wel een weinig scherp: „Schocbter is zij niet." Zij ergerde zich in stilte, dat haar broe der voor een jong meisje, dat hij nauwelyks bad leeren kennen, reeds een levendige be langstelling koesterde, terwijl zjj zich sedert jaar en dag moeite gaf, hem voor een dame harer kennissen, eenig warmer gevoel te doen verkrijgen. Dat mankeerde er nog maar aan, dat hij zicb voor zulk een arm ding, dat men ei genlijk in 't geheel nog niet kende, en dat men eigenlijk uit barmhartigheid had op genomen, zou interresseeren Deze man nen op een reeds gevorderden leeftijd en van het temperament van haar broeder, lieten zich zoo licht een rad voor oogen draaien. Da argwaan welken rij reeds koesterde, werd nog verhoogd door het verse ij oen voa

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1