Anna-Paulowna-Polfler, Zondag 15 September 1895. 39ste Jaargang In o. 3025. et EEST j Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL JSsircao: SCHA©EI. Laan, O 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. GemeenleSchagen. Bekendmakingen. Nationale Militie, Binnenlaudsch Nieuws. op 11 September 1895. AimitiliE- L blad Burgemeester en Wethouders der Gemeente SCHAGEN Brengen, ter voldoening aan de der de alinea van Art. 26 der Wet op de Nationale Militie van den l^e» Augus tus 1861 (Staatsblad N°. 72), ter ken- nisse van de belanghebbenden, dat het overeenkomstig Art. 25 dier Wet af gesloten Inschrijvings-Register van 1895, voor de lichting 1896, met de daaruit opgemaakt alphabetische naam lijst, op heden ter Secretarie der Ge meente voor een ieder ter lezing is nedergelegd tot en met den 21en dezer van des morgens 9 tot des namiddags 4 ure. Schagen, den 13 September 1895. Burgemeester en Wethouders voor noemd, S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. In Januari 1894 bevatte D* Gids een belangrijk artikel van den hoogleer aar Cort van der Linden, waarin hij eene poging aanwendde om de strijden de partijen in zake het kiesrecht tot overeenstemming te brengen. Zeer opmerkelijk is, dat hij destijds de aanhangers der Regeeringsontwerpen voorstelde als voor geen rede vatbaar, als met den minister Tak door dik en dun voorthollendehij deed het voorko men, alsof men even weinig aandacht schonk aan de tegenwerpingen als aan de voorstellen der tegenstanders. Hij wilde, om tot een eervollen vrede te komen, aan de bezwaren der tegenstan ders tegemoet komen en deed daartoe een voorstel, of lievergaf een schets van een voorstel, dat z. i. dat doel kon bereiken, zonder dat men stuitte op de bezwaren, die z. i. den „groeten" amen dementen aankleefden. In verschillende bladen is destijds aan getoond, dat dit voorstel in het wezen der zaak groote overeenkomst had met de amendementen, en het heeft nog grooter overeenkomst met het ontwerp- van Houten, zóó zelfs, dat de ontwik keling der denkbeelden van den heer Cort van der Linden in De Gids van Januari 1894 herhaaldelijk, ja bijna doorloopend doet denken aan de gefor muleerde voorstellen van den heer van Houten. Men zou dus gemeend hebben, dat die voorstellen, behoudens verbeteringen, den hoogleeraar zeer zouden bevredigen. Niets echter is minder waar. Yoor de mocraten en sociaal-liberalen noemt hij thans, in De Gids van September 1895, het ontwerp volstrekt onaannemelijk. Hij noemt het met al zijne tabellen „typisch conservatief." Maar ook afge zien van dezen kunstmatigen grondslag kan het kiesrechtontwerp z. i. den toets der meest welwillende critiek niet door staan, omdat het niet voldoet aan de elementaire eischen eener goede kies rechtregeling 1°. dat zij rechtvaardig zij2°. dat zij berust op vasten grond- slag30. ,je kiezers, die zij in het leven roept, hun recht hebben en hou den, onafhankelijk van vreemden in vloed. Dit oordeel, in enkele trekken de hoofdgebreken van het ontwerp samen vattende, heeft te meer waarde, omdat het komt van hem, die weleer de aan hangers van Tak's ontwerp de les las, omdat zij niet meegaande genoeg wa ren ten aanzien van denkbeelden die hem, nu hij ze uitgewerkt voor zich ziet, een „volstrekt onaannemelijk* ontlok ken Nu hij ze uitgewerkt voor zich ziet. Daar zit de kneep. Het Handelsblad roeent dat, als eenige voor de hand lig gende gebreken weggenomen zijn, het ontwerp veel overeenkomst zou vertoo- nen, met hetgeen de heer Cort van der Linden destijds voorstelde. Zeker dat hebben wij ook reeds gezegd en dat zooals het libl. meent het „zelfstan dig bestaan" bij den een hetzelfde zeg gen wil als „de vastheid van levens stelling* bij den ander, is even waar, als dat met beide uitdrukkingen niets anders bedoeld wordt dan wat Tak, alleen juister en meer algemeen verstaan baar, noemde „het voorzien in het on derhoud van zich en zijn gezin!" Dat alle3 is even duidelijk en het staat vast, dat ieder, die eene goede oplossing van het kiesrechtvraagstuk wil bereiken, kiesbevoegdheid moet schenken aan wie zonder hulp van anderen hun eigen brood verdienen en hun gezin onder houden kunnen. Die kiesbevoegden nu wilde de heer Cort van der Linden destijds vinden door het aanwijzen van maatschappelijke groepen, die niet alien aan dezelfde eischen behoefden te vol doen, en waarvan hij de samenstelling in zijn artikel omschreef. „Maar," zoo schreven de bladen, waarvan wij zoo even gewaagden destijds, „is die opgave volledig Hij zelf zal het niet beweren. Maar wat meer is Wat hebben wij aan die opgave Wat geeft zij ons meer dan de Regee ring (Tak) schenkt, met haar korte dui delijke, voor geen tweeërlei uitleg vatba re formule, die geen bevoegden uitsluit en geen onbevoegden insluit En wat eischt zij minder van den wetgever Evenals bij de regeeringsformule, zal bij die van den heer Cort van der Lin den in de wet in bijzonderheden moeten worden voorgeschreven, wie geacht wor den aan de algemeene eischen te vol doen, en bij die nadere omschrijving zal men ondervinden, dat de zaak wel meer ingewikkeld wordt, wel in de practijk tot allerlei moeilijkbeden zal aanleiding geven, maar dat geen enkel der bezwaren, die men aan het Regeeringsvoorstel ver bonden acht, door het nieuwe voorstel uit den weg geruimd worden." Een practisehe toepassing van het ideaal van den heer Cort van der Linden is het ontwerp van Houten. Dat het hem niet bevredigt, is een ge volg daarvan, dat men, om zulk een ideaal werkelijkheid te doen worden, ge bruik moet maken van gebrekkige hulp middelen, van willekeurige grensbepa lingen. Als de maatschappij verdeeld ware in groepen, met eigen, vaststaande, waar neembare grenzen, dan zou men die kunnen gebruiken voor de toekenning der kiesbevoegdheid; maar dan zou im mers ook wel ieder van zulk een voor treffelijk hulpmiddel gebruik maken Doch zulke grenzen zijn er niet, en daarom moet men ook voor die groe pen grenzen stellen en als men daar voor dan „positieve kenmerken" zoekt, dan komt men, hetzij dan naar het stelsel-CoRT van der Linden of naar het stelsel van Houten, of naar welk ander stelsel ook, terecht bij huurwaar de, verdiend loon, belastingaanslag, bezit, capaciteit of wat anders ook, maar al tijd bij willekeurige eijfers„die burgers van gelijken stand en levensstelling scheiden", zooals de heer Cort van der Linden het uitdrukt, of die m. a. w. scheiden wat behoort bijeen te blijven. Dat het zoo en niet anders is, was ook de overtuiging, waartoe de heer Tak gekomen was en waarom hij het stelsel van „positieve" kenmerken geheel liet varen. "Wat hij daaromtrent in zij ne Memorie van Toelichting zeide, wordt ten volle bevestigd door de moeilijk heden, waarop de heer van Houten stuit bij zijn pogen om door positieve kenmerken de bevoegden en de onbevoeg den te scheiden ten volle bevestigd ook door het scherpe oordeel,dat fl# heer Cort van der Linden nu uitspreekt over wat eene toepassing van zijn eigen denk beelden mag heeten. Is dit scherpe oordeel, hoewel kwa lijk te rijmen met het vroeger be toog,zeker gegrond te noemen, onjuist is daarentegen wat de geachte schrijver zegt omtrent de houding, die „democraten en sociaal-liberalen" tegenover het ontwerp hebben aan te nemen. Om een „volstrekt onaannemelijk" uit te spreken, moet men de staatkundige verhoudingen, waarin wij 1 verkeeren, geheel over het hoofd zien. En de taak, die de „minderheid" heeft te vervullen, is eene andere dan die de hoogleeraar haar opdraagt. „De min derheid zal,* zoo meent hij, „natuurlijk in ieder geval alles doen om het ont werp in haar geest te wijzigen, doch het is niet waarschijnlijk, dat zij zal slagen. Het is een ander beginsel dan het hare, dat zij tegenover zich ziet. Maar juist daar mede mag zij niet transigeeren. Valt de wet, welnu zij valle, omdat de regeling veroordeeld is. Valt de Regeering, zij valle, omdat eene regeering moet steu nen op de partijen, niet boven de par tijen mag zweven. Er zal dan zeker geen positief resultaat zijn verkregen; maar men bedenke dat een negatief re sultaat altijd beter is dan een slecht re sultaat. De minderheid kan dan aanstu ren op grondwetsherziening of op eene regeling, die een bona-fide-kiesrecht ves tigt op een direct bewijs van oeconomische zelfstandigheid. Zij houdt haar eigen weg open en haar eigen vlag hoog." Dit klinkt wel mooi en ferm, maar het is niet bijzonder wel doordacht. Zoo eenvoudig staan de zaken niet. De vroegere oppositie had eene ge makkelijke taak. Zij wilde Tak's ont werp doen mislukken. En zij maakte van alle middelen gebruik om dat doel te bereiken. De tegenwoordige minder heid heeft eene andere, een lastiger taak die veel doorzicht, veel beleid en vooral veel zelfbeheersching vordert. Zij moet niet alleen trachten het ontwerp te ver beteren, zij moet ook trachten te voor komen, dat het nog slechter gemaakt wordt. En bovenal moet zij de einduit komst in het oog houden en helpen ver mijden, dat door eene vereeniging van minderheden ten slotte „geen resultaat" verkregen worde. „Geen resultaat" is in derdaad erger dan de heer Cort van Linden zich voorstelt; want als het ont werp valt en dientengevolge de Regee ring valt dan zal eene nieuwe Ka merontbinding onvermijdelijk zijn en on der welke omstandigheden zullen dan de verkiezingen plaats hebben! Dan zal waarschijnlijk de verwarring in de staat kundige verhoudingen nog grooter wor den dan zij nu reeds is, en dan moge men op grondwetsherziening en eene be tere kiesrechts - regeling aansturen wanneer zal men dit doel bereiken? Men ziet dus, dat de zaak niet zoo eenvoudig is als de heer Cort van der Linden zich voorstelt, en dat onze geest verwanten in de Kamer een zeer moei lijken en voor het belang van land en volk hoogst gewichtigen plicht hebben te vervullen en dat het een verkeerde raad is, daarbij alleen te letten op wat men zelf principiëel het beste aebt. van den Onze particuliere Correspondent uit de Anna Paulowna schrijft ons Wij hebben feest gevierd, want de 11 September ligt achter ons. En hoe is er feest gevierd Prettig en toch waar dig De bevolking van Anna Paulow na heeft den vreemdeling getoond, ook zonder dronkenschap of liederlijkheid zich te kunnen ontspannen, en daarme de zijn we hoog ingenomen Maar laat ons een blik terugslaan op de vorige dagen. Zondag j.L ontving het feest, als 't ware zijn wijding, door de godsdienstige herdenking in de Herv. Kerk, onder lei ding van Ds. Pareau. Zeker niemand beter dan onze hooggeschatte predikant, die reeds 38 jaren het lief en leed van den polder deelt, had dit kunnen doen en zijn ernstig en gemoedelijk woord heeft zeker in menig hart weerklank ge vonden. Ook in een of meer andere kerken in deze gemeente, heeft men, naar wij vernamen, mede het feit her dacht. Maandag en Dinsdag waren drukke dagen van voorbereiding, maar„Veel handen maken licht werk" en 't werd bewaarheid; want wat was in die twee dagen al niet gedaanIntusschen, on derling hulpbetoon en eendrachtige sa menwerking verrichten wonderen. In den loop van Dinsdag hoorde men tel kens als 't weer nu maar goed blijft maar 't weer hield zich niet goed. Een stortvloed van water in den nacht van Dinsdag op Woensdag, deed menige verzuchting en jammerklacht slaken, maakte honderden lampioens onbruikbaar, en bedierf het schoon van menige ver siering. Daarbij maakte een hevige wind het vooruitzicht op een algemeene illuminatie heel slecht. Gelukkig was 't Woensdagmorgen toch droog en de gemeente was op vele plaat sen wel een kijkje waard. Allereerst trok aan de Kleine Sluis de groote ophaal brug de aandacht, en was als versiering een waar pronkstuk te noemen; de stei- len, kettingen en leuningen versierd met sparregroen en levende bloemen, de klappen met groen en vlaggen gedra peerd en aan de bogen aan weerszijden het wapenschild van den polder, geflan keerd door de jaartallen 1845-1895, waarboven trofeën. Een woord van lof komt hier toe aan den heer Stuit van Alkmaar, die door de exploitatie van den tuin bij de Dubbele-plaats als 't ware, hier reeds half burger is. Op der gelijke wijze werd de brug aan de E- wijcksluis versierd, onder de leiding van onzen opzichter den heer Dekker, bijge staan door de burgers van de Ewijck- sluis, die geheel uit eigen middelen en met eigen krachten dit fraaie werk tot stand brachten. Hulde aan de EWIJCK- SLUIZERS Aan de KLEINE SLUIS trok verder de aandacht de eerepoort bij den Heer P. Wilms, door dezen voor eigen rekening gebouwd, opgesteld en door de buurtbe woners versierd. De kleine brug bij Veerburg prijkte met eene sierlijke eere- boog, aangeboden door Dr. Overduin van Wieringerwaard en aldaar vervaardigd. Zeer veel particuliere gebouwen prijkten met poorten of guirlandes, te veel om elk op te noemen, terwijl langs de geheele buurt eene algemeene versiering van groen en rozen was aangebracht, waartoe een schaar van jonge meisjes de behulp zame hand hadden verleend. Voeg daar bij eene algemeene vlaggentooi (op het Polderhuis wapperde nevens onze drie kleur ook de Russische vlag) en men kan zich voorstellen dat de Kleine Sluis feestelijk getooid was. Maar niet minder was dit het geval aan de SPOORBUURT Hier werden twee eerepoorten opge merkt, een aan de Molenvaart bij den Nieuwen Weg, en een tusschen de R. K. Kerk en 't station, benevens vele par ticuliere versiering. Een en ander was ook weer uit ei gen middelen en door eigen kracht sa mengesteld, waarvoor wij de bewoners van den Spoorbuurt een woord van lof toespreken. Het geheele station was verder aan de voor- en achterzijde keu rig met vlaggen en sparregroen gedra peerd, waarbij eerepoorten voor het per ron en aan het goederenmagazijn wer den opgemerkt. Boven de laatste las men op een schild, aan den rand„Ter eere van het 50-jarig bestaan van den Anna-Paulowna-Polder" en in het mid den een locomotief met tender. Deze hulde danken wij aan onzen stationchef, den heer 7er Halldie ook nu weder ruimschoots blijken gaf van sympathie voor onze gemeente. Niet onaardig is het, hierbij te vermelden, dat bij het bin nenkomen van de eerste treinen uit Hel der en Amsterdam drie saluutschoten klonken. Verder zag men zelfs in de meer verwijderde deelen onzer gemeente de driekleur ontplooid, die fier, soms al te fier hare banen deed wapperen, want de sterke wind speelde menige vlag parten. Tegen 9 uur zag men van al le kanten rijtuigen en paarden naderen voor den optocht, die om 10 uur een aanvang nam volgens de vastgestelde route. Voorop de heer J. A. Kaan met een vlag. Daarop volgde de eerewacht waar achter het muziekskorps der Kon. Ned. Marine, dat zich bij het vertrek deed hoo- ren. Een allegorische voorstelling van de wording des polders trok nu de aan dacht. Allereerst zag men Neptunus, den God der zee, vergezeld van eenige tritons, gezeten tusschen wier, zeeschel pen, enz. Toen versoheen een typische polderkeet met eenige polderjongens, in rood en blauw baai gekleed, voorzien van gereedschap verder eene trouwe nabootsing van de eerste watermachine van den Poldereen volgend tijdvak werd voorgesteld door Céres," de Godin van den landbouw, vergezeld van eenige nim fen, en voorzien van landbouwproducten en attributen voor den landbouw; de visscherij werd ten slotte voorgesteld door eene sierlijk versierde boot, met netten, levende visch, enz. Veel moeite en zorg had men zich getroost om den optocht hiervan aantrekkelijk te maken en de opstellers zijn daarin volkomen geslaagd. Onderscheidene photografiën zijn van de verschillende deelen geno men en allerwege trok dit deel belang stellende aandacht. Alle lot komt hier van toe aan de heeren C. H. GeeversR. Dekker en W. Sieuwers Jz. Achter de allegorische voorstellingen volgde het pol derbestuur in rijtuigen en vervolgens anderen, die den tocht op dezelfde wij ze mede-maakten ongeveer 80 rijtuigen in het geheel. Aan het Kerkhof werd halt gehouden, en de Dijkgraaf, de heer Th J. Wal Ier nam bij het graf van den -heer De Leeuw het woord. Allen ont blootten het hoofd. Hij zeide ongeveer het volgende „Bijna 15 jaren geleden stonden wij ook op deze plek, om een geëerden doo- de de laatste eer te bewijzen, en 't schijnt een schrille tegenstelling, bij een graf te staan en feest te vieren; maar wij weten dat hij, die hier rust, op dezen dag met 1 blijden geest ons feest zou mede gevierd hebben. „Wij staan bij de rustplaats van Johan Carel de Leeuw, den ontwerper en stichter van dezes polder, wij moeten hem ter eere gedenken en we zijn verplicht hem hulde te brengen. Gaarne hechten wij een' krans aan dezen zuil waaronder zijn assche rust, en we stellen daarbij den afgestorvene ons ten voorbeeld. Moet een zijner eigenschappen hier gereleveerd worden, het is zijn onverdroten volharding om te werken in het belang van den polder. Niemand heeft hem daarin ge ëvenaard en daarom zij het onze taak, hem voor oogen te houden en voor zoo ver het onze roeping is, hem te volgen en na te streven; hiertoe wekke zijn voor beeld ons op." Met gepasten eerbied werd deze hulde gehoord en de doodenakker verlaten, terwijl de muziek een Adagio deed hooren. Aan de v. Ewijksluis werd een half uur gepauzeerd en de aandacht gewijd aan de schoone versiering van de brug. Om 2 uur, den vastgestelden tijd, was de stoet weder terug en werd ont bonden. Geen enkel ongeval had ?zich voorgedaan. Inmiddels waren om 11 uur de volksspelen begonnen. Deze werden gehouden aan de Kleine Sluis op een terrein van den heer I. Smit Kz Bij het tonkrutpen werd de le prijs, een horloge, behaald door P. Jonkerde 2e een siga renkoker met goud gemonteerd, door P. de Vries, de 3e een portemonnaie met zilveren beslag, door P. Smit Pzen de 4e een pijp in etui, door P. Smit Az. Gelijke prijzen waren bestemd voor het loopen met een knikker op een rond plankje en werden behaald door J. v. d. Goes, L. Fr ederiks, D. Kaan Jz. en D. Kep- pel. Sprietloopen le prijs als boven, G. Speeis, ie W. de Vries3e J. Smit Pz 4e (een wekker) P. Dekker5e (een pijp in étui) D. Jongejan. Tonsteken le prijs als boven, F. van Koten2e idem M. Gee vers, 3e idem G. Zoon, 4e, 5e en 6e prijs, elk een wekker, JU. Glim, IV. Kossen en A. Draaf, en de 7e prijs (een pijp in étui) v. d. Vliet. Op dit terrein stond ook een draaimolen, waar de kinderen tegen inlever ng van bons werden toegela ten; een „hoofd van Jut", verversching- kraampjes enz. Gedurende dien tijd bevon den zich honderden op het terrein, dat on danks den regen volstrekt niet drassig was. Te ongeveer kwart over twee, stond voor het Kerk-gebouw der Herv. Gemeente een dichte drom toeschou wers, die, nadat de kerkdeuren ontsloten geworden waren, naar binnen snelden om een zoo goed mogelijk plaatsje te veroveren. Velen hebben geen plaats in het kerk gebouw kunnen vinden en hebben zich dus elders moeten verpoozen. Door de Kon. Ned Marine van den j Helder, werden een jaar Koralen ge speeld en te ongeveer half drie beklom

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1