ijs. T Donderdag 26 September 1395. 0 39ste Jaargang No. 3031 Dood en Leven. Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden A D VERTEN TIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL. £3ureau: SCHAGE11. £<aan, D Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van I tot 6 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. GemeenteSchagen.Binnenlandsch Nieuws. Bekendmakingen. Burgemeester en Wethouders van SC HAGEN, brengen ter algemeene kennis, dat de afgekondigde nieuwe Politieverordening voor die gemeen te, ingevolge het bepaalde bij art. 175 der gemeentewet, vanaf heden geduren de drie maanden ter secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing ligt en aldaar in druk verkrijgbaar is tegen den prijs van f.25 per exem plaar. Schagen, 17 September 1895. Burgemeester en Wethouders voorn. S. BERMAN. De Secretaris, DENIJS. Dinsdag 10 October a. s., des avonds ten v ij t ore. FEUILLETON. SLOT. De vee-invoer in BELGIË. i mi WiEiws-, MmiSfltii- 4. PilïiÉi. Burgemeester en Wethouders ran Scha gen, breDgen ter kennis van belangheb benden, dat het Herhalingsonde r- w ij s aan de gemeente-school aldaar zal aanvangen op De leerlingen kunnen zich, medebren gende huu vaccinebewijs, aanmelden aan de gemeenteschool, op Donderdag 26 September a. s. Het ouderwijs zal niet worden gege ven, wanneer zich daarvoor niet rainStenB 10 leerlingen aanmelden. Schagen, 20 September 1895. Burgemeester en Wethouders voornoemd, S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. AandevanEwijcksluis te ANNA-PAULOWNA is in het bosch van den heer R. Lekker Az. een eekhoorn gezien. Men Termoedt, dat dit beest met een lading sparregroen, dat bij gelegenheid van het 50 jarig leest des polders nit Gelder land aldaar is aangevoerd, de reis heeft me degemaakt. Of hem de koude zeelucht zal bevallen is zeer de vraag. De opengevallen betrek king van postbode te HEER IIUCO- WAARD, is voorzien door opschuiving der boden P. Slot en C. Slot en aangevuld met de benoeming van onzen plaatsgenoot K. Kaspers. De jaarwedden van de beide Slotten zijn elk met t 60.verhoogd. Zondag liep een persoon te MIDDELBURG, zekere D., van beroep varensgezel, een goudgmidswinkel binnen er. nam daar een horloge weg. Hij deed dit, volgens zijn verklaring om naar de gevangenis gebracht te kunnen worden, daar hij geen kaus meer zag in zijn on derhond te voorzien. In zake een kleinen brand in een schnurtje achter het woon- en win kelhuis van P. de L. te ENKHUIZEN, ia door den officier ivan Justitie te Alk maar een onderzoek ingesteld. T w e e s u i k e r f a b r i e k e n te BERG EN-OP-ZOOM hebben, wegens ge brek aan water, den arbeid moeten staken de derde zal volgens de Tel. spoedig ge noodzaakt zijn, hetzelfde te doen, Er worden pogingen aan gevend bij de directie der Noordholland- sehe Tramweg-Maatschappij, om haar te bewegen, de lijn van EDAM door te trek ken naar OOSTHUIZEN en zoo mogelijk verder naar HOORN. NOVELLE van G. van Stokman 8. Toen dezer dagen de 16- h 17-jarige dochter van een achtenswaardig ingezetene teEURZINGE met den avond- trein van Assen naar Beilen huiswaarts keerde, is in een gemengde coupé op schandelijke wijze beleedigd door eenige met haar reizende personen. Met schan delijke voornemens heeft men hszr zoo laug geplaagd, dat de anders zoo linke jonge dochter, van een voorbeeldig levens bedrag, radeloos werd. Teo gevolge van die beleediging is, naar men aanneemt, het zenuwgestel van het meisje zoodanig geschokt, dat zij thans aan krankzinnigheid lijdt en onder genees kundige behandeling is van dr. Prins. Naar de Ass. Ct.verneemt, bemoeit de politie zich met deze zaak, en men hoopt, dat de onverlaten hun welverdiende straf niet zullen ontgaan. Uit een j u w e 1 i e r s w i n k e 1 te OSTENDE is eergisteren een groot aan tal diamanten en bankbiljetten gestolen, alles samen een waarde vertegenwoordigen de van honderdduizend frank. De zak waar ze in geweest zijn, werd in zee ge vonden. Vier Engelschen en een Ameri- kaansche worden van de diefstal verdacht en zijn in verzekerde bewaring te Brugge. Met de diamanten en het geld schijnt een medeplichtige er van door te zijn. De diefstal was gebeurd, terwijl de ju welier een glas bier was gaan drinken. Hij had, voor hij uitging, juweeleD, geld en paarlen in een reiszak gestopt en dien in een kastje weggesloten. Toen hij terug kwam was het kastje opengebroken, en de zak weg. Men schrijft uit BUDEL aan de Lintb. Koerier. De landbouwer Van der Bulck woont wat afgelegen, omtrent de grenzen der na burige gemeente Nijlen met zijn vrouw, een elfjarig zoonlje en een achtjarig doch tertje. Woensdagnacht omstreeks 11 uur ont waakte hij tengevolge van een ongewoon gerucht en stond op. Doch een viertal ke rels versperden hem den weg; een dezer loste een revolverschot en kwetste Van der Bulck aan den schouder. 8. Ehrenberg, eerst aangedaan door hare lij densgeschiedenis, vervolgens vol verterend ongeduld, bad hare laatste uitdrukkingen nauwelijks geboord. Voor hem bad slechts dat eene beteekenisDe geliefde leefde en Hendrik Holt was dood. Alle twijfel en on geduld, welke hem tot dusverre gepijnigd eu gekweld had, was nu voorbijen nu, toen Ann geloofde hem overtuigd te hebbeD, toen lij gelooide, dat hij het ten volle met baar eens was, sprong hij op en zeide, bevend vau hartstocht „Neen Ann, neeD, duizendmaal neen 1 Deze opvatting van de zaak is een verkeer de, ziekelijke, opgeschroefde. Gij hebt niet gezondigd, in tegendeel, men heeft zich aan u bezondigd. Wat gij voor ware liefde hield, was slechts een jeugdige dweperij. Het ernstige, zwaarmoedige, geheimzinnige in Hendrik Holt's natnnr, verwarde u en trok n aan, en in een oogenblik van onbe- wnst egoïsme, knoopte hij nw liefelijk per soon aan zijn donker lot vast, zonder te be denken, welk een onrecht hij u daardoor aandeed. „Wat ik toenmaals bij het lezen van zijn laat ste schrijven ondervond, dat gevoel ik ook nn weder met onverminderde scherpte; het was gruwzaam van hem, n zijne liefde te too- nen, slecht van hem, nw jong leven ter dood te doemen. Gij volgdei hem gewillig, trots een innerlijken tegenstand, en toen on bewust uw vroom gemoed, een waarschu wing van een nieuwen heiligen plicht, o in het laatste oogenblik nog terughield, zoo was dit, zooals Mrs. Johnson het n zeer ver standig opmerkte, eerder een genade en een geluk, dan een misgreep." Zij schudde langzaam, maar beslist het hoofd. .Mijn geweten zal mij niet bedrie gen," zeide zij ernstig, „van een ver dienste kan hier getn sprake zijn. Geen heilige reden, geen gewetensvraag hield mij °P mijne schreden terug; met mijn volle bewustzijn, had ik hem mijne toestemming Eegeven,* «at ik vreesde, was niet de zelf moord, maar mijne eigene vernietiging. Wanneer het slechts de toekomstige moeder is geweest, die voor den dood terug deins de, dan heb ik ook slechts als moeder recht om te leven, en iedere poging, die ik voor mijn eigen geluk aanwend, doet dit zoenof fer te niet. „Hendrik Holt, die ongelakkige, heeft wei nig genoeg bet zijne mogen noemen in zijn arm leven; zoo zal ik hem dan geheel toe- behooren, en ik heb ook heden nog het be sliste gevoel: hij geeft zijn eigendom en recht nooit aan een ander over. Levend of dood, ik ben en blijf do zij ie, en gevoel mij door heilige banden aan hem geketend voor nu en in eenwigheid." Ehrenberg zuchtte van smart en ongeduld. Zijn eenvoudige practiscbe geest scheen Ann'z positie ia 't geheel niet te kimnen begrijpen en hij was vast besloten, haar trots haar treurige opvatting van de zaak en baar mys tieke vrees, voor zich te winnen; maar bij zag in, dat hij voorzichtig te werk moest gaan en haar met haar eigen wapenen moest bestrijden. „Mijn arm kind," zeide hij echter, „waar om kwelt ge n toch zoo Gij denkt altijd weder aan dat eene, dat gij niet met uw echtgenoot gestorven zijt; maar gy ziet vol strekt niet die wonderbare bestiering, die ons te samen heeft gebracht. Zij schijnt mij werkwaardig genoeg, van den aanvang ai. Men zon kunnen zeggen, dat wij voor el kander bestemd zijn, en Hendrik zelf heeft u mij op het harte gebonden. „Zulk een hoogere aanwijzing moet gij toch voor alles volgen. En dun, Ann nw arme zoon. Zal hij nooit een waar tbnis bebben, nooit een moeder die zich geheel en al aan bem wijden k*n, zich nooit aan bem zal kun nen bekend maken? Ware het niet bet bes te, dat bij kwam in ons eigen huis. Mij dunkt, ik, die vroeger met den vader vanat onze vroegste kindsheid bevriend geweest ben en alle diepten en eigenaardigheden van zijn karakter gekend heb, ben dunkt mij het eer ste geroepen, zijn zoon tot een gelukkig en verstandig mensch op te voeden; en ook het verleden komt in zijn natuurlijkste licht, wan neer bet bij ons huwelijk bekend wordt dat gij reeds eenmaal gehuwd geweest zijt. Al- ioo, wees lief en verstandig, myn zoete Ann, verdraai geen recht en waarheid door nwe ziekelijke opvattin?, heb den moed om ge lukkig te zijn, en gelukkig te maken. Inden feilen zonneschijn van ons gelnk zal de scha duw zeer spoedig verdwijnen, die nu nw beider hoofd en blik verduistert en dan zal Hendrik Holt in uw gedachten voortleven, als een arme dwaze, beklagenswaardige, maar Dan wierp men hem een zak over het hootd en bond hem op zijn bed. Zijne vrouw werd op gelijke wijze be handeld. De dieven dwongen daarna den land bouwer te zeggen, waar zijne kinderen sliepen, en dezen werden ingelijks op hun bed vastgebonden. Twee kerels bleven de gebondenen be waken en dreigden ben te dooden, indien zij het waagden te roepen ol le schreeu wen. Zij dwingen hen de plaats aan te wijzen, -waar hun geld lag. De dieven hebben een groote som gelds buit gemaakt, alsook juweelen zij heb ben zelfs een spaarbankboekje medegeno men, een geweer en een revolver. De dieven hadden een venster met een boomstam ingeslagen. Het parket is ter plaatse geweest en heeft een onderzoek in gesteld. J)e Opera - "Van der Lin- den heeft op Hünsel und GretelDe hu- genosen, Faust en Cavalleria laten volgen. Thans komt Jeruzalem aan de beurt, Messchaert gaat in bet voorjaar van 1896 een kunstreis door Engeland maken. Zondagnacht z ij n driein- braken gepleegd te HILLEGOM: bij den heer G. Nipper, mannfacturier, den heer H. L. Baum, slager en den heer J. G. Kat boekhandelaar, allen wonende in de Dorps straat. Bij den heer Baum ia alles open gehaald, uit de secretaire zijn f 500 ge- stoleu en vele kostbaarheden. De dieven bebben echter onder meer een gouden beeren—remontoir no. 3650, een dames- remontoir no. 31, armbanden, juweelen knoppen, een medaillon en f400 laten liggen. Bij de» heer Nipper zijn de die ven in de slaapkamer der familie gedron gen zij hebben er een portenrnuaie met acht gulden uit een broekzak gestolen, doch een gouden hoiloga laten liggen. Bij den heer Kat zijn geld en effecten ont vreemd. Hoeveel, is nog niet gebleken, daar de bewoners afwezig zijn. Overal is licht ontstoken, den flescb jenever werd ge leegd. Door den officier van justitie uit Haarlem is met deu burgemeester een on derzoek ingesteld. Vermoedelijk zijn twee inbrekers aan den gang geweest. Met een fiets dood gere den. Verleden Donderdagavond omstreeks ze ven uur had te BEEK een groot onge luk plaatseen ongeluk, des te grooter, wijl het baar trof, die dit jaar het bui tengewone voorrecht genieten mocht haar 50-jarige echtverbintenis te vieren. Het was namelijk de geachte vronw Nij sten-Me vis, die door een Sets overreden werd, tengevolge waarvan zij den volgen den middag overleed. Terwijl zij met haar bunrman buiten stond te praten, kwam de wielrijder T. van Lutterade in snellen rit de dorpstraat af. Intijds werd bij opgemerkt en ook week de 78-jarige krasse oude uit, doch het toeval wilde, dat genoemde T. den- zellden kant uitreed en het on geluk bad plsats. Na het gebeurde was zij tot aan haar dood buiten kennis. De spoedig ingeroe pen hulp des geneesheers mocht niet meer baten. Men denkt, dat zij tengevolge ee- ner schedelbreuk is overleden. Wie schetst de droelheid van den echt genoot en de kinderen, die hunne lieve moeder, welke zich nog mocht verhengen in eene bloeiende gezondheid, op zoo'n wreeds wijze verloren Wat een les voor wielrijders! Dinsdag is een commissie uit den Vee' houdersbond van Borgerhout door den Bel gischen Minister van Landbouw, den heer De BrnyD, in audiëntie ontvangen. Het Handelsblad van Antwerpen geeft van dit onderhoud een verslag dat den Minister een veel gezonder taal doet spre ken dan in het berucht interview. De Minister erkende nu, dat in Neder land nog slechts eenige onbeduidende ge vallenvan besmetting voorkomen en hij binnenkort het vette vee rechtstreeks naar het slachthuis zal kannen laten binnenkomen. De Veehoudersband was met deze con cessie niet tevreden en noemde het den dood voor den Belgischen boer. Ook de niet als uw ODvertoenlijke rechter en heer*. Ehrenberg geloofde haar reeds overwon nen te hebbon; maar zij zag met moede en treurige oogen tot hem op eu zeide moedeloos „Elk moascb draagt den rechter in zijn binnenste, en aan dien moet hij zich onderwerpen, hem moet bij gehoorzamen. Wat ik verraad en ontrouw noem, schijnt een ander wellicht geoorloofd toe; maar ik ben ik en kau over een anders gemoed Diet oordealen. Wanneer de geheele wereld mij vrijsprak, ik zou mij toch aau Hendrik Holt gebonden of mij tegenover ham schuldig gevoelen." „En daarom, ga myn vriend, ga en maak ods het scheiden niet zwaar; ik heb niets meer te zeggen." Zij stond op en strekte hem biddond de handen tegen, maar hare schijnbare rast, maakte hem woedend. „Nu," zeide hij, „nu zal ik gaan, nu ik weet, dat gij vrij zijt, dat niets ons ge luk meer in den weg staat, dan een ellen- 1 dige, dwaze hersenschim „Om der wille, van één, die niet meer bestaat, aal, ik de levende, ongelukkig moe ten worden P Neen Ann, niets zal mij bewegen u op te geven, dan de vrijwillige bekentenisivan u, dat ge mjj niet moer liefhebt. Zweer mij, dat ik n onverschillig ben, dat het scheiden van mij, u geen smart veroor zaakt en ik zal nw bevel volgen maar wan neer gij dat niet knnt „O, God," riep zij, „Ehrich, wees niet zoo ontzettend wreed; maak geen misbrnik van myn zwakke kracht. Juist omdat ik n boven alles liefheb, omdat nwe liefde mijne zaligheid is, mag en kan ik u nooit toebe- booren 1" Maar hij liet haar niet uitspreken. Met onweerstaanbaar geweld, nam bij haar in zyne armen, drukte haar tegen zijn borst, kaste haar, niet eens, maar vele, vele ma len en toen hij haar losliet, was haar wil gebroken, haar innerlijke tegenstand voor altijd voorbij. Een stroom van tranen loste de smartelijke spanning harer ziel op en toen hij baar den verlovingsring aan den vin ger stak, zag zij hem schuw, maar toch ge lukkig lachend aan. HOOFDSTUK ZEVEN. Ja, het tegenwoordige had over het ver- ledene gevegevierd, de levende had be wezen de sterkere te zijn. Arm, niet Hen drik Holt's vrouw, had toegestemd, om Ehrich Khrenberg's echtgenoote te worden, en een gevoel van trotsche, zegen vieroude vreugde, deed de borst van den gelukkigen strijder zwellen. Hij, die aan geen noodlot geloofde, die gewoon was hat leven te dwingen en te beheerschen, bad zich ook nn weder mees ter getoond en wat bij ditmaal veroverd had, was hem den strijd ten volle waard geweest. Ann veranderde onder zijne oogen In een ander wezen. Juist het verschil tusschen hem en de ongelakkige Hendrik Holt, deed hare liefde voor Ehrich al grooter en groo ter worden. Hure jeugd, dio zij nooit goed gekend had, ontvouwde zich du als een bloem voor het koesterend zonnelicht, en duizend kleinigheden, deden de schoone en gelukkige bruid nog liefelijker schijnen. Ehrenbergs gezonde en verstandige manier van doen, zijn practiscb optreden oefende op Ann een voortreffelijken invloed uit en het melancholieke in haar persoon scheeu meer en meer te verdwijnen. Slechts som tijds en jnist in haar schoonste en vroolijk- ste oogenblikken, kwam de oude zwaarmoe digheid eensklaps te voorschijn en scbeen Ann als voor een donker spooksel terug te schrikken. „Ik schijn mijzelva somwijlen toch zeer on bescheiden toe, dat ik mijn hand durf uit strekken naar het grootste en hoogste ge luk," zeide zij eens in een dnsdanige stem ming, zeer nadenkend. „Ik heb veel geleden en veel ontbeerd, maar ik hield ook anderzijds veel tot troost mijn kind, mijn knnst, en mijne trouwe pleegmoeder, die mij zoo hartelijk lief heeft. Dat had mij genoeg moeten zijn. Te veel van het leven te verlan gen, beteekent, het noodlot verzoeken." „En ik?" vroeg Ehrenberg, „wat was er van mij gewordeD, Ann Gij zjjt die eene, eenige, die ik bemind heb en waarop ik ge wacht heb, vanaf bet begin en wanneer ik u dan eindeljjk, eindelijk vind, zoo lost het lot mij slecnts den wissel in, dien hij voor jaren terug reeds voor mij uitgezet heeft. „Gij hebt een zeer klein hart, bet schrikt voor het leven terug, evenals voor den dood; maar bet zal zich aan mijn hart versterken, en onze liefde zal ons al hoo- ger en hooger doen zweven, boven alle klein geestigheden en twijfel." Zij geloofde hem en het stelde haar ge- rnst en immer dieper zonk de herinne ring in den donkeren stroom der vergetel- l heid. - De nazomer kwam en voreenigdo de ge- geüeele familie in Berlijn. De hofraad had voor zich en zijne zuster, die overgelukkig was, door de wending die de zaken genomen haddrn, eene woning in de Hohenzollern- strassa gehuurd, en Ann en haar zoontje woonden voorloopig bij hem in. Gisteren was da geheele dag besteed geworden aan bet uitzet en als een paar vogels in een nest, zoo kirden de beide verloofden over hnnne aanstaande nieuwe woning. Nooit in haar geheele leven, was Ann zoo vroolijk en op gewekt geweest als nu. Allen, dia zij liei had, waren nu om haar vereeuigd. Mevrouw von Beaudry zorgde op zorgvolle en grootmoedi ge wijze, met do haar waarlijk niet zeer sckitterendo ter hulpe staande middelen. Heini was, ofschoon wat wild, frisch en ge zond, gehoorzaam en lieftallig, als had hij al tijd met de zijnen samengeleefd. Zijn toekom- ziigen stiefvader was hij reeds met lyf en ziel toegedaan, en Ehrenberg zijnerzijds, omgal moeder en kind met zooveel lielde en op merkzaamheid, dat zelfs de meest verwende en vertroetelde vronw daarop trots had kannen zijn. Zoo naderde de huwelijksdag. De plechtig heid was reeds bepaald en de papieren lagen gereed. Slechts nog eenige malen moest de zon op en ondergaan, dan noemde Erich Ehrenberg, die verstandige, kloeko. VVien alles gelakte, Aan zijn eigea, en was hij de gelukkigste mensch op aarde. Reeds nn straalde zijn gelaat, zijn lach klonk hel der en vroolijk, en toen bij aan de naaste toekomst dicht, verscheen alles hem in een rozenrood licht. Om langer vrij te zijn, moest hij echter voor de bruiloft een kleine reis doen. Hij bleef slechts een enkeion dag weg, maar zelfs deze dag scheen hem een gruwelijke roof toe aan zijn hoog geluk gepleegd, en het af scheid van Ann viel hem ontzettend zwaar. Zij lachte hem uit vertrou wonder dan hij, eu zoo, lachend, stralend, de heer lijke oogen schitterend van gelukzalige liel de, zag hy haar nog uren lang voor zich staan, nadat bij reeds mijlen van haar ver wijderd was, en vreemde gezichten hem weer reeds omgaven. Ehrenberg was reeds vroeg vertrokken en ook Ann had voor dezen vrijen dag een vast program gemaakt. Hcini, die een groote voorliefde had voor het Grunewald en reeds een paar maal met den hier en mevrouw von Beaudry daar ge weest was, had het iets heerlijks genoemd, daar een geheelen dag met zijn moeder al- j leen te mogen doorbrengen. Tot nog toe was I Ann er toe niet gekomen zijn wensch te vervullen, en na de bruiloft was er ook

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1