De Financieels Rede.
LOTING
NATIONALE MILITIE.
Zondag 29 September 1895.
33ste Jaargang Ho. 3032.
Aan d Lezers ei Lezeressen.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL.
Bureau: SCHACH1I, Laan, D 4.
Prijs per jaar f 8.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Parijsche Correspondentie.
do Red.
GemeenteSchagen.
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders van
SCHAGEN, brengen ter algemeene
kennis, dat de afgekondigde nieuwe
Politieverordening voor die gemeen
te, ingevolge het bepaalde bij art. 175
der gemeentewet, vanaf heden geduren
de drie maanden ter secretarie der
gemeente voor een ieder ter lezing
ligt en aldaar in druk verkrijgbaar is
tegen den prijs van f —.25 per exem
plaar.
Schagen, 17 September 1895.
Burgemeester en Wethouders voorn.
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Indien hij vermeent vrijstelling te
kunnen erlangen wegens BROEDER-
DIENST of op grond van te zijn EE
NIGE WETTIGE ZOON, zal hij op
Vrijdag den 18en October des voor
middags ten 10 ure, in het Gemeen
tehuis moeten verschijnen, vergezeld
van twee bij den Burgemeester beken
de en ter goeder naam en iaam staan
de meerderjarige ingezetenen, die de
vereischte getuigenis kunnen afleggen
en het aldaar op te maken getuig
schrift onderteekenen. Wanneer hij
aanspraak maakt op vrijstelling we
gens BROEDERDIENST, zal hij me
de voorzien moeten zijn van zijne ge
boorte-acte en van de geboorte-acten
van al zijne nog in leven zijnde broe
ders, alsmede van de zakboekjes of
paspoorten van gediend hebbende
broeders.
Binnenlandsch Nieuws.
De Wereldtentoonstelling,
Voorde Arrondissements-
Rechtbank te ALKMAAR, werd
den 27 dezer behandeld, de strafzaalx
tegen den geschorsten bewaarder in het
huis van Bewaring aldaarbeschuldigd
van ongeoorloofde handeling tegenover eene
vrouwelijke gevangene.
Alitini Nimws-
Mm» k Lailliiillil
In het No. van heden wordt door
ons een aanvang gemaakt met da plaatsing
eener
Een samenloop van omstandigheden
ook een factor in het journalistenleven
heeft ons voor ons blad de medewerking
doen verkrijgen van een Parijschen Journa
list. Correspondentiën uit de Pransche
Hoofdstad, die toch nog een der voor
naamste centra's, zoo niet het centrum, der
moderne beschaving der wereld-politiek is,
hebben steeds eenige aantrekkelijkheid. Wij
bevelen deze correspondentie dan ook aan in
de aandacht onzer Lezers en Lezeressen.
Bij overlegging van laatstgenoemde stuk
ken zullen door dsn Burgemeester bij den
Kommandant van het korps, waarbij zijn
broeders dienen of gediend hebben, wor
den aanvraagd de bewijzen van werkelij-
ken dienst of een uittreksel uit het Stam
boek.
Schagen, den 27 September 1895.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
der gemeente SCHAGEN
Brengen, ter voldoening aan het tweede
gedeelte van Art. 28 der Wet op de Na
tionale Militie van den I9den Augustus
1861 (Staatsblad No. 72), voor de eerste
maal ter kennisse van de belanghebben
den, dat de loting van de in 1895 voor
de Nationale Militie ingeschrevenen, over
eenkomstig de ontvaDgene aanschrijving
van Zijne Excellentie den Heer Commis
saris dezer Provincie, dato 5 September
1895 No. 2175 M/S. zal plaats hebben
op den 16en October a.s. des voormiddags
ten 9ure, ten Raadhnize dezer gemeente
en worden zij, welke daaraan moeten deel
nemen gelast, om op den bepaalden tijd
aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn,oi,
bij verhindering, zich aldaar door hun va
der, moeder of voogd te doen vertegen
woordigen.
Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34
van gemelde Wet, dadelijk na de trekking
van het Nummer, de redenen van vrijstel
ling, welke de Ingeschrevene mocht heb
ben, moet worden opgegeveD.
Steinreichstellen de Duitscher zich
de Hollanders voor. Wij willen niet
ontkennen, dat althans op sommige Hol
landers dat bijvoegelijk naamwoord toe
passelijk is. En over 't geheel, als natie
beschouwd, zijn de Nederlanders ook in
beteren doen, dan de meeste andere vol
keren. En de Nederlandsche Staat is
er, als men den Minister van Finan
ciën in zijne rede bij de aanbieding der
Begrooting gelooven mag, financiëel niet
slecht aan toe.
Steinreichechter, dat is wat anders.
En tochhet schijnt wel, dat de
Staat der Nederlanden met zijn geld geen
weg weet. Verleden jaar werd ons voor
gerekend, hoe we nog 14 ton te beta
len hadden, waarvan we tot dusver nie
mendal wisten, en nu wordt ons uitge
legd, hoe we twee millioen konden over
houden, zonder dat we er iets van
gewaar werden!
Nu, die 14 ton zaten bij „Oorlog" en
dat men er daar eene eigenaardige wijze
van boekhouden op nahoudt zoo over
centen en stuivers als over tonnen en
millioenen, zoo over bezems voor de
soldaten-huishouding als over forten voor
's lands verdediging dat is van alge
meene bekendheid en heeft reeds menig
een in 't ongeluk gestort, die bezweek
voor de verzoeking om de eigenaardig
heden dier boekhouding ten eigen bate
toe te passen.
Maar nu geldt het openbare werken
spoorwegen; men meende, dat daarbij
de zaken zoo bijzonder nauwgezet be
handeld werden en zietdaar komen
uit een verloren hoekje twee millioen
voor den dag
Zij zijn over en dus zal men er zich
waarschijnlijk niet moeilijk over maken,
evenals de Minister de zaak nog al als
van eenvoudigen aard schijnt te beschou
wen. En toch bestaat hier in admini-
stratieven zin eene ernstige verkeerdheid.
Er werd elk jaar een post op de begroo
ting van Waterstaat gebracht voor den
aanleg van spoorwegen. Die som werd
geheel aan het fonds voor dien aanleg
toegewezen, maar niet geheel ver
werkt. Wat er over was, bleef op dat
fonds beschikbaar en zoo had men tel
ken jare te beschikken over een kleiner
of grooter bedrag boven het voor dat jaar
bestemde bedrag. Nu is het wel waar
schijnlijk, dat van dat meerdere geld een
goed gebruik zal zijn gemaakt, maar
het is toch in strijd met de regelen ee
ner goede verantwoording, dat eene ad
ministratie over meer geld te beschik
ken heeft, dan men rechtstreeks voor
haar bestemd heeft. En dat die over
vloed van geld tot zuinigheid stemt, zal
wel niemand beweren.
Nu is er twee millioen overwie weet
of er niet wat meer over geweest wa
re, als elk jaar het saldo van het vorige
in mindering ware gebracht van het cre-
diet voor het volgende.
hervormingsplannen. Men zon de op
merking is door verschillenden gemaakt
de voorstelling wel wat al te mooi
gekleurd kannen noemen maar op zich
zelf beschouwd, mag men aannemen, dat
de diensten tot en met die van 1896 geen
ongunstig aanzien hebben, en dat, als
men buitengewone en gewone inkomsten
en uitgaven afzonderlijk boekte, de ge
wone diensten een niet onbelangrijk sal
do zouden aanwijzen tot bekostiging van
buitengewone uitgaven. Een deel der
buitengewone werken is dus uit gewo
ne inkomsten bekostigd, ofschoon onder
die zoogenaamde gewone inkomsten wel
een en ander voorkomt, dat naar goede
regelen niet tot die rubriek is te bren
gen. Intusschen dit vooral, dat er niet
al te veel geleend behoeft te worden, is
een belangrijk verschijnsel. Naarmate
er meer geleend wordt, worden de ge
wone begrootingen met de uitgaven voor
rente en aflossing belast en daardoor op
den duur zwaar gedrukt.
spoor- en tramwegen zoozeer verwaar
loosd, dat eene Regeering, die het noo-
dige doen wil ter bevordering van 's
lands welvaart, die zaken niet lang meer
kan laten rusten, en zoo zij ze al niet
zelve ter hand neemt, door krachtig sub-
sidiëeren het intiatief der naast belang
hebbenden moet wakker schudden.
Te HONSELERSDIJK is uit
een slootje opgehaald het lijk van de vrouw
Bepalen wij ons derhalve met onze
beschouwingen tot wat vlak voor onze
voeten ligt, dat is tot den toestand,
zooals die zich in de rekeningen en be
grootingen tot en met 1896 afspiegelt
dan kan men met den Minister te
vreden zijn en de toekomst blijmoedig
tegentreden.
Laat men echter zijn blikken wat
verder gaan, en let men op den toe
stand, zooals die zich weldra uit de
voorgenomen en noodzakelijke maatrege
len ontwikkelen zal, dan is er alle reden
om tot groote voorzichtigheid aan te
sporen, en niet al te luchthartig te den
ken over de dingen, die komen zullen.
Dat we ^steinreich* zijn, heeft
de Mi
nister nu wel niet beweerd, en dat
we met ons geld geen weg weten, zal
hij wel niet toegeven, maar dat het
er met onze financiën goed uitziet, heeft
hij uitvoerig in het licht gesteld. Van al
de diensten, die hij behandelt, is de uit
komst voordeeliger dan geraamd was.
Tekorten krimpen in, of worden in over
schotten veranderdde ontvangsten ne
men toe toevallige baten vallen ons ten
deelvan de geraamde uitgaven vallen
aanzienlijke bedragen vrij, en als wij
den dienst van 1896 goed narekenen,
dan is het tekort, dat geraamd wordt,
eigenlijk maar voor de leus, en blijft er
ten slotte nog wat geld over, dat ons
heel goed te pas kan komen bij verdere
Tegenover die gunstige zijde der zaak,
waarvoor wij geenszins blind zijn, staan
intusschen minder verblijdende verschijn
selen, waarop de Minister van Financiën
van zijn standpunt wel terdege had mo
gen wijzen. Met ingenomenheid maakt
de Minister gewag van de ruime opbrengst
der bedrijfsbelasting, zoomede van die
der invoerrechten, maar hij zwijgt er
geheel van, dat de herziening van het
Personeel een belangrijk verlies voor de
schatkist zal opleveren. Rekent hij er
daartegenover op, dat de herziening van
de successierechten en het zegel meer
zullen opbrengen wat het Personeel min
der opbrengt, dan kon dat, zelfs al neemt
men aan dat al die wetten tegelijk wor
den ingevoerd, wel eens op eene misre
kening uitloopen. Bovendien spreekt de
Minister van opheffing van tollen te wa
ter en te land, wat ook niet een onbe
langrijk verlies zal geven, vooral als men
zooals noodig is om den maatregel
werkelijk nuttig te doen zijn ook al
le andere tollen afschaft, teneinde het
verkeer geheel vrij te maken. Het is wel
waarschijnlijk, dat de Minister ook daar
voor een nieuw equivalent zal willen
voorstellen, maar of dit gemakkelijk te
vinden zal zijn, is eene andere vraag.
Nu is de tol-afschaffing misschien hoofd
zakelijk „pro memorie" vermeld, maar
wat geen uitstel lijden kan is verbetering
van den financiëelen toestand der gemeen
ten. Een onderdeel daarvan is de regeling
van de finantiëele verhouding tusschenRijk
en gemeenten, en dat kost geld, zooals
de Minister zegt; en hij is openhartig
genoeg om te erkennen, dat slechts „een
gedeelte" daarvan uit den dienst van
1896 beschikbaar komt, zelfs, als zijne
gunstige verwachtingen verwezenlijkt wor
den. Daarvoor zal dus meer geld noodig
zijn en dat spreekt van zelf, al zou men
er zich uitsluitend toe bepalen, om weer
goed te maken, wat vroeger bijv.
door het fixeeren der uitkeering van het
Personeel en de vermindering der rijks
bijdragen Yoor het onderwijs bedorven
is. En niemand kan in ernst zulk een her
stel van onrecht alleen voldoende achten.
Hier is, men bedenke dit wel, sprake
van „blijvende vermindering van inkom
sten, van blijvende vermeerdering van
uitgaven. Blijvende vermeerdering van
uitgaven volgt ook uit sommige voorstel
len, die nu bij de begrooting zijn gedaan,
zooals bijvoorbeeld, de verhoogingen voor
de administratie der directe belastingen,
van zegel en registratie enz.; voor de
vermeerdering van pensioenen bij Oorlog
voor posterijen en andere.
Daarentegen zijn de voordeelige uit
komsten der laatste jaren ten deele aan
voorbijgaande oorzaken te danken toe
vallige inkomsten, tijdelijke hoogere op
brengst van wisselvallige middelen
maar vooral aan het afloopen der groote
werken aan spoor- en waterwegen. In
derdaad kan men aannemen, dat daarin
voorshands eenige rust zal komen, maar
daar zullen wel spoedig andere uitgaven
tegenover komen te staan. Gezwegen
nog van al wat de noodzakelijke maat
regelen op sociaal gebied vorderen zul
len, moet men toch wel aannemen, dat
ook op het gebied zelf der openbare
werken andere eischen zich krachtig zul
len doen hooren. Met het oog op het
geen voor de groote, internationale ver
weermiddelen noodig was, zijn binnen-
landsche waterwegen en de secundaire
uit NIEU-
Men meldt ons
WE NIEDORP.
De heer W. C. Visser alhier, heeft naar
aanleiding van het feit dat zijn Zoon, de
toekomstige chef dor zaak, de heer J. Vis
sermeerderjarig is geworden, aan al zijn
werkvolk, 20 ln getal, een uitje aangebo
den naar de Tentoonstelling te Amster
dam. Door de werklieden was, als bewijs
van genegenheid, aan den jubilaris een
gouden penhouder ten geschenke aangebo
den.
In een te DEN HELDER g e h o u-
den vergadering van afgevaardigden der
liberale Kiesrereeuigingen in het kiesdis
trict H e 1 d e r, is besloten tot het stichten
eener Centrale Liberale Kiesvereeniging.
De statuten der vroeger bestaand hebben
de Centrale zullen voor de nieuwe Veree-
niging pasklaar worden gemaakt; tot het
voorbereiden dezer werkziamheid werd een
commissie benoemd. Voorloopig is als voor
zitter gekozen, de heer Th. J. Waller te
ANNA-PAULOWNA, en als secretaris de
heer A. van Voornveld.
Men schrijft ons uit AN
NA PAULOWNA:
Naar wij met zekerheid vernemen, wor
den er hier en te WIERINGERWAARD,
ernstige pogingen aangewend, tot het
verkrijgen van een Winter-eursus voor
Landbouw-onderwijs. De bevoegde autori
teit zocht hiervoor subsidie te krijgen van
de Regeering. Mochten deze pogingen
slsgen, dan wordt de heer Geeversdie
onlangs acte voor landbouwkunde verkreeg,
met de leiding belast. Het onderwijs zal
gratis gegeven worden.
In den IJPOLDER z ij n ee
nige duizenden turven, staande in de na
bijheid van het kruitmagazijn, in brand ge
raakt en verbrand. De politie doet onder
zoek men denkt aan kwiadwilligheid.
Het programma der elfde
jaarvergadering van den Ned. Vrouwenbond
tot verhooging van het Zedelijk Bewustzijn,
te ALKMAAR te houden op 10 October,
omvat1. Yerslag van de secretaresse.
Verslag van de thesaurière. 3. Be-
stuurs-verkiezing. 4. Yan het hoofd
bestuur. a. Yerslag van de vergadering te
Colmar; b. Provinciale kringen om meer
samenwerking in den Bond te brengen
c. Bestrijding van het Nieuw Malthusia
nisme, wat wij daarin doen kunnend.
Bevordering vau zedelijkheid onder de
vlaswerkers en andere boerenarbeiders.
Voorstel Den Haag. Door welke mid
delen kunnen de afdeelingen in de plaats
harer woning de belangen der zedelijkheid
bevorderen bjj verkiezingen voor Stateu-
Generaal, Provinciale Staten en Gemeen
teraad
Voorstel van Alkmaar. De roeping der
ouders om te zorgeD, dat de atmosfeer,
waarin hun kinderen opgroeien, rein zij.
Voorstel nit Ned-Indië. Of het hoofd
bestuur trachten wil een wetsbepaling voor
Indië te verkrijgen, waarin het onderzoek
naar het vaderschap wordt toegestaan niet
alleen, maar evenals in Duitschlaud ver
plichtend wordt gesteld.
Des avonds zal er groote openbare sa
menkomst plaats hebben voor mannen en
vrouwen, met verschillende sprekers,
der leiding van da. B jut in.
van den tuinder A. Van L.; de ongeluk
kige, die pas em paar maanden was ge
huwd, had een eind aan haar leven ge
maakt, tot welke wanhopige daad zij schijnt
gedreven te zijn door huiselijke oneenighe-
deDdeze waren reeds geruimen tijd van
dien aard geweest, dat zij ai besloten was
naar haar vorige woonplaats, 'sGrtvenzan*
de, terag te keeren. (West. Ct.)
Op de Amsterdamsche-tentoonstelling
werd dinsdag 1.1. bet brandweercongres
geopend, waaraanafgevaardigden uit ver
schillende naburige landen deelnemen en
dat gepresideerd werd door den heer
Meijer, commandant der Amsterdamsche
brandweer. Verscheidene afgevaardigden
waren in de uniform van het corps.
Tegelijkertijd wordt in de afdeeling
Parcs Divers eene tentoonstelling van
hedendaagsche, en in een der zalen van
het stadhuis op Oud Holland eene van
antieke brand-bluschmiddelen gehouden,
terwijl donderdagavond aan de congresle
den een schitterend feest op Oud-Holland
aangeboden werd, waarvan in het volgend
nummer eene beschrijving zal gegeven wor
den. Toespraken werden daar o. a. gehouden
door den heer de Wijs, commandeur der
Haagscbe brandweer, de heer Fabius, bur
gemeester van Oud-Holland en samenstel
ler der retrospectieve brandweer-tentoonstel
ling en ten slotte door den president van het
congres, den heer Meijer. Door levendige
toejuichingen gaf het talrijke publiek blijk
van zijne ingenomenheid bij de woorden
van hulde aan onze Koninginnen es aan
de kranige Amsterdamsche brandweer.
on-
Naar men aar. de Haarl Ct
mededeelt, heerscht onder de arbeiders te
SLOTERDIJK, HALFWEG en HAAR
LEMMERMEER een geest van ontevre
denheid, wegens het door de landbouwers
in de IJpolders in dienst nemen vaD
vreemde werklieden. Eergisteren trok een
groep den Grooten IJ polder in en nood
zaakte de vreemdelingen bij den heer J. C.
den arbeid te staken. De hoeve verkeer
de den gehselen dag in staat van beleg.
Volgens uitingen der ontevredenen, zou
den gisteren andere aan de beurt zijn.
Sedert de maand Mei
heeft zekere waschvrouw De S., wonende te
BEEK, zich schuldig gemaakt aan op
lichting en wel op groote scnial, Óp
naam van eene dame aan de Pruisische
grenzen haalde zij met een valsch orde
briefje eene aanzienlijke partij manufac
turen, ten bedrage vau ongeveer f 800,
bij eeu manufacturier te Nijmegen.
Hare handelingen kwamen aan het licht,
toen de rekening door den winkelier aan
do bewuste dame werd gepresenteerd. Een
tal van goederen zijn door de politie te
Beek in beslag genomen. Die goederen
waren nog aanwezig in de woning van
vrouw de 8., terwijl bovendien door de
gemeente-politie eene partij dekens, enz.,
welke door de verdachte waren verkocht,
zijn in beslag genom9n.
Als een bewijs hoe men
slecht vleesch invoert, dient het volgende:
Bij een landbouwer in de omgeving van
ROTTERDAM, was een kalf iu het water
geraakt en verdronkeu. Het werd geslacht
en heel netjes in botervaatjes verpakt en
zoo gezonden naar een vleeschhouwer, die
er zijn klanten mede bediende.
(Maasbode.)
Het Ópen baar Ministerie, bij monde van
Mr. F. F. Karseboomvorderde zijne ver
oordeeling tot 1 Vs jaar gevangenisstraf
waarop de rechtbank onmiddellijk vonnis
heeft gewezen en daarbij onder aanneming
van zachtende omstandigheden, hem heeft
veroordeeld tot 1 jaar gevangenisstraf.
Omstreeks half twaalf
brak gisternacht brand nit in het stations
gebouw van de Noord-Hollandsche tram
weg-maatschappij aan de overzijde van
het Y te AMSTERDAM. Dit station is
eigenlijk slechts eene groote loods van ge
teerd hout met enkele kantoorlocalen en
bergplaatsen. Het vuur vond dus welig