Yoorjonpns en meisjes.
Zondag S October 1895.
39ste Jaargang üfo. 3034.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever J. WINKEL
Bureau: SCHAGKSi, Laan, 1) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
GemeenteSchagen.
Bekendmakingen.
Binnetilaiidsch Nieuws.
denNederlandschen Vrouwenbond
tot verhooging van het zedelijke
bewustzijn, in Alkmaar gehouden worden
Onze visscherij.
Alieieeo iuiws-
Aflmrieiitie- L
ai
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Schagen, brengen naar aanleiding
*an art. 203, alinea 3 der Wet van 29
Juni 1851, (staatsblad No. 85) ter open
bare kennis, dat de Begrooting der plaat
selijke inkomsten en nitgaven voor 1896,
zooals zij aan den Raad der gemeente is
aangeboden, op de Secretarie der gemeente
voor een ieder ter lezing is nedergelegd tot
en met den 16eo dezer en dat een ieder
daarvan, tegen betaling der kostan, een
afschntt zal kunnen bekomen.
Schagen, den 2 October 1895.
Burgemeester en Wethouder» voornoemd,
S. BERMAK.
De Secretaris,
DENIJS.
Wanneer men dit jaar in de begro
tingsstukken bladert, vindt men daarin
niet veel bijzonders. Men houdt de zaken
gaande; veel verder brengt men ze ech
ter niet. Men stelt zelfs zaken uit, voor
welker noodzakelijkheid men een over
tuigend pleidooi levert.
Op onbetwistbare gronden betoogt de
Minister van Binnenlandsche Zaken, Mr.
Vak Houten, dat de gemeenten Am
sterdam, Rotterdam en den Haag aan
spraak hebben op subsidie voor bare
gymnasia. Hij rekent zelf uit, hoe hoog
het bedrag van de subsidiën zijn moet,
maar doet niet het voorstel om
ze te geven. Waarom niet? Omdat de
gemeenteD het niet noodig hebben of het
Rijk bet niet missen kan? Omdat ee-
ne nieuwe regeling voor de gymnasia
aanstaande is? Neen, omdat „in den loop
van dit begrootingsjaar de financiële ver
houding van het Rijk en de gemeenten
in haar geheel nader door den wetgever
zal worden overwogen".
In waarheid, de Franschen wisten het
wel, toen zij zeiden: les prèlextes y sont
pour sen servirl Voorwendsels zijn er om
er bjj gelegenheid gebruik van te maken.
De minister redeneert hier nagenoeg
even logisch als de moeder, die tot haar
jongen zegt, „je moet nog maar wat
met dat gat in je broek blijven loopen;
we zullen er van 't jaar toch eens over
moeten denken, of je tegen Paschen ook
een nieuw pak hebben moet."
Logisch zijn ze wel, die den Minister
in het ootje nemen met zijne mededee-
ling: „Het omtrent subsidiën voor mid
delbaar onderwijs van meisjes toegezegd
wetsontwerp wordt voorbereid." Logisch
wel, maar aardig niet. A l'impossible nul
West lenu, zeggen de Franschen al weder,
wat wij Nederlanders vrij vertalen met:
„maak eens een vuist, als je geen hand
hebt!" De Minister vil wel. Dat is ge
bleken uit de toezegging, die hij uit de
gulheid van zijn gemoed, bij de aan
vaarding zijner ministriëele loopbaan
heeft gedaan. Het ligt ook heelemaal in
de lijn van zijn verleden om te willen:
de rechten der vrouw en de ontwikke
ling der meisjes behoorden tot zijn gaar
ne bereden stokpaartjes. En al is hij nu
niet meer geheel de oude, gansch en al
omgekeerd zal hij toch wel niet zijn. Hij
vil dus wel, maar hij kan niet. Hij heeft,
toen hij die gulhartige belofte deed, een
oogenblik gedacht, dat hij werkelijk nog
de oude, dat hij nog vrij man was; hij
vergat een oogenblik, dat hij een blok
aan het been had, en dat hij op het
kussen gebracht is door vrienden, die
met die gulhartigheid niet ingenomen
zijn en hem al heel spoedig te verstaan
gaven: wij zijn er ook nog. En daarom
blijft hij maar aan het „voorbereiden".
En nu is het niets dan plagerij, met dat
voorbereiden den draak te steken. Dat
verdient geen spot, maar medelijden. He
laas! hij heeft zijn eerstgeboorterecht ver
kocht voor een schotel linzenmoes!
Laat ons liever den blik afwen
den van dat bedroevend tafereel en met
genoegen erop wijzen, dat de Minister
voortgaat op den door zijn voorganger
gebaanden weg, ter bevordering van betj
ambachtsonderwijs en de subsidiën daar
voor uitbreidt. Zoo wordt de subsidie
bevestigd aan de vereeniging tot
bevordering van het Ambachts
onderwijs in Drenthe. Dit echter voldoet
ons met. In 1893 is voor het eerst zoo-
danige subsidie toegestaan met de be
doeling, het streven dier Vereeniging tot
het nemen eener proef met het bekende
leerlingstelsel te steunen. Dat tijdvak is
met het einde van 1895 verstreken. „De
uitkomsten door de Vereeniging verkre
gen, geven de Regeering vrijheid voor
te stellen, ook voor de eerstvolgende ja
ren voort te gaan met het van Rijkswe
ge verleenen van steun aan deze nuttige
Z8>d<K.
Dit nu is niet genoeg. De proef had
een verdere strekking. De ambachts
scholen zijn uitstekende inrichtingen en
verdienen krachtig bevorderd te worden.
Maar het is onmogelijk ze overal op te
richten en evenzeer onmogelijk om ze
waar ze bestaan, voor alle vakken te doen
dmnen. Daarom moet er, naast de am
bachtsscholen, een goed ingericht leer
lingstelsel bestaan: d. w. z. eene goed
geregelde opleiding van jonge menschen
in de werkplaats instede van op de am
bachtsschool. Zulk een stelsel kan overal
toegepast worden, kan voor alle vakken
dienst doen en behoeft lang niet zoo
De vraag was slechts, hoe moet men
de zaak inrichten, om daarmede goede
uitkomsten te verkrijgen? En nu is op
die vraag een bevredigend antwoord ge
geven in Drenthe. Wat in Drenthe goed
werkt, kan ook elders nagevolgd worden
en de Regeering had er zich dus niet
toe moeten bepalen, om voor Drenthe
hetzelfde cijfer uit te trekken; maar zij
had verder moeten gaan.
men- ?"S zeSSen: de Regeering
kan in deze niets anders doen dan het
particulier initiatief steunen. Dat is niet
geheel waar Zij kan en moet meer doen.
Zij behoort dat particulier initiatief uit
te lokken, door niet in een verloren hoek
je van den „Toelichtende Staat" een
paar woorden te zeggen over de besten
diging der subsidie in Drenthe; maar
door in de Memorie van Toelichting met
nadruk te verkondigen, dat zij deze, in
Drenthe welgeslaagde proef ook elders
genomen wenseht te zien, en door een
credietaan te vragen, om daaruit soort
gelijke yereenigingen als die in Drenthe
te subsidieëren, zoodra zij zijn opgericht
Ontzaggelijk groot behoedt L pTt 2
te zijn: Drenthe ontvangt f 1000 'sjaars'
Als men nagaat, hoeveel nut daarmee
gesticht wordt, moet men begeerig zijn
naar meerdere nitgaven van dien aard.
Het verheugt ons, dat wij niet alleen
behoeven te murmureeren, maar ook met
instemming mogen gewagen van 's Mi
nister s plannen voor de meisjes, die een
2» le8ren: 'De 8teuD> welke
sinds eenige jaren van Rijkswege wordt
verleend ten behoeve van die inrichtin
gen van onderwijs, welke jeugdige perso
nen voor een in dc toekomt uffe oe
fenen beroep geschikt trachten te maken
behoort niet enkel of voorname!^ te
worden verleend voor die scholen, waar
meP maar ook waar vrouwen
gen'"TeTk f ,eea,e°P1^wg verlan
gen. Een kweekschool voor onderwiive
ressen wordt daarom in het leven geroe-
pen; een vroeger ingetrokken subsidie
2 de Ueidsche kweekschool voor be-
waarschoolhouderessen wordt hersteld
maar „boyendien behooren evenzeer als
de ambachtsscholen ook de industrieecho
Jen voor meisjes, zoomede de kookscho
len in aanmerking te komen, om in hei
genot» van Rijkssubsidie te worden ge-
BravoZoo mogen wij het hooren Al-
u n Wij de kook8cholen voiirop
gesteld willen zien. Het is vnll™™ P
jui.t, dat de mei,jee, die een »,k „ffleï
leeren, waarmede zij hun brood kunnen
verdienen, daarvoor evenzeer aanspraak
hebben op Rijkssteun als de jongens, en
dat daarvoor subsidie wordt verleend
juichen wij dan ook van ganscher harte'
tO0.
Maar kookscholen voorzien in eene no*
dringender behoefte. Wij verstaan daar
onder geene scholen, waar keukenmeiden
voor groote diensten worden gevormd
maar scholen, waar de aanstaande huis-
wouw van den werkman nevens lietko-
ken andere huishoudelijke werkzaamhe
den leert en tevens les krijgt in het met
overleg huishouden. Dit is een zoo drin
gende behoefte, omdat ons volk in dit
opzicht meer en meer achteruitgaat en die
achteruitgang een verderfelijken invloed
heeft Yoor de welvaart der volksklasse.
Vroeger trouwde de werkman ia den re
gel eene dienstbode, die in ordentelijke
gezinnen koken, werken en huishouden
had geleerd. Hoevele jonge vrouwen zijn
er tegenwoordig, die nooit koken, wer
ken en huishouden gezien hebben, anders
dan bij hare moeder, die het ook niet
konEn zoo zij nog „gediend" hebben,
hoeveel huishoudens zijn er niet, waar
de vrouw des huizes leek is op dit, haar
eigen gebied
Al wat men iu het belang van den
werkenden stand doet, zal grootendeels
ijdel blijven, zoolang in dit euvel niet met
ernst voorzien wordt. Dat kan langs geen
anderen weg geschieden dan door de op
richting van goede volkskook-, tevens
huishoudscholen en eene Regeering, die
het initiatief neemt, om deze te steunen,
doet daarmede een goed werk
Onder leiding van den
heer S. Droog heeft zich te KOLHORN
een Quartet-Gezelschap (driedubbel bezet)
gevormd. Voorloopig houden deze meest
jeugdige violisten hunne repetitiëa op
Maandagavond en znllen trachten de vier
stemmige muziek van \Z a n g e i* te ver
tolken.
De Zangvereeniging A mi-
citia te KOLHORN die in 1891 ont
bonden moest worden uit gebrek aan krach
ten, heeft thans hare oefeningen hervat.
Een twintigtal dames en voorloopig twaalf
heeren, maken het werkend personeel uit.
Een bestuur is gekozen, het reglement vast
gesteld en Donderdag j. 1. heeft de eerste
repetitie plaats gehad.
Woensdagnacht brandde
de boerenwoning van den heer P. Kooij
aan deLangereis te HOOGWOUD
af. Alle s was verzekerd.
Een man, verdacht van
diefstal van een schaap, heeft zich in de
gevangenis te WINSCHOTEN den hals
afgesueden.
Den lOden October zal
blijkens de advertentie in dit nummer van
oas blad, de Elfde Jaarvergadering van
Het Hoofdbestuur van den Bond heeft
ditmaal Alkmaar uitgekozen voor de plaats
der Jaarvergadering, op dat ook in 't
Centrum vau Noord-Holland, meer be
kendheid en sympathie met het streven
van den Bond gewekt zou worden.
Dat streven verdient ongetwijfeld den
steun en de waardeering van alle wei-
denkenden. Immers het is gericht bepaal
delijk tegen de zonde van ontucht, een der
grootste kankers oDzer maatschappij.
Met het diep besef van het verreikende
van dit kwaad en de rampzalige gevol
gen ervan, is de Bond geboren.
Ook uit dat van de kracht en den zegen
in eendrachtige samenwerking gelegen.
Hij staat daar, als een wekstem ten strij
de.
Maar hoe meer steun hij vindt, hoe
krachtiger hij zich kan doen gelden. Mo
gen velen belangstellenden, ook van hier,
het door hunne opkomst tooneD, dat zij
het beseffen dat het hier ook hunne zaak
geldt, omdat het geldt ten dringenden
nood van de maatschappij, waarvan wij
allen een deel uitmaken.
In Westelijk ZUID-BEVE
LAND heerschte in geen jaren zoo leven
dige handel in konijnen als tegenwoordig.
Deze diersoort wordt dan ook aldaar zoo-
veelvuldig aangetroffen als zelden het ge
val was. Sommige fokkers bezaten iu den
laatsteu tijd van 50 tot 100 stuks. De
prijzen van volwassen exemplaren beloopen
f 1. De uitvoer heeft plaats naar Enge
land en België.
Menige arbeider trekt een aardige doit
uit zijne fokkerij. (M. C.)
Te AMSTERDAM z ij n va 1-
ib. De brand te BOSKOOP.
In het geheel zijn Wceusdag-avond met
de kerk en den toren vijf huizen verbrand.
Eerst na 6 uur was men het vuur mees -
ter.
Het vuur ontstond door het springen
van een petroleummotor in een timmer
manswerkplaats, ongeveer 30 M. van de
kerk. De brand was reeds spodig zoo
hevig, dat de waarnemende burgemeester
aan Waddingsveen en Alten hulp deed vra
gen. Van het eene huis naar het andere sloeg
de vlam over, terwijl de brandweer er nog
iu slaagde andere perceelen, welke rieten
daken hadden en vlak bij 't tooneel van
den brand lagen, te behouden.
Anderhalf uur na het uitbreken van den
brmd, toen het gevaar geweken scheen,
bleek dat de toien branddebij de wij-
zerborden werd het eerst vuur ontdekt,
helaas te hoog om iets te kunnen doen.
Reeds na eeu half uur stond de omloop in
brand en viel de spits iu.
Het neervallende vuur zette ook het dak
van het kerkgebouw in brand, zoodat de
fraaie kerk spnodig een vuurzee was.
Ook in het dorp had het vuur zich onder
wijl weer uitgebreid, zoo iat het een op
luchting was toen de naburige gemeenten
vijf spuiten zonden. Met vereende krach
ten werd nu het vuur bedwongeD, maar
niet voor dat groote verwoestingen waren
aangericht.
J os. Orelio, de bariton der
Nederl. Opera, is voornemens, zich gedu
rende eemgen tijd onder leiding te stellen
van m r. H e n r i V i o 11 b, ten einde
zich tot een speciaal Waguer-zanger te var-
men.
Poging tot vergiftiging
van haar echtgenoot
De vrouw, die zich te KAPELLE a/d
Usël zou hebben schuldig gemaakt aan
poging tot vergiftiging, moet niet al te
wel bij het hoofd zijn( dat bij eeuig ge
schil, tusschen haar en haar echtgenoot
over eenig bezit van goederen er niet op
verbeterd is.
De verdachte boter, die is in beslag ge
nomen, was vermeugd mst eenig fijn ge
knipt haar. Daarmede had zij de boter
hammen van haar man gesmeerd Deze,
eeuig kwaad vermoedende, gesterkt door
het voorgevallene, deed daarvan aangifte
bij den burgemeester, die daarvan de jus
titie bij proces-verbaal mede in kennis
stelde, zoodat de laatste het zal mosten
doen uitmaken, of boter, gemengd met fijn
geknipt haar, toegediend, als poging tot
vergiftiging zal te beschouwen zijn.
Watkunnen verliefden
toch vreeselijk dom doen!
Zondagavond heeft het te PAPEN-
DRECHT weer danig gespannen. Een ze
kers Klaas Hofwegen, een joagmensch
van een twintig jaren, was over het ver
trek van zijn dulcinea van den bakker, bij
wien zij diende, naar een boer, niet erg
gesticht en zijn onaangename stemming
hierover openbaarde hij op een eigenaar
dige manier. Toen allen reeds ter ruste
waren, begaf hij zich naar den bo6r waar
zijn meisje tbans thuis was, eu trapte daar
met groot geweld de deur in; vervolgens
bezocht hij den bakker en deed hier het
zelfde. Op zijn terugtocht, die langs de
woning van den boer leidde, werd hij
echier opgewacht door een zestal met
stokken gewapende buurtbewoners, die hem
zoo ongenadig met die talhouten op het
lichaam speelden, dat het bloed hem langs
alle kanten van het hoofd vloeide en hij
geneeskundige hulp moest inroepen.
Later deed hij zelf aargifte van het ge
beurde bij den burgemeester, die echter
reeds geheel op de hoogte der geschiede
nis was, daar nog dezelfden avond de po
litie zich met het zaakje bemoeide.
Yoor velen, die in hunne naaste om
geving landbouw on veeteelt als de voor
naamste middelen van bestaan kenneD, ishet
niet onaardig ook eers even een kijkje te ne
men in het officieële verslag van den Staat der
Nederlandsche zeevisscherijen over 1894.
Men kan daaruit zien, dat de visscherij'
ook al een niet onbeduidend middel van
bestaan is voor ons landje.
Zoo bestond de Nederlandsche zeeris-
scherij vloot (over 1894) nit 5151 groote-
re en kleinere vaartuigen, bemand met
17286 visschers.
zijn vai-j Yan de bemanning kwamen op de vaar-
sche bankbiljetten vau f 40 ui omloop. 1 tuigen voor Scheveoingen 2661 mau, voor
Ylaardirtgen 1580 man, voor Maassluis
1080 man, voor Helder 874 man, voor
Urk 825 man, voor Katwijk 756 man,
voor Texel 700 man, voor Edam en Volen-
dam 510 man, voor Enkhnizen 405 man,
voor Bunschoten en Spakenburg 400 man
voor Marken 358 man, voor Yerseke 345
man, voor Hnizen 307 man, voor Wierin-
gen 304 man, voor Pemis 302 man, voor
Middelharnis 273 man, voor Kampun 271
man, voor Bruinisse 268 man, voor Har
derwijk 260 man, voor Arnemuideu 252
man en verder achtereenvolgens voor Vol-
Lnhove, Medemblik, Lemmer, Philippine,
Wiernm en Moddergat, Elinge, Andijk,
Ransdorp met Durgerdam, Terschelling,
Zwartewaal, Tholen, Noordwijk, Grauw,
Hoogeveeo, Elburg, Amsterdam en Hoorn,
tusschen de 250 en 100 man elk. Van
nit Egmond aan Zee nemen jaarlijks 400
visschers dienst op de schepen van Vlaar-
diugen en elders.
Hoe groot de besomming der zeevis-
scherij is, kan men eenigszins nagaan uit
de volgende getallen.
De geheele opbrengst der haring vissche
rij in de Noordzee (over 1894) mag men
stellen op f 5620550, waarvan voor Sche-
veningen f1845300 komt en voor Kat
wijk 1554200.
Bovendien bedroeg de opbrengst der kust-
visscherij op bot, schol en tong voor Sche-
veningen f 159738, en voor Katwijk
f 76930—.
De opbrenst der visscherij in 14 plaat
sen aan de Zuiderzee bedroeg samen
f 1223000. Daarvan gaf de haring f378300,
de spiering f36000, de bot f154680, de
ansjovis f 557660, de aal en paling
f71500 en de garnalen f 14243. En deze
geldsommen moeten nog maar een betrek
kelijk klein deel der geheele opbrengst
van de Zniderzeevisscherij uitmaken.
De oestervisscherij op de Zeeuwsche
stroomen bracht f 839000 op en de mos-
selvisscherij f 29260.
De meeste zalmen ea elften werden aan
gebracht te Kralingen, Ammeratol, Dor
drecht, Gorinchem, Hardinxveld en Wou-
drichem.
De bruto—opbrengst dezer riviervisschen
bedroeg aan den afslag te Gorinchem
f 34200 eu te Dordrecht f 10330.
- ie THORN wilde de heer
F. S. uit Echt van een glas bier drinken.
Plotseling gevoelde hij een hevige pijn
iu de tong en het oor, gevolgd door zwel
ling van beide lichaamsdeeleD en vau het
geheels hoofd. Eet bleek, dat een wesp
in het bierglas had gezaten en den heer
S. in de tong had gestoken. Geneeskun
dige hulp moest worden ingeroepen, en
eerst ua verloop van eenige uren nam de
zwelling, en daarmede de pijn, af.
Het is bekend, dat wespensteken soms
dondelijk zijn. Ook bij het eten van ge
bak en vruchten zij men voorzichtig, daar
het niet zelden gebeurt, dat zich daarin
wegpen bevinden, vooral in pruimen, per
ziken, enz.
Tegen zulke bedriegers
is niet ieder opgewassen!
Bij den koffiehuishouder v, d. B. aan
den Kouingsweg te UTRECHT, vervoegde
zich dezer dagen een als heer gekleed per
soon, te keDnen geveude, dat het der justi
tie ter oore was gekomen, dat er in dn
gedeelte van de stad veel onzedelijke han
delingen werden gepleegd en dat ook des
tappers woning als een verdacht huis was
opgegeven, reden waarom hem, als zijnde
inspecteur vau politie, was opgedragen daar
omtrent een onderzoek in te stellen. Daar
v. d. B. zich niet de minste schuld be
wust was, verklaarde deze al aanstonds dat
hij zich niet straffeloos eer en goeden naam
liet ontnemen en dat hij dan ook niet zou
rusten voordat de zegsman hem bekend was.
Aanvankelijk scheen de inspecteur zich
aan die praatjes weinig te laten gelegen
l'ggeD> doch toen de lapper zijn voorne
men te kennen gaf om zelf maar eens
met de Justitie te gaan praten, werd hij
handelbaarder en bood hij den tapper ten
slotte zelfs aan, om hem bij het opsporen
van den lasteraar behulpzaam te ziju, iets
wat natuurlijk in dank werd aangenomen.
Nadat men onder het genot van een paar
potjes bier een en ander nog eens breed-
voering had besproken, vertrok de inspec
teur, doch kwam een paar dagen later
nog enkele malen terug, waarbij hij dan
meestal erg dorstig en hongerig bleek te
zijn, totdat hij opeens wegbleef en niets
meer vau zich liet hooren.
In het verst dacht men, dat hij soms
boos was geworden, omdat men geweigerd