ONGELUKKEN. De St Brie™ uit Be Maasstad. Zondag 3 November 1895. 39ste Jaargang No. 3042. d Ter voorkoming van week Woensdag- en worden Dit blad verschijnt tweemaal per Zaterdagavond. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, wc ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. Uitgever J. WINKEL. Bureau: iCHAGM, liaan, D 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere n Groote letters worden naar plaatsruimte berekend meer 6 ct. GemeenleSchaiten. Bekendmakingen. F» OLITIE. Ter Secretarie dezer Gemeente worden inlichtingen verzocht, omtrent eene op de markt van 31 Oct. j. 1. vermiste zwartbonte kalfkoe, met zeer kleine kromme horens terwijl inlichtingen zijn te bekomen, om trent een gevonden Portemon- naie, inhoudende eenig geld. De Burgemeester van SCHAGEN, brengt ter algemeene kermis, dat ten gevolge van de aangevangen slooping van den gemeente-toren, het passeeren van de daarvoor gelegen openbare straat, voor zoover die met touwen is afgezet, door mogelijk van boven vallende steenen bepaald gevaarlUk is te aehteil, en noodigt verder ouders en ouderwijzers dringend uit, de kin deren, ter voorkoming van mogelijke ongelukken, nadrukkelijk aan te ma nen, zich van bedoeld afgezet gedeelte der straat verwijderd te houden. Schagen, 30 October 1895, De Burgemeester voornoemd, S. BERMAN. De behandeling der Staatsbegrooting zal dit jaar wel niet veel tijd vorderen, en ook daarom is het goed, dat de Ka mer besloteD heeft, den 12 November het Personeel in behandeling te nemen. De Begrooting draagt toch geheel het kenmerk vaD den tijd, waarin wij le ven, dien van overgang, van onzeker heid wat de toekomst brengen zal; de zaken worden gaande gehouden; enkele onvermijdelijke, of weinig bezwaar op leverende, nieuwe maatregelen worden genomen, maar al wat strijd kan uit lokken, blijft rusten. Op dien algemeenen regel maakt al leen de Minister van Binnenlandsche Zaken eene uitzondering; hij doet een en ander in het belang van het onder wijs, vooral voor het vakonderwijs en met name voor de opleiding der vrou wen. Die uitzondering bevestigt intusschen den regel; want tegen die enkele maat regelen in het belaDg der volksontwik keling is juist een storm opgestoken, die bewijst, dat men zulke plannen in dezen tijd niet verwacht had. Dat de Minister Van Houten voorstellen doet in het belang van het onderwijs en vooral in het belang van de opleiding der vrouw, zou niet vreemd gevonden kunnen worden, als het niet geschied de in dezen tijd, nu de Minister geacht wordt voor zijn kieswet den steun noo- dig te hebben dergenen, die tegen zij ne onderwijsplannen zijn. Men heeft daarom al beweerd, dat de heer Van Houten met die voorstel len «lonkjes' geeft naar de linkerzijde en deze tracht te winnen voor zijne kiesrecbtvoorstellen. Dit lijkt ons eene vreemdsoortige beschouwing. Meent men dan, dat de kiesrechtstrijd van persoon lijken aard is; dat zij, die eene zoo ruim mogelijke en zoo goed doenlijk ge regelde uitbreiding van het kiesrecht verlangen, dit doen om de tegenwoor dige Regeering onaangenaam te zijn, en dat zij dus zullen ophouden baar „den voet dwars te zetten,"als de Re geering zich maar wat vriendelijk toont en op andere punten wat toegeeflijk gestemd is? Men zou inderdaad den ernst miskennen van de voorstanders *an eene democratische ontwikkeling ^zer staatsinstellingen, als men meen- de> dat zij zich door zulke overwegin gen lieten leiden. Eer is er giond voor eene op vatting van geheel anderen aard; niet, dat de Regeering de linkerzyde tracht winnen, maar dat zij meent van de rechterzijde voor hare kiesrechtplannen niet veel te hopen te hebben. Het kan haar niet onbekend zijn, dat er tot de rechterzijde behooren, die maar matig met die plannen zijn ingenomen; die zullen meegaan, niet omdat zij de voor gestelde kiesrechtuitbreiding wenschen, maar omdat zij meenen daartoe tot zekere hoogte gebonden te zijn door de staatkundige verhoudingen, door de om standigheden, waaronder de jongste ver kiezingsstrijd plaats had. Hun kan het niet onaangenaam zijn eeno aanleiding te vinden, om zich aan dien met weer zin aanvaarden plicht te onttrekken, en die aanleiding kan gevonden worden in 's Minister's onderwijsplannen, die daarom wellicht ook heftiger aangeval len worden dan anders het geval zou zijn, en die zelfs als trouwbreuk wor den gebrandmerkt, omdat er eene o- vereenkomst zou zijn gesloten, om niets dan de kieswet af te doen. Eene over eenkomst met wie en waarover en wan neer? Ligt in de ingediende onderwijsplan nen voor de linkerzijde geen reden, om ten opzichte van het kiesrechtontwerp eene andere houding aan te nemen, dan haar door dit onderwerp zelf voorge schreven wordt, omgekeerd behoeft zij zich in haar oordeel over die plan nen niet te laten leiden door mindere ingenomenheid met de kiesrechtvoor- stellen. Zoo er van eecigen invloed sprake zou kunnen zijn, dan zou het deze wezen, dat men den Minister bij zijne Begrooting geen moeielijkheden moet bereiden. Dit kan te gemakkelij ker geschieden, omdat de onderwijsplan nen zelf geheel in den geest van de linkerzijde zijn; al wat strekken kan ter bevordering van de volksontwikke ling vooral waar dit geschiedt in prachtische richtiDg, met het doel om de jeugd te bekwamen voor den strijd des levens verdient en verwerft haar krachtigen steun. Wij zeiden dit vroeger reeds voor een deel van 'sMi- nisters plannen, toen wij onze instem ming ermee betuigden, dat hij zoowel „voor meisjes als voor jongens" zorgen wil, en zouden alleen wenschen, dat hij in die richting nog verder ging dan hij nu doet. Hij heeft dat nagelaten om zijne stembusvrienden niet al te zeer te ergeren; hij ziet nu: hij ergert ze toch. Hij had dus gerust wat verder kunnen gaan zonder die vrienden veel meer van zich te vervreemden en hij had wellicht den steun der linker zijde daardoor nog te sterker gemaakt. Intusschen, nu dit niet geschied is, trachtte men te verkrijgen, wat aange boden wordt. Dat is althans zooveel gewonnen. Onder het voorgestelde behoorde ook het steunen der „kookscholen". Daar tegen hoorden wij in den laatsten tijd een bezwaar aanvoeren, dat wellicht ook in de Kamer vernomen zal worden, dit nl. dat men in die kookscholen, voor zoover ze voor het »volk" bestemd zijn, aan de jeugd behoeften leert kennen, waarin zij later niet zal kunnen voor zien, begeerten opwekt, die later niet bevredigd kunnen worden. Wie er zoo over denkt, miskent den aard der volks kookscholen daarvan is de bedoeling niet, lekkere schoteltjes klaar te maken, die veel geld kostenmaar juist om voor niet meer geld dan nu besteed wordt voor de slechte voeding, waar mee ons volk zich tevreden moet stel len, een goed, voedzaam en smakelijk maal te bereiden. Er zullen geen be geerten gewekt worden, waaraan niet voldaan kan worden, maar men zal er leeren met minder, althans met niet meer uitgaven beter in alle behoeften te voorzien. Men late zich dus niet door den boven aaDgehaalden schijngrond weerhouden om zijn steun te geven aan een der nuttigste zaken in het belang der volkswelvaart. Slechts één punt nog, behalve het bovenstaande, geeft ons voorshands aan leiding tot eene opmerkingde subsidie der stoomtramwegen. Men weet, dat wij het ondersteunen van den aanleg dier versnelde verkeersmiddelen steeds hebben voorgestaan en dus met genoe gen zien, dat de Regeering enkele stap pen in die richting doet. Snel gaat het daarmede intusschen niet vooruit. Dit vindt o. i. zijne oorzaak daarin, dat de Regeering eerst na lange onderhandelin gen subsidies wil toestaan voor plan nen, die geheel gereed zijn. Naar onze meening moeten die plannen uitgelokt worden door subsidies in uitzicht te stel len voor tramwegen, die aan zekere al gemeene eiscnen voldoen, en zou zelfs van Regeeringswege hulp moeten ver leend worden bij het maken dier plan nen. Wij hebben onze meening daarover vroeger gezegd en zouden er nu, dewijl er onder deze Regeering toch niets van te wachten is, niet op terugkomen, als niet juist nu het ongegronde van een der hoofdbezwaren feitelijk werd aan getoond. Dit hoofdbezwaar is, dat men maar niet zoo in den blinde geld kan toestaan, doch dat men het eerst eens moet zijn over de uit te voereu plan nen. Welnu, wat zegt de Regeering nu zelve Na den stand van zaken ten aan zien van drie tramwegen te hebben meegedeeld, zegt zij„Bij de onzeker heid voor welke dier drie tramwegen in 1896 uitkeering van subsidie noodig zal zijn, en hoeveel dit zal bedragen, is het geraden voorgekomen op deze Begrooting een globaal bedrag uit te trekken." Derhalve, juist te doen voor deze drie tramwegen, wat wij in het algemeen noodig vinden. Moge de ze eerste stap leiden tot het definitief bewandelen van den hiermee ingesla gen weg. Binnenlandsch Nieuws. Debliksem isgeslagen tegen den gevel van het Raadhuis te AMSTERDAM. Een waterpijp werd ver nield, maar het goede gevolg daarvan was, dat de straal langs de pijp haar weg vervolgde en in den grond sloeg, zoodat verder geen schade werd aange richt. Niet alledaagsch! De heer S. Duivis te SCHARWOU- DE (Noord-Holland) smaakte deze week het genoegen den dag te herdenken, waarop hij voor 30 jaren in den echt werd verbonden met zijnvierde vrouw 1 Men schrijft uit AMSTER DAM: De commissie uit Singel- en Heeren gracht-bewoners heeft een rapport uit gebracht, waarbij zij den bewoners in overweging geeft: lo. de melk een kwar tier te koken2o. beerputten en riolen te desinfecteeren met eene 10% chloor kalkoplossing dagelijks en 3o. den bodem binnen- en buitenshuis gedurende de epidemie niet om te woelen. Het che misch en bacteriologisch onderzoek van 2 monsters melk heeft aangetoond dat het een monster bevatte 176000 bacte riën per kubieke o M. in 4 soorten en het aDdere monster 900,000 bacteriën in 6 soorten. Men dient hierbij te we ten dat Vechtwater, als drinkwater ongeschikt verklaard, zelden meer dan 1000 bacteriën per kubieke centimeter bevat. De W e e s i n r i c h t i n g te NEERBOSCH. Als gevolg van de mishandeling den 13-jarige Robbemond aangedaan, ston den dezer dagen 4 verpleegden van Neerbosch te Arnhem terecht. Wat was geschied De jonge Robbemond stal appelen de "tuinjongens P. D., G. W. J.,J. Van L. en J. H. Agrepen den dief en daar ze de appelen bewaken moesten, meen den ze den dief te mogen straffen. De twee laatsten hielden hem bij beenen en armen omhoog, de twee eersten sloe gen hem eenige malen, om hem tot be kentenis te dwingen, met stokken te gen de achterdeelen. De jongen was bont en blauw, maar had overigens geen letsel. Alleen zei hij, als moeder wat hard schuiert, doet het pijn. De jongens bekenden alles wat hun ten laste werd gelegd. Nog dient vermeld te worden, dat Robbemond de beide laatste beklaagde niet herkende als de jongens, die hem hadden vastgehouden. Voor het bewijs hunner schuld bestaat alleen hun eer lijk afgelegde bekentenis. Het O. M. constateerde, dat de mis handelingen zijn gepleegd buiten den heer Yan 't Lindenhout, die bovendien afwezig was, en zeker niet op zijn bevel. Het is een gewone mishandeling van vier jongens, die een veel kleinere te zamen hebben afgerost. Ze verdienen een flinke straf, meende het O. M. en daarom werd tegen de eerste twee 1 maand gevangenisstraf, tegen de beide laatsten 14 dagen gevangenisstraf ge- ëischt. Slaapdronk en! In een der laatste nachten was ze kere A. te WEERT op zijn slaapkamer op een stoel in slaap gevallen. Wakker wordende, meende hij in het bed te stap pen, en... stapte het venster uit. Uit een raam der tweede verdieping viel hij op de straatsteenen. Bloedend werd hij opgenomen en onmiddellijk werd de dokter erbij geroepen. Slechts een paar schrammen aan het hoofd herinneren hem nog aan zijn nachtelijk avontuur. De fabrieksmeisj es der cacaofabriek te WEESP zullen dezen winter, in plaats van den reeds lang be- staanden naaicursus te volgen, in de ge legenheid worden gesteld, deel te nemen aan een kookcursus van 20 lessen, te geven door een leerares der Amster- damsche Kookschool. De lessen zullen worden gehouden in de keuken van het huis der dames Van Houten, op de Oude Gracht. Ieder meisje mag het door haar gekookte maal zelve opeten. Als bewijs van instemming met het goede doel zullen de meisjes een klein deel in de kosten moeten bijdragen, nl. 5 cent voor iedere les. Allllifl Mieiws-, AftTErtEilifi- k Lailbnw Devereeniging D. O. G. te BARSINGERFIORN besloot io hare ver gadering van Dinsdag j.1. den heer L. Jan sen van H aar le m, uit te noodigen tot het houden van voordrachten. Aanstaande Dinsdag 5 November zal in de buitengewone vergadering van D.O.G. de heer L. Jansen optreden, ten huize van den heer d. Slotemaker. ANNA PAULOWNA, 1 Nov. '95. Yan morgen ontstond er weder brand op het Breezand. Ditmaal was het de plaats bewoond door D. Rozelaar. Alles werd een prooi der vlammen. Oorzaak onbekend. In de vergadering van 30 October j.1. werd herbenoemd tot molen- meester van den polder Geestmer-Am- bacht, OoSTERDIJK en MoLENGEERSEN, de beer 1. Roogeboom te Warme uhuizen. Thans is de vermoede! ij ke dader van den diefstal van gebruikte post zegels op West-Indische postwisselformu lieren aan het departement van koloniën ontdekt. De assistent-bode d. Z. aan het departement is, onder verdenking van de daad bedreven te hebben, iu zijn woning ge arresteerd. Het blijkt nader, dat de diefstal met groot overleg is gepleegd, daar de for mulieren in een gesloten kast geborgen waren, in doozen waaromheen koord was gebonden, dat met een cachet van den ambtenaar van dienst verzegeld was. De dader moet op een behendige wijze van onderen het koord hebben losgesneden en na de zegels te hebben weggenomen dit weer hebben toegenaaid en dat wel op tijdstippen, die daarvoor bij voorkeur ge schiet waren. Nog wordt medegedeeld dat wel is waar 8000 h 9000gebruikte formulieren bij de ver bouwing op zolder zijn gevonden,en dat deze geen zegel hadden, doch dat dit ook niet be hoefde daar het Oost-Indische postwissels waren, die nooit een postzegel krijgen. Nader meldt men, dat de man na zijne arrestatie heeft bekend, onder mede- deeling dat hij medeplichtigen heeft. Weer een vergiftiging? Zekere G. P. 'e 3URHUIZEN kreeg zijn vader een nacht te logeeren. Zij aten samen aardappelen. De overige zon de zoon des morgens opwarmen. Ze leken hem ech ter niet zuiver toe, waarom hij er melk op deed en aan de katten gaf. Deze aten er van, braakten hevig en stierven. De hennen aten van die uitwerpselen en stier ven eveneens. De zaak wordt onderzocht. Menschrijftuit GOES. In de Dinsdagmiddag te Goes gehou den vergadering van de afdeeling „Hrin- kenszand* der Maatschappij tot bevorde ring van landbouw en veeteelt in Zeeland kwam o. a. in behandeling eene vraag van het hoofdbestuur Welke gebreken kleven het pachtstelsel in uwe afdeeling aan Bij de uitgebrei de discussiën over dit punt werden de volgende verbeteringen van het vigeeren- de pachtstelsel ter sprake gebracht 1. De hooge registratie-kosten der pacht- cotitracten mogen niet langer voor reke ning van den pachter komeD. Er werd een voorbeeld aangehaald, dat een pachter bij den aanvang der eerste zeven jaren pacht voor het contract betaalde f 350 de tweede zeven jaren bij lagere pacht f 90, de derde zeven jaren bij gelijke pacht f120. Anderzijds werd opgemerkt, dat, waar pachter eu verpachter beiden belang hebben bij het contract, het billijk is, dat zij ook gezamenlijk de kosten dragen. 2. De verbeteringen, die de pachter aan de gronden van den eigenaar heeft aangebracht, moeten eerstgenoemde worden vergoed. Gewezen werd op eene in En geland bestaande wet, bepalende, dat de kosten van draineering eu andere verbete ringen van den grond, door pachters aan gebracht, aan hen moeten worden terug betaald. In Friesland bestaan commissiën die bij verschillen tusaehen pachter eu eigenaar bemiddelend optreden. Zulke commissiën waren hier ook geweuscht. Ook moeten de eiganairs meer in onmid dellijk contract staan met huDne pachters en niet alles aan rentmeesters overlaten. 3. De pacht moet worden aangegaan voor zeven jaren vast en nog zeven jaar op zicht, in dien zin, dat, als de eerste vijf jaren verloopen zijn, de pachter vrij is de pacht al dan niet te vernieuwen te gen deuzelfden pachtprijs. De pachter heeft dan zekerheid, dat hij niet plotse ling zijn hoeve moet verlaten, en dat hij, en niet zijn opvolger, zal proflteeren van de door hem aangebrachte verbeteringen. Pacht hij niet weder in, dan heeft hij tijd om naar iets anders uit te zien. 4. Yrije cultuur. Den pachter moet vrijheid gelaten worden wat bij wil zaaien. Alleen voor het laatste pachijaar mogen beperkende bepalingen worden gemaakt, op dat de grond niet te veel uitgemergeld aan den opvolger worde overgegeven. 5. Grond- en polderlasten, en onder houd vau gebouweu moeten komen ten laste van den eigenaar. De lasten stijgen soms gedurende de pachtjareD, zoodat dan feitelijk een hoogere pachtsom moet wor den opgebracht, dan bij coDtract is bepaald. Het onderhoud van gebouwen wordt, voor al door Belgische eigeuaars, vaak aau den boer opgedragen. Dit is verkeerd. Tegen het geopperde bezwaar, dat vele eigenaars in tegengesteld geval de gebou wen zouden verwaarloozen, werd opge merkt, dat dan commissiën als in Friesland waarvan hierboven sprake is, in zulke geval len nattig werkzaam zouden kunnen zijn. 6. Mestputten moeten bet eigendom blijven van den eigenaar. De belangen van den pachter brengen van zelf goede zorg voor den mestput mede, zoodat geene verwaarloozing daarvan te duchten valt. De geopperde bezwaren zullen ter ken nis van het hoofdbestuur der Maatschappij worden gebracht. Eergisteren k wni te MoLtfoort het droevig bericht dat schip per H. K. en diens zoon 's morgens te UITHOORN dood in hun schuit waren gevonden. Vermoedelijk zijn ze door kolendamp gestikt. Yr ij dagmorgen ruim tien nnr, had san de ROSKAMSBRUG nabij de LANGEDIJK, het volgende voorval plaats. Op het oogenblik dat de heer K. Wage- naor de Waardijk passeerde, opende R. Berger eensklaps de deur en loste twee schoten. Wageuaar was zeker gelukkig nief getroffeD, althans hij vervolgde dade lijk zijn weg, later evenwel schijnt ge bleken te zijn, dat hij hagel in het been had. Op het oogenblik dat de schoten werden gelost, passeerde daar juist een vrouw met kinderwagen, die evenwel ook met de schrik vrijkwamen Rotterdam, 1 November 1895. LXIX. De mariniers die in deze groote stad aan de Maas, in garnizoen zijn, meenen reden tot klagen te hebbeD. Zij moeten te veel marcheereD, te veel dienst doen, op hun dienst wordt te streng toezicht gebonden naar den zin van de heeren, en vandaar hun klagen. De nieuw benoem de commandant, de heer Veruew, die in

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1895 | | pagina 1