Se Balais bij kt einde iles ja®. (INGEZONDEN.) 'k Was gisteren, zooals 't gast mee zacht jes aan bsgouneu Aan het maken van balans, ik zeg de boeken duor Vond hier en daar verlies, ginds had ik weer gewoinen. En kreeg zoodoende het werk van 't g*n- sche jaar weer voor. Nu eens wat ik voldaan en riep: dat «is getroffen, Pat noem ik mooi gekolfd, dat geld was schoon besteed, Dan weer: drie koopen zoo en men ge- nakt op sloff-a Die trek was nu zoo dom, als ooit een sterveling deed. Angstvallig z»g ik om, naar 't geen nog in moest komen, Bezoigd zag ik mijn schuld, mijn inven taris aan En had door Bartjes en Van Lint in 't eind vernomen, Dat ik mal uit, mal thnis dit jaar bad meegedaan. Dat was niet naar mijn zin, ik Jacht mijn kring woidt grooter Het kroost is met geen jurk of valhoed meer gekleed, De papkom ligt aan kant, aan brood en vleesch en boter Wordt zeker driemaal meer, dan voor tien jaar besteed. Mama de 'peen, moet voor veel duurder boeken wijken, Geen koekje vraagt men meer, maar zak en speldegeld Muziek, zang, dans en taal gaan ieder met wat strijken, Der mode wordt almede een kleine som Zoo zat ik onvoldaan al in mij zelf te kal len, Terwijl ik 't avondbrood met vrouw eu kinderen at, Tot dat de slaap, als lood kwam op mijn oogen vallen En ik in Morpheus' arm, vergat balans en al. Maar wat gebeurt 1 'k Had nauw een uur, twee drie geslapen Of 'k zag een achtbren grijze aan mijn sponde staan, Hij voerde een uurglas en een schrikbren zeis ten wapen, Hij sloeg zijn wieken uit en sprak mij ernstig san, Den norschen blik oDafgewer.d op mij ge slagen Ondankbaar stervelingWat suft gij, omdat het Goud Op winsten uitgezet, min vruchten heeft gedragen, Wat wilt ge van een goed u doer Fortuin betrouwd. Dat gij met bleek gelaat, met angstzweet op het wezen, Bij iederen zonLekring uw vour— en nadeel wikt. Terwijl ge 't boek des tijda niet waardig acht te lezen En in de zucht naar Goud, dien dank aan mij verstikt, Wat cijns de schat u gaf, dat n eet, d t wilt gij weten En de uilslag hemt u op, of slaat den nan ter nerr; Maar hebt ge uw tijd vermoord, of beu zelend versleten, Dat werkt op uw gezicht, geen enkel fronsje mi er. Hij, die u van den schat een' gulden poogt te ontstelen, Hij is 't, die schande en boei om zulk bestaan verdient. Maar hij, die diiemaals week's komt trek jes met u spelen, Hij rooft, 't is waar, uw tijd, maar zulk een is uw vriend. Is slechts de kas gevnld, het hootd mag ledig blijvru Den tijd om goud besteed, sebt men slechts wel besteed, Denk, denk, een arider zal eens uw lelacs voorschrijver, Een ander, die geen uur, geen oogenblik Wat, wat, zijn bergen gouds tcch met een ltdig harte Slechte klippen veer de deugd, tij vrak misöruikt veis'atd Maar vcor 't gevoelig hart, ten steun in 's naasten smarten, Ed wèl gebruikt, alleen een zegm van Gods hand. Zet nw talenten uitis oefen nw ver mogen Misbruik uw reden niet op fondseD n Laat, laat het zaad van God, r iet in uw ziel verdrogen, Dan z(jt gij zeker, dat ge eens zoete vruchten gaart. De zemer lacht u aaD, de zomer van uw Bij lacht maar eens u toe, en, hoe 't saizotn cok keer, Helt gij dien gnlden tijd, te roek'Joos Hij keert, hij zegent,maar lacht voor u niet meer. Te zorgen vcor 't gezin, is een der duur ste plichten En 't nnr is wel besteed, tot heil van zijn geslacht, Maar, met dit masker, ziet men deden Soms verrichten, Waardoor 't geziD meer sclard, dan goud wordt aangebracht. Mor niet, al heeft fortuin n norsch den mg geboden; Ga vcort en zie niet om acht u voor klacht te groot, De mensch behoeft niet veel; vermindert uwe nooden, Gij bidt uw Vader zelf, a'1 en om dage- Maar, wie toch slaaft en slooft, van 's a- vonds tot den morgen. Bestendig voor zijn krir.g, wie neemt niet van zijn tijd Een uur, gelijk men zegt ter pozing van het zorgen, Dat hij aan bering.... neen aan beuzela rijen wijdt. Dat unr is 't, dat zoo vaak den ganschen dag ontluistert, Dat meestal wordt versmoord, bij ka .rten, schaakbord, wijn, In zouteloos gesnap, dat slechts den g>-est verduistert, Verwijdert van hetgeen hij kan en dient te zijn. Dat uur is 't in 't jaar verlengd tot da gen, weken, Waardoor balans en boek zoo vaak onzui ver wordt, Men hoopt die schuld opeen, en beeft, is 't perk verstreken, Eerst aan den rand van 't graf voor 't schrikkelijk tekort. Dat „schrikkelijk te kort", klonk don terend in mijne ooren Terwijl de schrik een kreet aan mijne borst ontwrong; 'k Zag naar den Grijsaard om nog meen de ik hem te hooren, Maar de achtbre was daarheen, - nu rees ik op en zong: Gelukkig hij, die op zijn tocht, Voor de inspraak van zijr. plichten vaardig, Het smet'loos vruchtje gareu mocht Den mensch en zijne roeping waardig Wel hem, die als de jaarkring sluit, Gewin in 't harte kan ontwaren Die op geen kwade posten stuit In 't grootboek van zijn levensjaren Nog lacht ge o tijd ons vriend'lijk aan, O JaWij willen voorwaarts streven. Ei, Wilt gij ons slechts jaren geven, Licht wordt gij iti ons volgend leven, Voor de oude schulden mild voldaan; Gij sloot een nieuwen kriDg ons open. Met hem ontslui en wij 't gemoed Voor nieuwe deugdeD, zielsverhi ffing, Voor menschenlitfde en plichtsbest ffiog, Voor al wat waar is, schoon en gced. De Algoede biedt den wil de hand, En dus geleid, z<l niets ons hinderen. Hij zeeg'na Vorst en Vaderland, Bewnke 't lot van Neerlands kinderen Hij sture ons willen hier alleen, Naar 't geen ons zijner wa«rd kan makeD. Hij doe ons hart voor Godsvrucht blakeD, Voor deugd en 't nut van 't Algemeen. Een thans zeer gevierde vioolspeler had eens de eer voor den ko ning van Denemarken te spelen. Na het concert trad de koning op den kunstenaar toe. „Ik heb Paganini, Spohr, Vicuxtemps gehoord," zeide hij. „Gij echter en bier maakte de kunstenaar r<eds in zijn groote bescheidenheid een alwerende bewe ging. „Gij echter hebt, jammer genoeg", ging de koning voort, „reze meesters niet kunnen hooien; maai toch, jonge man, speelt gij zeer goed. Ga slechts zoo voert." Hij klopte den kunstenaar op den schou der eu ging. Iemand, die uit den zeven den hemel plotseling op aarde komt bij eeu vorst van 12 graden, kan geen mal ler gezicht zetten dan onze artist. Maar nu komt het mooie van de zaak eerst. „De arme drommel," zei de koning later, „doet me leed. Haei hij die afwerende be weging niet gemaakt en daardoor den roem van Spohr en Paganini formeel Toor zich geëisebt, dan hsd ik hem wat aangenaams gezegd, nu echteroch, weet ge wat", en hij wendde zich tot den minister, „geel hem toch maar een orde. Voor den schrik heeft hij ze dubbel verdiend". Een afgrijselijke misdaad. Fen telegram uit Chicago meldt, dat daar een buitengewoon afschuwelijke mis daad gepleegd is. Een zekere CharhsEoe, die met ziji e vronw Annie Anderson in de Si uth Clarkstreet woonde, besloot haar te doodeit, omdat zij niet genoeg geld ver diende om hem in luiheid en dronkenschap te doen leven. Omstreeks middernacht sloop hij de kamer binnen en sloeg Annie, die te bed lag, een koord om den hals. Daarna wierp hij het touw over een gas kroon en trok er nit alle macht aan, tot dat de arme vronw was opgehangen. Vtno'gens maakte Roe hel uiteinde van het touw vast aan een poot vsn het le dekant en keek met welgevallen naar de stuiptrekkingen van zijn slachtoffer. Toen zij dood was, ging hij bedaard naar bed zonder zelfs het lijk af te nemeD. Des mor gens arresteerde men den lagen moorde naar. Met de grootste onverschilligheid be kende hij zijn misdrijf. De courant in Amerika. Daar het in den aard van ieder goed Yankee ligt, om zich te bemoeien met de poliliek in 't algemeen en met de politiek van hun eigen land in het bij zonder, zoo zal men tot zells in de ver afgelegen streken van Amerika een cou rant vinden. Nu komt het dikwijls voor, dat voorna melijk de landbouwer op gezette tijden zeer schraal bij kas is, zoodat hij wel eins gedwongen wordt, bet abonnement op de ccniai t op te zeggen. De uitgever van de courant kent zijD volkje en weet, dat men er slechts noode toe overgaat om het abonnement op te zeggeD. Hij grijpt de gelegenheid aan en bunkert, hoe bij het zal aanleggen om geen schade te lijden. De handige uitgever plaatst, wanneer hij weet, dit de landbouwers slecht bij kas zijn, een advertentie in zijn blad, waarin hij z g: dat men, in plaats van geld, ook met iels anders, zooals met rund— en met schapen— en varkenvhesch of met dranken, met gevogelte enz. enz., het abonnement kan betalen. „Ik heb', zoo schrijft de uitgever, „mij de moeite, getroost om, in plaats van geld, al die artikelen in be'aling te nemen teren de prijzen, zooals mijn tarief aangeeft. M ie dus zijn abonnement ni-t wenscht op te zeggen en die toch op het oogenblik niet kau betalen, hij kome tot mij, ik wil alle artikelen van hem nemen en hij tan er op rekenen, dat hij even prompt de courant zal blijven ontvangen'. Door een soortgelijke couranten-notee ring vangt de uitgever twee vliegen in een klap. Hij ontvangt voor langer of korter tijd alles wat hij voor levens onderhond noodig heeft. Dat de uitge ver, wanneer door andere oorzaken het aantal zijner abonné's dreigt te vermin deren, ook raad weet, dat is gemakkelijk te begrijpen, wanneer men weet, dat eeB Amerikaan op het gebied van geld ver dienen, slim is als weinigen. Zoo doet een ander uitgever, wetend, dat in den drukken oogsttijd zijn abon né's op het land meestal het lezen van de'cnurant nalaten, den volgenden voor- slag: „Het is mij bekend", zoo schrijft hij dan in zijn blad, „dat mijn waarde abon né's door hun drukken arbeid geen tijd hebben de courant te lezen, het blad ver liest daardoor voor dien tijd recht van be staan, wat mij zter trenrig stemt. „Ik weet verder, dat de vliegenplaag zich juist ia dezen tijd sterk doet gevoe len en dat de landman steeds tracht door allerlei middelen zoo min mogelijk van die plaag te lijden te hebben. Ik weet dat hij dagelijks giftpapier kooptik heb nu iets bedacht, waardoor hij het geld, be- noodigd voor het koopen van dat vliegen- papier, kan besp ren ik zal nl. in plaats van de couiant, geduiende den oogsttijd, van binnen te bedrukken, haar blanco laten. Ik zal evenwel, in plaats van met drukinkt, die binnenzijden met vliegen- vergift besmeren. „De buitenzijden bieden dan nog genoeg gelegenheid aan, om allerlei mededeelingen te doen. „Ik hoop,' zoo eindigt de uitgever zijn aankondiging, „dat op deze wijze mijn courant zich zal blijven verheugen in het bezit van alle abonné's.' De leepe uitgever ziet niet vaak zijne berekening falen. In plaats dat het aantal abonné's verminderde, werd door de nieuw heid van het denkbeeld om een krant van binnen met vliegenvergif te bi smeren, dat aantal abonné's zeer vermeerderd. Zoo zijn de menschen in Amerika! Blauw geverfd. Een aardige geschiedenis wordt vermeld hoe een verver twee inbiekers behandelde, die bezig waren, eenige kostbare verfstof fen te steleD. De heer S. de eigenaar van de bedoelde ververij, houdt zich dikwijls lsat in den nacht met proefnemingen bezig, en soms brengt hij den nacht door in het chemisch laboratoiium, dat in de bergplaats uitkomt waar de groote kuipen met verf staan. De dieven kwamen nsar het scheeD, in een van die nachten, toea de heer S. in het laboratorium sliep. Hij slaapt los en even na middernacht hoorde hij stemmen in de bergplaats van de kuipen. Hij zag een lichtschijnsel, vermoedde dat er dieven waren, stond stil van zijn sofa op, nam zijn revolver en door de duisternis verbor gen, sloeg hij de beweging van de twee mannen gade. Hij zag, dat ieder een pak nieuwe en kostbare verfstof droeg. Meenende dat het nu ver genoeg was gegaan, trad bij vooruit, haaide zijn revol ver over en zeide bedaard Ik heb die verf noodig, jelui moest ze liever laten liggen. De verschrikte dieven legden hun buit neder en wilde wegloopen, van de eene kuip naar de andere springende. In de duisternis echter had de een den afstand niet berekend en tuimelde hals-over-kop in een kuip met indigo, terwijl zijn mak ker, die den plomp hoorde en omkeek om te zien wat er gebeurd was, zijn evenwicht verloor en in dezelfde kuip viel. „Zoo is 't goed", zeide de hterS., half scherts, ud, terwiji hij naar den rand van de kuip trad en de twee dieven onder be reik van zijn revolver hield. „Ik gun jelui vrel genoeg van die indigo om er je klee- ren en je huid mee te verven. Jelui hoeft je niet te haasten om er uit te komen. De verf moet tijd genoeg hebben om in te trekken." Langer dan een kwaitier hield hij de mannen in de knip, waar zij verscheidene malen ender de oppervlakte van het vocht zakten en proestend en half verschrikt weer boven kwameD, totdat zij eindelijk om genade smeekten. „Welnu', zeide de liter S., glimlachend, „ik geloof, dat jelui nu wel blauw genoeg zult wezen, dus zal ik je niet langer ophouden. En nu' een streng bevelenden toon aan nemende „als jelui Diet wilt dat de politie je op de hielen zit, maak jelui dat je. de stad uitkomt. Marsch Zonder een woord te zeggeD, klommen de man nen nit de kuip en in een oogenblik warm zij weg. Een paar dagen later verleide een drogist nit een naburige stad, die bij den heer S. eene bestelling kwam doen, dat er twee mannen bij hem geweest waren, om te vragen wat indigovlekken van de huid kon wegnemen. „Het waren twee zulke blauwe kerels als ik ocit gezien heb", zeide hij. „Zij vertelden, dat zij iD een; ververij bij ongeluk ia eene kuip ge vallen waren". Amerikaansche studen tengrappen. Uit Bellefonta schrijft men ouder dagtee- ksning van 28 Nor. aan de New-\ o r- ker Staat szeitung. Een aantal stu denten van het „State-College" alhier heb ben zi:h door hunne als studentengrap pen gtqoalificeerde baldadigheden zoover laten vervoeren, dat eene algemeene verbit tering over hun woest optreden heerscht en de schuldigen eerstdaags met den straf rechter kennis zullen maken. Ofschoon eerst kort geleden verscheidene belhamels gear resteerd werden, hebben zij zich niet ont zien, dezer dagen weer een laffe aardigheid uit te halen, die opnieuw de verontwaardi ging heelt gaande gemaakt. De ruwe klan ten waren namelijk de kamer van een na bij de universiteit wonenden, student bin nengedrongen, hadden hem gedwongen zich geheel te ontkleeden, waarna zij hem van het hoofd tot de voeten met inkt beschil derden. Waarschijnlijk hadden zij hun slachtoffer nog langer gepijnigd, indien de conciërge der universiteit en verscheidene andere beambten hem niet ter hulp war6n gekomen. In een geval, waardoor tegen verscheidene studenten wegeDS veen bijna ongeloofelijk feit een aanklacht was inge diend, gelukte het den betrokkenen door vergoeding der aangerichte schade, de in trekking der aanklacht te bewerkstelligen. Zij hadden namelijk eenige dagen geleden herhaaldelijk een kanon afgeschoten opeen kosthuis, toebehooreude aan een zekeren heer Shivery, teneinde de studenten, die zich daar ophielden te verdrijven. Een troetelkind der for tuin. Dinsdagavond om 8 unr is te Perpig- nan overleden Max Lebaudy, een der be kendste mondaine figuren te Parijs, bijge naamd „le petit sucrier', omdat zijn va der zijn millioenen in de suiker verdiend had. Er is veel te doen geweest om de inlijving, het vorige jaar, van dezen jon gen man bij het legerherhaaldelijk dien de bij attesten in wegens tuberculose en andere kwalen, maar telkens werd hij goedgekeurd. Nauwelijks w*s hij echter in dienst getreden of hij stortte in en werd achtereenvolgens in verschillende militaire hospitalen verpleegd. Hij lag nu laatstelijk ziek in een een voudige villa bij Perpignan, waar zijn broe der hem oppaste. Maar bij was zeer on voorzichtig. Zoodra hij een beetje opge knapt was, organiseerde hij een bicycle-ra- ce, waaraan hij zelf deelnam. Hiertegen was zijn door de genietingen van Parijs uitgeput lichaam, bovendien door een ern- kwaal aangetast, niet bestand. De koorts greep hem aan en Dinsdagavond bezweek hij. Lebaudy heeft veel van zich doen spre ken door tal van processen, waarin hij gewikkeld was. Zijn moeder had hem on der curateele laten stellen, na eerst een prachtig jacht vcor hem te hebben laten bouwen, wasrmee hij de wereld zoa rond reizen. Hij weigerde echter; het jacht werd toen voor een millioen franken verkocht. Nog in dit jaar liet Lebaudy, die verzot op alle soorten van sport washij had prachtive stallenop zijn buiten te Mai- sons-Hafitte, stierengevechten houdeD, wel ke door „le tont- Paris des premières' werden bijgewoond. Twee levensspreuken. 1. Hou wat je hebt, Zie dat je meer krijgt; Al wat je weg geeft, Ben je kwijt. II. Blijf braaf mijn zoon tot aan uw end- En eerlijk tot aan 't graf, En neem nooit meer dan tien procent, Yan arme drommels af. Een goed antwoord. Onlangs bracht de prins van Wales een bezoek aan Adelina Patti op hsar slot Craigh-y-Nos. Het weer was afschuwelijk. „En ik heb toch zoo den hemel gebe- d n, dat hij goed weer mocht geven," zei de de zangeres. „O,' hernam de Piins van Wales, „dan hebt u verkeerd gedaan, want, als u het gebed gezongen had, dan zon de hemel u zeker verhoord hebben 14 graden vorst! Oud vrouwtje (voor den thermometer staande): „Hoe is het toch ter wereld mo gelijk, dat zoo'n beetje kwikzilver in zoo'r. simpel glazen buisje hel door een beetje te zakken zoo miseiabeltjes koud kan ma- keiil Een welwillend woord een vriendelijk gezicht en een beleefde groet kosten geen geld en zijn toch van groote waarde in het leven. Te Goring zat een familie rustig aan den kerstdiscb, torn plotseling een schot klonk en een kogel het vertrek binnen snerde gelukkig zonder iemand te raken. De vriendelijke schutter was een.... schoonzoon van den huisheer, van zijn vrouw gescheiden. Hij zal vervolgd wor- deD wegens poging tot moord. De eenige zoon van Paga nini, baron Archilles Paganini, is te Par- rra gestorven. Hij was een rijk muziek- d Beltint; van zijn vader had hij, behalve de onroerende goederen, ongeveer 2 milli oen lire giërfd. Verregaande Brutaliteit. Het feit dat een uit de strafkolonie ont snapte misdadiger zich geduiende gerui- men lijd vcor geneesheer nitgaf en zelfs ongehinderd de geneeskundige practijk kon uitoefenen, wordt nit Odessa gemeld.Een jonge huiseigenares kwam te Odessa in kennis met een jongen man, die haar werd voorgesteld als dr. Pokrowski, militair ge neesheer in garnizoen te Kazan. Op de vraag, met welk doel hij thans te Odtssa vertoefde, verklaarde hij een langdurig ver lof te Odessa te willen doorbrengen. De „dokter' verkeerde veel in deftige krin gen en was het liefste daar, waar ook de jonge huiseigenares, die hij ijverig het hof maakte, te vinden was. Het gelukte den knappen man weldrs, het hart der jong- dame te veroveren, en spoedig wist de ge- heele stad, dat zij mul den militairen dok ter ver! ofd was. Na de bruiloft vestigde Pokrowski zich te Odessa als practi- zeerend geneesheer. Gedurende den afge- loopen zomer oefende hij ook zijne prac tijk nit in de zeebadplaats nabij Odessa. Hij moest een zeer drukke practijk heb ben, want dagelijks werden er in de apo theken talrijke recepten van zijn hand be- bezorgd. Onlangs verklaarde Pokrowski plotseling san zijn vrouw, dat zijn ver loftijd verstreken was en hij naar zijn gar nizoen moest terugkeeren. Hij ried haar derhalve aan, hare onroerende goederen te gelde te maken en voorbereidende maat regelen te nemen voor hun vertrek naar Kazan. Verre er van iets ernstig te ver moeden, handelde de jonge vrouw over eenkomstig de wenschen haars echtgenoots en niet lang daarna vertrokken zij naar hun nieuwe woonplaats. De reis giDg over Moskou, waar de echtelieden gerni- men tijd vertoefden, om eenigszins van de vermoeienissen der reis te bekomen od ook voor de plaatsing van hun vermo gen te zorgen. Hier zou de ongelukkige vrouw haar man voor het laatst gezien hebben. Op zekeren morgen ging Pokrowski uit, om zooals hij voorgaf, dringende zaken te doen. Hij keerde echter niet terug. De vrouw wachtte, informeerde en zocht te vergeefs, zoodat zij er eindelijk toe over ging, het verdwijnen van haar man aan de politie mede te deelen. Men vroeg om het portret van den vermiste en de schrik der ongelukkige was niet te beschrijven, toen zij vernam, dat haar echtgenoot reeds lang tevergeefs door de politie werd gezocht. Hij was een uit de strafkolonie ontsnapte boef, volstrekt geen geneesheer en driemaal reeds had hij op dergelijke wijze een huwelijk gesloten. In een aanval van vervol- gingswaanzin drong Vrijdag een Parijsche schoenlapper de Saiute—Margueritskerk bin nen. Met de uitroep: „Ik moet een geeste lijke dooden', schoot hij met een revolver op beide priisters, die juist uit de sacris tie kwamen. Geen van beiden werd getrof fen, zij wierpen zich op den waanzinnige, ontnamen hem den revolver en lieten hem gevangen nemen. Een telegram uit Peters- burg aan de Neue freie Presse meldt, dat Rusland en Frankrijk aan de Ver. Staten hun diplomatieken steun heb ben toegezegd in het geschil met Engeland over de Venezuelasnsche quaestie. De Berl. Börsencouritr beweert dat de regeering der Vereenigde Staten met Berlijnsche bankiers onderhandelingen heeft aangeknoopt over eene leening groot 200000000. Het Russische eskader is uit Se- bastopol vertrokken naar een onbekende bestemming, Wat een bal kost. De gemeenteraad van Parijs zal dit jaar weer twee bals geven in bet stadhuis. Daarvoor is de benoodigde som reeds toe gestaan, nl. 118000 fres. welke als volgt verdeeld worden De kosten der uitnoodigingen 5000 fres., gratificatiën en schadeloosstellingen 1200 fres., versiering, verlichting en verwarming der zalen 48G00 fres., voor het personeel der buffetten 3100 fres., voor hetgeen de buffetten zullen bevatten 46500 tres., en voor de orchesten 3400 fres. Een drieste, schurken— streek is op het goed Stonysra in Dnitsch Polen bij de Russische grens nog bijtijds verijdeld. Tegen den avond meldden zich diie fatsoenlijk gekleedde personen aan om nachtverblijf, dat hun welwillend werd aangewezen. Zij gingen weldra nit, on der voorwendsel, dat zij eenige inkoopen moesten doen, doch lieten hun koffer ach ter. Hun afwezigheid duurde zeer lang en de landheer wien het verdacht voor kwam, ging met een buurman eens naar de koffer zien. Een dog die hun was ge volgd, vloog woedend op den koffer aan, waarop men eenige flinke mannen riep en de kist opende. Plotseling sprong er een kerel uit, die met een groot slachtersmes gewapend, op de aanwezigen wilde aanvallen. Doordal de hond hem naar de keel sprong, werd zijn voornemen belet en kon men hem ontwapenen en binden. De man bekende toen, dat zijn kameraden te gen den nacht zouden terugkeeren. Hij zou hen binnenlaten en te zamen zouden zij den rijken grondeigenaar bestelen. Nadat de noodige voorzorgsmaatregelen waren genomen om ontvluchting te voorko men, wachtte men. Tegen elf uur werd er zacht tegen een raam getikt. Even zacht werd dit opgeschoven en een der roovers sprong naar binnen. Deze werd dadelijk gegrepen en gebondeD, waarop de buiten verscholen staande lieden van den landheer zich van de beide andere schurken meester maakten. i geteld. vergeet; onwaard, leveD, piijs gegeveD, 1 ijksch brood.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 2