Se Balais bij kt einde iles ja®.
(INGEZONDEN.)
'k Was gisteren, zooals 't gast mee zacht
jes aan bsgouneu
Aan het maken van balans, ik zeg de
boeken duor
Vond hier en daar verlies, ginds had ik
weer gewoinen.
En kreeg zoodoende het werk van 't g*n-
sche jaar weer voor.
Nu eens wat ik voldaan en riep: dat «is
getroffen,
Pat noem ik mooi gekolfd, dat geld was
schoon besteed,
Dan weer: drie koopen zoo en men ge-
nakt op sloff-a
Die trek was nu zoo dom, als ooit een
sterveling deed.
Angstvallig z»g ik om, naar 't geen nog
in moest komen,
Bezoigd zag ik mijn schuld, mijn inven
taris aan
En had door Bartjes en Van Lint in 't
eind vernomen,
Dat ik mal uit, mal thnis dit jaar bad
meegedaan.
Dat was niet naar mijn zin, ik Jacht
mijn kring woidt grooter
Het kroost is met geen jurk of valhoed
meer gekleed,
De papkom ligt aan kant, aan brood en
vleesch en boter
Wordt zeker driemaal meer, dan voor tien
jaar besteed.
Mama de 'peen, moet voor veel duurder
boeken wijken,
Geen koekje vraagt men meer, maar zak
en speldegeld
Muziek, zang, dans en taal gaan ieder met
wat strijken,
Der mode wordt almede een kleine som
Zoo zat ik onvoldaan al in mij zelf te kal
len,
Terwijl ik 't avondbrood met vrouw eu
kinderen at,
Tot dat de slaap, als lood kwam op mijn
oogen vallen
En ik in Morpheus' arm, vergat balans en al.
Maar wat gebeurt 1 'k Had nauw een
uur, twee drie geslapen
Of 'k zag een achtbren grijze aan mijn
sponde staan,
Hij voerde een uurglas en een schrikbren
zeis ten wapen,
Hij sloeg zijn wieken uit en sprak mij
ernstig san,
Den norschen blik oDafgewer.d op mij ge
slagen
Ondankbaar stervelingWat suft gij,
omdat het Goud
Op winsten uitgezet, min vruchten heeft
gedragen,
Wat wilt ge van een goed u doer Fortuin
betrouwd.
Dat gij met bleek gelaat, met angstzweet
op het wezen,
Bij iederen zonLekring uw vour— en nadeel
wikt.
Terwijl ge 't boek des tijda niet waardig
acht te lezen
En in de zucht naar Goud, dien dank
aan mij verstikt,
Wat cijns de schat u gaf, dat n eet, d t
wilt gij weten
En de uilslag hemt u op, of slaat den
nan ter nerr;
Maar hebt ge uw tijd vermoord, of beu
zelend versleten,
Dat werkt op uw gezicht, geen enkel
fronsje mi er.
Hij, die u van den schat een' gulden poogt
te ontstelen,
Hij is 't, die schande en boei om zulk
bestaan verdient.
Maar hij, die diiemaals week's komt trek
jes met u spelen,
Hij rooft, 't is waar, uw tijd, maar zulk
een is uw vriend.
Is slechts de kas gevnld, het hootd mag
ledig blijvru
Den tijd om goud besteed, sebt men
slechts wel besteed,
Denk, denk, een arider zal eens uw lelacs
voorschrijver,
Een ander, die geen uur, geen oogenblik
Wat, wat, zijn bergen gouds tcch met
een ltdig harte
Slechte klippen veer de deugd, tij vrak
misöruikt veis'atd
Maar vcor 't gevoelig hart, ten steun in
's naasten smarten,
Ed wèl gebruikt, alleen een zegm van
Gods hand.
Zet nw talenten uitis oefen nw ver
mogen
Misbruik uw reden niet op fondseD n
Laat, laat het zaad van God, r iet in uw
ziel verdrogen,
Dan z(jt gij zeker, dat ge eens zoete
vruchten gaart.
De zemer lacht u aaD, de zomer van uw
Bij lacht maar eens u toe, en, hoe 't
saizotn cok keer,
Helt gij dien gnlden tijd, te roek'Joos
Hij keert, hij zegent,maar lacht voor
u niet meer.
Te zorgen vcor 't gezin, is een der duur
ste plichten
En 't nnr is wel besteed, tot heil van
zijn geslacht,
Maar, met dit masker, ziet men deden
Soms verrichten,
Waardoor 't geziD meer sclard, dan goud
wordt aangebracht.
Mor niet, al heeft fortuin n norsch den
mg geboden;
Ga vcort en zie niet om acht u voor
klacht te groot,
De mensch behoeft niet veel; vermindert
uwe nooden,
Gij bidt uw Vader zelf, a'1 en om dage-
Maar, wie toch slaaft en slooft, van 's a-
vonds tot den morgen.
Bestendig voor zijn krir.g, wie neemt niet
van zijn tijd
Een uur, gelijk men zegt ter pozing van
het zorgen,
Dat hij aan bering.... neen aan beuzela
rijen wijdt.
Dat unr is 't, dat zoo vaak den ganschen
dag ontluistert,
Dat meestal wordt versmoord, bij ka .rten,
schaakbord, wijn,
In zouteloos gesnap, dat slechts den g>-est
verduistert,
Verwijdert van hetgeen hij kan en dient
te zijn.
Dat uur is 't in 't jaar verlengd tot da
gen, weken,
Waardoor balans en boek zoo vaak onzui
ver wordt,
Men hoopt die schuld opeen, en beeft, is
't perk verstreken,
Eerst aan den rand van 't graf voor 't
schrikkelijk tekort.
Dat „schrikkelijk te kort", klonk don terend
in mijne ooren
Terwijl de schrik een kreet aan mijne borst
ontwrong;
'k Zag naar den Grijsaard om nog meen
de ik hem te hooren,
Maar de achtbre was daarheen, - nu rees
ik op en zong:
Gelukkig hij, die op zijn tocht,
Voor de inspraak van zijr. plichten vaardig,
Het smet'loos vruchtje gareu mocht
Den mensch en zijne roeping waardig
Wel hem, die als de jaarkring sluit,
Gewin in 't harte kan ontwaren
Die op geen kwade posten stuit
In 't grootboek van zijn levensjaren
Nog lacht ge o tijd ons vriend'lijk aan,
O JaWij willen voorwaarts streven.
Ei, Wilt gij ons slechts jaren geven,
Licht wordt gij iti ons volgend leven,
Voor de oude schulden mild voldaan;
Gij sloot een nieuwen kriDg ons open.
Met hem ontslui en wij 't gemoed
Voor nieuwe deugdeD, zielsverhi ffing,
Voor menschenlitfde en plichtsbest ffiog,
Voor al wat waar is, schoon en gced.
De Algoede biedt den wil de hand,
En dus geleid, z<l niets ons hinderen.
Hij zeeg'na Vorst en Vaderland,
Bewnke 't lot van Neerlands kinderen
Hij sture ons willen hier alleen,
Naar 't geen ons zijner wa«rd kan makeD.
Hij doe ons hart voor Godsvrucht blakeD,
Voor deugd en 't nut van 't Algemeen.
Een thans zeer gevierde
vioolspeler had eens de eer voor den ko
ning van Denemarken te spelen. Na het
concert trad de koning op den kunstenaar
toe. „Ik heb Paganini, Spohr, Vicuxtemps
gehoord," zeide hij. „Gij echter en
bier maakte de kunstenaar r<eds in zijn
groote bescheidenheid een alwerende bewe
ging. „Gij echter hebt, jammer genoeg",
ging de koning voort, „reze meesters niet
kunnen hooien; maai toch, jonge man,
speelt gij zeer goed. Ga slechts zoo voert."
Hij klopte den kunstenaar op den schou
der eu ging. Iemand, die uit den zeven
den hemel plotseling op aarde komt bij
eeu vorst van 12 graden, kan geen mal
ler gezicht zetten dan onze artist. Maar
nu komt het mooie van de zaak eerst.
„De arme drommel," zei de koning later,
„doet me leed. Haei hij die afwerende be
weging niet gemaakt en daardoor den roem
van Spohr en Paganini formeel Toor zich
geëisebt, dan hsd ik hem wat aangenaams
gezegd, nu echteroch, weet ge wat",
en hij wendde zich tot den minister, „geel
hem toch maar een orde. Voor den schrik
heeft hij ze dubbel verdiend".
Een afgrijselijke misdaad.
Fen telegram uit Chicago meldt, dat
daar een buitengewoon afschuwelijke mis
daad gepleegd is. Een zekere CharhsEoe,
die met ziji e vronw Annie Anderson in
de Si uth Clarkstreet woonde, besloot haar
te doodeit, omdat zij niet genoeg geld ver
diende om hem in luiheid en dronkenschap
te doen leven. Omstreeks middernacht
sloop hij de kamer binnen en sloeg Annie,
die te bed lag, een koord om den hals.
Daarna wierp hij het touw over een gas
kroon en trok er nit alle macht aan, tot
dat de arme vronw was opgehangen.
Vtno'gens maakte Roe hel uiteinde van
het touw vast aan een poot vsn het le
dekant en keek met welgevallen naar de
stuiptrekkingen van zijn slachtoffer. Toen
zij dood was, ging hij bedaard naar bed
zonder zelfs het lijk af te nemeD. Des mor
gens arresteerde men den lagen moorde
naar. Met de grootste onverschilligheid be
kende hij zijn misdrijf.
De courant in Amerika.
Daar het in den aard van ieder
goed Yankee ligt, om zich te bemoeien
met de poliliek in 't algemeen en met
de politiek van hun eigen land in het bij
zonder, zoo zal men tot zells in de ver
afgelegen streken van Amerika een cou
rant vinden.
Nu komt het dikwijls voor, dat voorna
melijk de landbouwer op gezette tijden
zeer schraal bij kas is, zoodat hij wel
eins gedwongen wordt, bet abonnement
op de ccniai t op te zeggen.
De uitgever van de courant kent zijD
volkje en weet, dat men er slechts noode
toe overgaat om het abonnement op te
zeggeD. Hij grijpt de gelegenheid aan en
bunkert, hoe bij het zal aanleggen om
geen schade te lijden.
De handige uitgever plaatst, wanneer
hij weet, dit de landbouwers slecht bij
kas zijn, een advertentie in zijn blad,
waarin hij z g: dat men, in plaats van
geld, ook met iels anders, zooals met
rund— en met schapen— en varkenvhesch
of met dranken, met gevogelte enz. enz.,
het abonnement kan betalen. „Ik heb',
zoo schrijft de uitgever, „mij de moeite,
getroost om, in plaats van geld, al die
artikelen in be'aling te nemen teren de
prijzen, zooals mijn tarief aangeeft. M ie
dus zijn abonnement ni-t wenscht op te
zeggen en die toch op het oogenblik niet
kau betalen, hij kome tot mij, ik wil
alle artikelen van hem nemen en hij tan
er op rekenen, dat hij even prompt de
courant zal blijven ontvangen'.
Door een soortgelijke couranten-notee
ring vangt de uitgever twee vliegen in
een klap. Hij ontvangt voor langer of
korter tijd alles wat hij voor levens
onderhond noodig heeft. Dat de uitge
ver, wanneer door andere oorzaken het
aantal zijner abonné's dreigt te vermin
deren, ook raad weet, dat is gemakkelijk
te begrijpen, wanneer men weet, dat eeB
Amerikaan op het gebied van geld ver
dienen, slim is als weinigen.
Zoo doet een ander uitgever, wetend,
dat in den drukken oogsttijd zijn abon
né's op het land meestal het lezen van
de'cnurant nalaten, den volgenden voor-
slag:
„Het is mij bekend", zoo schrijft hij
dan in zijn blad, „dat mijn waarde abon
né's door hun drukken arbeid geen tijd
hebben de courant te lezen, het blad ver
liest daardoor voor dien tijd recht van be
staan, wat mij zter trenrig stemt.
„Ik weet verder, dat de vliegenplaag
zich juist ia dezen tijd sterk doet gevoe
len en dat de landman steeds tracht door
allerlei middelen zoo min mogelijk van
die plaag te lijden te hebben. Ik weet dat
hij dagelijks giftpapier kooptik heb nu
iets bedacht, waardoor hij het geld, be-
noodigd voor het koopen van dat vliegen-
papier, kan besp ren ik zal nl. in plaats
van de couiant, geduiende den oogsttijd,
van binnen te bedrukken, haar blanco
laten. Ik zal evenwel, in plaats van met
drukinkt, die binnenzijden met vliegen-
vergift besmeren.
„De buitenzijden bieden dan nog genoeg
gelegenheid aan, om allerlei mededeelingen
te doen.
„Ik hoop,' zoo eindigt de uitgever zijn
aankondiging, „dat op deze wijze mijn
courant zich zal blijven verheugen in het
bezit van alle abonné's.'
De leepe uitgever ziet niet vaak zijne
berekening falen. In plaats dat het aantal
abonné's verminderde, werd door de nieuw
heid van het denkbeeld om een krant van
binnen met vliegenvergif te bi smeren, dat
aantal abonné's zeer vermeerderd.
Zoo zijn de menschen in Amerika!
Blauw geverfd.
Een aardige geschiedenis wordt vermeld
hoe een verver twee inbiekers behandelde,
die bezig waren, eenige kostbare verfstof
fen te steleD.
De heer S. de eigenaar van de bedoelde
ververij, houdt zich dikwijls lsat in den
nacht met proefnemingen bezig, en soms
brengt hij den nacht door in het chemisch
laboratoiium, dat in de bergplaats uitkomt
waar de groote kuipen met verf staan. De
dieven kwamen nsar het scheeD, in een
van die nachten, toea de heer S. in het
laboratorium sliep. Hij slaapt los en even
na middernacht hoorde hij stemmen in
de bergplaats van de kuipen. Hij zag
een lichtschijnsel, vermoedde dat er dieven
waren, stond stil van zijn sofa op, nam
zijn revolver en door de duisternis verbor
gen, sloeg hij de beweging van de twee
mannen gade. Hij zag, dat ieder een pak
nieuwe en kostbare verfstof droeg.
Meenende dat het nu ver genoeg was
gegaan, trad bij vooruit, haaide zijn revol
ver over en zeide bedaard
Ik heb die verf noodig, jelui moest ze
liever laten liggen.
De verschrikte dieven legden hun buit
neder en wilde wegloopen, van de eene
kuip naar de andere springende. In de
duisternis echter had de een den afstand
niet berekend en tuimelde hals-over-kop
in een kuip met indigo, terwijl zijn mak
ker, die den plomp hoorde en omkeek om
te zien wat er gebeurd was, zijn evenwicht
verloor en in dezelfde kuip viel.
„Zoo is 't goed", zeide de hterS., half
scherts, ud, terwiji hij naar den rand van
de kuip trad en de twee dieven onder be
reik van zijn revolver hield. „Ik gun jelui
vrel genoeg van die indigo om er je klee-
ren en je huid mee te verven. Jelui hoeft
je niet te haasten om er uit te komen. De
verf moet tijd genoeg hebben om in te
trekken."
Langer dan een kwaitier hield hij de
mannen in de knip, waar zij verscheidene
malen ender de oppervlakte van het vocht
zakten en proestend en half verschrikt
weer boven kwameD, totdat zij eindelijk
om genade smeekten. „Welnu', zeide de
liter S., glimlachend, „ik geloof, dat
jelui nu wel blauw genoeg zult wezen,
dus zal ik je niet langer ophouden. En
nu' een streng bevelenden toon aan
nemende „als jelui Diet wilt dat de
politie je op de hielen zit, maak jelui
dat je. de stad uitkomt. Marsch Zonder
een woord te zeggeD, klommen de man
nen nit de kuip en in een oogenblik
warm zij weg.
Een paar dagen later verleide een
drogist nit een naburige stad, die bij den
heer S. eene bestelling kwam doen, dat
er twee mannen bij hem geweest waren,
om te vragen wat indigovlekken van de
huid kon wegnemen. „Het waren twee
zulke blauwe kerels als ik ocit gezien
heb", zeide hij. „Zij vertelden, dat zij iD
een; ververij bij ongeluk ia eene kuip ge
vallen waren".
Amerikaansche studen
tengrappen.
Uit Bellefonta schrijft men ouder dagtee-
ksning van 28 Nor. aan de New-\ o r-
ker Staat szeitung. Een aantal stu
denten van het „State-College" alhier heb
ben zi:h door hunne als studentengrap
pen gtqoalificeerde baldadigheden zoover
laten vervoeren, dat eene algemeene verbit
tering over hun woest optreden heerscht
en de schuldigen eerstdaags met den straf
rechter kennis zullen maken. Ofschoon eerst
kort geleden verscheidene belhamels gear
resteerd werden, hebben zij zich niet ont
zien, dezer dagen weer een laffe aardigheid
uit te halen, die opnieuw de verontwaardi
ging heelt gaande gemaakt. De ruwe klan
ten waren namelijk de kamer van een na
bij de universiteit wonenden, student bin
nengedrongen, hadden hem gedwongen zich
geheel te ontkleeden, waarna zij hem van
het hoofd tot de voeten met inkt beschil
derden. Waarschijnlijk hadden zij hun
slachtoffer nog langer gepijnigd, indien de
conciërge der universiteit en verscheidene
andere beambten hem niet ter hulp war6n
gekomen. In een geval, waardoor tegen
verscheidene studenten wegeDS veen bijna
ongeloofelijk feit een aanklacht was inge
diend, gelukte het den betrokkenen door
vergoeding der aangerichte schade, de in
trekking der aanklacht te bewerkstelligen.
Zij hadden namelijk eenige dagen geleden
herhaaldelijk een kanon afgeschoten opeen
kosthuis, toebehooreude aan een zekeren
heer Shivery, teneinde de studenten, die
zich daar ophielden te verdrijven.
Een troetelkind der for
tuin.
Dinsdagavond om 8 unr is te Perpig-
nan overleden Max Lebaudy, een der be
kendste mondaine figuren te Parijs, bijge
naamd „le petit sucrier', omdat zijn va
der zijn millioenen in de suiker verdiend
had. Er is veel te doen geweest om de
inlijving, het vorige jaar, van dezen jon
gen man bij het legerherhaaldelijk dien
de bij attesten in wegens tuberculose en
andere kwalen, maar telkens werd hij
goedgekeurd. Nauwelijks w*s hij echter
in dienst getreden of hij stortte in en werd
achtereenvolgens in verschillende militaire
hospitalen verpleegd.
Hij lag nu laatstelijk ziek in een een
voudige villa bij Perpignan, waar zijn broe
der hem oppaste. Maar bij was zeer on
voorzichtig. Zoodra hij een beetje opge
knapt was, organiseerde hij een bicycle-ra-
ce, waaraan hij zelf deelnam. Hiertegen
was zijn door de genietingen van Parijs
uitgeput lichaam, bovendien door een ern-
kwaal aangetast, niet bestand. De koorts
greep hem aan en Dinsdagavond bezweek
hij.
Lebaudy heeft veel van zich doen spre
ken door tal van processen, waarin hij
gewikkeld was. Zijn moeder had hem on
der curateele laten stellen, na eerst een
prachtig jacht vcor hem te hebben laten
bouwen, wasrmee hij de wereld zoa rond
reizen. Hij weigerde echter; het jacht werd
toen voor een millioen franken verkocht.
Nog in dit jaar liet Lebaudy, die verzot
op alle soorten van sport washij had
prachtive stallenop zijn buiten te Mai-
sons-Hafitte, stierengevechten houdeD, wel
ke door „le tont- Paris des premières'
werden bijgewoond.
Twee levensspreuken.
1. Hou wat je hebt,
Zie dat je meer krijgt;
Al wat je weg geeft,
Ben je kwijt.
II. Blijf braaf mijn zoon tot aan uw end-
En eerlijk tot aan 't graf,
En neem nooit meer dan tien procent,
Yan arme drommels af.
Een goed antwoord.
Onlangs bracht de prins van Wales een
bezoek aan Adelina Patti op hsar slot
Craigh-y-Nos. Het weer was afschuwelijk.
„En ik heb toch zoo den hemel gebe-
d n, dat hij goed weer mocht geven," zei
de de zangeres.
„O,' hernam de Piins van Wales,
„dan hebt u verkeerd gedaan, want, als u
het gebed gezongen had, dan zon de
hemel u zeker verhoord hebben
14 graden vorst!
Oud vrouwtje (voor den thermometer
staande): „Hoe is het toch ter wereld mo
gelijk, dat zoo'n beetje kwikzilver in zoo'r.
simpel glazen buisje hel door een beetje te
zakken zoo miseiabeltjes koud kan ma-
keiil
Een welwillend woord een
vriendelijk gezicht en een beleefde groet
kosten geen geld en zijn toch van groote
waarde in het leven.
Te Goring zat een familie
rustig aan den kerstdiscb, torn plotseling
een schot klonk en een kogel het vertrek
binnen snerde gelukkig zonder iemand te
raken. De vriendelijke schutter was een....
schoonzoon van den huisheer, van zijn
vrouw gescheiden. Hij zal vervolgd wor-
deD wegens poging tot moord.
De eenige zoon van Paga
nini, baron Archilles Paganini, is te Par-
rra gestorven. Hij was een rijk muziek-
d Beltint; van zijn vader had hij, behalve
de onroerende goederen, ongeveer 2 milli
oen lire giërfd.
Verregaande Brutaliteit.
Het feit dat een uit de strafkolonie ont
snapte misdadiger zich geduiende gerui-
men lijd vcor geneesheer nitgaf en zelfs
ongehinderd de geneeskundige practijk kon
uitoefenen, wordt nit Odessa gemeld.Een
jonge huiseigenares kwam te Odessa in
kennis met een jongen man, die haar werd
voorgesteld als dr. Pokrowski, militair ge
neesheer in garnizoen te Kazan. Op de
vraag, met welk doel hij thans te Odtssa
vertoefde, verklaarde hij een langdurig ver
lof te Odessa te willen doorbrengen. De
„dokter' verkeerde veel in deftige krin
gen en was het liefste daar, waar ook de
jonge huiseigenares, die hij ijverig het hof
maakte, te vinden was. Het gelukte den
knappen man weldrs, het hart der jong-
dame te veroveren, en spoedig wist de ge-
heele stad, dat zij mul den militairen dok
ter ver! ofd was. Na de bruiloft vestigde
Pokrowski zich te Odessa als practi-
zeerend geneesheer. Gedurende den afge-
loopen zomer oefende hij ook zijne prac
tijk nit in de zeebadplaats nabij Odessa.
Hij moest een zeer drukke practijk heb
ben, want dagelijks werden er in de apo
theken talrijke recepten van zijn hand be-
bezorgd. Onlangs verklaarde Pokrowski
plotseling san zijn vrouw, dat zijn ver
loftijd verstreken was en hij naar zijn gar
nizoen moest terugkeeren. Hij ried haar
derhalve aan, hare onroerende goederen te
gelde te maken en voorbereidende maat
regelen te nemen voor hun vertrek naar
Kazan. Verre er van iets ernstig te ver
moeden, handelde de jonge vrouw over
eenkomstig de wenschen haars echtgenoots
en niet lang daarna vertrokken zij naar
hun nieuwe woonplaats. De reis giDg
over Moskou, waar de echtelieden gerni-
men tijd vertoefden, om eenigszins van de
vermoeienissen der reis te bekomen od
ook voor de plaatsing van hun vermo
gen te zorgen. Hier zou de ongelukkige
vrouw haar man voor het laatst gezien
hebben.
Op zekeren morgen ging Pokrowski uit,
om zooals hij voorgaf, dringende zaken te
doen. Hij keerde echter niet terug. De
vrouw wachtte, informeerde en zocht te
vergeefs, zoodat zij er eindelijk toe over
ging, het verdwijnen van haar man aan de
politie mede te deelen. Men vroeg om het
portret van den vermiste en de schrik der
ongelukkige was niet te beschrijven, toen
zij vernam, dat haar echtgenoot reeds lang
tevergeefs door de politie werd gezocht. Hij
was een uit de strafkolonie ontsnapte boef,
volstrekt geen geneesheer en driemaal reeds
had hij op dergelijke wijze een huwelijk
gesloten.
In een aanval van vervol-
gingswaanzin drong Vrijdag een Parijsche
schoenlapper de Saiute—Margueritskerk bin
nen. Met de uitroep: „Ik moet een geeste
lijke dooden', schoot hij met een revolver
op beide priisters, die juist uit de sacris
tie kwamen. Geen van beiden werd getrof
fen, zij wierpen zich op den waanzinnige,
ontnamen hem den revolver en lieten hem
gevangen nemen.
Een telegram uit Peters-
burg aan de Neue freie Presse
meldt, dat Rusland en Frankrijk aan de
Ver. Staten hun diplomatieken steun heb
ben toegezegd in het geschil met Engeland
over de Venezuelasnsche quaestie.
De Berl. Börsencouritr beweert dat
de regeering der Vereenigde Staten met
Berlijnsche bankiers onderhandelingen heeft
aangeknoopt over eene leening groot
200000000.
Het Russische eskader is uit Se-
bastopol vertrokken naar een onbekende
bestemming,
Wat een bal kost.
De gemeenteraad van Parijs zal dit jaar
weer twee bals geven in bet stadhuis.
Daarvoor is de benoodigde som reeds toe
gestaan, nl. 118000 fres. welke als volgt
verdeeld worden
De kosten der uitnoodigingen 5000 fres.,
gratificatiën en schadeloosstellingen 1200
fres., versiering, verlichting en verwarming
der zalen 48G00 fres., voor het personeel
der buffetten 3100 fres., voor hetgeen de
buffetten zullen bevatten 46500 tres., en
voor de orchesten 3400 fres.
Een drieste, schurken—
streek is op het goed Stonysra in Dnitsch
Polen bij de Russische grens nog bijtijds
verijdeld. Tegen den avond meldden zich
diie fatsoenlijk gekleedde personen aan om
nachtverblijf, dat hun welwillend werd
aangewezen. Zij gingen weldra nit, on
der voorwendsel, dat zij eenige inkoopen
moesten doen, doch lieten hun koffer ach
ter. Hun afwezigheid duurde zeer lang
en de landheer wien het verdacht voor
kwam, ging met een buurman eens naar
de koffer zien. Een dog die hun was ge
volgd, vloog woedend op den koffer aan,
waarop men eenige flinke mannen riep en
de kist opende. Plotseling sprong er een
kerel uit, die met een groot slachtersmes
gewapend, op de aanwezigen wilde aanvallen.
Doordal de hond hem naar de keel
sprong, werd zijn voornemen belet en kon
men hem ontwapenen en binden. De man
bekende toen, dat zijn kameraden te
gen den nacht zouden terugkeeren. Hij
zou hen binnenlaten en te zamen zouden
zij den rijken grondeigenaar bestelen.
Nadat de noodige voorzorgsmaatregelen
waren genomen om ontvluchting te voorko
men, wachtte men. Tegen elf uur werd er
zacht tegen een raam getikt. Even zacht
werd dit opgeschoven en een der roovers
sprong naar binnen. Deze werd dadelijk
gegrepen en gebondeD, waarop de buiten
verscholen staande lieden van den landheer
zich van de beide andere schurken meester
maakten.
i
geteld.
vergeet;
onwaard,
leveD,
piijs gegeveD,
1 ijksch brood.