de 45 jaren die na de totstandkoming
der wet zijn yerloopen, een herzie-
ningderGemeentewet noodzake
lijk. Menige leemte dient aangevuld en
menige onzekerheid weggenomen, opdat in
de toekomst een krachtige werkzaam
heid der gemeentebesturen, vooral op
sociaal en hygiër isch gebied, gewaarborgd
zij.
Ten aanzien van de sociale
vraagstukken worde van den
wetgever verlangd
instelling van Kamers van Ar
beid;
regeling van het arbeiders-con
tract, ter betere verzekering van de
rechten en verplichtingen van werkge
ver en werkman, in het belang zoowel
der plattelands- als der stedelijke be
volking
verbetering der agrarische verhoudin
gen, bepaaldelijk ook nadere regeling van
het pachtcontract, waarbij, beter
dan tot nog toe, gewaakt wordt dat den
landbouwer de vruchten van zijn arbeid
ten goede komen en dat de schade van
toevallen niet eenzijdig op hen drukt
verzekering van een w e k e 1 ij k-
schenrustdag en beperking
van overmatigen arbeid, ook
voor volwassen mannelijke arbeiders j
invoering van een stelsel van
verplichte verzekering tegen
de nadeelen, waaraan de arbeid blootstaat
tengevolge van ongevallen, ziekte, inva
liditeit en ouderdom
vaststelling van bepalingen, waardoor
het bouwen van gezonde wonin
gen en de opruiming van ongezonde
wordt vergemakkelijkt
hervorming van het o n t e i g e-
nings recht, noodzakelijk niet al
leen met het oog op woningbouw, maar
ook ter bevordering van productieve be
arbeiding van ontgonnen gronden en van
doelmatige uitbreiding van de bebouwde
kommen der gemeenten
maatregelen, waardoor behartiging van
de belangen der volksgezondheid
meer afdoende wordt gewaarborgd
een herziening der armenwet, die,
die georganiseerde samenwerking der
verschillende met armenzorg zich bezig
houdende corporaties onder de noodige
controle verzekerende, uitgaat van de
verplichting der overheid, om door doel
treffende maatregelen zoowel den be-
staanden nood te lenigen, als het voort
woekeren van het pauperisme te keer te
gaan.
Onafhankelijk van de aangegeven wet
telijke maatregelen ten aanzien der so
ciale vraagstukken, dient de over
heid als werkgeefster door een
billijke en humane opvatting van de
eischen van den arbeid aan andere
werkgevers ten voorbeeld te strekken.
Ook waar zij indirect als zoodanig op
treedt, zij die opvatting haar richtsnoer
en eische zij waarborgen tegen misbruik
der te haren behoeve aangewende werk
krachten, o. a. door voorschriften om
trent arbeidstijd en loon.
Waar een hoofdvoorwaarde voor maat
bet er op aan kwam. Ik dacht aan da
schande, die het over uw naam breDgen
zou.*
Het onverwachte, dat er in deze meer
afgedwongen dan vrijwillige bekentenis lag,
roerde bem op een ontegenzeggelijk pijnlij
ke wijze. Toeh hield hij haar immer nog
vast en zeide, den blik van baar af, op den
grond vestigend, met sidderende stem tot
baar
„Hoor nu, wat ik zeg. Gij moogt aan
zoo iets verschrikkelijks niet meer denkeD.
Hoe kunt ge zoo iets doen. Gij moet mij
als uw eebtgenoot beloven, dat gij nooit meer
zoo iets zult trachtten te doen.*
„Ik zal het niet weer doen, ik beb inge
zien, hoe slecht bet is.*
„Slecht 1 Het is een gedachte, die uwer
meer dan onwaardig is."
„Maar Angel,* waagde zjj in het midden
te brengen, hem rustig en stil, met kalm
opgeslagen oogen aanziende, „ik dacht daar
bij slechts aan u ik had u gaarne zon
der schandaal van mij willen doen scheiden.
Ter wille van mijzelve zou mij zooiets nooit
zijn ingevallen, Maar het mot eigen hand te
doen, was voor mij altijd nog te goed ge
weest. Gij, mjjn arme, ongelukkige man, gij
hadt den stoot moeten geven. Ik geloof. ik
zou o, indien zulks nog mogelijk was, er
nog te liever om hebben, wanneer gij be
sluiten kondet het te doen. Ik (gevoel, hoe
geheel zonder waarde ik ben, en u zoo zeer in
den wegl*
„Stil.*
„Wanneer gij het niet wilt, zal het niet
gebeuren. Ik heb geen anderen wil dan den
uwe.*
Hij wist dat dit volkomen waarheid was.
Sedert hare vertwijfeling op den eersten
avond was haar levensmoed tot op bet vries
punt gezonken en geen onoverlegde stap had
hjj meer van haar te vreesen.
Tesz trachtte, half in gedachten verzonken,
de ontbijttafel verder in orde te brengen en
zy zetten zich weldra beiden aan dezelfde
zijde van de tafel neder, opdat hunne blik
ken elkander niet behoefden te ontmoetten.
Er lag natuurlijk veel pijnlijks in, elkander
te hooren eten en drinken; maar dat was
nu eenmaal niet te veranderen, aoodat er
natuurlijk van eten en drinken geen sprake
meer kon zijn. Ha het ontbijt stond Angel
op en noemde den tjjd waarop hij weder thuis
zou zijn om te eten en ging vervolgens, diep
in gedachten verzonken naar den molen, om
welken hjj eigenlijk hier gekomen was.
Toen hjj weg was, trad Tesz aan het ven
ster en zag zijn gestalte, juist toen hij over
de grnote brug schreed, die onmiddellijk
naar den molen voerde. Hu bad hjj ze achter
hem, stapte nog een eindweegs voort en was
dan verdwenen. Zonder een zucht, wendde
zij zioh van het venster af, ruimde de tafel
op en bracht de kamer in orde.
Een oogenblik later kwam de vrouw te
rug. Hare tegenwoordigheid was eerst voor
schappelijke verbetering ligt in de op
voeding van het jeugdig geslacht, daar
is het vooral noodig, dat de wetgever
niet langer drale met het invoeren van
leerplicht; dat hij een practische
richting van het volks-onderwijs
bevordere en in steeds ruimer mate de
gelegenheid openstelle tot het ontvangen
van v a k—ambacht s— en land-
b o u w-o n d e r w ij s; dat hij meer dan
tot nog toe het 1 o t van verwaar
loosde kinderen, waar noodig on
der opheffing of beperking van de ou
derlijke macht, zich aantrekke.
Ook is de herziening van het per
sonenrecht en van het erfrecht
uit meer dan één gezichtspunt noodza
kelijk zooals tot verbetering van de
rechtspositie der vrouw, zoo wat haar
persoon als wat haar vermogen betreft,
en in 't bijzonder tot waarborging van
het recht der gehuwde vrouw op de
opbrengst van haar arbeidzooals tot
verbetering van den rechtstoestand van
natuurlijke kinderen, bepaaldelijk tot
opheffing van het volstrekte verbod
van onderzoek van het vaderschap; zoo
als de uitbreiding van het erfrecht van
den langstlevenden echtgenoot en tot
opheffing van de wettelijke erfopvolging
van verwijderde bloedverwanten, waar
voor redelijke grond niet meer bestaat
en waardoor thans de rechtmatige aan
spraken van den echtgenoot en de be
langen der gemeenschap worden ge
schaad.
Voorts zal, waar het drankmis
bruik nog steeds als een kanker aan
de welvaart knaagt, ernstig in overwe
ging moeten worden genomen, of niet
door meer ingrijpende maatregelen dan
tot nog toe tegen het voortwoekeren van
wat kwaad moet worden opgetreden.
Ter behartiging van de ontwikkeling
van landbouw, veeteelt, han
del en nijverheid behoort hand
having van het vrijhandelstelsel op den
voorgrond te staan. De Staat bevorde
re deze gewichtige belangen niet door
protectie, maar door andere maatregelen,
met name door vergemakkelijking van
het algemeen en locaal verkeer en door
verbetering der verbinding van afgele
gen streken met de centra van het
land.
Teneinde ons defensiewezen te
verbeteren en in overeenstemming te
brengen met de eischen der rechtvaar
digheid,moet met klem worden aangedron
gen op spoedige invoering van
het stelsel der persoonlijke
vervulling van den dienst
plicht. Bij uitgaven ter verzekering
onzer onafhankelijkheid en ter handhaving
onzer neutraliteit behoort rekening te wor
den gehouden met de internationale ver
houdingen die in redelijkheid kunnen
worden voorzien, en bovendien met de
tinancieele lasten, die vermindering be-
hooren te ondergaan.
Hervorming van het administratiefrecht
waardoor zekerheid wordt verkregen dat
ook op dit gebied elke rechtskrenking een
Tesz een last, later verschafte het haar
eenige afwisseling, Om balf één liet zij de
vrouw alleen in de kenken achter, begaf zich
weder naar de voorkamer en wachtte, dat
Angel zich weder op de brug sou vertoo-
nen.
Tegen éénen verscheen hij daar. Baar aan
gezicht gloeide, ofschoon hij nog een kwar
tiertje verwijderderd was. Zij snelde naar de
keuken, opdat het eten juist op tafel zou
staan als bij binnentrad. Hij ging eerst naar
de kamer, waar zij den vorigen dag te zamen
hunne handen hadden gewasscben en toen
hij in de huiskamer trad, was alles in ge
reedheid en behoefde hij slechts aan te
schikken,
„Hoe precies 1* zeide hij.
„Ja, ik zag u over de brug komen," ant
woordde zij.
De maaltjjd verliep onder een onverschil
lig gesprek, over wat hij dien morgen inden
molen gedaan had en zoo meer. Ha een uur
ongeveer verliet hij het huis weder en kwam
tegen den avond terug en hield zich vervol
gens met zijne papieren bezig. Zij vreesde
hem te storen en trok zich, nadat de oude
vrouw was heengegaan, in de keuken terug,
waar zij zich wel een unr lang, dan met
het eene, dan met het andere bezighield.
Clare's gestalte verscheen in de deur.
„Gij moet niet zoo werken,* zeide hij.
„gij zijt mijn meid niet, gij zijt mijn
vrouw.*
Zy sloeg de oogen op en er schemerde
iets van hoop en verwachting. „Zal ik dat
werkelijk gelooven?" vroeg zij zacht, met een
zweem van medelijkenden spot.
„Dat kunt gij Teszl Gij zijt het. Wat
meent gij eigenlijk
„Ik weet niet,* antwoordde zij met een
onderdrukt zuchten. „Ik geloof, ikdat
ik uwer niet waardig ben. Ik heb het
u reeds dadelyk gezegd, dat ik het niet ver
diende om uw vrouw te worden. Maar gjj
gij hebt er zoo op aangedrongen.*
Zij brak in een hartstochtelijk weenen
uit en wendde zich van hem af. Jeder an
der had haar niet kannen wederstaan,
slechts Angel wel. In de binnenste vou
wen van zyn karakter, verborg hy een groo-
te mate van koelheid en strengheid, hoe
vriendelijk en voorkomend hij ©ogenschijn
lijk ook leek. Die koelheid bad hem ver
hinderd priester te worden; ook nu versper
de zij hem den weg tot Tesz. Wanneer
by hem het geloof ophield, zoo nam ook
het begeeren een einde. Daarin onder
scheidde hg zich van velen, die nog met
hunne zinnen gehecht blijven aan datgene,
wat zij met het verstand verafschuwen. Hy
wachtte slechts, tot dat zy ophield met
weenen.
„Ik wenschte, dat de helft van de vrou
wen zoo weinig eigendunk hadden als gij,*
zeide hy, door een gevoel van verbitte
ring tegen het vrouwelijk geslacht over
mand.
onafhankelijk rechter vinde, moet spoe
dig worden ter hand genomen.
Eveneens is het noodig, dat met het
ontwerpen en vaststellen van maatrege
len tot vereenvoudiging van
ons procesrecht worde voortge
gaan, opdat sneller en goedkooper recht
worde verkregen en bij lichtere vergrij
pen dadelijke berechting en spoedige be
straffing worden verzekerd.
Op het terrein der financiën be-
hoort het beginsel van belasting naar
draagkracht allengs meer tot zijn recht
te komen. In zoover, ondanks krachtig
streven naar bezuiniging, inzonderheid
op de uitgaven voor militaire doeleinden,
versterking der middelen niet mocht kun
nen uitblijven wat met het oog op
bovengenoemde hervormingen wel onver
mijdelijk zal blijken zal de wetgever
hiervan moeten uitgaan: dat in het sa
menstel der bestaande belastingen het
beginsel van progressie nog niet voldoen
de is doorgevoerd, dat met name ook
bij de successie-belasting dit beginsl toe
passing moet erlangen, en dat, zoowel in
belasting op goederen in de doode hand
als in debietrechten en soortgelijke in
directe heffingen op voorwerpen of verte
ringen van weelde, nieuwe bronnen van
staatsinkomsten, zoo noodig, moeten ge
vonden worden.
Op het terrein der koloniale
staatkunde moet door een milde en
vooruitziende politiek de vrije ontwikke
ling der particuliere nijverheid worden
bevorderd, onder krachtdadige bescher
ming van de rechten en belangen der
inlanders; wordt hervorming van het be
stuur onzer Oostindische bezittingen, met
name in de richting van overbrenging
van een deel der bestuurstaak van het
centraal gezag naar onderdeelen, meer
en meer een eisch des tijds; en moet ook
met kracht van Regeeringswege worden
medegewerkt tot verbetering van de wel
vaart der "West-Indische koloniën.
Gemengd Nieuws.
J O C R I S S E.
De spotvogels der compagnie hadden
hem dien bijnaam gegeven misschien nog
de onschuldigste der plagerijen, die hem
werden aangedaan.
Een detachement soldaten nit Landais
had hem medegebracht, als eenig verte
genwoordiger van zijn dorp.
Hij voelde zich geheel alleen in deze
menigte, zonder vrienden of kennissen on
der al die jongelieden, tusschen welke
hij hl die lange maanden moest door
brengen.
En toch zag hij er niet kwaad uit,
onze Célestin Mauriac, en men behoefde
hem slechts aan te zien, met dat droevig
uiterlijk en dien zachten blik, om da
delijk een goed karakter te vermoeden.
Reeds vaa den eersten dag van aan
komst aan het depot, waar de recruten
afgeëxerceerd en daarna over de verschil
lende regimenten verdeeld worden, had
hij zich den naam verworven van een
Dit en nog veel andere dergelijke zaken
hield bij haar voor, nog altijd door dat on
behagelijke gevoel voortgezweept, dat in
open gemoederen zich zetelt, wanneer zij
dat, wat zy zich gedroomd hebben, in wer
kelijkheid niet tot stand zien komen. En
toch sluimerde onder dit alles nog een ge
voel, dat een meer handige vrouw de
overwinning had kunnen verschaffen.
Maar Tesz dacht aan zooiets nietzij nam
alles aan als een dubbel verdiend noodlot
en opende nauwelijks baar mond. De kinder
lijke liefde waarmede zy hem aanhing, was
inderdaad bijna medelijdenswaardig; hoe fijn-
gevoelend hare natuur ook zyn mocht, zoo
kon haar hetgeen hij zeide, toch niet on
waar en leugenachtig toeschijnen; zij dacht
in bet geheel niet aan zichzelf, vond zich
niet slecht behandeld, beklaagde zich niet
over zyne wreedheid, en vond niets boos in
de behandeling, die haar ten deel gevallen
was. Zy had als de verlichamelijking det
christelijke liefde uit den tijd der apontelen
kunnen gelden, die alles vergetende, verdra
gende, opofferende liefde, die men heden ten
dage maar zeer zelden meer aantreft.
De avond, de nacht en de volgende dag,
verliepen evenzoo als de voorgaande. Een
maal, maar ook'slechts eenmaal maakte zij
de anders zoo schuchtere Tesz de be
weging eener schuchtere toenadering. Het
was de derde maal, dat hy na bet eten op
stond om naar den molen te gaan. Hadat
bij was opgestaan, zeide hij haar goeden
dag, zij deed hetzelfde en stak tegeljjk bare
lippen uit in de richting van de zjjne. Hy
liet deze nitnoodigiDg kalm passeeren en
zeide, zich ras van haar afwendend
„Ik zal precies op tijd terug zyn."
Tesz kromp, als door een slag getroffen,
ideen. Hoe dikwyls had bij getracht, deze
lippen tegen haar wil te naderen en hoe
dikwijls bad hij niet lachend beweerd, dat
baar lipptn en adem riekten naar boter,
eieren en honig, waarvan hij moest leven.
En nu was hem dat alles niets meer I Hij
bemerkte baar plotseling ineenkrimpen en
zeide op vriendelijken toon tot haar;
„Gy weet, dat ik aan mijn toekomst moet
denken. Het was noodig, dat wij hier een
tijd lang te tarnen leefden om schandaal te
vermijden, dat wij niet hadden kunnen ont-
gaaD, wanneer wij ons dadelyk van elkan
der gescheiden hadden. Maar gij moet in
zien, dat het slechts voor den vorm ge
schiedt.*
„Ja," zeide Tesz werktuigelijk.
Hij ging heen, bleef echter op den weg
by den molen staan en wenschte voor een
oogenblik, dat hij baar vriendelijker had
gesutwoord en haar tenminste nog eenmaal
gekast had.
Zoo doorleefden zij deze twee ellendige
dagenin één en hetzelfde hnis, zeker,
maar verder van elkander verwijderd don
ooit.
WORDT VERVOLGD.
stille in den lande te ajjn.
Langzamerhand was hij wel een beetje
losgekomen, maar hij bleef toch steeds
linksch en teruggetrokken, ja zelfs zoo
schuw, dat dit zijo kameraden gewoonlijk
ooizaak gaf hem voor den gek te houden
en bespottelijk te maken.
Lezen en schrijven kon hij zeer goed en als
hy gewild had, zon hij zich makkelijk voor
korporaal hebben kunnen bekwamen, maar
het scheen alsof hij zijne kundigheden expres
verborg, zoodat er zelfs nog nooit sprake
van was geweest, dat hij in aanmerking
kwam voor een boogeren rang.
Geregeld elke maand, gewoonlijk op den
zelfden datum, ontving hij een brief, dien
hij bij ontvangst dadelijk in den zak stak
en nooit openmaakte als er iemand bij was.
Wanneer dan de dagtaak was afgeloopen
en hij permissie had 's avonds nit te gaan,
begaf hij zich naar een afgelegen hoekje
van een naburig plantsoen, om daar zijn
brief te lezen en herlezen.
Dikwijls waren zijn kameraden begon
nen met gekheid te maken over de gere
geld wederkeerende brieven, maar dan
was bij, anders zoo bedaard en goedaardig,
166 opgevlogen en had zich op zéó'n on
verwachte wijze gedragen, dat men het
maar geraden achtte, hem over de zaak
met rast te laten.
Zoo had bij op zekeren dag den brief
zelf aangepakt toen een Parijzenaar, die
hem gewoonlijk tot mikpunt zyner aar
digheid verkoos, een bewegiDg maakte, als
wilde hij hem den brief nit de hand
rukken.
Jocrisse stak den brief in zijn zak,
knoopte zorgvuldig zijn jas dicht en gat
toen den grinnikenden Parijzenaar eensklaps
zoo'd hevigen stoot tegeD de borst, dat de
ze vei schrikt achterüfit tuimelde. De an
deren, die toch reeds tegen hem inger o-
men waren, scholden hem voor een lat
ten valschaard om iemand zoo onverwachts
aan te vallen, ja enkelen wilden hem
zelfs te lijf, doch zijn hondiDg was z66
kalm en tevens zoo dreigend, dat men
het maar beter vond, hem vooreerst met
rnst te laten.
Sinds dien tijd waagde het niemand
meer, hem lastig te vallen op den dag, dat
hij zijo brief ontviDg, want men wist nn,
dat hij bij die gelegenheid niet met zich
liet gekscheren en niet van plan was,
de beleedigingen af te wachten, die hij
anders schouderophalend aanhoorde.
Tien maanden waren op deze manier
voorbijgegaan, toen op zekeren dag de
sergeant— majoor een order vaD den kolo
nel bekend maakte, waarbij werd besloten,
dat een soldaat van elke compagnie zich
gereed moest houden nog dienzelfden
avond naar Tonlon te vertrekken, om zich
acht en veertig nren later in te schepen naar
Tonkin.
Indien zich geen vrijwilligers aanmeld
den, moest er te één uur een loting
plaats hebben, die zou nit wijzen, wie
vertrekken zouden.
Onmiddellijk trad Célestin Mauriac nit
het gelid, begaf zich naar den kapitein
en meldde zich met flinke stem aan om
te vertrekken.
Deze wenschte den flinken soldaat ge
luk met zijn moedig beslnit en beloofde
voor hij wegging, hem nog eenmaal de
hand te komen drukken.
De geheele troep van hen die naar
Tonkin zoude gaan, bestond uit 26 man,
wien, op hoog hevel, met muziek uitge
leide moest gedaan worden.
In een kleine stad is eene dergelijke
gebeurtenis onmiddellijk bekend, zoodat,
toen 's avonds de troep vertrok, er een
groote menigte op de been was.
Algemeen juichte men het kleine de
tachement toe. Wel zagen zij er niet op
gewekt uit, maar zij hielden zich kranig
en marcheerden met flinken pas en opge
heven hoofd, zooals aan lieden betaamt, die
uniform van hun vaderland mogen dra
gen en die hun leven in de waagschaal
gingen stellen om het prestige van hun ge
boorteland hoog te houden.
's Middags had er door de kazerne een
inteekenlijst gecirculeerd tea voordeele der
vertrekkenden, en ieder, van den comman
dant tot den minsten soldaat, had er zijn
penningske toe bijgebracht.
Toen men op het punt stond te ver
trekken, stelde men het geld ter hand aan
Jocrisse, als oudste.
Twee groote tranen welden op in zijne
oogen en hoewel zijne lippen zich open
den, was hij niet in staat een gelnid
voort te brengen.
Zijn hart was vol.
„Halt 1" Goddank, eindelijk za)
men na dien langen marsch van heden,
toch even kunnen rusten. Maar het is een
rusten met het geweer in tle hand, gereed
en verdacht op alle mogelijk gevaar.
En dat gevaar is Diet ver at. De Chi-
neesche troepen trachten onophoudelijk door
schijnaanvallen en kleine gevechten, de
brigade, opgerukt tot ontzet van Domin,
die in Tuyen-Quan belegerd wordt, af te
matten en te verzwakken. Ieder tracht dus
zooveel mogelijk te bekomen van de uit
putting van den marsch en de onophou
delijke waakzaamheid.
Alleen, teruggetrokken in de schaduw
van een boom, opdat niemand hem storen
zou, zit oDze vriend Mauriac, of liever
Jocrisse, want zijn bijnaam heeft hem ge
volgd tot zelfs in China toe.
Hij leest een brief, den laatsten dien
hij uit Frankrijk ontving. Zijn oogen staan
vol tranen en van tijd toi tijd brengt hij
het papier aan zyn lippen en knste het
hartstochtelijk.
Langen tijd zit hij daar, stil, onbeweeg
lijk, verzonken in een droom, die hem
geheel gevoelloos schijnt te maken.
Plotseling klinkt ein hoornsignaal: het
sein, dat de colonne zich weet in bewe
ging gaat stellen.
Meiet-n staat Jocrisse overeind en brengt
nog eens den brief aan zijne lippen, om
hem vervolgens als een kostbaren schat
weg te bergen en zijn plaats in de ge
lederen weder in te nemen.
De strijd is voorbijDoodsche stilte
heeft het geknal der geweren opgevolgd.
De vijand is gevlucht, 't met gevallenen
bezaaide slachveld achter zich latende.
Weer is de weg vrij en morgen zal men
dan eindelijk Tuyen-Quan zien.
Doch ook de Frauechen hebben zware
verliezen geledeu, want het gevecht was
heet en de vijand dapper en grooter in
aantal.
In haast en zoo goed als het gaan wou
heelt men een ambulance opgeslagen. In
een hoek, omringd door verscheidene per
sonen, ligt Céleitin. Hij heeft een schot
midden in de borst en de chirurgijn heelt
te vergeefs getracht den kogel te verwij
deren.
Hij was ten doode opgeschreven.
Men heeft den generaal gewaarschuwd
en deze is onmiddellijk gekomen en buigt
zich over den gewonde.
]n den strijd van heden heeft Jocrisse
naam gemaakt. Met voorbeeldelooze stout
moedigheid heeft hij gestiedeD, steeds de
anderen aanvurende en voorgaand'en die
kogelwond heeft hij ontvangen, terwijl hij
toeschoot om zijn kolonel het leven te
redden.
Er heerscht een algemeene stilte; reeds
is zijn gelaat met de doodskleur o vertogen,
msar nog zijn de oogen wijd geopend
en een droevige glimlach speelt om zijn
mond.
Uit naam der Fransche Republiek
en krachtens de mij verleeode volmacht,
heb ik besloten Célestin Mauriac te ver
heffen tot ridder van het Legioen van
Eer! En zoo sprekende, bevestigt de gene
raal het ridderkruis op de borst van den
stervende.
't Is of plotseling een electrische schok
hem doet trillen eensklaps en met
een kracht, die niemand hem toegedacht
zou hebben, richt hij zich op en brengt
de handpalm aan het voorhoofd, terwijl de
trots en de fierheid hem nit de oogen
stralen.
Maar h«l is slechts een plotselinge op
flikkering en hij zinkt weder achterover.
Een tijd ligt hij stil met gesloten oogen.
Doch hij komt weer bij en richt een smee-
den blik op den generaal, terwijl hij op
den binnenzak van zijn kapotjas wijst.
Als deze er een brief uithaalt, verheldert
de blik van den ongelukkige, en zacht,
doch duidelijk hoorbaar, fluistert hij
Genade
Een algemeene aandoening maakt zich
meester van de omstanders. Waarvoor
vraagt die arme kerel om genade, waar
aan kan hij zich schuldig gemaakt heb
ben, die eenvoudige, dappere soldaat,
wiens moed men zoo schitterend beloond
heeft
Maar zoodra de generaal den brief inziet
wordt het hem duidelijk, 't Is een brief
van den vader van Célestin en bovenop
staat het stempel van de strafgevangenis
te Mazas. Dus daarom verborg hij die
brieven zoo zorgvuldig, opdat niemand,
toch zou bemerken, dat ziju vader hem
schreef uit de gevangenis.
Ja, 't is waar, zijn vader zat in hechtenis,
was een moordenaar.
Onverbeterlijk strooper als hij was,
werd hij steeds in 't oog gehouden door
koddebeiers en gendarmes, doch altijd had
hij hun klauwen kunnen ontsnappen, tot
hij op zekeren dag op heeterdaad betrapt
werd. Instinctmatig had hij het geweer op
geheven en afgeschoten, met het,
ongelukkig gevolg, dat het schot den bosch
wachter recht door het hart ging.
Hij werd gevangen genomen en wegge
bracht, zonder dat hij een enkele maal
ook een poging tot wederstand beproefde.
Overstelpt door wanhoop en schaamte, liet
hij zich veroordeelen zonder zelfs een woord
te spreken. Do justitie is niet in al haar
gestrengheid opgetredenhij werd niet
ter dood veroordeeld en niet naar de ga-
leieD gezonden, maar veroordeeld tot tien
jaren cellulaire gevangenisstraf, tien jaren
van eenzame overpeinzing en zelfverwijt.
Maar zijn zoon, die hem zoo liefhad,
zon die hem kunnen vergeten P Ook dit
was een vraag, die hem afmatte en pijnig
de. Maar hierin werd hij gerustgesteld
de liefde van zijn zoon was niet vermin
derd, neon veeleer door 't opgeweld mede
lijden, tot een waren hartstocht aangegroeid.
En als hij weende wanneer een brie!
ontving, dan was het niet van schaamte,
neen, uit medelijden met het lijden van
den ongelukkigen vader.
En juist deze laatste brief was zoo tref
fend. Nog steeds gekweld door het berouw
over de drift van een oogenblik, verhaalt
de ongelukkige nog eenmaal alle omstan
digheden der misdaad en smeekt nogmaals
en nogmaals zijn zoon om vergeving voor
de schande die hij over hom bracht.
Diep geroerd heeft de generaal den
brief gelezon en alles btgrepen. Met tril
lende stem zegt bij
In tegenwoordigheid van alle aan
wezigen, zweer ik alle moeite te zullen
aanwenden, om nw vader te bevrijden en
nit naam van hem, Célestin, zegen ik u.
HaJ hij het verstaan? Ja ziet, zijn ge
zicht wordt verhelderd door een boven
natuurlijken glans en terwijl de eene hand
rust op het zooeven ontvangen eerekrui»,
brengt hy met de andere hand, de hand
van den generaal aan zijne lippen
Letterkundig Bijvoegsil.
Snelpersdruk van J. Winkel te Schagea.