Zondag 1 Maait 1896.
40ste Jaargang Ho. 3076.
Uit en voor de Pers.
der Goudmannen. De goud-
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN ée'n dag vroeger.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAOES» liaan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 6 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
B'j dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
GemeenteSchagen.
Bekend m aki lieren.
Binnenlandsch Nieuws.
WieringerwaardOp onze
laatste Nutsvergadering (Maandag 9 Maart
a. s.) zal de heer Dr. Over duin eene le
zing houden over „Eerste hulp bij onge
lukken". De zangvereeniging „Appolo*
heeft hare medewerking voor dien avond
toegezegd.
Een zaak van het groot
ste belang,
Moe tot eene oplossing-
te komen in de Yluiit-
quaestie
quaestie in verband tot het muntstelsel,
is de eenige oorzaak van den ondergang
van den Burgerstand."
Sla dit KIKT over en
leest liet aandachtig.
De Muntquaeslie.
Hoe tot een oplossing te komen.
AUeieei Nieiws-,
COURANT.
AtnritnliB- LnDuvllil
Burgemeester en Wethouders van
SCHAGEN brengen ter algemeene ken
nis, dat gelegenheid tot kostelooze inentii.g
en herinenting zal worden gegeven op
Maandag 2 Maart e. k. des namid
dags te 3Vj ure ln de Gemeenteschool,
door den heer A. C. Melchior, ge
meente—geneesheer lhier.
SCHAGEN, 28 FEBRUARI 1896.
Burgemeester en Wethouders «oornoemd:
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
Rut Nutsdepartement te
Anna. Paulowna hield woensdag arond
eeue vergadering, waarin als spreker op
trad, de heer K. L. van Gorkom. Zijn
onderwerp was*eeae causerie over opvoe
ding," dat vele nuttige en practische wen
ken bevatte. Bovendien werd het door
spreker op leerrijke en aangename wijze
behandeld, zoodat de aandacht ten einde
toe getrokken werd.
De eerste, bijdrage werd gehouden door
den heer N. Raapmet de voorlezing ee-
ner vertelling van J. v. Maurik Hoe Jet
je gezoend werd.
Bovendien wist de heer Raap later nog
het gnhoor eenigen tijd alleraangenaamst be
zig te houden met een zelfvervatrdigd vers:
ffEen recept voor dichten", waarin hij op
geestige wijze sprak over het leveren van
eigen werk, inzonderheid op rijm, en ook
de verkiezingsstrijd dezer dagen niet onge
rept bleef.
Het belangrijke feit van den dag, de
verkiezing van den heer Waller, werd echter
gereleveerd door den heer van Wijk meteen
brief van zijn ffoom Gerrit" waarin deze
buide bracht aan de kiezers van het
Noorder Kwartier. Deze bijdrage, eveneens
op fijm, viel mede bijzonder in den smaak
en werd op geestdriftige wijze toegejuicht
door het auditorium, dat jammer ge
noeg dezen avond niet talrijk was.
Verdere bijdragen iü muziek en zang
dienden tot aangename aanvulling en af
wisseling.
Door eenige bewoners van
de BEEMSTER is tot de directie der
Noord-Hollandsche Tiamweg-maatschappij
het verzoek gericht, een tramlijn aan te
leggen langs den Middenweg tot A v e n-
h o r n. Het gemeentebestuur van E d a m
doet pogingen om eene lijn te erlangen
van Volendam tot Avenhorn.
Eerstdaags zal weer eene conferentie
plaats hebben te Avenhorn onder lei
ding van den buigemeester van Edam.
Men meldt uit HARLINGEN
Het is opmerkelijk, dat in de laatste
jaren de aspiranten voor plaatsing bij de
Rijksnorma bessen schier overal, ten min
ste in de strden, meestal van het vrou
welijk geslacht zijn. Toen in 1894 de
inrichting te Alkmaar werd opgeheven,
was er nog maar éen mannelijke kweeke-
ling tegenover alle vrouwelijke. Als het
zoo voortgaat, zsl men binnen twee j?ar
een veel te groot getal meisjes met on-
deiwijzeresakte hebben, gelijk tien jasr
geleden het geval was met de houders
V8n onderwijzersakte, die te vergeefs om
plaatsing vroegen.
VoorHoningfahrikanten.
Er zijn in ons land 138000 fabrieken
van honing. Deze leveren echter nog niet
genoeg voor 't verbruik, want er wordt
's jaars i rg vi or t 400000 aan honing en
voor f 200000 aan W88 ingevoerd. Toch
zjjn er rog plaatsen genoeg in duin en
boschstreken, waar men met voordeel de
fabrikanten aan 't werk kon zetten. Waar
om doen de belanghebbenden dit niet
Woensdagavond 9.17 uur
bewoog zich uit het Noorden iu Oostelijke
richting een ster door het hemelruim. De
ze ster had voor het bloote oog de groot
te van een rijksdaalder, onderscheidde zich
door een schitterend witte glans, liet ook
een helder witte baan achter en kon door
haar langzame beweging ruim een 30-tal se
conden met het bloote oog gevolgd wor
den. (U.D.)
Toen M. Leiker te HEEREN-
YEEN donderdag morgen om 6 uur wak
ker werd, vermiste hij zijn vrouw. Dade
lijk verliet hij het bed, en zag dat hare
boveukleeren en schoenen nog aanwezig
waren. Onverwijld begaf hij zich naar
den nachtwacht, om te vernemen of deze
haar ook gezien had, maar te vergeefs.
Den geheelen dag ging men zoeken, tot
dat iemand uit Bovenknijpe mededeelde
d-t hij dien ochtend, vijf uur ongeveer,
een vrouw daar had gezien in nachtge
waad. Dadelijk begaf M. L. zich op reis
en het gelukte hem haar op te sporen
bij hare zuster te Ondehorne, 2'/2 uur
vau Heerenveen, waar zij douderdag-morgen
bijna verkleumd, om 7 uur was aangekomen.
Nadat zij vau hare noodige boveuklee
ren en ook van schoeisel was voorzien,
begaf zij zich weer met haar man naar de
echtelijke woning, die ze 's avonds elf uur
bereikten.
Opmerkelijk is het, dat zij zich er bijna
niets van herinnert, dat zij de woning in
hare onderkleeren heeft verlaten en zoo
Oudehorne is gegaan. Als men nu weet,
dat ze over wel twintig gevaarlijke draaien
die over de wijken liigen, is gegaan, dan
is het zeker een groot wonder, dat haar
geen ongeluk is overkomen. Men beweert,
dat zij slaapwandelaarster was.
(U. D.)
De ARNHEMSCHE Arbeiders-
bond heeft een oproeping verspreid tot deel
neming aan de aanstaande Meibeweging,
om „een flinke agitatie op touw te zetten
voor een, bij de wet geregelden arbeidsdag
en eene dienoverkomstige loonsverhooging."
Tevens zal de beweging dienstbaar worden
gemaakt aan de verbroedering van alle
arbeiders, niet voor één dag, maar voor al
tijd, tot een menschwaardig bestaan voor
allen zal zijn veroverd.
Maandag negen Maart zal eene voorbe-
reidende bijeenkomst worden gehouden.
Men meldt nit GRAVE van
26 Februari
Omstreeks drie uren in den nacht van
Dinsdag op Woensdag ontdekte de kastelein
K. alhier eene brandlucht in zijne woning.
Toen hij een onderzoek instelde, vond hij
de buisdeur, die hij gesloten wist, geopend,
terwijl in zijne voorraadkamer de kleederen,
die hij op eeo der jenevervaten had liggen,
braudende waren.
In den broekzak bevond zich zeventig
gulden aan papieren geld. Bij nader onder
zoek bleek nog dat er 30 liter jenever werd
vermist, zoodat een vermoeden van inbraak
en diefstal rees. De brigadier-commandant
der kon. marechaussee alhier, die spoedig
ter plaatse aaDwezig was, maakte van het
geheimzinnige geval proces-ver baal op, ter
wijl hij de halfverbrande kleediDg in be
slag nam.
Er is geen spoor van dieven gevonden,
noch de juiste oorzaak van den brand,
die weldra was gebluscht.
Eergistermorgen te half
negen werden de bewoners van perceel 107
B aan de Oude Gracht bij de. Smeebrug
te UTRECHT plotseling opgeschrikt, door
dat de dienstbode geheel in vlammen de
huiskamer binnenvloog. Bij het aanma
ken der kachel in een naburig vertrek, had
haar boezelaar vlam gevat en toen zij dit
niet spoedig kon losrukken, stond zij wel
dra iD lichtelaaie.
Bevreesd voor erger, dioDg men haar
ijlings naar buiten en doofde daar de vlam
men door haar in een deken te wikkelen.
De arme meid is vrreselijk verminkt. Ha
re armen zijn verbrand haar rug is be
dekt met wonden eD heur haren zijn ge
heel verzengd.
De zeemeeuwen trekken
bij deze felle koude weder stadwaarts, om
aan grachten en pleinen haar a«s op te
duiken. "Vóór een perceel aan de Heeren
gracht te Amsterdam had een botboer-
tje zijn kar met spiering een oogeublik on
beheerd laten staan. Het boertje was in-
koud, zijn wangen en handen waren
blauwrood, het stompje pijp dreigde vau
zijn beverige lippen te glijden geen
wonder dat het hart van de keukenmeid
der bewuste woning door medelijden ge
troffen werd en zij het boertje binnen
noodigHe, om eventjes een ^bakkie" dam
pende koffie naar binnen te slaan. Nou,
zoo'n „voerinkie* leek het boertje en met
wellust slurpte hij het verwarmend
vocht«fNou, nogmaals dank hoor, hoe
hiel"..,, met gapenden mond en ontstelte
nis in. het oog zag hij, hoe een zwerm
meeuwen krijschend zijn laatste spieringen
in triomf medevoerden.... En dat nog wel
onder de oogen der politie!... Wat heb je
nou aan zoo'n politie, 1 die niet eens
een kar met onbeheerde spiering hescher-
men kan 1 (Tijd.)
noemen wij het volgende, door den
heer W. JtJosch, uit Baarr, ge
schreven in Het Handelsbladnos. van
25 en 26 Febr. 1.1., een antwoord gevende
op de vraag
Wij nemen die stukken uit het Han
delsblad, om deszelfs zaakrijkheid en dui
delijkheid van betoog, in zijn geheel o-
ver en noodigen onzen Lezers
dringend uit, niet op te zien tegen
de omvangrijkheid van het betoog, maar
het bedaard en aandachtig te lezen.
Dat wij de aandacht onzer Lezers op
dit hoogst gewichtige Sociale Vraagstuk
richten, mogen wij maar halverwege als
ons eigen werk doen doorgaan.
De verkiezingsdrukte der laatste dagen
is reden, dat wij het Handelsblad vluch
tig doorzagen en daardoor die belangrij
ke artikelen van den heer Bosch over
het hoofd zagen.
Van bevriende zijde werden wij even
wel op die 2 artikelen attent gemaakt,
terwijl men ons betoogde, dat
hoe meer die zaak derMunt-
quaestie in het heldere licht
wordt geplaatst en den vol-
ke verkondigd, des te meer
zal worden ingezien, dat de
groote, alles verwoestende
kanker, welke het Leven
onzer Maatschappij vergif
tigt en doodt, is: dfl Kr&Cht
Daar de artikels van den heer Bosch
te veel ruimte beslaan om in éen num
mer te kunnen worden geplaatst, zullen
wij dit dus in het volgende no. voort
zetten. Wij herhalen de uitnoodiging
Ziet hier wat de heer Bosch, in de
nos van 25 en 26 Febr van het Han
delsblad schrijft
i.
Wanneer men nagaat met welk een
eenvoudigheid des harten de Duitsche
Rijkskanselier aan Engeland de onnooze-
le, of hoe moet ik het noemen
de nuchtere vraag gesteld heeft of er
vooruitzicht bestaat, dat weldra de
muntinrichtingen in Britsch-Indië (ook
zonder internationaal Bimetallisme), weer
voor het zilver opengesteld zullen wor
den, dan begint men eraan te wanho
pen de menschen ooit zoo ver te bren
gen dat zij het muntvraagstuk leeren
begrijpen.
En is die muntquaestie nu zoo vree-
selijk ingewikkeld Ik toonde in mijne
artikelen, opgenomen in uwe bladen van
9 t/m. 12 April 1895 aan, dat dit
geenszins het geval is. Laat ik nog
eens een poging doen om sommige
menschen er eenigszins een inzicht in
te doen krijgen en daarna zien of wij
tot eene oplossing der moeilijkheden,
waarin verkeerde wetgeving Europa ge
bracht heeft, kunnen geraken.
Voorbeelden helderen de zaak het
best op voor hem, die niet weet, al
gaan zij dan ook even mank als de
meeste muntstelsels.
Indien een kwart eeuw geleden de
verschillende staten van Europa wetten
uitgevaardigd hadden, waarbij bepaald
werd dat het voortaan niet geoorloofd
zou zijn huizen van iets anders te
bouwen dan van hout (zooals zij toen
bepaalden dat geld slechts van goud ver
vaardigd mocht worden), dan zou het
hout schrikbarend in prijs gestegen zijn
in die 25 jaren (zooals het goud steeg).
De andere bouwmaterialen zouden zeer
gedaald zijn, en voor uitvoer buiten
Europa nog slechts een laag prijsje kun
nen bedingen (zooals het zilver waar
geen groot geld meer van gemaakt
mocht worden).
Langzamerhand kwamen die staten
tot het inzicht dat het eigenlijk onzin
was, de staten huiten Europa van goed-
koope bouwmaterialen te voorzien, waar
van paleizen en havenwerken en dokken
gebouwd werden, terwijl men zichzelf
met gebrekkige houten woningen, die
nog moeilijk te bekomen waren, moest
behelpen. Maar hoe daarin verandering
te brengen
Als ik, zoo redeneerde ieder minister
op zich zelf, het verbod ophef, dan over-
stroomen de andere landen mij met
hunne materialen, en dan zouden mijne
steenbakkers en kalkbranders, die nu
toch al bijna geen brood hebben, omdat
hunne producten nu nog slechts voor
graftombes en dergelijke zaken te ge
bruiken zijn, het nog slechter hebben
dan nu.
Dat gaf aanleiding tot veel hoofdbre
ken, tot er een bi-malerialen-ma,a op
stond, dat is iemand die zoowel voor
houten als voor steenen woningen, naar
gelang van omstandigheden, is hij zeide
„Vereenigt u, Staten van Europa, en
besluit gezamenlijk, dat gij allen te
gelijk op een vastgestelden datum uw
verbod zult intrekken, dan ontstaat er
in ieder van uw Staten weer vraag naar
steenen, kalk enz. (zilver). De vroegere
prijzen zullen zich vanzelf herstellen,
ja men zal reeds vooraf de te behalen
winsten disconteeren, er zal geen uit-
of invoer plaats hebben, dan slechts
daarheen, waar bepaalde behoefte be
staat"
Dat was zijn leer, maar al wat in
hout handelde, trok daartegen te velde.
„Wat" vroegen zij wilt gij de
menschen weer dwingen om steenen hui
zen te bouwen zij spraken bout weg
van dwingen wat niemand op het oog
had steenen huizen (zilver) in plaats
van de wel is waar gebrekkige maar
toch dure houten huizen (het goud, waar
men niet één gulden, één mark of één
frank van kan slaan)neen, men kan
wel zien dat gij geen verstand van za
ken hebt."
Toen richtten die houthandelaars uit
loutere vaderlandsliefde een Anti-Bima-
tèrialenbond op, die maar aanhoudend
proclameerde dat men geen huizen kon
bouwen van materialen, die voor een ap
pel en een ei te koop waren (zilver),
dat kon niet solide zijn de duurte van
ons hout garandeert de duurzaamheid,
de soliditeit van onze woningen (het goud).
Ja, dachten de ministers, soliditeit in de
eerste plaats. Wie zou gelijk hebben
Laten wij liever maar wat wachten met
een congres bijeen te roependat is
het voorzichtigste, dan branden wij onze
vingers niet.
Doch het hout bleef in prijs stijgen,
voor de aanwassende bevolking konden
geen huizen genoeg gebouwd worden
het ging zoo ver dat in Engeland de
schrik om het hart sloeg als er hout
(goud-materiaal) uitgevoerd werd, zelfs
versleten woningen golden even veel
als nieuwe, omdat er gebrek was.
I „Zie eens, de soliditeit van ons stel
sel" juichten de anti-Bimalerialen
„nooit zult gij tegenstanders uw kalk en
steenen weer op de oude prijzen kunnen
brengen en even solied doen zijn als 25
jaren geleden. Hout alleen heeft waar
de."
„Hef uw verbod op", zeide de Bima-
terialen-ma.n en zijne aanhangers, dat is
het eenige wat gij te doen hebt de
markt zal vanzelf de prijzen regelen, en
alles zal binnen korten tijd tot den ou
den gezonden toestand terugkeeren, dat
men naar verkiezing een houten of stee
nen woning kan betrekken".
Wie nu inziet dat de Bimaterialen—
man gelijk heeft en niet de eigenbelang
zuchtige houthandelaars, welnu die steu-
ne hem in zijne pogingingen om de
waarheid veld te doen winnen.
De geheele goud- en zilverquaestie
komt zoowat op hetzelfde neer. Door
dien men het zilver in Europa onttrok
ken heeft aan zijn natuurlijke bestemming,
namelijk om als materiaal te dienen voor
het vervaardigen van geldstukken, die
niet of slechts gebrekkig uit goud ge
slagen kunnen worden, en men de vrij
heid om het zilver daartoe te bestemmen
aan banden heeft gelegd, is de prijs er
van natuurlijk gedaald. Heft dat verbod
op, Staten van Europameer hebt gij
niet te doen, en alles keert tot de ge
zonde toestanden van véér 1873 terug.
Vrijheid om zilver aan te munten, sluit
nog volstrekt niet in zich dat men ge
dwongen wordt dat zilver tegen goud
in te wisselenieder blijft daarin volko
men vrij. Wie zilver aan de munt
brengt, ontvangt zilver terug en moet
maar zien hoe hij daar goud voor krijgt,
als hij dit verlangt te hebben dat zal
dan evengoed het geval zijn als nu.
Hoe lang zal men nog voortgaan het
als wijze politiek of als groote slimheid
te beschouwen, Azië en Zuid-Amerika,
die ons hevige concurrentie beginnen
aan te doen, dollars te leveren voor
fl.25 die daar te lande f 2.50 waard
zijn, zoodat zij zonder eenige inspanning
een winst van 100 pCt. reaiiseeren. Wij
kunnen in Europa best tegen die landen
op, als wij slechts zorgen dat zij voor
bet zilver den vollen prijs betalen, dien
het in hun land heeft, en waarvoor het
ook binnenslands in ieder der staten van
Europa circuleert. In latere eeuwen
zal men de staatslieden uitlachen, die
meenden hun muntstelsel op gezonde
basis te brengen door kunstmatig aan
het grootste gedeelte hunner muntstuk
ken buitenlands de helft van de waarde
toe te kennen, en ze binnenlands op de
volle waarde te handhaven.
Maar roept men wij kunnen in
Europa het zilver niet op de oude prij
zen terugbrengen dan zou men ons met
zilver overstroomen, en al ons goud uit
voeren.
Waarheen zou mon dat goud uitvoe
ren vraag ik. Naar China eu Japan,
die er niet van gediend zijn Naar
Argentinië, dat het niet verlangt Neen,
eerst dan zou het blijken dat er goud
genoeg is, voor de landen die liefst goud
hebben.
Als de zilverlanden met hun metaal
even voordeelig kunnen koopen als nu
met goud, zullen zij het gele metaal ge
heel ter beschikking laten van Europa
en Noord-Amerika Zij zullen geen en
kele sovereign verlangen, want in hun
ne behoeften voorziet het zilver oneindig
beter dan het goud, en de heldere glans
er van trekt veel meer aan dan het dof
fe goud, dat het volk niet van gepoetst
koper kan onderscheiden Japan 1
zijn oorlogschatting in zilver betale11
het had met evenveel recht goud kun
nen eischen als het gewild had.
Maar die overstrooming van z lver
In de laatste jaren is de productie er
van schrikbarend toegenomen, zeggen de
goud monometallisten. Welnu, wij zullen
dit voor een oogenblik toegeven. Wij
zullen zelfs verder gaan. Wij zullen
aannemen dat er meer zilver geprodu
ceerd werd, dan hunne verhitte verbeel
ding aaDgeeft. Dan moet dat zilver toch
ergens zijn. De mijnen verkoopen tot iede-
ren prijs evenals een suikerfabrikant zijn
suiker. Al dat zilver is dus ter markt
gekomen, de eenige markt is Londen,
daar is bet verkochthet heeft dus
alleen Londen overstroomd, en heeft dat
nu al het goud uit Engeland wegge
voerd Integendeel, de Engelsche fir
ma's, die in edele metalen handelen, heb
ben er een aardige commissie aan ver
diend zij zouden er niet rouwig om
geweest zijn, als men hun nog eens zoo
veel gezonden had. Het vond dadelijk
Igereede koopers, ja tienmaal zooveel zil
ver werd denkbeeldig verkocht, omdat er