61661
Alierititii- Luiliii
Kiezerslijsten.
De Proef es fle Som.
Zondag 15 Maart 1895.
40ste Jaargang Mo. 3080.
In- en doorvoer uit Frank
rijk van Rundvee, Schapen,
Geiten en Varkens.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Uitgever: J. WINKEL
Bureau: 8CHAGEH, liaan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
Ge meenteSc hagen.
Bekendmakingen.
a. Wegens het verliezen van een
of meer der gevorderde veriischten:
Binnenlandsch Nieuws»
1. Verdrinken. Het best is het
hierbij te bespreken, de opwekking van
de onderdrukte levenswerkdadigheid,
omdat die bij alle genoemde gevallen
kan voorkomen.
SCHAEEft
Burgemeester en Wethouders van Scha-
gen brengen ter algemeene kennis, dat aan
Louise Schmidt, weduwe Petrus Baars,
vergunning is verleend, het Perceel
Wijk C, no. 21 aan de Hoep aldaar ge
deeltelijk te mogen inrichten tot slachterij.
Schagen, 18 Maait 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BEKMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeester van Schagen brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat, met
intrekking van de gemeenschappelijke be
schikking van de Ministers van Biunen-
lanusche Zaken en Financiën van 11
Januari 1896, afwijking van de ver
bodsbepalingen, vervat in de Koninklijke
besluiten van 8 December 1870 (Staats
blad N°. 194) en 14 Augustus 1888
(Staatsblad N°. 142), wordt toegestaan ten
aanzien van den in- en doorvoer uit
Frankrijk van rundvee, schapen, geiteD en
varkens op de volgende voorwaarden:
A. bij invoer van rundvee, schapen,
geiten en varkens, bestemd voor de fok
kerij
1. dat aan hel eerste kantoor worde
overgelegd eeue ambtelijke verklaring van
de overheid van de plaats van herkomst,
binnen de laatste 8 dagen afgegeven ten
bewijze,
a. dat de dieren, waarvan de leefttijd
en het signalement te vermelden zijn, ge
durende de laatste 2 dagen aldaar verblijf
hebben gehouden
b. dat aldaar,
wanneer het rundvee betreft, in de laat
ste 120 dagen geene besmettelijke long
ziekte en in de laatste 6 weken geene
veepest en geen mond- en klauwzeer.
wanneer het scAapen betreft, in de laat
ste 6 weken geene veepest, geen mond
en klauwzeer, geene schaapspokkeu en geen
rotkreupel
wanneer het geiten betreft, in de laatste
6 weken geen mond- en klauwzeer en
geene schaapspokken
wanneer het varkens betreft, in de laat
ste 6 weken geen mond- en klauwzeer
en geene varkensziekte zijn voorgekomen
2o. dat de dieren, na aan het eerste
kantoor door den districts-veearts of eeD
zijner plaatsvervangers te zijn gekeurd en
gezond bevonden, zoo spoedig mogelijk, af
gescheiden van ander vee, naar de plaats
van bestemming worden doorgevoerd, per
spoor, zonder verdere overlading, in afzon
derlijke gesloten en verzegelde wagens
3°. dat de diereD, op de plaals van
bestemming gedurende de 15 volgende da
gen afgezonderd worden gehouden en na dien
termijn niet met ander vee in aanraking ge
bracht worden, dannadoordendistrict-veearts
of een zijner plaatsvervangers te zijn ge
keurd en gezond bevonden.
B. bij doorvoer, enz.
Schagen, 11 Maart 1896.
De Burgemeester van Schagen,
S. BEKMAN.
Burgemeester en "Wethouders van Scha
gen brengen naar aanleiding van het 2e
lid van art. 35, der Wet van 4 Juli
1850 (Staatsblad no. 87), bij deze ter
a'gemeene kennis, dat bij de herziening der
lijsten, aanwijzende de penoneD, die be
voegd zijn tot het kiezen van leden voor
de Tweede Kamer der Staten Generaal,
de Provinciale Staten en den Gemeente
raad, de namen der volgende personen
wegens het verliezen van een of meer der
gevorderde vereischten of nit hooide van
overlijden, daarop zijn geschrapt, als
Mr. Hendrik Lodewijk Asser, Cornelis
Bakker, Volkert Bakker Pz., (Jasper Bel
les, Cornelis van den berg, Willem Frans,
Simon Gioct, Arie Heinstman, Arie Hoog.
land, Jacob Keuning, Willem Maas, Klaas
Nieuwlaud, Willem Nottelmao, Johaunes
Overtoom, Leendert Roggeveen Cz., Aar-
jen Schenk, Jan Schenk Jz., Pieter Schoor),
Klaas Visser Az., Dirk van der Vlies,
Jan Waag, Daniël Wondergem, Jacob
Wijngaard.
b. Wegens overlijden Cornelis Kerk-
meer, Daniël Marees, Gerrit Reijer.
Schagen, 13 Maart 1896.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris,
DENIJS.
Het is met de herziening van het
Personeel, een der drie hoofdpunten van
het programma der tegenwoordige Re
geering, al heel zonderling geloopen.
Terwijl reeds in den aanvang de Mi
nister Sprenger van Eijk de porte-
feuille-cjuaestie in het verschiet moest
stellen, om ten aanzien van een be
langrijk punthet behoud van den grond
slag der haardsteden, eene beslissing in
zijn zin met l stem meerderheid te er
langen, kon aan het einde der behan
deling al zijn aandrang en de hulp
zijner ambtgenooten voor Buitenlandsche
en voor Binnenlandsche Zaken niet ver
hoeden, dat de invoering met 49 tegen
47 stemmen tot later tijd, bij nadere
wet te bepalen, verschoven werd.
Men heeft vele en velerlei beschou
wingen geleverd, zoowel omtrent de re
denen, die tot het besluit aanleiding
hebben gegeven, als omtrent de gevol
gen, die het hebben zal. Noch in het
een, noch in het ander wensclien wij
ons te verdiepen. Zoowel blijkens de
gehouden redevoeringen als blijkens de
stemlijst waren die beweegredenen zeer
uiteenloopend, en juist daarom kan
men omtrent de gevolgen geen bereke
ningen maken, die op eenigzins deugde
lijke gronden rusten.
Eene opmerking en eene vraag mogen
ons echter geoorloofd zijn.
Men heeit gezegd, dat de stemming
over het uitstel der invoering voor een
deel der vóórstemmers stond onder den
invloed van hun oordeel over het kies-
rechtvraagstuk. Zeer zeker. Zij hebben
dat ook in geenen deele verheeld. Zij
hebben het niet onder stoelen of ban
ken gestoken, dat zij het nieuwe Per
soneel niet geschikt achtten als grond
slag voor het nieuwe kiesrechtmaar
zij hebben er bovendien met nadruk op
gewezen, dat zij aan het bestaande kies
recht den grondslag van het Personeel
niet ontnomen wilden zien, omdat zij
daardoor voor de keuze gesteld zouden
worden een wellicht onaannemelijk ont
werp maar goed te keuren, of zich te
behelpen met eene noodwet, die men
nog niet kent. Maar evenzeer als om
die redenen sommigen vóór uitstel ge
stemd hebben, zullen er tégen gestemd
hebben die het Ministerie aan zijn grond
slag voor het nieuwe kiesrecht wilden
helpen. Het kan bijna niet anders, of
zoodanige beweegredenen moet vele be
wogen hebben, want ingenomen met dat
wetgevend product was bijna Diemand,
en de hoogste lofspraak, die het aan
zijne eigene waarde ontleenen kon, was,
dat een half ei toch nog altijd beter
is dan een leege dop.
Dóch men had het van die leden wier
stem vóór het uitstel door kiesrechtmo
tieven bepaald werd, ridderlij ker" ge
vonden, als zij tegen gestemd hadden.
Men heeft zich met dat verwijt te veel
gehaast. Toen de eindstemming plaats
had, hebben de meesten dergenen, tot
wie dit verwijt geacht kan worden ge
richt te zijn, inderdaad ook tegen de wet
gestemd. Aan de ridderlijkheid hebben
zij dus niet te kort gedaan maar wat
wij vragen wildenWelk recht hebben
zij, door wie en voor wie nu ridderlijk
heid gevraagd wordt, zich daarop ver
worven Hebben zij vergeten, hoe wei
nig ridderlijk zij toen Tak's kiesrecht-
ontwerp aan de orde was weigerden
stelsel tegenover stelsel te plaatsen, en
er de voorkeur aan gaven, dat ontwerp
met kleine middelen en uit hinderlagen
te bestoken
"Wij wenschen meer een blik op den
toestand in het algemeen te slaan, dan
stil te staan bij bijzonderheden. De ge
nomen beslissing is genoemd een neder
laag voor den Minister van Financiën.
Voor hem alleen Wij herinnerden reeds
dat de premier en de Minister van Bin
nenlandsche Zaken mede op de bres ston
den voor de bedreigde veste. Dit alleen
zou reeds voldoende zijn, om de groote
beteekenis van de genomen beslissing te
doen inzien. Maar zij volgt ook uit den
aard van de zaak zelve. Het Personeel
is een der drie hoofdpunten van het werk
program van het kabinet en, zooals wij
dadelijk na het bekend worden aantoon
den, de grondslag van dat program. Men
heeft dat wel betwist. Men heeft wel aan
nemelijk trachten te maken,dat die drie on
derwerpen, personeel, gemeentefinanciën
en kiesrecht,ieder op zichzelf stonden
en van elkander onafhankelijk waren,
maar men is daar nooit in geslaagd.
En allengs is de erkentenis gekomen
van den Minister van Binnenlandsche
Zaken, dat zijn Memorie van Antwoord
wachten moest op de afdoening der wet op
het Personeel, en van den Minister van
Financiën, dat hij eerst weten moest, hoe
het nieuwe Personeel werkt, eer hij aan
de gemeentefinancien beginnen kon.
Dat eene zoo belangrijke wet de
hoeksteen van het hoofdgebouw, dat dit
Kabinet wil optrekken zoo aarze
lend en schoorvoetend wordt aanvaard,
met zoo weinig ingenomenheid bejegend
door de aanhangers der Regeering, met
zooveel nadruk bestreden door hare te
genstanders en ten slotte hare invoe
ring verdaagd wordt let wel, niet
omdat men voor hare toepassing zelve
nog nadere gegevens of meerdere maat
regelen noodig acht, maar omdat men
weten wil,waarheen men door deRegeering
gebracht zal worden ter zake van twee an
dere onderwerpen,die met deze wet in ver
band staan dat getuigt van een sterk ge
mis aan vertrouwen in het staatkundig be
leid niet van eenig minister op zichzelt,
maar van het Kabinet in zijn geheel.
Yoor oppervlakkige beoordeelaars mo
ge dit iets verrassends hebben, voor ons
is het de proef op de som. Het ging al
les zoo goed. De kamer kon met het Mi
nisterie zoo goed overweg. Het deed wel
geen groote dingen en het wekte wel
geen groote geestdrift, maar het had toch
bijna altijd een groote meerderheid aan
zijne zijde, en de onderlinge verhouding
was meer dan vriendelijk; zelfs de toorn,
dien de heer van Houten zich door zij
ne onderwijsvoorstellen op den hals haal
de, scheen die schoone harmonie niet te
kunnen verstoren. En ziet! Nu op eens
verandert dat tafereel en steekt men een
spaak in het wiel
Maar de wet zelve is toch aangenomen
en wel met vrij groote meerderheid!
Juist! Dat verergert de zaak. Het is het
bewijs, dat, als op de wet op zich zelve
gestaan had, het uitstel-amendement ach
terwege had kunnen blijven. Neen, de
wet is wel niet mooi en zou aan de
scherpe pen van den redacteur van wij
len Nederland een dankbare stof hebben
geschonken; maar de meerderheid vond
haar toch beter dan de bestaande. Dat
men haar desniettemin nog niet invoert,
is, omdat er eene meerderheid is, die met
het Ministerie geen stap doen wil op een
weg, dien zij zelve niet overzien kan,
m. a w. dat het geen meerderheid heeft,
die in zijn staatkundig beleid vertrou
wen stelt.
Dat is de proef op de som, die wij
maakten, toen de „Nieuwe Kamer" vol
tallig was. Kortzichtige lieden juichten
toen, dat er een anti-Takkiaansche meer
derheid was, en nog kortzichtiger, dat er
eene liberale meerderheid was, zóó groot
als nooit te voren. Dat die meerderhe
den er waren, is niet te ontkennen, maar
wij wezen er toen al op, en het is
nu voor ieder duidelijk gebleken dat
de kamer op tweeërlei wijs gedeeld was
en toonden de merkwaardige uitkomsten
aan, waartoe die tweeërlei deeling lei
den moest. Wij wezen er o, a op, dat
men, om eene anti-Takkiaansche kies
rechtregeling tot stand te kunnen
brengen, er eene zou moeten ont
werpen, die èn aan liberale èn aan
roomschkatholieken en aan anti-revolu
tionaire tegenstanders voldeed, zoodat
geen der partijen hare medewerking
zou onttrekken, daar ieder van de drie
op zich zelve haar kon doen mislukken, j
Wij wezen voorts op den belangrijken in
vloed, dien de katholieken en de anti-
Takkiaansche meerderheid door hun aan
tal en hun medewerking bij de stembus
konden doen gelden. Heeft de heer Haf
mans in het Fenl. Weekblad bij het optreden
van hetMinisterie reeds te kennen gegeven,
dat men niet rekenen kon opmaar wel re
kenen moest met de katholieke groep
in de Tweede Kamer, nu, na de stem
ming over het uitstel amendement, zong
de Maasbode hetzelfde lied en wees er
op, dat de katholieken „met beleid" in
de Kamer konden gedaan krijgen, wat
zij wilden, al zijn zij maar 25 man sterk
wegens de verdeeldheid der andere partijeD.
Ziedaar met andere woorden de be
vestiging van wat wij tot vervelens toe
herhaalden. En aan wie de schuld van dien
toestand Aan hen, die geen oog hadden
voor de staatkundige verwarring welke
noodwendig komen moest, als de door
den Minister Tak voorgestelde kiesrecht
uitbreiding niet tot stand kwamaan
hen, die geen oor hadden voor de stem
dergenen, die met het oog op de dingen,
die komen zouden, het aan ernstige waar
schuwingen niet lieten ontbreken; aan
hen, die een krachtig Ministerie, steu
nende op een aaneengesloten meerder
heid, omverwierpen. En als het erop
aankomt, de verantwoordelijkheid vast te
stellen voor den zonderlingen toestand
waarin wij nu verkeeren, dan wende
men in de eerste plaats het oog naar de
geestelijke vaders van het amendement-
deMeyier. Zij oogsten nu, wat zij toen
gezaaid hebben
Men schrijft ons uit
Wieringerwaard.
Het Nut leidt in de laatste jaren een
kwijnend bestaan worden er 's winters
slechts drie vergaderingen gehouden
ook die drie worden nog schaars be
zocht. De toestand der kas laat niet
toe een spreker van elders te laten ko
men en de trek om met een redenaar
uit eigen kring en met eigen krachten
een gezellige bijeenkomst te hebben,
zooals onze ouders dit voorheen ver
mochten, schijnt gaande weg te verflau
wen. De troost, dat het op zooveel an
dere plaatsen ook zoo gaat, is een schrale,
en het was dan ook j. 1- Maandag
voor den heer li. A. Kaan een bij uit
stek aangename taak als voorzitter de
vergadering te openen, want de zaal van
den heer Boon was vol vol, zooals
bii een uitvoeringruim 200 belang
stellenden waren aanwezig. De aanlei
ding tot deze gunstige opkomst Van
wege het bestuur waren aan niet-leden
toegangskaarten verstrektde zangver -
eeniging Apotlozou optreden, Dr.
Or.erduin zou een belangrijke, leerzame
rede houden en er was op verschillende
wijze voor publiciteit gezorgd. Dr Over-,
duin trad op met een lezing over „Eerste
hulp bij ongelukken"
De heer J Zijp gaf als vaste bijdrage
De Gevels van de huizen (Tollens); de
heer R. Visscher hield de aanwezige
eenige oogenblikken aangenaam bezig
met een geestig gezochte rubriek spreek
woorden en ten slotte droeg de heer
V'in Gorkum van Anna Paulowna op uit
nemende wijze voor, een gedicht van Bil-
derdijk.
Apollohad ondertusschen voor de
noodige afwisseling gezorgd en haar di
recteur, de heer Stadt, zijn goeden naam
als solo-zanger op uitnemende wijze ge
handhaafd.
Of de aanwezigen hebben genoten
Wij gelooven van ja en zeggen een der
hoorders na „het was een nuttig nut."
Moge deze avond het begin geweest zijn
der herleving van ons Departement."
Tot zoover onze Correspondent. Daar
deze door ziekte verhinderd was zelf die
vergad. bij te wonen en omstandigheden
ons beletten zelf tegenwoordig te zijn,
hebben wij ter verkrijging van een ver
slag ons gewend tot den heer P. SlaJt,
die als verslaggever der Zijper Ct. aan
wezig was en die wel de loyaliteit heeft
betoond, ons toe te staan van zijn ver
slag copie te nemen, waardoor wij nu
in de gelegenheid zijn van de lezing van
Dr.Ocerduineen uitvoerig verslag te geven.
Het verslag luidt als volgt
De Afdeeling Wieringer
waard van de „Mij. tot Nut van
't Alg." hield 1.1. Maandag hare laatste
vergadering in dit wintergetij de. Eene
talrijke opkomst was zeker getuige voor
de belangstelling in het onderwerp, waar
over de heer OvercLliin, arts aldaar, dien
avond zou spreken: „de eerste hulp
bij ongelukken."
Nu, belangrijk is het ontegenzeggelijk,
daar vaak veel van die eerst» hulp af
hangt. Wat ziet men doorgaans? Dat
daarbij veel gezondigd wordter wordt
te veel, weinig of verkeerd gedaan,
noodeloos pijn veroorzaakt; ieder stelt
er een eer in wat van het ongeval te
weten en de noodige hulp aan te bieden,
en zoo wordt dikwijls in den beginne,
vóór de geneesheer is geroepen, veel
bedorven.
Spreker achtte het daarom niet onge-
wenscht eenige wenken te geven, en
zoo mogelijk de redenen, waarom deze
van nut kunnen zijn. Niet in een ge
leerd betoog, doch in eenvoudigen vorm.
En dan raadt hij in de eerste plaats aan:
„Behoud uwe tegenwoordigheid van
geest." Handelen zonder denken schaadt
door heen en weer loopen gaat soms
veel kostbare tijd verlorenzoo ge
schrikt, tracht u spoedig te herstellen.
In de eerste plaats wil hij behandelen
het schijn-dood-zijn. Niet het geval,
waarover de couranten wel eens met
veel ophef gewagen, dat er nog in het*
graf geklopt wordt, maar dat, hetwelk
een gevolg is van: 1, verdrinken, 2, inade
men van schadeljjke gassen, 3, .rook,
4 verhangen, o schrik, 6 kinkhoest, 7
voorwerp in de keel, 8 alcohol, 9
flauwte en 10 door den bliksem getroffen.
Wat in den toestand van deze bewus
teloosheid, waarbij dikwijls geene ui
terlijke teeken van leven zichtbaar zijn,
en die zonder hulp in den dood kan
overgaan, gedaan moet worden, is dui
delijk beschreven op de platen, welke
indertijd zijn opgehangen door de „Maat
schappij tot redding van drenkelingen".
Velen hebben, zei spreker, het gezien,
gelezen, misschien begrepen, maar merk
waardiger wijze zeer spoedig ver
geten. Dit kwam, veronderstelde hij, door
de droge opsomming en doordien het
waarom er niet bij vermeld is.
Men houde voor oogen, vervolgde hij,
dat men bij alle handelingen, de na
tuurlijke verrichtingen moet trachten na
te bootsen.
Nu moet de ademhaling dus weer
verkregen worden. Maak daaroma.
knellende kleedingstukken los, vooral
aan den hals, opdat de bloedsomloop
niet belemmerd, de luchtpijp niet ge
drukt worde en de borstkas,waarbinnen de
longen zijn, zich kunnen uitzetten, b Rei
nig neus en mond. Vuil daarin belet
de toetreding der lucht, daar door de
ademhaling en het kan bij het ademha
len worden ingezogen.
c. Trek den tong naar voren met
een doek. Met de vingers aangepakt
glijdt hij weg. Had men den tong la
ten liggen, dan had hij wellicht de lucht
van de keel afgesloten, d. Wend prik
kels aan door b. v. vliegende geest, eau-
de cologne, Hoffman, wrijving met koude
doeken. Dan herstelt de bloedsomloop
zich beter in de huid. e. Geef wan
neer de patiënt slikken kan, hem bij
kleine hoeveelheden tegelijk eenig alcohol.
Deze versnelt de ademhaling en voert
het bloed naar de hersenen. Groote
hoeveelheden geven verlamming, f. Giet
geen vloeistoffen aan een bewustelooze
in den mond. Hij slikt niet, en dan
kunnen ze in het zoogenaamde verkeer
de keelsgat, in de luchtpijp komen en
de patiënt kan stikken of bij herstel long-
ont8tekiug krijgen.
Soms helpen al deze middelen niets.
Kleed hem dan uit, breng hem in een
warm vertrek, leg hem eerst op de
buik op een onderlaag van opgerolde
kleedingstukken, één arm onder het
voorhoofd, anders zou hij met den
mond op den grond komen, leg hoofd
en borst wat lager dan bet overige
lichaam, neem den anderen arm, houd die
tegen de zijde van zijne borstkas en druk
krachtig op den rug. Waarom Om de
Ja, maar vooral ook omdat ons onkundigen niet
door een deskundige is voorgedaan hoe wij doen
moeten. Aanschouwing is de beste en bijna
de eenige manier om te begrijpen. {De Verslaggever.)