De Vreemde.
Donderdag 26 Maart 1896.
40ste Jaargang No. 3083.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a t e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL.
Bureau: 8CHAOKN, Laan, I) 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
BÜ dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
GemeenteSchagen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws,
FEUILLETON.
Wieringen 22 Maart 1896.
De verpachting van stoelen en
Gemengd Nieuws.
SCHAGE
Alitiiii Wie»ws-
COURANT.
Wil
De Burgemeester van Schagen brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat ter
Secretarie dezer gemeente inlichtingen zijn
te bekomen omtrent de stukken, welke
overgelegd moeten worden bij de aanmon
stering voor de Haringvisscherij.
Schagen, 16 Maart 1896.
De Burgemeester voornoemd,
S. BERMAN.
Het HOOFD van bet PLAATSELIJK
BESTUUR der Gemeente SCHAGEN,
brengt bij deze ter kennis van de ingeze
tenen dier gemeente, dat het kohier No. 6.
Voor de Belasting op het Personeel
voor bet dienstjaar 1895/96 op den 20
dezer door den Heer Directeur der Direc
te Belastingen te Amsterdam, is executoir
verklaard en op heden aan den Heer Ont
vanger der directe belastingen binnen deze
gemeente ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijnen aanslag behoorlijk acht te
geven, teneinde alle gerechtelijke vervol
gingen, welke uit nalatigheid zouden voort
vloeien, te ontgaan.
Schagen, den 23 Maart 1896.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voor
noemd,
S. BERMAN.
De dienstmeid van eenpi-
anofabrikaDt te BREDA had gelachen te
gen een bezoeker. Amor schoot zijn pijl
en de onbekende schreef des auderen
daags het meisje om een onderhoud, dat
hem met goedvinden van mijnheer, in over
leg met een paar vrienden, werd toe
gestaan. Des avonds werd het onbeken-
Roman van Robert Kohlrausc/t.
5.
Niemand stoorde hem in de den arbeid,
geen mensch kwam deze zaal door; zoo
zeer was hij indezen arbeid verdiept, dat bij
nog een poos, nadat bet ODgeluk hersteld
waa, voor zijn beeld staan bleef, het met rus
tige, critiseerende blikken beschouwende. Ver
volgens zag hij ook de dichtstbijzijnde schil
derijen na eu liet daarna zijne oogen weder
tot zijne eigene schepping terugkeeren.
Zooveel als zij, kan ik ook, wellicht nog
een weinig meer, sprak bij in zichzelf; toch
begon zijn hart luider te kloppoD, toen hij
gedempte schreden vernam en ontdekte, dat
hij niet meer alleen was en dat zijn zelfbe
kentenis wellicht ook door vreemde ooren
gehoord zou zijn? Voor een ander waa dit
gezegde niet bestemd en het deed hem on
aangenaam aan, dat men het aan verwaand
heid zou kunnen toeschrijven.
Toen hjj omkeek, zag bij een kleine, dik
ke, doch nog jonge heer, die op fijngepan-
te gummi-schoenen naderbjjkwam. In zijn
moderne dracht van kleeren, haar en baard,
herinnerde hij aan Buterweck, maar uit het
jonge, doch nu reeds geblaseerde gelaat, za
gen een paar domme, bleek-blanwe oogen
pedant de wereld in. Het moeBt een lid van
de jury zijn, daar geen andere schilder het
tentoonstellingsgebouw voor de openiDg be
treden mocht en Boysen gevoelde sich dos
gedrongen hem beleefd te groeten. Maar de
dank daarvoor was koel en kort en een
hoogmoedige, bjjna verachtelijke blik ging
over hem heen. Hijzelf was op zijde getre
den en dé ander had met nitgebreide bee-
nen voor het beeld postgevat, haalde een
lorgnet te voorschijn, die hij zonder moeite
op zijn kleine dikke neus piaatste, stak de
handen in de broekzakken en wijdde zoo
een paar oogenblikken in schjjnbaar grondig
onderzoek. Lang duurde het niet, eer hij
zijn oordeel uitsprak. Hij nam het lorgnet af,
kneep bet te zamen, stak bet zorgvuldig
in zijn vestzak en mompelde hoorbaar, ter
wijl hjj een verachtelijken blik op den schep
per wierp „Ouwe rommel I" Vervolgens
verliet bij op zijn gummi-schoenen de saai,
stappende als een overwinnend-veldheer.
Boysen zag hem na en lachte- Het man
netje had hem zeer geamuseerd, maar bet
werd hem tooh wat eng om het harte, wan
de heerschap binnen gelaten, doch nau*
welijks had hij zijne liefde betuigd, of
aanstonds werd hij aangegrepen en met
koolteer ingesmeerd, waarna hem tot ver-
fiissching nog een paar emmers water o-
ver het lijf gegoten werden. De vreem
deling liep als een half verdronken kat
over deCinnekerstraat naar het po
litiebureau!
De bekende pikeur B. W.
Schippers, die in het voorjaar '95 zijne
woonplaats Oud Charlois verwisselde met
het bewind over den stal #Trio" te SOEST,
is nu te Soest eene opleiding tot jonge
paarden voor het harddraversvak voor ei
gen rekening begonnen. Door verschillen
ds eigenaren zijn hem reeds paarden ter
opleiding gegeven en toegezegd.
Naar het Va d. meldt is de
heer M. H. van 't Kruijs reeds bezig met
de tweede operaLe Compromis des No-
bles.
Messchaert zal medewer
ken op het muziekfeest bij gelegenheid
van het tweehonderdjarig bestaan der
Kunstakademie te Berlijn, onder leiding
van J o a c h i m, in de eerste dagen van
Mei.
Afdeelingen der Noord-
Hollandsche Yereeniging #ïlet. Witte Kruis"
zijn weder gesticht te SINT MAARTEN
Nieuwendam en Heemstede.
Een zeer treurig ongeluk
had Vrijdag-avond te LEEUWEN (Geld),
plaats. EeD 3-jarig meisje viel in een on
bewaakt oogenblik - vader lag ziek te
bed en moeder was boodschappen verrich
ten in een sloot bij het huis. Na lang
zoeken vond de moeder het lijkje van het
kind; de ouders zijn radeloos van smart.
Maakten wij 1.1. melding
van het vinden eener gasbron te HOOFD
DORP, gem. Hf arlemmeer, thans is eone
nieuwe gasbron in de onmiddellijke nabij
heid van Amsterdam ontdekt, en wel op
het fabrieksterrein der heeren J. en C.
Blooker. In den stal bevond zich reeds se
dert lang eene wel. Deze wel blijkt gas
neer hij dacht, dat dit jurylid toch ook zijn
aanhang en invloed had, en het droog
er niet toe bij, zjjne stemming te verbeteren
toen er achter het eerste prodnct een twee
de editie volgde, die in nog sterker bewoor
dingen zijn af keer uitdrukte. Ditmaal hoor
de hij reeds van verre een luiden, bollen stap
waarmede een lange, magere gestalte, met
bruine broek en zwart-groene jas zich aan
kondigde. Ook deze collega was nog jong,
maar zjjn gelaat was mager, geel, hongerig,
en verward, waaraan door zwarte, onrustige
oogen eenige levendigheid werd gegeven.
Deze bleef een weinig langer voor zijn Des-
deraona staan, terwijl hij zjjn oogen dan
rechts, dan links wendde, greep een paar
maal met de handen in het wilde haar, waar
van hij een natten, slappen hoed bad afgerukt,
Hg zeide in het geheel niets; toen hij met
zijne bezichtiging gereed was, wendde hg zich
een weinig ter zgde, en spuwde op den grond.
Vervolgens girg hg zoo loid als bg geko
men was naar een scbilderg, een van reus-
achtigen omvang, dat san den linkerwand
van dezelfde zaal hing en dat Boysen eeni
ge oogenblikken te voren, met afschuw den
rug had toegedraaid. Het stelde een onafzien
baar bietenveld voor, aan welks rand
een drassige, modderige weg liep. Zoo
ver het oog reikte zag hg niets dan bieten
en nog eens bieten, die in re
gelmatige gelederen voorwaarts schenen
te marcheeren; slechts eene van haar, door
een lichtvaardige hand nit den grond ge-
gerokt, lag op den weg, en was door een on-
meedoogend wagenrad verbrijzeld. Een dikke,
regenachtige Incht, slechts aan den horizon
door eenige bloedroode strepen gekleurd,
daalde tot bgna vlak boven het roode veld
neer.
Voor dit beeld ging de groote, magere
man staan, en begon door allerlei bewegin
gen en nitroepen zgne verrukking le kennen
te geven. Dan eens stond bg met zgo neus
tegen een dor bieten, alsof een merkwaardige
bijzonderheid door bem moest worden be
schouwd. Dan tuimelde bg eenige passen te
rug, hield do band boren de oogen en knor-
do evenals een varken van tevredenheid.
Boysen had eerst getracht ook om dit
model te lachen, maar vervolgens welde
door zgn beepottelgken lof en den afkeer,
Boysen's werk betoond, de toorn ïd zgn
binnenBte op. En reeds had bg de lippen
geopend en door een wellicht te scherp
woord, den lange tot zijn vgsnd gemaakt,
toen een andore verschijning de zaal bin
nentrad.
Ditmaal was het een knappe, oude beer,
door den ouderdom reeda een weinig ge
bogen. Het peper en zout gekleurde haar
te leveren in zulke hoeveelheid en van
zulke uitstekende qualiteit, dat de fabri
kanten er aan denken, ook op andere pun
ten van het terrein de bron aan te boren
en het gas dan aan te wenden tot ver
lichting of verwarming der fabriek.
Door een toeval is de bron ontdekt. De
koetsier zou des avonds laat water uit de
wel putten en maakte daarbij gebruik van
een vetkaars. Plotseling zag hij een blau
we vlam boven het water zweven, wat de
zekerheid verschafte, dat de wel gas bevat
te.
Blijkens eene mededee-
ling in Eigen Haard zal het brongas in
Noord-Holland spoedig tot drijfkracht van
machines worden aangewend. De heer J.
Lankelma te PURMEREND is reeds bezig,
een installatie daarvoor in orde te maken
bij de heeren Sluis en Groot teEukhuizen.
banken in de gerestaureerde Herv.
Kerk te HIPPOLIJTUSHOEF, had na
het eiudigen der Godsdienstoefening plaats.
Daar de heer Murwgh, predikant te
St. Maarten zulks afkondigde, bleef ieder,
die er een wilde pachten, zitten.
Nieuwsgierig was men naar den uit
slag, omreden er zoo velen waren, die dach
ten er geen te zullen krijgeD, vanwegen de
hooge prijzen die er voor betaald zouden
worden. Van de 120 stoelen, die recht
door de kerk loopen, zijn er 100 verpacht
vanaf f 2.50 tot f 9.50, waarvan de ach
tersten voor de onvermogenden zijn.
Van de zijstoelen zijn er 30 verpacht
voor dezelfde prijzen. De banken zullen
wegens omstandigheden, deVolgende week
worden verpacht.
T e SCHELLINKHOUT is de b e-
waarschool, te yens woning van de bewaar-
schoolhouaeres, afgebrand. De oorzaak is
onbekend.
Men meldt van Texel,
d. d. 22 Maart
Op meer dan één dorp van het eiland
werd gisteren de brandklok geklept. Aan
den Hoorn stond eene woning in brand
en baard golfde hem lang op schouders en
borst; op bet hoofd droeg hij een zwarte
barret, verstandige, levendige oogen keken
vriendelijk om zich heen; hij stond een oo
genblik stilzwijgend en hoofdschuddend den
man voor bet peenenveld, gade te slaan.
Vervolgens ging bij naar den in verrukking
gebrachte toe en zeide„Denkt ge dat
uw schilderij er beter door worden zal,
wanneer gij daar zulke buitengewone spron
gen voor maakt
De in zijne bezigheid gestoorde, bracht
met blijkbaren tegenzin zijn lichaam weder
in de gewone hoDding. Eerst nu herkende
hij dien ouden heer en op een toon, die tns-
schen spot en ernst zweefde, vroeg hij
„Zijt gij daar, mijnheer de professor Bach
„Dat zgn toch immers uwe bieten, niet
waar
„Zeker,gaf mijnheer Kliiiz <en ant
woord, wierp het hoofd achterover en balde
de vuist, als was hij gereed er op los te
kloppen, wanneer het tegendeel mocht wor
den beweerd.
„Hebt gij bet schilderij ook een naam ge
geten
„Noode heb ik mij daartoe laten bewegen.
Men wordt waarachtig noggedwongen, zich
daaraan te onderwerpen .vernietigd be
staan" staat er in den eatalogus voor aange
geven."
„Heeft dat betrekking op u of op uw
schilderij
„Professor 1"
„Nu, het is geen spot. De vraag sloop
mij zoo over de lippen. En wie is het dan,
wiens bestaan vernietigd is."
„Ziet gij dat niet De magere, schreeuw
de bet met krijschende stem; de vlekken
op zgn geel gelaat, werden vuurrood; zijne
oogen vonkelden. „Ja, ziet gij dat dan
werkelijk niet Het scheen alsof bij den
professor te lijf wilde; dan echter bezon hij
zich en stormde op het schilderij los. „Hier,
deze, daarDeze biet, die daar op den
weg ligt 1 Die van uit de moederaarde uit-
geruk'e! Die nu verwelkt en vertrapt daar
neder ligt, op een modderigen, vuilen weg,
Deze biet is bet symbool I In haar is het
verloren genie belichaamd. Het is het
ware noodlot, het nootloot des levens, het
noodlot der natuur!" Hij wierp bij deze
laalsle woorden een blik op het scbilderg
van Boysen; fanatieke haat vlamde in zgne
zwarte oogen.
De professor antwoordde niet dadelijk. Hij
knikte een paar maal met het hoofd, ver
volgens zeide hij met gedempten stem
Dit ïb dus het schilderen dor toekomst
„En voor Kt hedcnl Ons heden 1*
„Uw beden 1* De oude heer sprak het
en deze was na weinig tijds geheel in
vlammen opgegaan.
Da spuitgasten hadden de handen meer
dan vol om de naburige schuur, die met
hooi gevuld was, te beveiligen voor de uit
slaande vlammen. Tach gelukte het ein
delijk het gevaar te keeren.
Het verbrande huis was met den inboe
del verzekerd. Door buren kon slechts een
klein deel van de meubelen worden gered.
De veldwachter der ge
meente BORN (Limburg) is aangehouden
wegens diefstal van een reisvalies met f 500.
ten nadeele van dan heer O. te Roermond.
Men schrijft uit AMSTER
DAM, dat Dinsdag daar voor de Recht
bank behandeld is een zaak die, als de
verhalen juist zijn, een droevig licht werpt
op de wijze, waarop sommige personen aan
geld trachten te komen.
Een heer, een oppassend man, zooals ter
terechtzitting bleek vader van acht kin
deren was door een drietal personen
aangeklaagd van onzedelijke handelingen, die
hij in een Tijdingzaal in de Kalverstraftt
gepleegd zou hebben.
Beklaagde kon niet anders tot zijn ver
dediging aanvoeren d-tn dat hij onschuldig
en dupe was van chantage van't ge
meenste soort.
De Rechtbank, het getuigenis van drie
onder eede gehoorde personen aannemen
de, veroordeelde beklaagde tot twee maan
den gevangenisstraf.
Terwijl dit geding aanhangig was, had
een heer, op de Leliegracht te Amsterdam
woonachtigzich bij de politie beklaagd
over het volgende feit.
Op een avond, eenigen tijd geleden en
terwijl hij afwezig was, hadden zich te zij
nen huize vervoegd,'drie personen, die zijn
echtgenoote persoonlijk een vertrouwelijke
mededeeling haddeD te doeD.
Niet dan schoorvoetend stond de
vrouw des huizes de mannen te woord,
die haar een zekere som gelds vroegen
zoo ze zwegen over onzedelijke handelin
gen van haar man. Zij wilde daarvan
echter niets hooren en verzocht zeer be.
slist aan de kerels om heen te gaan; de.
meer tot zich zelf, dan tot den ander, en
nu was een klank van diepen weemoed in
zijn stem. Hij had zich van het schilderij
afgewend en scheen meer en meer in ge
peins te verzinken, en zijn stem werd im
mer zachter, toen hij er aan toevoegde: „Ik
dank God, dat ik mijn zeventig jaar achter
den rug heb en tot het verleden behoor.
Tot bet verleden, waarin men zulke schil
derijen niet gemaakt zou hebben."
Hij had tot dusverre Boysen en zijn werk
niet gerien en maakte zicb gereed de zaal
te verlaten. Daarbij viel zijn oog op Des-
demona en het scheen alsof dit beeld, jonge
kracht en loven in zijn aderen deed vloeien;
hij richtte zich hoog op en van zijn gelaat
scheen de sluier van droefheid en gekrenk-
ten schoonheidszin, weggevaagd te zijn."
„Ha, daar is het, zeide bij zacht, als tot
zichzelf. „God zij dank, dat er nog zoo iets
gemaakt wordtUit zijne woorden klonk
een grooto, onverholen vrengde en Boysen
gevoelde zich trots en blij, dat bij hem zoo
hoorde spreken. De oude man was een
van hen, dien bjj vereerde en lief bad, tot
wiens groote scheppingen hij had opgezien,
die hij bad nagestreefd, maar nooit had
darven bopen, te kunnen evenaren.
En nu stond dezelfde man voor zijn beeld,
voor het werk zijner banden, en in de hel
dere kunstenaarsoogen lichtte het vnur ee
ner reine vreugde, van een eerlijke bewon
dering
Bescheiden trad Boysen nader noemde zgn
naam en verklaarde bet doel zijner aanwezig
heid. „Ik weet het, ik weet het," zeide de ande
re, „en ik zie, dat de schade reeds weder is
hersteld." Daarbij stak hij hem beide handen
toe, zag hem lang in de oogen, en terwijl bij
vervolgens den blik weder op het schilderij
vestigde, zeide hij op bewogen toon: „Nu
kan ik mij rustig te slapen leggen, mijn
jongo vriend, want vanaf dit oogenblik zjjt
ge dat gij zult mijn erfenis aanvaarden
en baar in eere houden. Hoe wordt zij mis
handeld en g-pjjnigd, onze arme kunst, door
die jongen, die nieuweo, die modernen I Maar
ook gij zijt jong en in n zal de kunst een
strijder en verdediger vinden. God zegenen
op uwen weg en blijve u de kracht schen
ken, die nit dit vrouwenbeeld spreekt."
Boysen was niet in staat te antwoorden,
hjj zag den professor met vochtige oogen
aan. In zijn handdruk lag echter de belofte
voor zijn leven, een belofte van trouw voor
die kunst, die nooit oud wordt en nooit
vergaat, die de menschen als kostbaar ver
siersel voor hot arme, dorre leven gegeven
is, die hen opvroolijkt en verheugt, als de
stralen der ion.
Lang had de professor de handen van den
ze deden dat dan ook.
Zoodra deze zaak ter kennis van politie
en justitie kwam, moeten er voldoende ter-
meu gevonden zijn, om op het vonnis der
Rechtbank terug te komen waarschijn
lijk heeft men toch in beide zaken met
hetzelfde drietal te doen zoodat de zaak,
boven vermeld, in hooger beroep zal voor
komen.
Een idee van een Urker.
In de jongste raadsvergadering van Urk
is op het request van den heer A. de Boer,
logementhouder, waarin deze afschaffing
vraagt van den accijns op het gedistilleerd
en in de plaats daarvan voorstelt een be
lasting te heffen op de petroleum, afwij
zend beschikt.
Een vulkaan le koop.
Men heeft te Londen een heelen vul
kaan verkocht, met een krater, die in de
laatste j-ren niet werkte, maar die daarom
nog wel niet uitgebrand kan zijn. De vul
kaan maakt deel uit van den Liparischen
archipel en ligt bij Strombolihij behoort
tot de provincie Messina op Sicilië.
De Vulcanozoo is inderdaad de naam
van den vuurspuweuden berg, behoorde
vroeger aan een Napolitaan, den hertog
MuDziace, die eerste minister was onder
den laataten Bourbonschen koning in Na
pels. Hij bracht op de verkooping 100000
fres. op, men had daarvoor ook zijn wijn
gaarden en het eenigste huis, dat er op
staat.
Venetië zal door een
tweede vaste brug worden verbonden
met het vasteland van Italië* Deze brng
zal evenwijdig loopen met de spoorweg
brug en de stad verbinden met San Gui-
lianos. Zij zal drie kilometer lang en 10
meter breed worden; de koston worden
op 3 millioen lire geschat. Thans kan
men Venetië alleen per spoor of per
schuit verlaten.
jongen schilder in de zijne gehouden, nu liet
bij ze los; toen hjj weder sprak, geschiedde
bet op veel luchtiger, vrooljjker toon. „En
wat kan ik nu voor u doen Gij zijt hier
vreemd, gjj stelt voor de eerste maal ten
toon, wellicht kan ik n ergens mede van dienst
zjjn. Ik heb reeds getracht u nuttig te zijn;
er waren er in de jury, die uw schilderjj
terug wilden zenden."
Hij zag om zich heen, of de schepper van
het bietenveld nog in de nabijheid was, doch
die had zich reeds verwjjderd; zij beiden wa
ren alleen-
„Maar men heeft ons zoo maar niet op
op zijde kannen schuiven,ging de profes
sor voort, „de strijd tnsscben oud en nieuw
zwenkt nog verscheidene malen heen en weer.
Daarom begroet ik u met dubbele vreugde
als een frissche, moedige strijder gemakke
lijk zal men u de overwinning niet maken;
daarop kunt gij gerost rekenen. Of zij wil
len of niet, maar toch gevoelen deze revo
lutionairen, deze profeten van leelijkbeid.de
ware warmte die er van een goede schilderjj
uitgaat- Daarom zullen zij op u toeschieten
als eer. roofvogel op zjjn prooi. Maar waar
ik n bijstaan kan, zal ik n belpen; er xijn
gelukkig nog eenigen die naar mij luiste
ren willen, meer dan naar die marktschreeu
wers. Verlaat u gerust daarop. En nu nog
eenmaal welkom op ons slagveld, mijn nieu
we vriend, en een schitterende overwinning 1"
Hoe hij van den professor afscheid geno
men had en hoe hjj thuisgekomen was; Boy
sen wist het niet. Maar het was een vroo-
ljjk en opgewekt middagmaal, dat Boysen
en zjjn vriend hadden en ook op weg naar
het theater, op verzoek van zijn vriend
had Baterweck er in toegestemd, te voet te
gaan sohepte menig voorbijganger ver
maak in de beide vroolijk lachende heeren.
In den schonwbnrg was bet zeer vol,* de naam
van den beroemden gast bad volk getrokken;
bet onstuimig brommen van een nieuws
gierige menschenmassa vervulde bet locaal.
Ook rondom de beide vrienden was alles
bezet, slechts tegenover hem, dat viel Boy
sen op, terwijl hij rondzag, waren twee
plaatsen onbezet gebleven. Hij lachtte om
zichzelf, dat jnist deze twee plaatsen hem
opvielen en zgne gedachten bezighielden.
Maar ook Buterweck wist op deze vragen
geen antwoord te geven, waarom of die twee
plaatsen leeg bleven. De bel weerklonk, het
scherm ging in de hoogte, de eerste perso
nen Rodogo en Jago begonnen hun gesprek
en nog waren de stoelen onbezet.
WORDT VERVOLGD.