Donderdag 1G April 1896. 40ste Jaargang No. 3089. K EiRÏrI De Vreemde. en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL. Bureau: 8CHAGEN, liaan, I) 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 8.60. Atzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. GemeenteSchagen. Bekendmakingen. Jacht en Visscherij, FEUILLETON. a.. dat het toelaten van nieuwe leer lingen op de openbare lageie school zal geschieden op den eersten Mei a. 8., en als dan kunnen worden toegelaten de kinderen, geboren in het jaar 1890 t>. dat de ouders der voluitbetalende scho lieren, welke deze wenschen toegelaten te zien, daarvan aan het Hoofd der School, den heer Ressing, kennis moe ten geven vóór den 25 dezer; Binnenlandse!) Nieuws, HAGER 61861 COURANT. Ainrteitie- Lantluillai POLITIE. Ter Secretarie dezer Gemeente zijn in lichtingen te bekomen omtrent een ge- ronden gouden oorbelletje. De Burgemeester der gemeente Schagen brengt ter kennis ran de ingezetenen dat de aanvragen ter bekoming van Jacht en Vischacten en van kostelooze vergunningen tot uitoefening der visscherij voor het seizoeu 1896/97, ter Secretarie voor de belanghebbenden ter invulling verkrijg baar zijn dagelijks, Zon- en feestdagen uit gezonderd,des voormiddags van 9 tot 12 ure. Schagen, 7 April 1896. De Burgemeester voornoemd, S. BEKMAN. Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN brengen ter algemeene kennis, dat de Raad heeft besloten, dat de ker mis in deze gemeente zal plaats hebben en invallen op Zondag eten 21 Juni a.S., des namiddags ten 4 ure, om te eindigen op Zondag den 28 daaraanvol gende. Schagen, 10 April 1896. Burgemeester en Wethouders van Schagen, S. BEKMAN. de Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van SCHA GEN, brengen ten kennis van de ingeze tenen, dat vanaf 1 Mei a. s., ingevolge door den Raad dier gemeente vastgestelde verorde ning,voor het onderwijs aan de gemeen teschool aldaar de volgende school gelden zullen worden geheven, namelijk 1°. Voor het gewoon Lager Onderwijr. Voor één' leerling, 50 cents per maand. Voor iederen leerling meer uit hetzelfde gezin, 35 ets. per maand Roman van Robert KoMrausch. 10. „Gisterenavond,zeide Boyaen nogmaals tot rijnen vriend," „waart ge zielsvergenoegd, dat ik heenging en na „Met die vergenoegde ziel was bet niet zoo erg. Hef borrelde en kookte reeds in mij maar tot een uitbarsting is het gekomeD, toen gij weg waart". Boysen zag hem hoofdschuddend aan, hij herkende zijn vrooljjken vriend niet meer, in deze treurige bui. Hij toekende zwijgend met zjjn vinger figuren op het tafelkleed, vervolgens zeide hij „Dat heb ik reeds lang geweten, dat bet ditmaal erger was dan te voren." „Wat noemt gij erger P" „Nu, die geschiedenis, die domme met haar voor den duivel, met Saffi." „Dbd kunt gjj die geschiedenis met haar wel in goede taal liefde noemen. „Wanneer wij fin-de-siècle menschen dergelijke uitdrukkingen bezigden, zou het er mooi beginnen nit te zien." „Dns een waarachtige, warme liefde-" Buterweck sprong op en liep de kamer op en neder. „De diepste, de grootste, oprechtste lief de, die mij, armen aardworm, ooit te pakken gehad heeft. Maar tot dusverre ging het nog, toen ontving ik nog eenige zoetigheid uit de giftbloem. Maar nu sedert gisteren, gisteren. „Sedert gisteren „Dat zegt hij nu waaraehtig en vraagt heel kalmpjes en bedaard als een echo; Se dert gisteren P Ën dat juist gij het beele ongeluk hebt uitgewerkt, gij met uwe groo te blauwe oogen, uw blond haar en fiere gestalte. Had ik je maar thuisgelaten. Maar daar wil men nn eens een kleinood laten zien, dat men meent dat ons toebehoort en daar verdwjjDt het eensklaps in den zak van een ander, die er de hand niet eens naar heeft uitgestrekt." „Mijne haudeD zijn rein." „Dat weet ik. Zou ik anders met je pra ten? Was het anders geweest, ik had je zon der vorm ven proces den hals omgedraaid. „Nu, tot troost van jou, veiklaar ik je: nit Saffi maak ik mjj niets 1 Zij is mjj be- 3°. Voor het onderwijs in Vreemde Talen (Fransch, Engelsch en Hoogduitsch) Voor iederen leerling per maand Voor één taal f 1.25 h twee talen f 2. drie talen f 2.50 De minvermogenden (ter beoordeeling van Burgemeester en Wethouders) wor den voor de helft aan de betaling van schoolgeld onderworpen. Nog wordt ter kennis der ingezetenen gebracht C. dat verzoektn, om kosteloos onder wijs, voor de nieuwe leerlingen of om ontheffing voor de helft van de betaling van schoolgeld, alleen moeten worden gedaan ter gemeente-secretaria vóór den 23 dezer. De geboorteen vaccinebewijzen moe ten bij de tot lating tot de school worden medegebracht. Schagen, 10 April 1896. Burgemeester en Wethouders voornoemd. S. BERMAN. de Secretaris, DENIJS. Beroepen naar Callants- OOg, de WelEerw. heer Ds. Lingbeek te Voorthuizen (Gelderland.) Tot watermo1enaar van den Hooglandspolder, onder de ge meente BARSINGERHOKN, is benoemd Albert Bronder. De tegenwoordige molenaar van dien polder, J. Oll, heeft wegens hoogen leef tijd tegen 1 Mei a. s. ontslag verzocht en tegen dien tijd eervol ontslag verkregen. valien, lichamelijk, dat is alles. Ik zou op de gedachte kunnen komen, haar te schilde ren, maar nooit om op haar te verlieven. En wanneer zij, wat ik niet geloof bet plan heeft, om zicb in mij te interessee ren, dan zal ik het dankbaar moeten afwij zen." „Dat is het juist. Dat voelt zij, o, die vrouwen zijn zoo ontzettend slim 1 en nu staat zij opeens in vuur en vlam. Ja, ja, ik zeg het u, in vuur en vlam. Alles heeft fot dusverre naar hare pijpen gedanst; voor de eerste maal stoot zij op tegenstand, en raast en tiert, zij Met haar voeten heeft zij gestampt, toen gij beengingtboven op het tooneel. dat iedereen het zien kon, en toen de menschen verder applaudiseerden en brul den, heeft zij hen woedend toegegildIk zing niet meer, ook al riepen duizend ezels daarom. Dat lawaai hadt gij moeten hooren; zij echter ging in haar appartementje en geen getrappel of geschreeuw heeft haar kun nen terugroepen." „Hebt ge baar niet weder gezien?" „Zeker. Toen de menschen zich eindelijk moe geschreeuwd hadden, en de appolen- mina een afschuwelijk lied jammerde, kwam zij opeens aan mijn tafeltje, gekleed om uit te gaan, zeer bleek, met een woedend ge laat en nu ging het over mij heen, als een watervaldat ik de schuld was, dat ik |u had weggezonden uit jaloerschheid, dat gij de eenige waart die haar aanstond, dat zjj om de auderen niets gaf, in het geheel niets, nog minder dan om een sinaasappelenBchil En nu weet ge, en dat was toch ko misch, zoo verdrietig als ik het overige vond daar kwam die vent Hij laohtte nn eensklaps luid; een be nauwde lacb, waarbij de ergenis eu de vroo- lijkhaid om den voorrang streden- „Wat man vroeg Boysen. „Die met dat perkamentt- gelaat, die klad der, die tegenover ons zat ik meende, dat wij het toch over hem hadden gehad „Ja, ja, ik weet het al, do man van de suikerbieten." „Nn, die scheen het oogecb'ik voor gun stig te houden, die slaapkop, en ging aan ons tafeltje zitten. Ik geloof, dat hij haar troosten wilde. Gesproken hr-eft bij anders geen woord, daar zorgdo S ffi voor. Mooie dingen heeft die arme ziel moet«n hooren. Die zal vandaag niet meer probceren haar te naderen. Hij echter zat er bij, als een hond, die men uitscheldt en dan telkens weder over den rng aait*. „En hoe hebt gij er bij gezcfec ocda jon gen P* „Laat mij met vrede 1 Ik ben heenge- Evenals in het vorige jaar zal te Bar8ingerhorn in den aan staanden zomer eene blosmententoon- Stelling worden gehouden, waarvoorde te kweeken planten op de gewone wijze worden verkrijgbaar gesteld, met dit ver schil, dat thans geen planten gratis wor den afgegeven, maar minvermogenden 20 cents moeten betalen vcor de 5 planten. Indien deze later een prijs krijgen, wor den de 20 cents weder terugbetaald. Zij, die planten verlangen, moeten voor het eiade van deze week nog daarvan kennis geven. Tot Kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeente te Oudcarspel, zijn be noemd, de heeren: F. de Boer Pz. en Jb. Pranger Zaterdag 11 April zijn de aftredende hoofdingelanden van den polder Wieriügerwaard, de heeren; F. Rijkes en B. Kooij Jb»met algemeene stemmen herkozen. Zaterdagmiddag geraakte de ket en wagen van den kruidenier V. fe Wieringrerwaard, terwijl hij aan de Barsingerweg zijne klanten bezocht, in de sloot. Denkelijk had het dier trek in het gras en is het, doordat het los stond te eten, bij den wal neer geraakt. Spoedig was er volk op de been en werd alles weer op het drooge gebracht. Daar de wagen bijna1 ledig was, is de schade zeer gering. 'D e plannen om aan de Koog te TEXEL, een badhuis te stichten, zullen nu verwezenlijkt worden. Men wil echter in het klein beginnen. Het strand achter de Koog is breed en uitstekend is de ge legenheid om daar in de Noordzee te ba den. ^Onderlinge Oefening" te Sint Maarten, het gezelschap, dat zich door zijn rederijkerskunst, racer dan y4 eeuw had staande gehouden, is thans niet meer. Een lichte flikkering van vroegere kracht koB men j. 1. Zondag in de kolfbaan te Sint Maarten nog eena waar nemen. De aankondiging, dat na deze uit gaan, ja ja. Met een kort afscheid, ik heb haar beterschap gewensebt en toen ben ik naar bniten gegaan. „Maar buiten heb ik rondgeslenterd als een bedelaar zonder huis, en ben ik tot een vast besluit gekomen." „Nu, en Buterweck was op zijn vriend toegestapt en was vlak voor hem blijven staan en ter wijl hij op den grond stampte, als om zijne woorden meer kracht bij te zetten, zeide hij „Ik zal haar tronwen." „Maar Karei 1" „Zeg niets, ik zal baar tronwen. Dat is haar nog nooit aangeboden. Het hof hebben allen haar gemaakt, van tronwon beeft even wel nog geen enkele gesproken. Dat is een tooverwoord, dat reeds menige wilde kat tam gemaakt heeft. En wanneer zij eerst mijne vrouw is, wat moet jij hier, wat snuffel je daar rond." Deze woorden golden den dienaar, die reeds een paar oogenblikken vroeger binnen getreden was, zonder dat Buterweck het in zijne opgewondenheid bemerkt bad. „Ik dacht dat de heeren reeds naar bo ven gegaan waren, en ik wilde beginnen met opruimeD," luidde het antwoord. „Laat het denkin aan mij over en scheer je weg," riep Buterweck hem toe. Zonder tegenspraak verdween de dienaar; Boysen echter hield het voor tiid een verstandige opmerking te maken en vriendschappelijken raad te geven. „Ik dacht dat men meisjes van Safh's aard wel kan liefhebben, maar dat men er nooit mede trouwt." „Dan zal ik het eens anders doenhoven- dien denkt gij te slecht van kaar; daartoe hebt ge geen reden." „Nu, dan zal ik mij de moeite geven, mij io jou geval te verplaatsen. Toegegeven, gij hebt er recht en reden voor, Saffi tot je vrouw te maken; maar zeg mij eerst eens, waar zullen jelui van leven, wanneer na verloop van een paar jaar al je geld verteerd is „Houthakker, clown, wellicht ook een ver standig mensch. Dat znllen wij zien, in ie der geval begin ik dadelijk te werken, zoo dra ik weet, dat Stffi mij hebben wil. Daar tegen hebt gij nu zeker niets in te bren gen. „Tegen het weiken zeker niet, en wan neer dit ket eii ddoel ware, zoo zou men er zich mede lunccn vereenigen. Maar—* „Laat eir delik dat „maar* nn eens ach terwege. Oi tij mij hebben wil, dat is de voeriog het gezelschap tot ontbinding zou overgaan, deed dan ook zijne trouwe be zoekers bijeen komen om getuige ta zijn van het naderend einde, van de slooping der krachten, die bij de opvoering van Dirk Nergensthnis" of de gewaande Ba ron, blijspel in één bedrijf door G.Hoo- g e n d o o r n, in zoo'n booge mate waar neembaar was geworden. Ze gat den indruk van een onmogelijk te herstellen zieke. Het applaus geleek eer een eerbiedige, een weemoedige hulde »an vervlogen roem, dan de uiting van gesmaakt kunstgenot. Zouden de nog volgende nummers van die zelfde afmatting blijk geven Geluk kig, neen Het levenslampje gaf nog eens zijne laatste, krachtige flikkering in de voorstelling van ^Ouze Jongen, tooneel- spel in 2 bedrijven, door F. C Fuchs en Jochem Peztl, blijspel in één bedrijf naar Frits Reuter. We zouden Lier aan de verdienste on recht plegen, als we de uitstekende voor dracht van den beer P. Klerkals ^Steven Brugman" in het e rs -genoemde en als »Jochem" ia het laatste stukje, onver meld lieten. Om de wille der nog aan wezige goede krachten, willen we hopen, dal het voornemen van 't Gezelschap zal blijken eene Phoenixgtap te ziju. A c e t y 1 e e n-g a s. Te ROT TERDAM neemt men reeds proeven met acetyleen als Straatverlichting, en wel in een groote lantaarn op de Markt. De voorloopige aanhou ding van Willem van Berkel te ROT TERDAM, moet weder door de rechtbank zijn verlengd. Te VLIELAND is een g r ij s- aard van 87 jaar voor de 4e maal bruide gom, thans met eer.e weduwe van 60 jaar, die tevens een meisje vau 35 mee ten huwelijk breDgt. In een A. msterdamsch blad gaf dezer dagen een geneesheer per advertentie den wensch te kennen in relatie te komen met personen, die prak tijk kunnen aanbrengen. Colporteurs in zieken dus Uit Ooslstellingwerf meldt eenige vraag en wanneer zij ja zegt, dan vieren wij op bet kunstenaarsfeest onze ver loving." „Wat voor een feest P" „Heb ik je dat nog niet verteld? Pardon dwaze en verliefde lui zijn niet verant woordelijk voorzicb zelf. Ter zake dus, in een pauze, toon Saffi zich afgetobd had en weende geweend heeft zij om u, jou ondankbaar menscbenkind, heb een ik paar woorden met dat kuokkelmenseb gesproken. Hij heeft mij van een feest verteld, het Lokasfeest, dat de kuustvereenigiDg alle ja ren viert en dat ditmaal bijzonder mooi worden zal, omdat er nog een jubileum van den een of ander aan verbonden is. Dat is nu net iets voorjou. Zoo iets Venetiaanseh Othello-ach igs, de intocht van een Doge, of zoo iets. Ik beb dan ook zoo'n beetje de voorzienigheid voor je gespeeld. Zij zoch ten namelyk een poëtisch gemoed, dat voor hen een idee van feestviering moest ont werpen eD toen heb ik mij de lnxe veroor loofd nw WelEd.Hooggeboren aan te be velen*. „Hoe krijg je het in je hoofd." „Ja, dat is weer een van mijn ezelsstre ken. Maar niet in dien zin, zooals gij het meent. Het kan n slechts niets dan nnt doen, wanneer gij u bij die lui onontbeerlijk maakt. Zoo slim ben ik ook nog, dat ik heel goed kan begrijpen, dat onze gansche, zoogenaamde maatschappij slechts naar deze wijze spreuken leeft: Sla je mij, ik sla je weer, zoowel in goede als in sleebte betee- kenis. Moed das en je oad strijdros geza deld en het circus in. Avanti." „Jjj bent „Ik ben je vriend zoolang gij mij Saffi laat. Anders draai ik je den bals om, zooals ik reeds de eer heb gehad u mede te deelen. Maar tegen eigen vleesch en bloed heb ik gestreden, terwijl ik uwe talenten in het schitterendste liebt plaatste. „Tot dit feest kan ik en zal ik Saffi uit- nood'gen, daar heerschen geen vooroordeelen van stand. Daar drinken wij dien eenen avond hoog en laag te zamen champagne en doen de kurken knallen. En nu ben ik zoo aarts dom geweest, u voor dit feest een hoofdrol te verschaffen, waar Suffi u zien en bewon deren moet en ik natuurlijk weer in het niet verdwjjn." „Ik beloof u wanneer ik medewerken mocht haar te ontloopen waar ik kan* Het is geen offer voor mij." „Laten wij er nn over zwijgen. Wellicht is zij dan ïerds mijne verlooide en ben ik baar heer en meester, dien zij te gehoorza men heoft." men dat op last van den officier van ju stitie de geschorste gemeente-ontvanger ge vankelijk naar Heerenveeu is gevoerd. Het te kort bedraagt ongeveer f 7000.— De Sociaal-Democraat meldt dat de commissie belast met het onderzoek naar de vermoedelijke resultaten van het kiesrecht-ontwerp Nan Houten, zaterdag te 's-GRAVEN HAGE bijeen kwam. Tegenwoordig waren de heeren H. B. Heldt (Alg. Ned. Werk. Verbond), mr. Z. van den Bergh (Radicale Boud), Tj. Wieoerdrink (Ned. Volkspartij), W. Vliegen (soc.-dem. Arb. Partij) en mr. P. J. Toelstra (comité voor kiesrechiuit- breiding). Besloten werd, de resultaten van ket gehouden onderzoek in de bladen mede te deelen, hoewel de commissie zich niet kan ontveinzen, dat de ingestelde onderzoekin gen zich uitstrekken over dat deel der arbeidende klasse, dat in de gunstigste con ditie verkeert, zoodat ket niet aaDgaat, uit de ingewonnen inlicktingen eene alge meene conclusie te trekken. Tevens werd eene beslissing genomen over het voorstel, door den afgevaardigde van het comité voor kiesrecht uitbreiding in de vorige vergadering gedaanom nl. tegen den tijd, dat de Kamer de kieswet in openbare behandeling neemt, eene mee ting in Den Haag te houden, uitgaande van al de aangesloten vereenigingen en partijeD. Besloten werd, dat aan de aangesloten besturen eene motie zal worden overge legd, waarmede allen zich kunnen vereeni- gen, en aan te sporen tot bijwoning eener meeting, waarop de motie zal worden toe gelicht en aangenomen. Dat de justitie veel moor- denaars, inbrekers etc. niet in handen kan krijgen, is van algemeene bekendheid, doch dat de lijst van zulke idividuen zoo groot is als het Algemeene Politieblad aangeeft, zal wellicht niemand hebben gedacht. Vanwege kat departement van Justitie toch is nu eene alphabetische lijst vsn sig nalementen uitgegeven, welke op 1 Janu ari 1896 nog niet waren ingetrokken of vervallen. De lijst is een boekdeel van 175 bladzijden met de signalementen van onge veer tweeduizend personeD. Hij wierp zich in een armstoel en trach- te er zoo indrukwekkend mogelijk uit te zien. Vervolgens maakte hij plotseling een sprong in de lucht en riep: „Hoerra, nu is het vastgesteld en de hoog- moad in mijn hart ten ondergebracht, Saffi wordt gehuwd." Daarop was bij de deur uit, zonder afscheid, of een enkel woord te zeggen. Boysen zag hera een oogenblik lachend na; vervolgens trok een schaduw over zijn gelaat. „Je bent een beste jongen ik hoop dat ge gelukkig moogt worden," zeide hij zacht. Ook hij verliet daarop de eetkamer, om naar boven te gaan. Buiten de deur ont moette hij den dienaar, die op hem gewacht schoen te hebben. Boysen bleef een oogen blik bij hem staan en zeide „Ik heb mijn vriend van nw nachtelijk uitstapje niets verteld, het zal u vermoede lijk aangenaam zijn, wanneer gij dit weet. Gij hebt u gisterenavond tegenover mij gerechtvaardigd en zoo zal ik voorloopig zwij gen". „Ik dank u zeer voor uwe goede bedoe lingen," luidde het antwoord, „maar het was mij aangenamer geweest, wanneer u het hem wel had verteld. Ik zal mij nn moeten ver- oorlooven, mijnheer Buterweck «elf over die bouwspoculatie te spreken". HOOFDSTUK ZEVEN. In het koele licht van een helderen win- derigen herfstdag wapperden de wimpels als boDte linten door de lucht. Daar onder, tus- schen de beide hooge vlaggenmasten, be woog een bonte menigte zich in langzamen gang; het geschuivel van voeten, het ge brom van stemmen, het goratel van af- en aankomende rjjtuigen, alles klonk door een de tentoonstelling was geopend. De officieële rondgang had plaats gehad en do vorstelijke protector bad zich met hoffelijken groet verwijderd, een glans van vrede achterlatend op het gelaat van hen, die waren bekroond geworden. Voor de groote stukkeD, hadden zich groe pen verzameld, waarvan meestal een kunste naar het middelpunt vormdehij ontving de woorden van lof en bewondering, verklaarde zijne schilderij en beschimpte gewoonlijk zij ne concurrenten. Boysen was dadelijk van de inwijding terug gekomen. Hij werd voortgedreven en toch was hij er angstig voor, dadelijk naar zijn Des- demona te snellen. Mot verstrooide zinnen zag hij naar de scheppingen zijner concur renten; maar de kleuren en vormen verdwe nen voor zijne oogen, en hij betrapte er zichzelven op, dat hjj de menigte aan alle zjj-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1