AllfifflïÈD Bil lil-.
AlTcrtEitie- Laillnillal
Zondag 10 Mei 1896.
40ste Jaargang No. 3096.
Herijk van maten
en gewichten.
De overgangsbepalingen
in het Kiesrechtontwerp.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a 1 e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL,
f&ureau: SCHADE®, JLaan, O 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60.
Alzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit nummer behoort
een Bijvoegsel.
GeineenteSchagen.
Sfehendraakinsen.
Binnenlandscb Nieuws.
Wieringerwaard. Dezer da
gen is de landbouw-wintereursus
W:=t
COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Schagen;
Gelet op het Besluit van Heeren Ge
deputeerde StaleD dezer Provincie van 18
December 1895 (Provinciaal blad No. 88),
brengen ter kennis van de ingezetenen dier
gemeente, dat de Herijk van maten
en gewichten aldaar dit jaar zal plaats
hebben in bet daarvoor afgesloten achter
gedeelte van het locaal „de kollbaan,"
behoorende bij het Noordhollandsch koffie
huis, Wijk B. No. 57 aan de Laagzijde
aldaar, bewoond door 13. van Twui-
ver, ingang door de steeg, en
dat daartoe zitting zal worden gehouden
als volgt
Voor apothekers-, goud- en zilversmids
gewicht en verdere gewichten bestemd tot
fijnere wegingen van 1 Gram en daarbo-
boven20 Mei e. k. van 's morgens 9
tot 12 uur; voor den herijk in 't al
gemeen; 20 Meivan 's morgana 1 tot
4 uur, 21 en 22 M«i, van 9-12 en van
14 uur; voor Sint-Maarten.- 23 Mei,
van 912 uur.
Belanghebbenden wordt verder medege
deeld
lo dat ingevolge Kon. Besluit van den
3e December 1895 (8tbl No. 208) de ma
ten en gewichten in het jaar 1896 of 1897
moeten onderworpen worden aan den herijk
en dat die herijk zal plaats hebben binnen
het tijdvak dat aanvangt op 1 Janoari
1896 en eindigt op 1 September 1897;
2o dat het goedkeuringsmerk geduren
de het herijktijdvak 18961897 te bezi
gen, zal zijn bij den ijk en herijk der
maten en gewichten, de letter g in den
gewonen schrijfvormbij den ijk van gas
meters, de Koninklijke Kroon;
8o dat de maten en gewichten op ge
vaar van straf, voorzien moeten blijven van
de vereischte stompelmerken, dat dus het
laatst geplaatste goedkeuringsmerk geda-
rende twee jaren ongeschonden moet wor-
den bewaard;
4o dat de maten en gewichten be
hoorlijk schoon, droog en roest
vrij ten herijk moeten worden aangebo
den, om onderzocht en duidelijk gestem
peld te kunnen wordenindien dit niet
het geval is worden ze onherijkt terug
gegeven;
5o dat de Verificatie van milligram—ge
wichten uitsluitend aan de ijkkantoren
kan plaals hebben
6o dat met ingang 1 April 1895 de ijk-
kringHoom is opgeheven en deze gemeente
dientengevolge behoort tot den ijkkring
Alkmaar
7o dat het IJkkantoor te Alkmaar in
de jaran 1896 en 1897 geopend zal zijn
op de navolgende dagen:
In 1896: 26, 27 Mei. 6, 8, 9, 29,
80 Juni. 1, 8, 4, Juli.
dagelijks- van 'svoorm. 9 tot 'snam 3 uur;
vanaf 20 Jnli 1896 tot 30 Maart 1897
en vanaf 28 Augustus 1897 tot 1 Septem
ber 1897 (einde van het herijk tijdvak,
waarbinnen de Herverificatie moet plaats
hebben gehad) eiken Maandag, Woensdag,
Vrijdag en Zaterdag van 'svoorm. 9 tot
'snam 1 unr vanaf 30 Maart tot 23 Aug-
gustus 1897.
20, 21, 23, 24 April. 14. 15. 17. 18
Mei, 3, 4, 5, 8, 9, 24, 25, 26, 28, 30
Juni. 2, 3, 23, 24, 26 Juli. 9,10,11
Augustus.
Burgemeester en "Wethouders voor
noemd,
S. BERMAN.
De Secretaris,
DENIJS.
Tot de belangrijkste punten in het
gewijzigd kiesrechtontwerp en, in verband
daarmede in de Memorie van Toelich
ting, behooren de overgangsbepalingen,
door den Minister voorgesteld.
Men weet, dat, hoewel er geen verband
heet te bestaan tusschen belasting en
kiesrecht, de toepassirg der kieswet, zoo.
als zij ontworpen was, niet mogelijk zon
zijn, zoolang het nieuwe Personeel niet
een jaar in werking was geweest. En nu
is door het besluit der Tweede Kamer
om de invoering van het Personeel aan
eene latere wet voor te behouden, een
spaak gestoken in het Ministerieële wiel.
Om het kieswetwagentje weer aan 't rol
len te krijgen, wordt een noodwiel aan
gebracht en wel door te bepalen, dat al
len, die in het oude Personeel aange
slagen zijn, kiezer zullen kunnen wor
den naar de huurwaarde-tabel, ook al
hebben zij hun aanslag niet betaald. Door
zulk een overgangsbepaling zal dus de
kieswet kunnen ingevoerd worden, al
blijft het Personeel aanhangig.
Over die bepaling zelve in verband
tot de kieswet is nu o. i. nog niet veel
te zeggen in 't algemeen moet men er
kennen, dat eene overgangsbepaling in
de gegeven omstandigheden noodig is, en
zal men ook wel inzien, dat als men
eenmaal met de kieswet zelve zoover
klaar is, men het over eene overgangs
bepaling wel ééns zal worden. Hoe zij
zijn moet, zal voor een groot deel afhan
gen van de wijzigingen, die het ontwerp
mocht ondergaan.
En omtrent hetgeen op dit gebied ge
beuren kan, is het maar het voorzich
tigst zich aan geen gissingen te wagen.
Het feit zelf echter, dat deze over
gangsbepalingen door den Minister van
Houten worden voorgesteld, verdient de
aandacht, omdat het een nieuw en ver
rassend licht werpt op den ernst der be
zwaren, die indertijd tegen het kiesrecht
ontwerp van den heer Tak zijn inge-
gebracht, en op de waarde, die men te
hechten heeft aan het „kenmerk bij uit
nemendheid", dat der betaalde belasting.
Men herinnert zich, met hoe spits
vondige redeneeringen uit het caout-
chouc-artikel 80 der Grondwet gemoeds
bezwaren zijn opgedolven tegen de
ongrondwettigheid van het stelsel-tak.
En nu komt de lieer van Houten ons
eene overgansbepaling aanbieden, die in
strijd is met eene duidelijke bepaling
der Grondwet, deze nl. dat, als be
lastingen, of een der grondslagen van
eene belasting als kenmerk aangenomen
worden, de belasting betaald moet zijn.
De Minister doet dat niet onbewust,
maar verdedigt het met de stelling, dat
de strenge toepassing der grondwetsbe
paling onbillijk zou zijn.
Het is weer een meesterstukje van
redeneerkunst, waarmede de Minister het
bezwaar weggoocheltnog subtieler dan
dat, waarmee de vroegere grondwets-
bezwaren te voorschijn getooverd wer
den.
De grondwet sluit van het kiesrecht
uit„voor zoover de kieswet, hetzij
zeker bedrag van den aanslag in een of
meer Rijks directe belastingen, hetzij
het bezit van een of meer grondslagen
van zoodanigen aanslag als vereischte
van kiesbevoegdheid stelt, zij (hen) die
hun aanslag in die belasting of be
lastingen niet hebben voldaan."
Dit is duidelijk. Nu redeneert onze
Minister als volgt
De grondwet vordert niet, dat wie
zijn kiesrecht ontleent aan 6 maanden
verblijf in eene woning van in de wet
bepaalde huurwaarde, zijn kiesrecht ver
liest.
Dan echter, zoo luidt de tweede stel
ling, is ook eene gunstiger bepaling voor
de bewoners der betere woningen noo
dig, ten einde niet dezen uit te sluiten
en andere niet-aangeslagenen toe te
laten.
Het niet aanslaan geschiedt, volgens
den Minister, door de administratie, omdat
de belasting in zoodanig geval onbillijk
zou zijn en het niet betalen geschiedt
om dezelfde reden.
En op dien grond meent de Minister
te kunnen toelaten, dat wie, aangesla
gen zijnde, niet betaalt, krachtens een
ander kenmerk het kiesrecht deelachtig
kan worden, met andere woorden dat zij,
die door de grondwet uitgesloten zijn,
door de overgangsbepaling toegelaten
worden.
De zaak is, dat het inderdaad met de
grondwet overeenstemt, dat iemand, die
niet in eene belasting aangeslagen is,
het kierecht door andere middelen be
komen kan, doch dat wie in beteren
doen verkeert en daarom aangeslagen
wordt, om die betere positie zijn kies
recht kan verliezen, als hij niet be
taalt.
De grondwet onderscheidt niet en kan
niet onderscheiden tusschen billijke en on
billijke aanslagen.
Met den steller der Memorie van
Antwoord moeten wij den heer Yan
Houten aanraden zijne klachten over
de onbillijke werking van zijn census-
stelsel te richtentegen de
grondwet.
Het vorenstaande moge niet be
schouwd worden als een bezwaar tegen
wat de heer Yan Houten wil bereiken.
Het strekt alleen om in 't licht te
stellen, hoe luchthartig deze hoeder der
grondwet met eene harer bepalingen
omspringt, nu deze hem in den weg
zit. Met zijn oordeel over het onbillij
ke der gevolgen van die bepaling vijn
wij het eens maar waarin wortelt die
onbillijkheid Toch eigenlijk niet in de
grondwet.
De grondwet vordert niet dat belas
tingplicht en kiesrecht met elkander in
verband worden gebracht. Integendeel.
Juist is in 1887 die band doorgesneden.
Het was een der hoofdredenen, waarom
die grondwetsherziening ondernomen
werd en, hoe gebrekkig art. 80 ook
moge zijn uitgevallen, deze verdienste
moet men het toekennen, dat het ons
van den census afgeholpen heeft. Dat
de heer Van Houten dit oude paardje
nu nog niet het genadebrood in een
warmen stal gunt, maar het nog weer
eens wil inspannen, dat kan de grond
wetgever niet helpen en moet ieder ver
bazen, die zich den heer van Houten
van weleer voor den geest roept.
Wat de grondwetgever verlangde, is
inderdaad zeer wel te verdedigen. „Gij,
wetgever", zeide hij, „behoeft geen be
lastingen of belasting-grondslagen als
kenmerk voor kiesrecht aan te nemen,
maar ah gij het doet, dan verlang ik,
dat ieder, die aangeslagen wordt, ook
betale." Een als die redelijke eisch nu
tot onredelijke gevolgen leidt, is dat
eene veroordeeling te meer van eiken
census.
Doch er is meer. Het bezwaar, dat
de heer Yan Houten hier tegen de
strenge toepassing der grondwet op zijn
overgangsbepaling maakt, is volmaakt
hetzelfde, als door ons en anderen te
gen zijne eigene organieke regeling is
ingebracht
Wat is dat bezwaar P
Dit, dat zij, die in huizen wonen, wel
ke hen niet belastingplichtig maken, het
kiesrecht deelachtig kunnen worden
krachtens hunne huurwaarde, terwijl
anderen, die in betere woningen gehuis
vest zijn, en dus het kenteeken, dat
aan die eerstbedoelde categorie het
kiesrecht deelachtig doet worden, in
hoogere mate bezitten, geen kiezer kun
nen zijn, tenzij zij tevens belasting be
talen.
Met hetgeen de Minister bij deze over
gangsbepaling zegt, toont hij zelf, beter
dan een ander het zou vermogen, de
onjuistheid aan der stelling, die hij el
ders verkondigt: „Datniet-aangeslagenen
niet in de gelegenheid zijn, wanbetalers
te worden en dus niet onderworpen wor
den aan eene proef, die de aangeslage-
nen moeten doorstaan, staat vastdoch
evenmin ligt hierin achterstelling van de
belastingschuldigen, als er bevoorrech
ting ligt in de omstandigheid, dat het
doen van aangifte voor hen onnoodig
is".
De Minister zal beweren, dat de aan
slagen volgens het oude Personeel on
billijk waren en volgens het nieuwe
nietmaar er is een tijd geweest,
waarin de belastingwetgever het oude
Personeel wel billijk vond, en hoe lang
zal het duren, eer het blijkt, dat het
nieuwe weer niet billijk is En als dan
de belasting verandert, zal dan tevens
het aantal kiesbevoegden gewijzigd wor
den?
Zeer lang zal het niet duren, eer de
proef op de som geleverd wordt.
De overgangsbepalingen zijn, als zij
aangenomen worden, bestemd, om met
de invoering van het nieuwe Personeel
te verdwijnen maar nu zullen er, krach
tens aanslag in het oude Personeel, kie
zers komen, die hun kiesrecht verliezen
zullen, als liet nieuwe wordt ingevoerd.
De Minister denkt, dat het er slechts
weinigen zullen zijn, evenals hij meent,
dat het er slechts weinigen zullen zijn,
die het kiesrecht naar het nieuwe Per
soneel zouden erlangen, maar het naar
de overgangsbepalingen niet bekomen.
Daar er hoegenaamd geen cijfers wor
den medegedeeld, is het aantal niet te
beoordeelen.
Er zijn er, die meenen, dat beide ge
vallen zich nog al veelvuldig zullen voor
doen, en wij voor ons gelooven dat ook.
Doch velen of weinigen, er blijkt hier
uit de eigen verklaringen des Ministers,
dat er medeburgers tot kiezers gemaakt
of van het kiesrecht beroofd worden door
de maatregelen van den belastingwetge
ver, En als de Minister, „die gaarne aan
een ander de schuld geeft", zegt, dat
liet onthouden van het kiesrecht aan
staatsburgers, die het naar de bedoeling
van liet kiesrechtontwerp zouden moeten
hebben „een onvermijdelijk gevolg is
van het besluit der Tweede Kamer om
trent de invoering der Personeele belas
ting bij nadere wet", dan is dat maar
zeer voorwaardelijk juistde eigenlijke
schuldige is de Minister, die het kiesrecht
aan de belasting vasthaakte.
lot lid van het Dage-
lijksch Besfuur der Banne Barsinger-
horn is benoemd, de Heer C.Spaans Hz.
voor dit seizoen gesloten met een openba
re les, bijgewoond door Dr. Van der Zan
de, den Burgemeester en eenige belangstel
lenden. De 17 leerlingen zijn alle over
gegaan naar de 2de klasse. Deze herfst
worden de lesseD weder geopend,, en bestaat
opnieuw gelegenheid tot toelating voor de
eerste klasse, zoodat het aantal wekelijk-
sche lesuren dan twaalf zal bedragen.
J. J, Dinsdag vergaderde onze afdeeling
der M. t. Nut v. 't A. Uit bet jaar
verslag bleek, dat de afdeeling een kwij
nend bestaan lijdt; de kas sluit met ein
aanmerkelijk nadeelig saldo het aantal le
den is gedaald tot 22van de bibliotheek
Werd dankbaar gebruik gemaakt. Als be
stuursleden werden in plaats van de aftreden
de leden, de h.h. K. A.Kaan en J. Bakker Jz.
gekozen, de heeren Jb. Zijp Hz. en IV. Wij
ker en tot Voorzitter, de heer Dr. Overduin.
In beginsel werd besloten tot het hou
den van het gewone twee-jaarlijksche school
feest. Hoewel onze secretaris, de beer
R. Visscherhet zeker onnoodig heeft ge
acht, meenen wij er thans de aandacht op
te mogen vestigen, dat het secretariaat dien
avond juist 35 jaar door hem was waar
genomen.
Vergadering van de Af-
deeling Waard Groet der Uolland-
sche Maatschappij van Landbouwop
Woensdag 6 Mei, bij den heer A. Witte
Winkel.
De vergadering werd bijgewoond door
17 personen, waaronder 5 leerlingen van
der. landbouw-cuisus, die met goed gevolg
de lessen tot het eind hebben bijgewoond.
Bij afwezigheid van den Voorzitter, den
beer D. Breebaart Kzdie verhinderd
was de vergadering bij te wonen, werd
zij geopend en geleid door den heer K.
Knechtvice-voorzitl er.
De heer J. H. Berkenbosch, Secretaris,
las de notulen der vorige vergadering,
welke werden goedgekeurd een ingeko
men schrijven van de te houden Zaan-
landsche Landbouw- en Nijverheids-ten
toonstelling, te bonden op 4, 5 en 6 Aug.
met verzoek tot deelneming en 't geveu
van een of meer medailles; een schrijven
van den beer Boer te Dieren, betreffende
het door dezen in den handel gebrachte
kalvermee); en eene opwekking aan de
leden der afdeeling am daarmede een
proef te nemen. Beide stukken werden
voor kennisgeving aangenomen. Het ver
slag van de vergadering van Hollands
Noorderkwartier werd, doordat de afgevaar
digde niet tegenwoordig was, tot de vol
gende vergadering uitgesteld. Tot lid van
het bestuur werd, in de plaats van wijlen
den heer H. Rezrlman, gekozen de heer
H. H aiboer. Hierna las de secretaris het
door den heer Poriehoofd van den Land-
bouwcursus, ingediende verslag vau den cur
sus, gehouden van 1 October '95 tot 1 April
'96. Het onderwijs is gegeven door de heeren:
1Porie en S. Vonk,in bet gebouw der openb.
school te Winkeldaartoe verwarmd en ver
licht door het Gemeentebestuur welwillend
afgestaan. Het aantal leerlingen bedroeg bij
het begin 26, waarvan 16 leerlingen
den cursus vau 1894 reeds hadden ge
volgd. Na verloop vau twee maanden was
dit aantal verminderd tot 19. Opmerking
verdient, dat juist de leerlingen, die 't verst
wonen, 't trouwst de lessen hebben bijge
woond en de minste belangstelling bij de
dichtst bijwonenden gevonden werd. Toch
kan getuigd worden, dat het onderwijs
met succes gegeven is, wat is gebleken
bij het eindexamen, gehouden den 28en
Maart, in tegenwoordigheid van den heer
F. B. Löhnis, inspecteur, Dr. K. H. M.
Van der Zandewaarnemend Rijkslandbouw-
leeraar voor Noord-Holland, de Commis
sie van Toezicht en eenige belangstellen
den. Vijf 'leerlingen, de heeren: G. Nobel
en P. Homan te Latjewinkel, P. Slooves Pt.
en P. Brugman te Winkel en D. van der
Slok te Nieuwe Niedorp, ontvingen bij
dat examen de mededeeling, dat hun een
diploma zou worden uitgereikt en wel aan
vier wegens het met zeer goeden uitslag
en aan één wegens het met goeden uit
slag deelnemen aan den cursus. Met een
gepaste toespraak, waarin hulde gebracht
werd aan den ijver der heeren Porte en
Vonk bij hun moeitevollen arbeid betoond,
een geluk wensch aan de gediplomeer
den en den welgemeenden raad op den in
geslagen weg voort te gaan en zoo een
spoorslag te zijn voor anderen, werden de
diploma's, die er keurig uitzagen, door den
beer K. Knecht uitgereikt. Een der leerlin
gen, de heer P. Brugman, dankte mede
uit naam zijner mede leerlingen, de on
derwijzers voor het uitstekende onderwijs,
van hen ontvangen en allen, die er
toe hebben medegewerkt, dat de gelegen
heid tot het ontvangen van landbouwon
derwijs is in het leven geroepen. Hij gaf
de verzekering, dat zij zouden blijven
voortgaan zich le oefenen, zoowel theore
tisch als practisch, want zonder theorie
is een goede practijk niet mogelijk.4 Naar
aanleiding van deze woorden achtte de
heer Porte zich nog gedrongen iets in 't
midden te brengen. Het begin van den
cursus in 94 vergelijkende met het einde
in 1896 vormt oogenschijnlijk een schrille
tegenstelling, Begonnen met 35 leerlingen
en geëindigd met aan 5 een diploma nit
te reikeD, is een schraal resultaat, zou men
zeggen, en dit aantal bad grooter moeten
zijn. Doch bij zeide met Dr. Van der
Zandeer zijn er weinig- overgebleven,
maar dat zijn ook de beste, zij mochten
zich op de openbare les laten hooien. Met
hen kon gewerkt worden, zij waren ge
schikt het onderwijs te volgen en deden
moeite de stof thuis te verwerken. Hij
hoopte, dat zij met hun vijven eenmaal
voorlichters zullen worden in deze streek
op landbouwgebied, dat zij met de verkre
gen theoretische kennis zullen werken en
woekeren en eenmaal leden der afdeeling
wordende, deze nieuw leven zullen inbla
zen, waaraan tot zijn leedwezen wel wat
behoefte bestaat. De landbouw moet voor
uit en dit kan bij niet, zonder, dat de
landbouwer genoegzame kennis van theorie
herlt opgedaaD. Gten theoretisch ontwik
keld landbouwer zal zich door zwende
laars laten beetnemen en zijn geld weg
gooien voor stoffen, die soms niet eens de
halve waarde hebbeD.
„Het werk van hen, die aan den cur
sus hebben deelgenomen, is er niet ge
makkelijker maar moeielijker op gewor
den, want zij zullen zich steeds reken
schap vragen van huu werk, zij zullen
nadenken en peinzen op middelen om wij
zigingen te brengen in hun bedrijf, zij
zullen dikwijls papier en potlood ter hand
nemen en berekeningen maken, zij zul
len boekhouden en zoo steeds een over
zicht hebben van hun bedrijf, zij zullen
vergelijkingen maken, zij zullen het nieH-
we in toepassing brengen, niet omdat het
nieuw, maar omdat zij weten, dat het
beter is eu zoo zullen zij worden de
toongevers in hunne omgeving.*
Op de vraag vau den heer Waiboer,
hoe de volgende cursus zal zijn, werd
door den heer Porte de wenschelijkheid
uitgesproken, dat naast den 2-jarigen ook
een 1-jarige cursus worde gehouden, voor
jongelieden van 20 jaar en ouder.
Hierna werden naar aanleiding eener
vraag van den heer Rezelman van Nieu
we Niedorp, nog eenige besprekingen ge
bonden over't inkuilerrvan gras, peilijzers,
en thermometers, en sloot de Voorz. met
een woord van dank aan den heei Porte
voor de glasheldere lichtpunten door hem
gegeven en aan allen voor hunne belang
stelling, de vergadering.