HOOG? Zondag 24 Mei 1896. 40ste Jaargang No. 3100. Polst overziet! ier week. en Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag- Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. UitgeverJ. WINKEL Bureau: SCHAGKN» I^aan, II 4. Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Binnenlandsch Nieuws, Eene tentoonstelling van Schilderijen en krijtteekeningen, allen vervaardigd door den heer Jb.Oudes te Nieuwe Niedorp, trok tijdens het j.1. aldaar gehouden festival, de aandacht en het bezoek van velen. Onder de ze kunstverzameling troffen wij verschillende zeer interressante o. i. met talent ontworpen en uitgewerkte ta fereeltjes, alsmede een paar reproducties van in dit kwartier bekende eigenaardige persoonlijkheden. In „Holland's Noorderkwar tier" zijn de landbouwers onder deu in druk van de zéér lage prijzeu der zuivel producten. Dinsdag U. verlieten bijna 80 boeren de markt te Purmerend, zonder de kaas te hebben verkocht. Voor f 18 per 50 kilo werd uitstekende kaas verkocht. A t j e I». Buitenlandsch Nieuws. HACER illtllll Nioiws- i COURANT. Aiiertealifi- LuHnvIliL Men heeft de rede, waarmee de Mi nister van Houten in de Tweede Ka mer de eerste sprekers in het algemeen debat over de kieswet beantwoordde, algemeen „hoog" gevonden. Met meerde re of mindere ingenomenheid, natuurlijk. Groot is de instemming met die rede niet; maar dat laten we rusten. Over die hoogheid evenwel willen wij nog wel een woord zeggen. Er zijn er, die vinden dat zekere hoog heid een minister niet kwaad staatdie hem liever zóo zien dan met den hoed in de hand vragende om de gunst. "Wij zijn het daarmee eens, mits wij het over de hoogheid eens zijn. Wij heb ben eerbied voor een minister, die, zijne beginselen verdedigende, voor zijne inni ge overtuiging opkomende, een hoog standpunt inneemt, de zaak van dat hooge standpunt overziet en zoo, zich boven alle kleingeestige oppositie ver heffende en alle kleine strijdmiddelen on opgemerkt voorbijgaande, zijne eigen meeningen ontwikkelt, en van datgene, wat er tegen aangevoerd wordt slechts die argumenten ter wederlegging op neemt, die inderdaad wederlegging ver dienen. Wij erkennen, neen wij stellen op den voorgrond, dat men in ons parlement de zucht tot gemeen overleg dikwijls te ver drijft en dat het alleszins aanbeveling zou verdienen, indien de Ministers in den regel wat minder toeschietelijk wa ren tegenover amendementen, die hun werk niet verbeteren en dikwijls het be derven. Om dat standpunt in te nemen is het echter noodig, vooreerst dat de Minister ontwerpen te verdedigen hebbe, die het innemen van zoodanig standpunt recht vaardigen die dus op goede beginselen rusten en van die beginselen eene goe de toepassing bevatten. Dan moet in de tweede plaats de Minister eene innige overtuiging hebben omtrent de deugde lijkheid van zijn ontwerp en bovendien een man zijn van bijzondere geestesga ven. Inzonderheid moet hij aan vastheid van beginselen eene welwillendheid en wellevendheid in den vorm paren, die den tegenstander weten af te weren, zelfs hem de kleinheid zijner strijdmiddelen, het onbeduidende zijner wapenen doen gevoelen, zonder hem persoonlijk te grie ven. Ja, op hoe hooger standpunt een Minister zich stelt, hoe meer hij zich tot de zaak bepalen, hoe minder hij zich tegen de personen wenden zal. De hoogheid van zijn standpunt brengt vanzelf mee, dat hij zich boven het persoonlijke verheft en alleen aan het zakelijke zij ne aandacht schenkt. Voor zulk eene hoogheid hebben wij eerbied niet alleen, maar met zulk een hoogheid is veel te bereiken. Van haar gaat eene bezieling uit, die zich mede deelt aan het gehoor, die de medestan ders tot meerdere geestdrift aanvuurt, die de twijfelaars medevoert en die er in slagen kan, tegenstanders te overtui gen. En wie niet overtuigd wordt, maar zonder overtuigd te zijn de nederlaag lijdt, kan dan toch zoo'n tegenstander eeren, omdat in een ridderlijken strijd overwinnaar en overwonnene elkander op den waren prijs weten te schatten. Van zulke hoogheid is hier echter geen sprakereeds daarom niet, omdat de onmisbare 'voorwaarden ontbreken. Het ontwerp berust niet op wel afge ronde beginselen, het bevat van het wil brengen geen voldoende uitwerking en de Minister die het verdedigt, is niet van de voortreffelijkheid ervan over tuigd. Vandaar dat van hem geen o- verredende kracht kan uitgaan om ande ren te doordringen van de juistheid der oplossing, die hij aan het moeilijke vraagstuk heeft gegeven. Zijn stelsel van verdediging was daarmede in over eenstemming. Hij trachtte niet anderen te overtuigen van de deugdelijkheid zij ner eigen beginselen maar trachtte hen te bewegen om hunnerzijds niet aan hun beginselen te blijven hangen omdat hij _zelti_ ook niet in zijn ontwerp zijn ideaal verwezenlijkt zag. Als een koopman op de markt, zegt hij ik heb wat laten vallen, gij moet het ook doenwy moeten het verschil deel en En ook evenals de koopman op de markt, die in een slecht appeljaar aan de huismoeder op haar klacht, dat zijne vruchten zoo klein en zoo verschrom peld zijn, antwoordt„ja moederze vallen van 't jaar niet beter", zegt de Minister van Houten dat er thans geen betere kieswet te krijgen is en dat men het dus met de zijne maar moet zien te doen. Dit standpunt zal wel niemand „hoog" kunnen noemen en daaraan heeft de Minister de loftuiging „van hoog heid" dan ook niet te danken. "Waaraan dan wel Aan zijne houding tegenover de Kamerleden de linksche en de recht- sche tegenstanders Was die houding dan hoog F Zeker. De Minister sloeg een hoogen „toon" aan. Maar dat is wat anders dan een hoog standpunt inne men. Ja, het is het tegendeel ervan. Wie zal beweren, dat de Minister op deze wijze bij zijn medestanders eenige meerdere warmte voor zijn werk gezocht heeft F Wie kan verwachten dat hij eenige twijfelaars aan zijne zij de zal hebben gebracht F Wie, dat hij eenigen tegenstander van zijn on gelijk zal hebben overtuigd F Wie, dat een enkele overwonnene zijnen overwinnaar een eere-saluut zal bren gen F De hoogheid van dezen Minister is wel niet die, welke sympathie wekt en eerbiedt afdwingt. Zij stoot af, ver bittert en zet kwaad bloed. Was het, bij dit onderwerp, gera den zoo te keer te gaan als deze Minister deed F Integendeel. Van de sympathieke hoogheid, die geboren wordt uit de deugdelijkheid van het ontwerp en de bezielde overtuiging van den ontwerper kan hier uit den aard der zaak geen sprake zijn, waar de Minister zijdelings niet alleen, maar zelfs rechtstreeks te kennen heeft gegeven, dat zijn onderwerp zijn eigen ideaal niet verwezenlijkt. Het is dan ook inderdaad misverstand, het is den schijn nemen voor het wezen, wanneer men daaraan gedacht heeft. En het aanslaan van een hoogen toon was allerminst raadzaam. Het zou ver keerd geweest zijn, al was het stand punt waarop de Minister zich stelde juist, dat men zich met zijn ontwerp wel tevreden meet stellen omdat er geen beter [te krijgen is. Maar dat standpunt is niet juist. Toen de Minister aan het woord was had hij, als hij een onbevangen inzicht in den stand van zaken had, zich er op voorbereid moeten houden, dat men ter rechter- en ter linkerzijde volkomen te goeder trouw in de meening kon verkeeren, verbeteringen te kunnen aanbrengen, die de wet aannemelij ker zouden maken. Maar ook en voor al had hij moeten rekenen met de mo gelijkheid dat eene tot verzet prik kelende houding zijnerzijds het gevaar vermeerderde van een samentreffen van minderheden, waardoor zijn heele knut selwerk in gevaar zou geraken 1 Bij een juist inzicht in den stand der zaken had de Minister volgenderwijs moeten redeneeren Nu het ontwerp-TAK terzijde is gesteld wegens strijd met de Grondwet door den een, wegens te ruime uitbreiding van het kiesrecht door den ander,was het nood zakelijk dat er een ander kiesrechtvoorstel gedaan werddat moest positieve ken- teekenen bevatten. Die vallen nu bij na dere beschouwing niet mede, maar bete re zijn er niet te vindenwij moesten ook wat minder ver gaan dan Tak, maar heel veel mocht het niet verschil len, omdat iedereen zich in de stembus- dagen om strijd voor zeer ruime kies rechtuitbreiding heeft verklaard. Yan het pogen om aan die eischen te vol doen, is dit ontwerp de vrucht. Mooi is het niet. Mooi vind ik het zelf niet en het is zeer verklaarbaar, dat ook ande ren het niet mooi vinden. Doch, als wij den loop der zaken nagaan, is het moei lijk aan te nemen dat eenig ander ont werp een beter onthaal zal vinden dan ik voor het mijne mag hopen. Boven dien zal met het ontwerpen eener nieuwe kieswet alweer veel tijd verlo ren gaan. Laat ons dus de handen in eenslaan en dit ontwerp tot stand bren gen voorshands brengt het ons eene ta melijk ruime uitbreiding. Zoo zou men meer in overeenstem ming met den toestand gesproken heb ben, maar zoo zou men erkend hebben dat het terzijde stellen van het vorig kiesrechtontwerp een flater was en zou men een beroep hebben moeten doen op de medewerking van hen, van wie men zich in 1894 afgescheiden had en ook van hen wier hulp, in 1894 gezocht en verkregen, na dien met ondank beloond was. En dat te doen was 's Ministers hoogheid te na en daarom zocht hij lie ver zijn kracht in een hoogen toon. Het polderbestuur van Heer Hugowaard heeft den 20en bij publieke aanbesteding de levering van ma- trialen gegund aan de Wed. Gras, Zaand. eikenhout, f 495. G. A. Conijn, Alkm. vurenhout, „166. M. de Wild, y teer, 69.99 Dezelfde y spijkers, 146.34 W. F. Stoel, metselw. f 1884.20 J. N. Schot, griQt.fp.m' f 2.245 C. Kroone, Oudorp, zand, p.m3f 0.75 Den 2Cen Mei had de aan- besteding plaats van de Regenbak, die voor rekening der Afd. Barsinger- h o r n van het Witte Kruis te Haring- Ruizen zal worden gebouwd. Inschrijvers waren de heeren B. D. P. Westenbery te Haringhuizeu tot een be drag van f 273 en B. Kroonete Schagen tot een bedrag van f 255. Daar de raming was vastgesteld op f 220, is het werk niet gegund. Betreffende de zaak van den ontslagen gemeente-ontvanger van Alkmaar, die verdacht wordt van ver duistering, wordt vernomen, dat de in structie, die reeds gesloten was verklaard, thans is heropend tengevolge van nieuwe inlichtingen, door deu verdachte gegeven. Een laaghartige daad! Te SCHEVENINGEN heeft een jongen uit wraak jegens zijn vroegeren baas van diens hit de tong uitgetrokken. De politie heeft procesverbaal opgemaakt. Naar w ij vernemen, zal mr. Lamberts Hurrelbrinck, de advocaat der vrouw, die tot acht dagen gevangenisstraf is veioordeeld omdat zij uit wanhoop met haar kind aan zich gebonden, in het IJ is gesprongen, aan de Koningin-Regentes gratie voor deze beklagenswaardige vragen. Flksdgb.) Poging tot kindermoord. Gisterenmiddag omstreeks half vier ont stond er («n groote oploop voor een huis in de St. Nicolaastr»at te AMSTERDAM. Een in de buurt wonende viouw had namelijk getracht haar kind vau 6 weken in het IJ te verdrinken doch was dsarin verhinderd door eeuige toeschouwers. Zij vluchtte met haar kind, achtervolgd door een aantal schreeuwende vrouwen, in het huis van een harer kennissen, in de St- Nicolaasstraat, waar de politie de vrouw die in half beschonken toestand verkeerde, in bescherming nam. Katholieke Kamerclub. In de Woensdagavond gehouden ver gadering van katholieke leden der Tweede Kamer heeft mr. L. Hafmans ontslag ge nomen als voorzitter der katholieke Ka- merclub. E e n Amsterdamsche Curiositeit. In de plaats van den ambtenaar, belast met de inning van de belasting voor pu blieke vermakelijkheden, die door een toe val verhinderd is zijn werk te doen in de ze dagen, werd, naar wij vernemen, door het gemeentebestuur benoemd een der heeren doodgravers. Nu ontbreekt er nog maar aan, dat de lijkbidders de publieke vermakelijkheden helpen administreeren. Het zou ziju afsof deze belasting ten grave werd gedragen I Uit VOLENDAM wordt ge meld dat de visschers vandaar nog geen ansjovis vangen, tot groote teleurstelling voor de bewoners van dat dorp wijl al hun hoop op een goede teelt gevestigd was. Er wordt namelijk in de Zuiderzee wel ansjovis aangetrofïe c, doch deze wordt al leen gevangen door visschers met netjes (staand want). In de kuilnetten echter welke de Vclendammers gebruiken, wordt geen ansjovis gevangen. Een werk van onraenschen! Een persoon nit BOKSTEL is te Utrecht in het ooglijdersgesticht opgenomen. In den nacht Van Zondag op Maandag was hij tnsschen Den Bosch en Vucht door onbekende personen aangevallenmet een scherp voorwerp werd hem een oog uit gestoken, terwijl het andere oog zoodanig werd beschadigd, dat men voor het be houd vreest. Een vogel in gevangen- schap I Op het laudgoed tfHydepark/ te Doorn wordt in bewaring gehouden een vischade- laar (arend) die door middel van een klem is gevangen. Deza hoogst zeldzaam ia die streek voorkomende vogel heeft een vlucht van 1.65 meter, is grijs van kleur en heelt een wiite botst. Het dier schijut zich in zijn gevangen schap niet thuis te gevoelen, althans het wei gert elk voedsel en tracht zich door op hanging in de kooi,, van het leven te be- rooven. Als eene zeldzaamheid kan zeker wel gemeld worden, dat de geit van Mejuffr. J. K. te Wieringerwaard deze week 5 jongen ter wereld bracht. Inderdaad, de heer Oudes, had eene fraaie collectie, welke ten zeerste voor zijn talent getuigde. De vereeniging. Het Eriesch rundvee-stamboek zal zaterdsg 30 Mei te LEEUWARDEN eene bui tengewone vergadering houden, waarin zal worden besproken de vraag wat door de Vereeniging tot bestrijding der tuberculo se onder hst rundvee behoort te worden gedaan. Men schrijft: De kaasfabriek aan den Middenweg iu den Beeruster, die een goeden naam heeft, kon zelfs niet meer krijgen dan 118 per 50 kilo. men dicht begroeide moerassen naar Lang- kroet. Door de lagunen, welke onze pos ten Kota Pahama aan zee en Paksn Kroeng Tjoet, meer zuidelijk aan de Kroeng Tjoet, die in die Lagunen uiiw&teit, scheiden, is het mogelijk daar ongemerkt binnen de linie te dringen, want kleine prauwen zijn gemakkelijk te tillen over den dijk, die deze posten vereenigt, of onder de bruggen door te voeren, die daarin aangelegd zijn. De weelderige moerasvegetatie verzekert hier deu biunongedrongene een veilige re traite. Wij kunnen dit feit dus aannemen als door Moslomin ondernomen. Daar het plaats vond XXVI Moekims, iü het Noord Oostelijk gedeelte onzer linie, zal het wel niet op instigatie van Toekoe Oemar hebben plaats gevonden. Wij trekken er tevens de conclusie nit, dat die Moslemin zich weder in hooge mate roeren en de groote toeloop van volk naar Groot-Atjeh op hun asnstoken ge schiedde. Uit het ongeduld, dat zij be toenen, valt ook op te maken, dat hun ne benden naar den strijd verlangen, om dat het hun onmogelijk is daar lang op te wachteD. Dat toegestroomde volk voert toch weinig levensmiddelen met zich en kan niet te lang teren op de vivres, die zij in da kampong vindenwant dan jagen zij de kampong—bevolking tegen zich in het harnas. Dat de strijd we gens de hevige regens moest worden uit gesteld, achten wij dus niet zulk eeu groot nadeel, al vindt de vijaLd daardoor ook gelegenheid zijne versterkingen op te richten. Duurt dat uitstel lang, dan zal een gedeelte der nu om onze linie verza melde heethoofden moeten verloopen. Uit Batavia wordt geseind d.d. 22 Mei. Twee bataljons verbrandden de bezittin gen van Toekoe Tjoet Lamtengah. Een mindere werd gedood en acht gewond. De bevolking binDea onze linie lus- schen Lam Djamoe en Oleh-leh verlaat de kampongs. De correspondent van het Handelsblad te Batavia seir.de „De vijand, die Lam Tih en La» Dja moe beschoot, is door ons geschutvuur verdreven." Lam Tih en Lam Djamoe liggen aan de znidwestzijde van onze geconcentreerde stelling, juist tegenover Pakan Badak, de versterkte verblijfplaats van Toekoe Oemar. Da Tel. ontving het volgende tele gram „Be vijand deed een aanval op Lam- Kroel, binnen onze linie gelegenhij ont snapte, zonder dat hem nadeel werd toe gebracht.' Met Lamkroet schijnt bedoeld te wezen Langkroet, een kampong, gelegen ten noordoosten van Kota Rsdjv, te midden van moerassig terrein, ter plaatse, waar de naar het noorden stroomende Kroeng Broek den naam van Kroeng Titi Pandjang aan neemt. Tijdens generesl Van Teyn verzamelden zich de geestdrijvers onder Toekoe di Ti- ro binnen onze linie bij de heilige graven te Kota Radja Bedil ten noorden van Laogkroel, tusschen de Kroeng Titi Pand jang, de Atjeh rivier en de zeekust gele gen. Door ganeraal Vetter, toen nog over ste, werden zij van daar verdreven, Yan Kota Radja Bedil voert in Zuide lijke richting een pad door de met Nida-pal- Als wij belang stellen in de kronings feesten te Moskou dan is dit minder om de Oostersche pracht en Wes- tersche weelde te schilderen, minder om de schitterende equipages of kostbare kleedij te beschrijven, noch om de stoet van vorstelijke personen in hunne bonte uniformen met woorden af te beelden, 't Zijn ook niet de prikkelende feesten, of kerkelijke plechtigheden, die ons in de eerste plaats, naar het heilige Mos kou trekken. Bij ons geldt als hoofd vraag, welken invloed de kroning van Tsaar Nicolaas op zijn land en volk zal hebben. Als wij van het Russische volk spreken, dan bedoelen wij, de groo te, werkende, zwoegende massa die im mer buiten aanraking van het hofleven blijft, de kern der natie, die bij zware plichten, van alle staatsburgerlijke rech ten verstoken blijft. Want er is buiten de Balkanvolken, onder Turksch bestuur, geen land in Europa, met zulke drukkende Middel- eeuwsche toestanden als de groote vlak te aan gene zijde van de Weichsel. De Tsaar is een absoluut vorst in den uit- gestreksten zin des woords. Leven en eigendom heeft hij onbeperkt in de hand. Waren nu alle Russische heerschers, maar rechtschapen bestuurders, werke lijke „vadertjes" en „moedertjes" voor hun onderdanen geweest, dan viel er ook in dat onbeperkte stelsel veel te vergoelijken, maar och, bijna allen, staan in de geschiedboeken met donkere kleuren afgeteekend. Er zijn geschied schrijvers die beweren en met bewijzen staven, dat het huis Romanow, dat in 1613 de troon beklom, een geesel voor Rusland is geweest. Van den woesten, bloeddorstigen Peter zoogenaamd de Groote, tot aan den eigenzinnigen, men- schenschuwon Alexander de Derde toe, is het Russische Hofleven eene aaneen schakeling van kabalen en intriges ge weest, door de opeenvolgende, alvermo gende gunstelingen op het touw gezet. Het private leven van de keizerinnen Elisabeth en Katharina II vervult ons met walging. Stel u voor een vrouw, een keizerin, die het voorbeeld in alles wat, schoon en edel is diende te zijn, bras sende, zwelgende en rinkinkende met

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 1