Aluitniit-
hïïnk Sterren.
Donderdag 25 Juni 1895
NlJlf'i-
40ste Jaargang Ho. 3109,
ilillfl
Prov. Staten N.-Holland.
'v*
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- en
Z a 1 e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: SCIIAÖK®i I^aan, II 4.
Prijs per jaar f 3.—. Franco per post f 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van I tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Gemeen teSchagen.
iSekeodmakiujien.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn in
lichtingen te bekomen omtrent een ge
vonden Vrouwenzak, inhoudende:
een zakdoek, een portemonnaie inet eenig
8eld-
Burgemeester en Wethouders van
SCHAGEN;
Gelet op art. 11 van het Koninklijk
Besluit van 21 Maart 1828 (Staatsblad
no 6) en art. 10 en 11 der Wet van
11 April 1827 (Staatsblad no, 17);
Brengen ter kennis van belanghebben-
den
1°. dat de alphabetische naamlijst van
alle de binnen deze gemeente voor de
Schutterij ingeschrevenen
voor de lichting 1896, vanafheden tot en
met den 26 Juni a. s. ter Secretarie ter
inzrge is gelegd
2°. dat de loting zal plaats heb
ben ten Raadhuize, op Zaterdag 27 Juni
a. s. des voormiddags ten 10 ure.
S c h a g e n, 18 Juni 1896
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
S. BERMAN.
de Secretaris.
DENIJS.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestun
der Gemeente Schagen, brengt bij dezer
ter kennis van de ingezetenen dier ge
meente, dat het kobier No. 7 voor de
belasting op het Personeel,dieustjaar
1895/96, op den Hen dezer door den
Heer Directeur der Directe Belastingen
te Amsterdam, is executoir verklaard en
op heden aan den Heer Ontvanger der
directe belastingen binnen deze gemeente
ter invordering is overgegeven.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang
heeft, wordt alzoo vermaand op de voldoe
ning van zijnen aanslag behoorlijk acht
te gaven, teneinde alle gerechtelijke ver
volgingen, welke nit nalatigheid zouden
voortvloeien, te ontgaan.
Schagen, den 18 Juni 1896.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur
voornoemd,
SBERMAN.
FEUILLETON.
Roman van Róbert Byr.
EERSTE BOEK. 4.
In het wezen der beide datnes die met
Reimar alleen gebleven waren, liet zich een
zekere onzekerheid en verlegenheid niet ont
kennen. Zelfs de niinoodiging der oude
barones, om plaats te nemen, werd niet ge
daan, dan na eenig aarzelen, net alsof haar
een weigering niet onaangenaam geweest zou
zijn. Zij leidde daarbij den gast zoo, dat
hij met zijn rug naar een hoek kwam te zit
ten, waar in wonderlijke wanorde een paar
rieten Btoelen om een kleine bloementafel
geschoven stonden.
Dat moet de met oude meubelen opgesier
de kamer zeker eeo deftig aanzien geven,
zeide Reimar bij zichzelf; dat herinnerde
bena zoozeer aan het doen zijner moeder, na
den dood van zijn vader, toen ook bij hen
de armoede zijn intrek had g.uomon en moe
der met de nit de schipbreuk geredde meu
belen nog allerlei gezelligs en geriefelijks
aan hun klein boisje had trachten te geven
zij waren echter niet meer in staat haar
eigen oude oogen te foppen, laat slaan dus
de scherpziende van vreemden- Bij dit alles
ontbrak er aan die kamer toch geen zeke
re hniselijkhei den dat deed hem goed. Toch
had hij het gevoel, dat bij niet lang zou
mogen blijven. Hoe vriendelijk de barones
ook het doodonschuldige gesprek, dat bij een
eerste kennismaking eigen is, gaande hield,
het kon hem niet ontgaan, dat zij evenals
hare dochter als op spelden zat, en zoo wil
de hij de eerste de beste kleine pauze te
baat nemeD, om op te staan en heen te
gaan, Dit plan werd even wei door het bin
nentreden van den baron verijdeld.
„Ha, wat zie ik I onze lieve vriend, mijn
heer de ingenieur Weimar."
„Reimar," veroorloofde de zoo levendig
begroete zijn naam te verbeteren.
„Welk een aangename verrassing 1" ging
baron Braodolf voort, over de opmerking
heenglijdende, alsof hjj dezelve niet noodig
had, daar het slechts een klein verspreken
van hem geweest was. „Het is ongemeen
lief van n, dat gij reeds vandaag ik kan
mij dat voorstellen, de gezondheid mijner
vrouw was het doel uwer reis zeer vrien
delijk I Zij is menigmaal het slachtoffer ha
ter zenuwen. Een beetje schrikachtig,j
Binnenlandsch Nieuws.
Zondag 21 Juni werd te
WieringerwaarddegewestelijkeVoor-
turnersklasse van het N. G. V. gehou
den. E-u twintigtal turners kwamen te
Schagen aan en werden met rijtuigen ge
haald.
Vertegenwoordigd warenDe Amster-
damsche gymn. vereen. Amstels gymn.
vereen, en Holland, allen van Amsterdam;
Coocordia van Zaandam Jahn van West-
zaanDe Hilversumsche gymn. vereeD.
van HilversumKr-cht en Vlugheid van
Alkmaar; Oefening kweekt Kunst van, den
Helder; Sparta, van Winkel; De West
trios van BarsingerhornLycurgus van
Schagen en Olympia van Wieringerwaard.
Na eene serie staafoefenigen in de open
lucht afgewerkt te hebben, werd er in de
kolfbaan van den heer Boon aau rek, brug
en paard geturnd. Vele toeschouwers wa
ren aanwezig en allen, die dien morgen daar
hebben doorgebracht, zijn zeker zser vol
daan huiswaarts gekeerd, want er werd
kraning gewerkt zooals men het niet da
gelijks ziet. 's Middags werden de heer-
ren weder over Schagerbrug naar Scha
gen gebracht, vanwaar zij met den trein
van 4 uur vertrokken.
B ij d e o p 20 J u n i j. 1. t e
W ieringerwaard gehouden
herstemming werd tot lid van den
Raad dier gemeente gekozen de beer
As. SLEUTEL, mit 24 stemmen.
De heer Dk. KATER verkreeg 14
stemmen.
Door de ALKMAARSCHE
tramvereeniging is aan verschillende ge
meentebesturen concessie aangevraagd voor
het leggen van rails voor een paarden
tram van Alkmaar naar Oudkarspel, langs
de dorpen Oudorp, St. Pancras, Broek in
Langedijk, Zuid-Scharwoude en Noord-
Schar wouwde.
O ok de uit leden der Twee
de Kamer gevormde Platte-
landsclub ;s ontbonden.
nerveus dat is heden ten dage niet an
ders bij de dames; men kent dat reeds.
Maar die bezorgdheid van n was waarlijk
te groot ik neem dat niet zwaar op, ik ben
daaraan gewoon."
„Vandaag is alles weder in orde. Niet
waar, mjjn lieve; gij bevindt u vandaag we
der wel evenals een vischje in het wa
ter f Apropos, visch, daar heb ik reeds
achter kunnen komeo. Maar wat, gij wilt
toch niet reeds weder beengaan Dat mag
niet, gij moet in elk geval het avondeten
met ons gebruikeo, dat staat mijn vrouw
niet anders toe. Niet waar mijn schat, gij
laat mijnheer den ingenieur zoo maar niet
gaan; gij geeft bevel, dat men nog een
couvert voor hem bijzet P"
Hij streelde haar met joviale innigheid
over den wang, zooder den hangen blik op te
merken, met welken zij hem aanzag, leder
zijner woorden geleek eeu liefkozing, het
was, alsof hij den toehoorder met zijn wee-
ke, vleiende stem tot over de ooren in de
stroop zette.
De zoo dringend uitgenoodigde kon niet
zonder onbeleefd te zijn, de uitnoodiging af
wijzen. Reinar mompelde zoo iets van laat
worden, lastig vallen. Terwijl hem dit ech
ter door don heer des huizeB lachend nit
het hoofd gepraat werd, kon hij nog juist
opmerken, hoe de tweede dochter opstond
en alt de tafel, die voor de sofa stond, een
sleutel wegnam, waarmede zij de denr uil-
sloop. De oude barones volgde haar bijna
onmiddelyk.
„Pardonneer mij, mijnheer de inginieur
wanneer ik n intusschen aan bet gezelschap
van mijn man overlaat," had zij slechts
op vriondelijken toon, als een echte dame der
groote wereld, gezegd.
„Ga; ga maar lieve I" riep de gastheer
haar schertsend na, „dat laat gij u toch
niet nit de handen nemen, om de boel daar
achter zelve te regelen." En zich tot Rli-
mar wendende, ging hy voort: „Zij heeft
nu eenmaal geen rust of zij moet alles in
ons klein huishonden door haar eigen vingers
laten gaan; dat schijnt haar in het bloed
te sitten. Mijn Erna gelijkt haar in dat
alles, als twee druppelen water. Maar ge
duld is het eerste gabod in het huwelijk.
Daarin zult gij n ook eenmaal moeten
schikken, myn beste. Gij zijt immers nog
niet ge neen neen; gy hebt het nog niet
noodig geacht u reeds in i'amiiiezorgen te
steken. Zeer wijs Maar vroeger of later—
maar dat raad ik ie aan, breng nooit je
volle vrijheid ten offer. Het doet er ook
volstrekt geen kwaad aan, wanneer ge
De Glasslijpers te MAAS
TRICHT.
In den loop der vorige week is voor de 93
werkloozen ontvangen van
T. te A. 5.B. te K. 3.K. te
H.5.—H. te M. 10.—; 8. te D.
25.— D. te E. 5.-; G. te G. 1.—; H.
te Z. 250; B. te 's G. 10.—; M. te 's
G. 1.S. te A. 10.M. te A. 10.
V. te V. 0.25 B. te 's G. 10.—; K.
te H. 1.D. te L. 100.jK. te's G.
25.van de fiets 2.50Saldo fiets
17.—; J. te 's G. 1.—; K. te D. 25.—;
G. te A. 2.50 D. te A. 0.25 H. te A.
25.—; S. te A. 60.—; H. te A. 60.—;
T. P. te A. 0.25; G. B. H. K. S. 7.52;
Luctor et Emergo 1.N. N. te A.
3.W. te A. 1.A. te A. 5.L.
W. te A. 2.50L. te A. 2.50 D. te
A. 2.50; K. te A, 10.—; N. te A.
I.—; B. te A. 2.50v. L. te A. 25,—;
T. te A. 5.—; D. te 's G. 10.A. te
's G. 1.-; G. teA. 5.—; K. te U. 1,50;
M. te M. 1.W. te G. 2.50 L. H.
D. te U. 1.—; B. te P. 1.—; V. te K.
10.—; Z. te R. 10.—; W. te B. 1.—;
J. R. te E. 2.50 V. te A. 5.V. en
15. te B. 7.—; H. te A. 1.—; E. te
H. 1.—; M. te U. 1.—; U. te L. 2.50
B, te L. 2.50; G. te S. 10.U. te H.
5.—; G, te P. 2.50; D. te W. 2.—; A.
A. B. C. te N. 10.8. te A. 5.
S. te V. 2.50 R. te L. 1.G. E. te
S. 1.—; K. te 's G. 2.50; K. te H.
10 G. te 's G. 2.50 K. te S. A. P.
I.—H. G. 10.—; D. te H. 2.50; H.
M. te A. 25.K. te A. 5.—; W. te
A. 1.—; S. te D. 2.50 P. te 'sG. 1.25;
H. te A. 5 C. te A. 10 B. te A*
10.—; T. te V. 5. N. te L- 2.50
M. te Z. 12.—; W. te G. 1.—.
Te zamen f 700.02.
Te veel ij v e r.
Een buitengewoon voorval heeft naar
Be St. meldt, op het dorp M. in de pro
vincie Utrecht een groot aantal gemoade-
ren in beweging gebracht, vooral land
bouwersgemoederen. Iemand had den
dominee gereden, die ic de vacature kwam
preeken, zooals dat van oudsher de ge
woonte is geweest. Kort daarop ontvangt
hij voor zijn liefdedienst een waarschuwing
zoo nu en dan eens over het touw springt.
Oader anderen, gy kent dat ding, die roode
Snsel, zeker beef goed een alleenloopend
persoon is dat ook niet kwalijk t6 nemen."
„Ik heb haar gisteren voor de eerste maal
gezien," verzekerde Reimar.
„Eu toen reeds haar naam geweten?"
giggelde de baron en zag K-m sluw en twij
felend in de oogen. Onwi lekeurig gevoelde
Reimar zich als door een blik van Hilde
bespot.
„Die jonge man, die naast haar stond, heeft
haar naam uitgeroepen," verklaarde hy met
koelen erost, welke op den baron niet zonder
terugwerkenden indruk bleef.
„Nu, nu, ik heb je niet op den tand willen
voelen; ik meende, dat zoo bij ons mannen, on
der elkaar. Overigeus, zullen wij niet gaan
zitten?" Den gast de sofa aanwijzende, zet
te de baron zich zelf op een fauteuil neder.
,'t Was eigenlijk een veiduiveide geschie
denis gisteren, 't had mij bijna den gehee-
len handel van mijn paarden in 't honderd
gestuurd, 't had mij ook den rommel kun
nen kosten. Dat lagere element gait bru
taal en blind, zonder onderscheiding of na
denken op de boel los, als kwade, wilde
buffels. Den wagen had ik vandaag eiganlijk
naar den smid moeten sturen, ik heb de
schade echter vrijwel verbeterd, anders wa
ren mijne dames zeker niet weder ingeste
gen. Tot mijn gelnk heeft bet rijtuig het
ook uitgehouden tot vaudaag. Wij hebben
er de paarden nog voor kunnen spannen en
naar het station kunnen rijden. Nu is er
DÏet zooveel meer aau gelegen. Het zal nu
wel weder eenigen tijd dnren, eer ik weder
een span paarden bij elkander heb, of ik
moest er spoedig een vinden, die voor de
rijdressnnr geschikt is. Maar remontepaar-
den waren mij liever. Ik moot altijd zoo
iets te doen hebben voor tijdverdrijf, dat is
een behoefte voor mij geworden. Het is
hier anders wel wat vervelend, vooral voor
een ouden ritmeester, zooals ik. Gij hebt
immers ook gediend niet waar Zoo een
jaar bij de artillerie; no, dan begrijp je ten
minste ook iets van het paardenvleesch."
Nu was de baron op een thema gekomen
waarop hy goed thuis scheen te zyn, en
waarop hij zich met voorliefde scheen te be
wegen; terwijl Reimar elechts voor toehoor
der speelde. Zoo kwam de baren nogmaals
op de verkochte paarden terag en vertelde
aitvoerig, hoe by zo zelt naar het station
had moeten rijden, daar zijn eigea koetsier
de hand had verstuikt eu zoodoende ook don
vorigen dag al niet tegenwoordig was geweest.
Zoo ging het maar onafgeloopen voort, tot
hy zichzelven plotseling in de rede viel,
van den ontvanger der directe belastingen'
dat bij dit niet mag doen, omdit hij zijn
paard heeft aangegeven als werkpaard, en
het nu gebruikt voor pleizierrijden.
Bovendien voegde de ontvanger er tot
verduidelijking bij, dat hij, (Je ontvanger)
een rijtuig moest huren als hij er een noo
dig had, dus dat dominé dat ook maar
moest doen. Eert gevolg van een ea
ander zon zijn, dat alle bosten hun tent
wagens en tilbury's wel konden verkoopen
of hun paard in een boogere klisse zouden
moeten aangeven. Zij geven het aileen
aan in de 3e klasse, maar gebruiken het
om nit rijden te gaan, bij bruiloften, be
grafenissen, om te g*an ^vrijen' enz. en
neg nooit werd daai tot beden aanmerking
op gemaakt. De betrokken predikant
heeft echter de zaak bij hoogere autoritei
ten onderzocht, en kreeg de geruststellen
de tijding', dat de ontvanger in dit geval
abuis had, en dus zijn waarschuwing voor
't vervolg wel kon sparen.
Moord op A. E. Hoogste-
deu.
Naar men meldt, is de voorloopige
hechtenis van J. E. de Yos, verdacht van
den moord op den jongen Hoogsteden,
door de Rotterdamsche rechtbank ver
lengd.
De commissie uit het Ne-
derlandsch Landbonwcomi'.é tot het uit
brengen van een rapport, betreffende
landbouwcrediet,heeft zich geconstitu
eerd als volg :jmr. N. G. Pierson, Voorzitter,
H. E. Bultman, Armand Sassen, F. B.
Löhnis, P( E. L. Waldeck. J. Bs. Wes-
terdijk, jhr. mr. ~W. II. de Savornin
Lobman, F. E, s' Jacob. mr. A. Slote-
maker en mr. A. Ferf, secretaris
Naar het Vad, verneemt,
zijn tot de nieuwe club van de vooruit
strevend liberale pa:tij voorloopig toege
treden, de heeren: Cremer, Drueker, Ker-
dijk, Goeman Borgesius, Lieftinck, Lely,
Heldt, Francombe Sanders, Hartogh,
Rink, De Kanter, E. Smidt, A. Smit,
Sxeeenge, Pijnacker Hordijk, Schaafsma
en Veegens.
„Maar zie daar na eens heb ik het niet
gezegd
Hij had in bet vuur van het gesprek zijn
stoel vooruitgeschoven, en had toen eenige
rystkorrels in het oog gekregen, die op het
gladde tafelvlak lagen. Reimar had ze reeds
lang gezien, en met den haastig nit de kast te
voorschijn gehaalden sleutel in verband ge
bracht, die door een mode journaal onvol
doende bedekt, op de plaats lagen, vanwaar
streks de gastvrouw zich straks zoo be
dremmeld had verwijderd. De baron be
greep zeer goed, dat zijn gast eveneens dit
alles had opgemerkt en zoodoende deed hy
hij de wolk van onwil van zijn gelaat ver
dwijnen en wees nu zelt met een goedmoe
dig, spottend laebje naar de verraderlijke
overblijfselen.
„Nn kunt go zien waarmede mijne goede
vrouw zich den tijd verdrijft. Die arme,
hare oogen zijn lijdend geworden, zij mag
zich nu niet meer met lecture bezig houden,
de dokters hebben haar dat streng verbo
den; nu neemt zij natuurlijk andere bezig
heden als tijdverdrijf te baat, rijst uitzoeken
en meer dergelljko tentwerkjes. Maar men
raag van die diogen niet te veel zeggen, anders
wordt zij zoo melancholisch. Ja, hare ge
zondheid is lang niet van de beste. Gelooft
ge, dat wij hier anders in dit beloofde land
zonden zitten, wanneer niet onze eerste
doctoren landelijke eenzaamheid aanbevolen
hadden, en streng verboden haddenelke
omgang met opwekkend en gewoonlijk daar
door vermoeiend gezelschap? Dat aiies was
natuurlijk in de residentie niet te vermij
den geweest od zoo moesten wy, of wij wil
den of niet, besluiten, om ons op Bsrnhau-
sen te begraven. Winter en zomar, het is
een verduiveld hard te dragen besluit; maar
wat doet men al niet voor zyn gezondheid?
En ik zou er nog niets van zeggen, als het
slot in een beteren toestand was. Maar zoo
als gij bemerkt znlt hebben, behoeft het een
zeer groote reparatie en om het weder zoo
in te richten men heeft toch ook zijne
verplichtingen en heeft ook niet dadelijk
de middelen daartoe zoo maar voor de hand
liggen. Zoo bleef dat zoodoende ach
terwege en waren wij verplicht deze bosch-
wachterswoning te betrekken. Zy is een
weinig onbehaaglijk maar het houten huis
is warm in den winter ea koel in den zo
mer. Ik geef er tevens de voorkeur aan
op mijn eigen bezittingen te wonen en ik
wil het wul bokennen, ik hang verbazend
aan nit oude familieslot eu breng allerlei
offers, om het te behouden. De Brandolfs
zyn reeds zoo lang eigenaars van Berohausen
geweest, dat men het by my als een gebrek aan
Voorgesteld wordt door Ged. Staten
te beffen 7 opcenten op de hoofdsom der
belasting op de getouwde eigendommen,
eveneens 7 op die op de ongebouwde ei
gendommen en 4 op die op het persoceel,
de beide eersten op den dienst 1897, de
laatste op dien van 1897/98.
Door het bestuur der vereeniging Maat
schappij voor den «versenden stand, afdee-
liug ambachtscholen te AMSTERDAM,
wordt bestendiging verzocht van het sub
sidie ad f 6000 's jaars, om dat te be
stemmen, f 4000jvoor de le ambachtsschool
en 2000 voor de avondteekenschool.
Ged. Staten stellen voor het gevraagde
subsidie toe te staan voor de jaren
1897—1901.
Reeds eeuwen lang ligt op den z. w.
dijk van den Thamer binnenpolder, op
particulier eigendom, een weg die in 1858
door den polder is beheerd gn sedert on
derhouden.
Jaren lang is er strijd gevoerd over
de vraag of deze weg, het Zijdveld ge
naamd, is een openbare weg en is hij ge
weest een bron van twist tusschen hen
die beweren eigen?ars te zijn van den
grond en hem die van den weg gebruik
maken. Kostbare processen zijn over dien
weg en het recht van al of niet-afsluiten
gevoerd.
Bij Ged. Staten kwamen tal van klach
ten in, doch nooit is door hen of door
een rechtelijk college uitgemaakt ot het
Zijdveld is een voor het openbaar ver
keer openstaande weg.
Nu het reglement op de wegen voor
schrijft, dat van laatsbedoelde wegen in
elke gemeente liggers moeten worden
vastgesteld, zsl een administratieve beslis
sing worden verkregen, door den weg al
al dan niet te brengen op den ligger der
gemeente Uithoorn.
- Maar nu heeft het bestuur van den
Thamerpolder een besluit genomeD, strek
kende om het Zijdeveld aan het polder-
veikeer te onttrekken en alzoo als weg
te laten vervallen, waardoor de beslissing
over de vraag of het Zijdeveld is een
voor het algemeen verkeer openstaande
weg en dus op den ligger moet worden
awma'amniiiiri'-'yïïimbbmmacgiiii iiwih—a—aa—
eerbied zou beschouwen, wanneer —doch daar
roept men ons reeds aan tafel, zooals ik zie,
en de dames wachten op ons. Geheel en al
zonder complimenten, zooals ik dat zoo
gaarne ia myn eigen huig heb. Wy zijn
op bet land en mogen n als vrieod des hui
zes beschouwen."
Hij was,zoodra de denr geopend werd en een
dinaar in de deur verschenen was, opgestaan;
had Reimar onder den arm genomen en was
met hem reeds op den drempel, toen bij de
laatste woorden sprak, die door de dameB
heel goed gehoord werden, en by de ba
rones verwarring schenen wakker to roe
pen.
„Voor mijnheer den baron is alles gereed'!*
liet Hilde op een dettigen toon hooren en
maakte tegenover haar vader een diepe hof-
neiging, wat de baron met een vrooljjk
tikje op haar wang beloonde.
„Daar kleine heks", lachtte hij, „zijt ge
weder in uw hnmeur, dat is goed."
Zij vatte eveneens schertsend zijn hand en
kusite die. Reimar vond, dat zij er daar
bij zeer bekoorlijk uitzag. Zij had intus
schen de gelegenheid te baat genomen om
van japon te verwisselen. Het eenvoudige
kleed ,maar van uiterst sierlijke snit, maakte
dooreen donkerrood corset, een eigenaardig
effect en was het door dezen weerschijn, of
door bet effect van het licht, dat haar gelaats
trekken er veel frisscher uitzag dan te voren
Oofehet rijke haar was zorgvuldiger opgemaakt
enjvastgestoken. „Dat is slechts voor den gast*
moest Reimar zich bekennen en hoe weinig
hy ook met hare ontvangst ingenomen was,
gevoelde bij zich hierdoor toch zeer ge
streeld. Hare moeder en zuster schenen het
niet voor noodwendig gehouden te hebben,
hem eene bijzondere eer aan te doen, slechts
haar schort had Erna afgelegd en ofschoon
hare handen nu goed gewasschen waren, za
gen zij er toch nog geducht rood uit. Hoe goed
onderhouden en blank speelden daartegen
de slauke vingers van Hilde met het servot,
het glas en het brood, waarvan zij kleine
brokjes afkruimelde, oon ze dan heel coquet
tusschen de blinkende tanden te da-
wen.
Zij had zich tusschen Reimar en haar va
der geplaatst. Do ronde tafel was netjes ge
dekt, maar zeer spaarzaam bezet met spij
zen. Een glazen vaas met amandelen en
rozijnen, eenige druiven, sneden brood, oen
sierlijk vlootje boter en een porcoleinen kan
met eenige kopjos, vulden da plaats op tafel
voor Hilde. De vervulliog van het ambt
vin schenkster scheen de haar toegedach
te bezigheid to zijn, die zij vervulde met
een gracie, die hare hendighe'd daarin