a. Het door heeren Gedeputeerde Sta ten goedgekeurd besluit, tot af- en overschrijving en het brengen van enkele uitgaven op den post van onvoorziene uit gaven der begrooting 1895. b. De rekening van het Burgerlijk Armbestuur. d. Een bezwaarschrift van den heer Jan Breebaart Bzwaarin deze tegen de benoeming (Raadsvergadering van 16 Juni 1.1.) van den heer Lsmtnerschaag als Se cretaris opkomt, daar er geene voordracht was gemaakt. Anna Paulowna, 30 Juni 1896. zaterdagavond 4 Juli aanstaande len 6 ure de brandspuit te beproeven en de ver eeniging Hercules uit te noodigen, bei- zelfde te doen. Tevens verzoekt de Voorz. den leden, zooveel mogelijk daarbij tegenwoordig te willen zijn. Hierna wordt op een verzoek der Am- sterdamschê doolstommen vereeniging Door liefde saamgebracht om een afschrift van het kohier van den hoofdeljjken omslag, gunstig beschikt, waarbij de heer Koop man nog opmerkt, d t het vreemd is, dat het ltijk zich met zoo'n nuttige zaak niet meer bemoeit. Nitts meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering gesloten. V ergadering van den Raad der gemeente Wiükel, gehouden op Dinsdag 30 Juni 1896, des voormiddags 10 ure. Tegenwoordig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering de notnlen worden voorgelezen door den waarnemenden Stcretaris, en daarna door den raad goedgekeurd. De Voorzitter, de heer J. Koomen Hz., deelt mede dat er eenige stukken zijn in gekomen, als C. Een schrijven van den heer Lam merschaagdat hij zijne benoeming als Secretaris aanneemten De heer Jan Breebaart Kz. gaf naar aanleiding vau het ingekomen bezwaar schrift zijne verwondering te kennen, dat er nu eene Raadsvergadering, inplaats van eene vergadering van Burgemeester en "Wethouders was belegd. De Voorzitter, de heer J. Koomen Hz., zegt, naar den Commissaris der Koningin te zijn geweest cm advies. Z.Exc. was van oordeel, om verdere drukte te voor komen, eene vergadering te beleggen, om het besluit van de vorige vergadering in te trekken, en daarna een voordracht te maken, en tot stemming over te gaan. De hetr Jan Breebaart Kz. is van een ander idéé, en wenscht het besluit (be noeming Lammerschaag) Diet tu vernieti gen, maar eerst af te wachten, de beschikking op het verzoekschrift. De heer Melchior meent, dat de zaak goed is behandeld, en begrijpt niit, dat een dergelijk verzoekschrift is ingediend. De heer J. Breebaart Kz. zegtdut de zaak niet is beknoeid, dat hij van het rekest niets alwist, en zelf een ander rekest ontraden heelt op te zenden, daar sommigen van meening zijn, dat de stem ming niet juist is gegaan. De Voorzitter steil voor, over te gaan, tot het maken vau een voordracht, waai toe met 6 tegen 1 stern, die van den hetr den, waarin ik blijde zal zijn, iets te doen te hebben. Men danst niet altijd aan het hof." „Haar toch menigmaal," lachte de baron, ,en men vermaakt zich verder, zoo goed men kan." Dat was een onderwerp, waarover bij halt met wangunst, half met kinderlijk genoe be gon te keuvelen; terwijl zij den weg afgin gen, welke Reimar eenigen tijd geleden in te genovergestelde richting met flilde was gegaan. Hij bleef natuurlijk niet iD gebre ke, de gunstige kansen op te sommen, die zijne dochter kreeg door bare nieuwe positie en baar met den indruk te plagen, di e zij op den jongen Böhlen had gemaakt. „Ja, ja, het schijnt, dat bij het niet bij de schimmels zal laten; want zonder twijfel is bij er de oorzaak van, dat wil zeggen, door bem zijne tante, die haren invloed we der bij de prinses heeft doen gelden, waarvan zij alles kan gedaan krijgen. Hjj zal mijn Uilde entbousiastisch hebben be- Bchreven." „Graaf Felix enthonsiastisch spotte Hil- de. „Evengoed kan ik mij een schildpad in geestdrift voorstellen." „O, bet komt bij hem slechts door de omstandigheden." „No, dan bedank ik er hartelijk voor, een van die omstandigheden te zijn." „Hij is zoo licht brandbaar als stroo." „Dat voert gij tot zijn lof aan, papa? Is dat het hoogste „Ja, wat zal ik dan loven Dat hij uit een der voornaamste familiën des lands is, dat hij rijk is, dat is dnnkt mij toch wel iets dat van zelf spreekt, als er iemand bij mij om uwo hand zou vragen. Zulk een paarl zet men niet voor eiken prijs van de hand, die wil men vooral kostbaar gezet hebben. Als vader heb ik het recht, daarvoor te zorgen. Gij zijt nog niet mondig en ik zal daarem met al mijn vaderlijke aatoriteit „Fiasco maken", viel zij hem vroolijk in de rede. Zij had haar vader, die nu zulk een hoogdtavende lofrede op zijn dochter en bare vooruitzichten hield, en voor eenige dagen beweerde haar aan elk knap burger man te tullen afstaan, zco grappig medelij dend aangezien, dat bij het nu maar het beste vond, met haar mede to lachen. „Zoo is zjj nu eenmaal; een echt enfant- terrible" zeide hij, haar de WBDgcn strcelend. „Maar gij maakt mij niets wijs, hij die schimpt, die kcopt. 't Is bij de meisjes evenals bij de paardenhandelaars op de markt, zij willen slechts den prijs verminderen." „Ik ben anders volstrekt niet gesleld op dit stroomannetje," verklaarde zij, minach tend de wenkbrauwen fronsend. Vervolgens trad zjj door de open deur met de heeren don stal binnen." Deze stal geleek in geen enkel geval cp dien, welken de baron naar zijn eigen idee Jan Breebaart Kz. werd besloten. Nadat Burgemeester en Wethouders in comilé hadden vergaderd, dienden zij de volgende voordracht voor Secretaris in de heer Lammerschaag cp no. 1 en de heer Bree baart Dz. op uo. 2. De Voorzitter vraagt, of veilar.gd wordt, dat de naaien der andere Candidaten (sollicitanten) r.og genoemd, of dat de overigen besproken worden, waarop nie mand bet woord verlangt e.u tot de stem ming wordt overgegaan. Bij de eerste vrije stemming verkreeg de heer Lammerschaag 6 stemmen, de heer J. Breebaart Bz. 1 stem, zoodat de heer Lammerschaag opnieuw werd benoemd. Daarna weid bepsald, dit de volgende vergadering van den Raad zal gehoudeu worden op Dinsdag 7 Juli a.s. des na middags ten 2 uur, w.iarin de benoemde Secretaris zal worden beëedigd. Niets meer aan de orde zijnde, sluit de Voorzitter de vergadering. O p z a t e fd a g 27 Juni 1896 werden te Wieringen door doctor Maats, als voorzitter van den Raad vaa Beheer, belast met de Exploitatie der Wierwaarden in de Zuiderzee, namens het gemeentebestuur uitgereikt: 138 Con- centen 2 personen werden geweigerd op grond dat zij reeds voor anderen werk zaam waren geweest. Met vollen ijver en inspanning zijn dau ook maandag die 138 en nog meer, daar sommigen '1 of 2 knechts hebben, naar zee gegaan om zeegrond te maaien; zulks is 14 dagen later dan het vorige jaar. Van de 233 kiezers voor leden van den gemeenteraad maakten heden slechts 116 van hnn kiesricbt gebruik. O n derde gunstigste om- standigheden is Vrijdag van de vorige wiek de karwij-nogst in Waavd en Groet aangevangen. Uitgenomen hier en daar van de rups, heeft het gewas niets te lijden gthad van de verschillen de plagen, die gewoonlijk den oogst voor af gaan, zoodat er tot dusver alle rede nen tot tevredenheid bestaan. üevisscherij naar AnSjO- vis en Geep in de 1/edemblihher-m,eer is giëindigd. "Wat de Ansjovis betreft, is de vangst gelukkiger geweest dan verle den jaar. Er is nu ten minste brood ver diend. De prijzen zijn niet hooger geweest dan 9 Gl. per 1000 stuks. Van de Geep valt riets te berichten, omdat er hoege naamd niets van beteekenis gevangen is. Voor den visscher zelve was dit echter ee ne uiterst onpleizieiige zsak. De moeite is gedaan, schuit en want zijn gebruikt en gedeeltelijk verbruikthet loon voor de medehelpers is uiibetaald, maar de zoozeer gezochte visch, die al die onkosten moest dekken en den visscher de zoo noodige winst aanbrengen, is achterwege gebleven. De heer W. Bax Jr. T h e o 1 o- gisch Gandidaat te Zaandam, beeft het be roep naar de Kerkelijke Gemeente te Kol- hom aangenomen. dacht te bouwen; maar hij was toch beter onderhouden, dan men, te oordeelen naar het voorhnis en de verdere inrichting, ver wachten kon. Een paar vakken had men door schotten van de overige ruimte, die waarschijnlijk voor trekdieren en melkkoeien dienen moest, afgescheiden en op het eerste oog zeg men hier een zekere welvaart, waaruii duidelijk bleek, dat de geheele wel vaart van de familie van deze soort indu strie afhing. De paaiden waren de hnn betoonde zorg vuldigheid ten volle waard; nog jonge dieren doch reeds prachtig omwikkeld, d don zij in hunne vrije bewegingen in de boxen waarin zij rondliepen, ook vcor het minder ervaren oog zich als eeD paar edele dieren voor. De baron hield het evenwel niet voor over bodig, zijn beioeker op alle voortreffelijke eigenschappen te wijzen, ofschoon hij voor uit begriipi-n ken, dat hij in hem geen koo- per vinden zon. „Wat? Dat is nog eens een spannetje!" kwam er in verrekking over zijne lippen. „Maar vinden moet men het, en samenstel len vooraf Dat treft niet een elk. Geen mensch durfde toebijten. Een elk bad eer bied voor die rakkert daar. Die heeft er reeds twee het been gebroken; een verdui veld heerlijk dier. Maar in drie maanden moet ge eens zien, wat ik ervan gemaakt heb. 't Zijn beide hongaren, maar niet van denzelfdin stam. Maar dat hindert me niets, ik maak ze zoo mak als lammetjes, Kijk eens wat een elegantie, die beenvorming, die hals, die kop, wat I Wat goddelijke bewegingen. Om, Mirza 1 Laat mij maar Frans, anders wordt zij schnw, zij moet eerst beter aan je gewennen. Dat kan zoo maar niet iD eens, maar zij zal tam worden als een lammetje. Eerst tnBschen de stren gen, dan voor het rijtuig, wellicht kan ik het later eens onder het zadel probeeren, maar in het span zullen zij altijd meer waard zijn. Deze overeenstemming in klenr. deze lijnen 1" en bij teekende zo met zijn stok in de lacht„en zulke hoeven. In drie maanden sla ik ieder record. Men zal mij dan ook niet aankomen met znlk een spot prijs als dio Böhlen voor de appelschimmels, Op het materiaal komtjhet hoofdzakelijk aan, uitkiezen moet men hot kannen, maar de arbeid die dan daarin steekt, dat is de hoofd zaak de arbeid." Hij zeide Reimar vervolgens, dat het hem geducht speet, dat hij hem de paarden bui ten niet toonen kon, daar de rechterhand van den koetsier niet geheel beier was, en dat Mirza aan de hand nog niet te vertrou wen was, zoodat men zijn twee hsndeD wel ter beschikking mocht hebben. Bovendien moest hij zich haasten, als hij nog naar de stad wilde. WORDT VERVOLGD. Gemeente-ontvanger en secretaris. De A'rondissemcnts Rechthauk te ALK MAAR deed gis'eren uitspraak in de zaak tegen den oet-lsg^n gemeente—ontvanger van Alkmaar Biric Poll en den ontslagen secretaris dier gemeente Joachim Auhoul van der Veen. Poll werd veroordeeld tot 3 jaar gev ngerisstraf en Nuhout van der Veen tot 1 '/2 jaar gevangenisstraf. De eivch voor d*n eerste was 3 jaren en voor de tweede 2 jaren en 6 maan den gevangenisstraf. Menschrijftons nit Alk- maar, in aansluiting aan onze mededee- ling omtrent den giëischten straf tegen de beide beklaagden, betreffende de Aik- maarsche schandalen Sinds geruiinen tijd heerscht er in on ze rustige stad een oDgekende gisting. Dat was zoo sprakeD er velen toch onbetamelijk en ongemanierd oin zco, zoo maar in een bons en nog wel in allen ernst zich over stadsbelangen on gerust te maken. Wat was er dan toch wel geschied, wat was wel de e'genlijke reden der be zorgdheid? Nd eenvoudig niets erger dan dit, dat de kas van den afgezetten ge meente-Ontvanger een kleiner bedrag be vatte dan zij in werkelijkheid bevatten moest. En dat was nu alles en daar maakte nu een zeker deel van de Burge rij nu zooveel misbaar overdaar werd nu zoo over geredetwist. Was dat nu zoo vreeselijfc Want waar is het dat het tekort in de Gemeentekas te Alkmaar, waarover reeds zooveel in de groote en kleine pers is ge schreven, thans overal een onderwerp van gedachten wisseling uitmaakt. Maar eren waar is het óók, dat door de openbare behandelig der strafzaak veel, zeer veel, is aan het licht gekomen betref fende de gevoerde controle over de gold- raiddeleu en daarom vraagt men zich af, wie moet nu de schade, dia der gemeen te is toegebracht, lijden? Gaat dat nu zoo maar en moet de belasting-betalende burgerij, die nists verkeerds dted, de scha de lijden die er bestaat boven en behalve het tekort, dat verhaald kan worden uit de gestelden borgtocht? Maar nu we toch over dien borgtocht ge sproken hebben, kan ik n mededeeleu, dat het nog niet zóó zeker is dat die som ge- heol binnen komt. En is 't die Borg- maatschappij zoo kwalijk te nemen dat ze niet zoo grifweg betaalt, nu er zooveel aan het licht is gekomen? Zoo Alkmaar en met name de Burgerij iu zoete rnste gaan insluimeren De toe komst zal hierop het antwoord geven. Schoolfeest te KOLHORN. Toen in den verloopen winter eenige dilettanten te Kolhorn zich vereenig- den om door tooneelspel een fonds bij elkander te krijgen, dat dienen zou om den trouw schoolgaanden kinderen een feest te bezorgen, stond men wel voor een doel, maar wat de uitslag wezen zou, moest de toekomst leeren. Die" toekomst is echter in de jongste dagen verleden geworden, en de uitslag is zoo schitterend geweest, dat een ge heel dorp en een breede kinderschaar met een gevoel van dankbaarheid en erkentelijkheid terugdenken aan de bij uitnemendheid schoone uren, die Vrijdag 26 Juni heeft willen schenken. Het fonds was n.1. overgedragen aan de vereeniging „Denk Doe", een lichaam dat al zoovele schoolfeesten ge organiseerd had en derhalve het eenige aangewezene was, in wier handen het, met kans op gunstig slagen, gesteld kon worden. En hoe heeft D. D. zich nu van haar taak gekweten P In hare vergadering, tot dit doel belegd, werden verschillende ontworpen plannen uitvoe rig besproken; maar toen eindelijk de meerderheid zich verklaard had en in grove omtrekken een feestprogram voor gesteld was, ging men ook met ernst aan den arbeid. Het probleem moest n.1. worden opgelost, hoe met de bestaande fondsen een doel te he reiken was, dat schijnbaar zoo wel de finantieele als de lichamelijke krachten niet te boven ging. En bij voorbaat zij reeds gezegd, dat niet alleen volledige uitvoering aan alle gemaakte plannen is gegeven, maar dat er, wat het finantieele betreit, zelfs nog gewe zen kan worden op een voordeelig saldo% En nu het feest zelve. Men is op* reis geweest, op reis met 125 kinde ren. Er is gereden, gespoord, getramd, geklauterd op en over duinen, gegeten, gedronken, gewandeld, geschoppeld en gewipt, naar de wonderen in Artis geke ken, enz. enz. Ziedaar in bonten chaos, wat met het noodige overleg den klei nen gepresenteerd kon worden. Meer in verband voorgesteld, kwam het hier op neer. Het was in den ochtend van den 26en Juni. De klok sloeg zes. Daar kwamen van verschillende zijden een 25-tal in feestdos gekleede kinderen van 12 a 13 jarigen leeftijd de oudste scholie ren aanwandelenmet stralende ge zichten uitziende naar de rijtuigen, die hen naar 't station te Schagen zouden brengen en zich ook geen oogenblik lie ten wachten; want er dient aangestipt, dat alles tot in de minste détails gere geld was. Niemand behoefde te vragen zoowel de kinderen als de geleiders wis ten wat er van hen gevergd zou worden en waaraan zich te houden. Een kort jubelend afscheid en daar ging de kleine stoet, langs den dijk, over den Hcmmor- we» en door Barsingerhorn naar Schagen. Vervolgens met den schooltrein van half acht mêe en tegen 9 uur was men fn Amsterdam, waar voor verreweg de meesten alles volmaakt vreemd, nieuw en verrassend was. Gij, volwassenen die dit leest, kunt gij u wel voorstellen, wat er in die kinderzielen omging, alleen op het gezicht van h. v. „Gel' Centraal-station Zoo ja, dau verkneukelt gij u ook in ge dachte, als ge bedenkt, wat er iu die jeugdige gemoederen moet gepasseerd zijn toen eene wandeling volgde langs Den Nieuwen Dijk, en welk een indruk De Dam gemaakt moet hebben met zijn gewriemel en gewoel van altijd haasti ge menschen en zijn onophoudelijk ge woel van gaande en komende trams. De heeren geleiders. drie in getal hielden daar echter wel rekening mede en bleken derhalve voor hunne taak goed berekend. Men wist vooraf, dat Amsterdam veel, zeer veel aanbood; maar ook dat onmogelijk alles in één dag bezien of bezocht kon worden, en daarom besloot men het weinige dat gepasseerd werd goed op te laten nemen, opdat de in drukken niet oppervlakkig maar van blij venden aard zouden zijn. Het paleis werd dus bezichtigd, alsmede het Monu ment en de Beurs en de Nieuwe Kerk en de aanhoudende drukte, kortom alles wat de Dam op dit uur van den dag aanbood. Toen ging het in een open Tram naar de Plantage. Wat een ge not voor die kinderen, bij mooi weer, langs besproeide straten, zonder zon nehitte of wind, zulk een heerlijken rit te kunnen maken. En toen men eindelijk uitstapte en na eene korte wandeling plotseling voor Artis stond, was de spanning het grootst. Wat zou er in dat Eldorado te genieten zijn Welke geheimenissen waren er achter dat zware ingangshek met zijne ijzeren adelaars verborgen Binnen enkele oogenhlikken, volgde de oplossing en eenmaal de laan met zijne krijschende kakatoe's doorgegaan zijnde, bevonden de jongelui zich op het zoo vurig be geerde terrein, dat zooveel verrassingen in levenden vorm voor hen bevatte. De indrukken hier opgedaan in de onmid dellijke nabijheid van kunstenmakende olifanten, gluipend en in angst voor hun ne jongen verkeerende tijgers, potsen- makende apen, duikende ijsbeeren, gapen de nijlpaarden, slapende slangen en liefelijk zingende, vreemdsoortige vo gels, is eenvoudig niet weer te geven. Thans nog, na dagen komen stuksge wijs de herinnering en de waargenomen indrukken weer boven en 't is aller- koddigst als men zoo ongemerkt de luidjes er onder elkander over hoort haspelen. De geleiders maakten hunne wandeling door den tuin, zooveel mo gelijk volgens den bestaanden gedruk- ten wegwijzer, maar moesten natuurlijk, met het oog op den beschikbaren tijd, op zekere hoogte blijven steken om zoo mogelijk bij latere gelegenheid de rest te laten zien of dit aan eigen initiatief over te laten. Het Aquarium kwam aan de beurt, de wandeling langs den denkbeeldigen bodem van rivier of zee, midden tusschen de levende, geschubde en ongeschubde fauna. Wie nu het best onthouden had, wat de vervlogene schooljaren op dit gebied gaven en zoodoende de herinnering aan de wer kelijkheid kon toetsen, genoot ook het meest. Dat was te zien, want er waren onder het ploegje, die werkelijk oogen te kort hadden en te veel van het goede op eens kregen. De tijd noodzaakte ein delijk tot vertrek en wederom werd van den tram gebruik gemaakt om den Dam te bereiken. Langs het Dam rak ging het toen terug naar 't Station en ook dat werd bezichtigd, zoowel uit- als inwendig, zoo boven als onder den grond. Alleen de Lift hield eene hardnek kige werkstaking en tot spijt van 't gelei de kon dus van hare werking geen aanschouwelijke voorstelling of ver klaring gegeven worden. De trein van 5 uur 18 nam eindelijk het gansche gezelschap mede en in snelle vaart ging het nu terug. Al rijdende gebruik te men nog een lekkere beet, want dat het den reizigers niet aan het noo dige ontbroken had om de krachten bij elkander te houden, behoeft hier zeker niet aangestipt. Bij 't Station Alkmaar werden zij door een driemaal herhaald luidruchtig hoera uit een honderd tal keelen, begroet. Wie waren dat Wel, hunne joDgere schoolkameraden. Die waren ook op reis geweest. Hon derd koppen sterk, waren ook zij, met vijf geleiders, denzelfden dag alleen een paar uur later met een macht van rijtuigen naar Schagen gegaan en met den trein van tienen naar Alkmaar vertrokken. Daar stond een groot rijtuig gereed die alleen de kleinsten en de zwaksten in zich opnam, om hen naar Bergen te vervoeren. De rest zou dit reisje te voet doen. Daartoe verdeelde zich de schaar in drieën. Een twintigtal sterke knevels van jongens voorop met een wakkeren aanvoerder aan 't hoofd. Daarna volgde eene schaar meisjes, die het, al zingende, iets bedaarder aan legden en ten slotte kwamen de jong- sten, die al wandelend en al rustend een half uurtje langer over den weg zouden doen. Daar het weer hoege naamd niets te wenschen overliet het was stil en niet warm had de wan deling onder de gunstigste omstandig heden plaats en tegen half 12 stapte de laatste ploeg het dorp binnen. Wat keken zo allen rond, wat vonden ze alles vreemd, wat was alles mooiNu, dit is ook zoo. Bergeu is, wat natuurschoon, wat ligging en bebouwing en wat aan leg van tuinen en buitenplaatsen betreft, een dorp bij uitnemendheid. Maar dat liet kleine goedje zulks al voelde, en geen woorden kon vinden om dat gevoel te vertolken, dat was opmer kelijk. Iu de tintelende kinderoogen lag dan ook de gauscho ziel. Tegen 12 uur kwam men eerst aan het eindstation dezer wandeling n.1. den speeltuin van C. Bruin, onmiddellijk grenzend aan de hoogste duinen. De lange tafels met stoelen en banken stonden gereed. De melk wachtte slechts op gedienstige handen om rond gediend te worden. Broodjes en versnaperingen in allerlei vorm man keerden ook niet op 't appèl en zoo ging men allereerst over tot het restaureeren van den inwendigen mensch. En toen Hoe aanlokkelijk zag de schop- pel er uiteen schoppel voor acht man, hoe wenkte die wipplank, hoe ver leidelijk stonden daar voor de kleinsten de hoppelpaarden gereed Nauw was men dan ook verzadigd of in dollen galop ging het op al dat moois af. En daar had men het lieve leventje in vollen gang, schoppelen, kun- stenarijon aan den rekstok, hobbelen, wippen al leven, vroolijkheid en ge joel wat er om en aan was. Een half uurtje ruim had die algemeene pret zoowat geduurd, toen het sein tot verzamelen gegeven werd en men op het duin afging. Echte, mooie, be groeide en onbegroeide duinen. En wat een hoogteIedereen wenschte onmid dellijk zijne onversaagdheid te toonen, en voort ging hetliefst in éénen tegen het allerhoogst gevaarte op om, na een blik op het zich ontplooiend panorama er aan de andere zijde weer af te hollen. Dat ging lekker, dus nog eensEn zoo bijna met de tong uit den mond, ging het een tijdje op en af, tot men zoowat met het zaakje vertrouwd raakte en zich langzamerhand grappen en comische ta fereeltjes in allerlei vorm ontwikkelden. Daar had men o. a. een paar groepen jongens en meisjes geposteerd op twee verschillende duinruggen. Zij zouden elkander vangen. Maar jawel, als de le partij de hoogte afstoof om de andere te begaan en men de vijandelijke stelling eindelijk beklommen had, zag men, dat de tegenpartij zich dien tijd benuttigd had, om op een verwijderden top een nieuwe stelling in te nemen. En zoo bleef het. Het was een gejakker en een gejuich van heb ik jou daar. Een an der stelletje was met opgestroopte mou wen aan 't graven. Zij werkten, of het regelrecht naar het middelpunt der aarde moest. Tot belooning vonden zij water, maar tot drinken kwam het toch niet. Het was te groezelig en de pomp met het heldere duinvocht was nabij. En de Heeren geleiders, hoe hielden zich die Om ronduit de waarheid te zeggen zij waren allen in die gezel lige uren een kwart eeuw jonger ge worden. Zij holden en sprongen met de jongens en meisjes door dik en door dun. De onder de korenmaat verscho len gaven van kracht en behendigheid kwamen nog eens in vollen luister aan het lichtin één woord, zij gevoelden zich gelukkig met de gelukkigen en blij met de blijden. En voor de jongelui was het werkelijk een zegen, dat zij dien dag zulk een geleide troffen een geleide, dat zich zoo geheel wist te geven ten ha- te der kinderen. Men bezocht natuur lijk ook het machinegebouw der Alk- maarsche "Waterleiding met de bijbe- hoorende reservoirs, hoewel de wijze van werking voor het meerendeel tot het onbegrijpelijke bleef behooren. En dit is natuurlijk, want de oudere meer ontwikkelde scholieren waren in Am sterdam. Toen de pret een paar uur ge duurd had, ging het weer naar den speel tuin terug. Nog eens gegeten en gedron ken, nog eenmaal een toertje geschoppeld en gewipt, toen een afscheids-rennetje op het duinvanaf de hoogste toppen de zee nog eens bezien met hare ver scheidenheid van zeilende schepen en toen algemeen appèl. De terugtocht zou aangevangen worden. Ook deze geschied de geheel naar wensch en juist stond men weer te Alkmaar op 't perron toen de Amsterdamsche trein binnenstoomde en een algemeen hoera de vereeniging der reizigers aankondigde. Gezamenlijk ging het nu naar Schagen, elkander vertellende van de kogels die men te Bergen in de afgeschoten kerk gezocht, maar niet gevonden had, van de ko nijnen die in 't wild zoo vlug als hazen zijn enz. enz. Te Schagen gekomen, stonden de rijtuigen gereed en in optocht ging het nu huiswaarts, elk voorzien van een gevulden zak om onder weg zoo lang mogelijk het mondje gaande te houden. Het halve dorp stond tot ontvangst den kleine reizigers gereed en wat er daarna is geschiedenz. Men was thuis. Het feest was ge slaagd boven verwachting geslaagd en de Vereeniging D. D. en de Dames en Heeren Rederijkers, die de ziel van de zaak bij elkander wisten te brengen, ko men een woord van hartelijken dank toe voor de moeite, die zij zich hebben moe ten getroosten om tot zulk eene uitkomst te geraken. Ouders en kinderen waren dubbel tevreden en het doel, dat men met dergelijke feesten voor heeft, is weer eene schrede nader gekomen.* op Kol-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 2