a. Het door heeren Gedeputeerde Sta
ten goedgekeurd besluit, tot af- en
overschrijving en het brengen van enkele
uitgaven op den post van onvoorziene uit
gaven der begrooting 1895.
b. De rekening van het Burgerlijk
Armbestuur.
d. Een bezwaarschrift van den heer
Jan Breebaart Bzwaarin deze tegen de
benoeming (Raadsvergadering van 16 Juni
1.1.) van den heer Lsmtnerschaag als Se
cretaris opkomt, daar er geene voordracht
was gemaakt.
Anna Paulowna, 30 Juni
1896.
zaterdagavond 4 Juli aanstaande len 6
ure de brandspuit te beproeven en de ver
eeniging Hercules uit te noodigen, bei-
zelfde te doen.
Tevens verzoekt de Voorz. den leden,
zooveel mogelijk daarbij tegenwoordig te
willen zijn.
Hierna wordt op een verzoek der Am-
sterdamschê doolstommen vereeniging
Door liefde saamgebracht om een afschrift
van het kohier van den hoofdeljjken omslag,
gunstig beschikt, waarbij de heer Koop
man nog opmerkt, d t het vreemd is, dat
het ltijk zich met zoo'n nuttige zaak niet
meer bemoeit.
Nitts meer te behandelen zijnde, wordt
de vergadering gesloten.
V ergadering van den Raad
der gemeente Wiükel, gehouden op
Dinsdag 30 Juni 1896, des voormiddags
10 ure. Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering
de notnlen worden voorgelezen door den
waarnemenden Stcretaris, en daarna door
den raad goedgekeurd.
De Voorzitter, de heer J. Koomen Hz.,
deelt mede dat er eenige stukken zijn in
gekomen, als
C. Een schrijven van den heer Lam
merschaagdat hij zijne benoeming als
Secretaris aanneemten
De heer Jan Breebaart Kz. gaf naar
aanleiding vau het ingekomen bezwaar
schrift zijne verwondering te kennen, dat
er nu eene Raadsvergadering, inplaats van
eene vergadering van Burgemeester en
"Wethouders was belegd.
De Voorzitter, de heer J. Koomen Hz.,
zegt, naar den Commissaris der Koningin
te zijn geweest cm advies. Z.Exc. was
van oordeel, om verdere drukte te voor
komen, eene vergadering te beleggen, om
het besluit van de vorige vergadering in
te trekken, en daarna een voordracht te
maken, en tot stemming over te gaan.
De hetr Jan Breebaart Kz. is van een
ander idéé, en wenscht het besluit (be
noeming Lammerschaag) Diet tu vernieti
gen, maar eerst af te wachten, de
beschikking op het verzoekschrift.
De heer Melchior meent, dat de zaak
goed is behandeld, en begrijpt niit, dat
een dergelijk verzoekschrift is ingediend.
De heer J. Breebaart Kz. zegtdut de
zaak niet is beknoeid, dat hij van het
rekest niets alwist, en zelf een ander
rekest ontraden heelt op te zenden, daar
sommigen van meening zijn, dat de stem
ming niet juist is gegaan.
De Voorzitter steil voor, over te gaan,
tot het maken vau een voordracht, waai toe
met 6 tegen 1 stern, die van den hetr
den, waarin ik blijde zal zijn, iets te
doen te hebben. Men danst niet altijd aan
het hof."
„Haar toch menigmaal," lachte de baron,
,en men vermaakt zich verder, zoo goed
men kan."
Dat was een onderwerp, waarover bij halt
met wangunst, half met kinderlijk genoe be
gon te keuvelen; terwijl zij den weg afgin
gen, welke Reimar eenigen tijd geleden in te
genovergestelde richting met flilde was
gegaan. Hij bleef natuurlijk niet iD gebre
ke, de gunstige kansen op te sommen, die
zijne dochter kreeg door bare nieuwe positie
en baar met den indruk te plagen, di e zij
op den jongen Böhlen had gemaakt.
„Ja, ja, het schijnt, dat bij het niet bij
de schimmels zal laten; want zonder twijfel
is bij er de oorzaak van, dat wil zeggen,
door bem zijne tante, die haren invloed we
der bij de prinses heeft doen gelden,
waarvan zij alles kan gedaan krijgen. Hjj
zal mijn Uilde entbousiastisch hebben be-
Bchreven."
„Graaf Felix enthonsiastisch spotte Hil-
de. „Evengoed kan ik mij een schildpad in
geestdrift voorstellen."
„O, bet komt bij hem slechts door de
omstandigheden."
„No, dan bedank ik er hartelijk voor, een
van die omstandigheden te zijn."
„Hij is zoo licht brandbaar als stroo."
„Dat voert gij tot zijn lof aan, papa? Is
dat het hoogste
„Ja, wat zal ik dan loven Dat hij uit
een der voornaamste familiën des lands is,
dat hij rijk is, dat is dnnkt mij toch wel iets dat
van zelf spreekt, als er iemand bij mij om
uwo hand zou vragen. Zulk een paarl zet
men niet voor eiken prijs van de hand, die
wil men vooral kostbaar gezet hebben. Als
vader heb ik het recht, daarvoor te zorgen.
Gij zijt nog niet mondig en ik zal daarem
met al mijn vaderlijke aatoriteit
„Fiasco maken", viel zij hem vroolijk in
de rede. Zij had haar vader, die nu zulk
een hoogdtavende lofrede op zijn dochter
en bare vooruitzichten hield, en voor eenige
dagen beweerde haar aan elk knap burger
man te tullen afstaan, zco grappig medelij
dend aangezien, dat bij het nu maar het
beste vond, met haar mede to lachen.
„Zoo is zjj nu eenmaal; een echt enfant-
terrible" zeide hij, haar de WBDgcn strcelend.
„Maar gij maakt mij niets wijs, hij die
schimpt, die kcopt. 't Is bij de meisjes
evenals bij de paardenhandelaars op de markt,
zij willen slechts den prijs verminderen."
„Ik ben anders volstrekt niet gesleld op
dit stroomannetje," verklaarde zij, minach
tend de wenkbrauwen fronsend. Vervolgens
trad zjj door de open deur met de heeren
don stal binnen."
Deze stal geleek in geen enkel geval cp
dien, welken de baron naar zijn eigen idee
Jan Breebaart Kz. werd besloten. Nadat
Burgemeester en Wethouders in comilé
hadden vergaderd, dienden zij de volgende
voordracht voor Secretaris in de heer
Lammerschaag cp no. 1 en de heer Bree
baart Dz. op uo. 2.
De Voorzitter vraagt, of veilar.gd wordt,
dat de naaien der andere Candidaten
(sollicitanten) r.og genoemd, of dat de
overigen besproken worden, waarop nie
mand bet woord verlangt e.u tot de stem
ming wordt overgegaan.
Bij de eerste vrije stemming verkreeg
de heer Lammerschaag 6 stemmen, de
heer J. Breebaart Bz. 1 stem, zoodat de
heer Lammerschaag opnieuw werd
benoemd.
Daarna weid bepsald, dit de volgende
vergadering van den Raad zal gehoudeu
worden op Dinsdag 7 Juli a.s. des na
middags ten 2 uur, w.iarin de benoemde
Secretaris zal worden beëedigd.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
Voorzitter de vergadering.
O p z a t e fd a g 27 Juni 1896
werden te Wieringen door doctor
Maats, als voorzitter van den Raad vaa
Beheer, belast met de Exploitatie der
Wierwaarden in de Zuiderzee, namens
het gemeentebestuur uitgereikt: 138 Con-
centen 2 personen werden geweigerd op
grond dat zij reeds voor anderen werk
zaam waren geweest.
Met vollen ijver en inspanning zijn dau
ook maandag die 138 en nog meer, daar
sommigen '1 of 2 knechts hebben, naar
zee gegaan om zeegrond te maaien; zulks
is 14 dagen later dan het vorige jaar.
Van de 233 kiezers voor leden van
den gemeenteraad maakten heden slechts
116 van hnn kiesricbt gebruik.
O n derde gunstigste om-
standigheden is Vrijdag van de vorige
wiek de karwij-nogst in Waavd en
Groet aangevangen. Uitgenomen hier
en daar van de rups, heeft het gewas
niets te lijden gthad van de verschillen
de plagen, die gewoonlijk den oogst voor
af gaan, zoodat er tot dusver alle rede
nen tot tevredenheid bestaan.
üevisscherij naar AnSjO-
vis en Geep in de 1/edemblihher-m,eer
is giëindigd. "Wat de Ansjovis betreft, is
de vangst gelukkiger geweest dan verle
den jaar. Er is nu ten minste brood ver
diend. De prijzen zijn niet hooger geweest
dan 9 Gl. per 1000 stuks. Van de Geep
valt riets te berichten, omdat er hoege
naamd niets van beteekenis gevangen is.
Voor den visscher zelve was dit echter ee
ne uiterst onpleizieiige zsak. De moeite is
gedaan, schuit en want zijn gebruikt en
gedeeltelijk verbruikthet loon voor de
medehelpers is uiibetaald, maar de zoozeer
gezochte visch, die al die onkosten moest
dekken en den visscher de zoo noodige
winst aanbrengen, is achterwege gebleven.
De heer W. Bax Jr. T h e o 1 o-
gisch Gandidaat te Zaandam, beeft het be
roep naar de Kerkelijke Gemeente te Kol-
hom aangenomen.
dacht te bouwen; maar hij was toch beter
onderhouden, dan men, te oordeelen naar
het voorhnis en de verdere inrichting, ver
wachten kon. Een paar vakken had men
door schotten van de overige ruimte, die
waarschijnlijk voor trekdieren en melkkoeien
dienen moest, afgescheiden en op het eerste
oog zeg men hier een zekere welvaart,
waaruii duidelijk bleek, dat de geheele wel
vaart van de familie van deze soort indu
strie afhing.
De paaiden waren de hnn betoonde zorg
vuldigheid ten volle waard; nog jonge dieren
doch reeds prachtig omwikkeld, d don zij in
hunne vrije bewegingen in de boxen
waarin zij rondliepen, ook vcor het minder
ervaren oog zich als eeD paar edele dieren voor.
De baron hield het evenwel niet voor over
bodig, zijn beioeker op alle voortreffelijke
eigenschappen te wijzen, ofschoon hij voor
uit begriipi-n ken, dat hij in hem geen koo-
per vinden zon.
„Wat? Dat is nog eens een spannetje!"
kwam er in verrekking over zijne lippen.
„Maar vinden moet men het, en samenstel
len vooraf Dat treft niet een elk. Geen
mensch durfde toebijten. Een elk bad eer
bied voor die rakkert daar. Die heeft er
reeds twee het been gebroken; een verdui
veld heerlijk dier. Maar in drie maanden
moet ge eens zien, wat ik ervan gemaakt
heb. 't Zijn beide hongaren, maar niet van
denzelfdin stam. Maar dat hindert me niets,
ik maak ze zoo mak als lammetjes, Kijk
eens wat een elegantie, die beenvorming,
die hals, die kop, wat I Wat goddelijke
bewegingen. Om, Mirza 1 Laat mij maar
Frans, anders wordt zij schnw, zij moet
eerst beter aan je gewennen. Dat kan zoo
maar niet iD eens, maar zij zal tam worden
als een lammetje. Eerst tnBschen de stren
gen, dan voor het rijtuig, wellicht kan ik
het later eens onder het zadel probeeren,
maar in het span zullen zij altijd meer
waard zijn. Deze overeenstemming in klenr.
deze lijnen 1" en bij teekende zo met zijn
stok in de lacht„en zulke hoeven. In drie
maanden sla ik ieder record. Men zal mij
dan ook niet aankomen met znlk een spot
prijs als dio Böhlen voor de appelschimmels,
Op het materiaal komtjhet hoofdzakelijk aan,
uitkiezen moet men hot kannen, maar de
arbeid die dan daarin steekt, dat is de hoofd
zaak de arbeid."
Hij zeide Reimar vervolgens, dat het hem
geducht speet, dat hij hem de paarden bui
ten niet toonen kon, daar de rechterhand
van den koetsier niet geheel beier was, en
dat Mirza aan de hand nog niet te vertrou
wen was, zoodat men zijn twee hsndeD wel
ter beschikking mocht hebben. Bovendien
moest hij zich haasten, als hij nog naar de
stad wilde.
WORDT VERVOLGD.
Gemeente-ontvanger en
secretaris.
De A'rondissemcnts Rechthauk te ALK
MAAR deed gis'eren uitspraak in de zaak
tegen den oet-lsg^n gemeente—ontvanger
van Alkmaar Biric Poll en den ontslagen
secretaris dier gemeente Joachim Auhoul
van der Veen. Poll werd veroordeeld tot
3 jaar gev ngerisstraf en Nuhout van der
Veen tot 1 '/2 jaar gevangenisstraf.
De eivch voor d*n eerste was 3 jaren
en voor de tweede 2 jaren en 6 maan
den gevangenisstraf.
Menschrijftons nit Alk-
maar, in aansluiting aan onze mededee-
ling omtrent den giëischten straf tegen
de beide beklaagden, betreffende de Aik-
maarsche schandalen
Sinds geruiinen tijd heerscht er in on
ze rustige stad een oDgekende gisting.
Dat was zoo sprakeD er velen
toch onbetamelijk en ongemanierd oin
zco, zoo maar in een bons en nog wel
in allen ernst zich over stadsbelangen on
gerust te maken.
Wat was er dan toch wel geschied,
wat was wel de e'genlijke reden der be
zorgdheid? Nd eenvoudig niets erger dan
dit, dat de kas van den afgezetten ge
meente-Ontvanger een kleiner bedrag be
vatte dan zij in werkelijkheid bevatten
moest. En dat was nu alles en daar
maakte nu een zeker deel van de Burge
rij nu zooveel misbaar overdaar werd
nu zoo over geredetwist. Was dat nu
zoo vreeselijfc
Want waar is het dat het tekort in de
Gemeentekas te Alkmaar, waarover reeds
zooveel in de groote en kleine pers is ge
schreven, thans overal een onderwerp van
gedachten wisseling uitmaakt.
Maar eren waar is het óók, dat door
de openbare behandelig der strafzaak veel,
zeer veel, is aan het licht gekomen betref
fende de gevoerde controle over de gold-
raiddeleu en daarom vraagt men zich af,
wie moet nu de schade, dia der gemeen
te is toegebracht, lijden? Gaat dat nu
zoo maar en moet de belasting-betalende
burgerij, die nists verkeerds dted, de scha
de lijden die er bestaat boven en behalve
het tekort, dat verhaald kan worden uit de
gestelden borgtocht?
Maar nu we toch over dien borgtocht ge
sproken hebben, kan ik n mededeeleu, dat
het nog niet zóó zeker is dat die som ge-
heol binnen komt. En is 't die Borg-
maatschappij zoo kwalijk te nemen dat ze
niet zoo grifweg betaalt, nu er zooveel
aan het licht is gekomen?
Zoo Alkmaar en met name de Burgerij
iu zoete rnste gaan insluimeren De toe
komst zal hierop het antwoord geven.
Schoolfeest te KOLHORN.
Toen in den verloopen winter eenige
dilettanten te Kolhorn zich vereenig-
den om door tooneelspel een fonds bij
elkander te krijgen, dat dienen zou om
den trouw schoolgaanden kinderen een
feest te bezorgen, stond men wel voor
een doel, maar wat de uitslag wezen zou,
moest de toekomst leeren.
Die" toekomst is echter in de jongste
dagen verleden geworden, en de uitslag
is zoo schitterend geweest, dat een ge
heel dorp en een breede kinderschaar
met een gevoel van dankbaarheid en
erkentelijkheid terugdenken aan de
bij uitnemendheid schoone uren, die
Vrijdag 26 Juni heeft willen schenken.
Het fonds was n.1. overgedragen
aan de vereeniging „Denk Doe", een
lichaam dat al zoovele schoolfeesten ge
organiseerd had en derhalve het eenige
aangewezene was, in wier handen het,
met kans op gunstig slagen, gesteld kon
worden. En hoe heeft D. D. zich
nu van haar taak gekweten P In hare
vergadering, tot dit doel belegd, werden
verschillende ontworpen plannen uitvoe
rig besproken; maar toen eindelijk de
meerderheid zich verklaard had en in
grove omtrekken een feestprogram voor
gesteld was, ging men ook met ernst
aan den arbeid. Het probleem moest
n.1. worden opgelost, hoe met de
bestaande fondsen een doel te he
reiken was, dat schijnbaar zoo
wel de finantieele als de lichamelijke
krachten niet te boven ging. En bij
voorbaat zij reeds gezegd, dat niet alleen
volledige uitvoering aan alle gemaakte
plannen is gegeven, maar dat er, wat
het finantieele betreit, zelfs nog gewe
zen kan worden op een voordeelig saldo%
En nu het feest zelve. Men is op*
reis geweest, op reis met 125 kinde
ren. Er is gereden, gespoord, getramd,
geklauterd op en over duinen, gegeten,
gedronken, gewandeld, geschoppeld en
gewipt, naar de wonderen in Artis geke
ken, enz. enz. Ziedaar in bonten chaos,
wat met het noodige overleg den klei
nen gepresenteerd kon worden. Meer in
verband voorgesteld, kwam het hier op
neer.
Het was in den ochtend van den 26en
Juni. De klok sloeg zes. Daar kwamen
van verschillende zijden een 25-tal
in feestdos gekleede kinderen van 12 a
13 jarigen leeftijd de oudste scholie
ren aanwandelenmet stralende ge
zichten uitziende naar de rijtuigen, die
hen naar 't station te Schagen zouden
brengen en zich ook geen oogenblik lie
ten wachten; want er dient aangestipt,
dat alles tot in de minste détails gere
geld was. Niemand behoefde te vragen
zoowel de kinderen als de geleiders wis
ten wat er van hen gevergd zou worden
en waaraan zich te houden. Een kort
jubelend afscheid en daar ging de kleine
stoet, langs den dijk, over den Hcmmor-
we» en door Barsingerhorn naar Schagen.
Vervolgens met den schooltrein van
half acht mêe en tegen 9 uur was men
fn Amsterdam, waar voor verreweg
de meesten alles volmaakt vreemd, nieuw
en verrassend was. Gij, volwassenen die
dit leest, kunt gij u wel voorstellen, wat
er in die kinderzielen omging, alleen op het
gezicht van h. v. „Gel' Centraal-station
Zoo ja, dau verkneukelt gij u ook in ge
dachte, als ge bedenkt, wat er iu die
jeugdige gemoederen moet gepasseerd zijn
toen eene wandeling volgde langs Den
Nieuwen Dijk, en welk een indruk De
Dam gemaakt moet hebben met zijn
gewriemel en gewoel van altijd haasti
ge menschen en zijn onophoudelijk ge
woel van gaande en komende trams.
De heeren geleiders. drie in getal
hielden daar echter wel rekening mede
en bleken derhalve voor hunne taak goed
berekend. Men wist vooraf, dat Amsterdam
veel, zeer veel aanbood; maar ook dat
onmogelijk alles in één dag bezien of
bezocht kon worden, en daarom besloot
men het weinige dat gepasseerd werd
goed op te laten nemen, opdat de in
drukken niet oppervlakkig maar van
blij venden aard zouden zijn. Het paleis
werd dus bezichtigd, alsmede het Monu
ment en de Beurs en de Nieuwe Kerk
en de aanhoudende drukte, kortom alles
wat de Dam op dit uur van den dag
aanbood. Toen ging het in een open
Tram naar de Plantage. Wat een ge
not voor die kinderen, bij mooi weer,
langs besproeide straten, zonder zon
nehitte of wind, zulk een heerlijken
rit te kunnen maken. En toen men
eindelijk uitstapte en na eene korte
wandeling plotseling voor Artis stond,
was de spanning het grootst. Wat zou
er in dat Eldorado te genieten zijn
Welke geheimenissen waren er achter
dat zware ingangshek met zijne ijzeren
adelaars verborgen Binnen enkele
oogenhlikken, volgde de oplossing en
eenmaal de laan met zijne krijschende
kakatoe's doorgegaan zijnde, bevonden
de jongelui zich op het zoo vurig be
geerde terrein, dat zooveel verrassingen
in levenden vorm voor hen bevatte. De
indrukken hier opgedaan in de onmid
dellijke nabijheid van kunstenmakende
olifanten, gluipend en in angst voor hun
ne jongen verkeerende tijgers, potsen-
makende apen, duikende ijsbeeren, gapen
de nijlpaarden, slapende slangen en
liefelijk zingende, vreemdsoortige vo
gels, is eenvoudig niet weer te geven.
Thans nog, na dagen komen stuksge
wijs de herinnering en de waargenomen
indrukken weer boven en 't is aller-
koddigst als men zoo ongemerkt de
luidjes er onder elkander over hoort
haspelen. De geleiders maakten hunne
wandeling door den tuin, zooveel mo
gelijk volgens den bestaanden gedruk-
ten wegwijzer, maar moesten natuurlijk,
met het oog op den beschikbaren tijd,
op zekere hoogte blijven steken om zoo
mogelijk bij latere gelegenheid de rest
te laten zien of dit aan eigen initiatief
over te laten. Het Aquarium kwam
aan de beurt, de wandeling langs den
denkbeeldigen bodem van rivier of zee,
midden tusschen de levende, geschubde
en ongeschubde fauna.
Wie nu het best onthouden had, wat de
vervlogene schooljaren op dit gebied gaven
en zoodoende de herinnering aan de wer
kelijkheid kon toetsen, genoot ook het
meest. Dat was te zien, want er waren
onder het ploegje, die werkelijk oogen te
kort hadden en te veel van het goede
op eens kregen. De tijd noodzaakte ein
delijk tot vertrek en wederom werd
van den tram gebruik gemaakt om
den Dam te bereiken. Langs het Dam
rak ging het toen terug naar 't Station
en ook dat werd bezichtigd, zoowel uit-
als inwendig, zoo boven als onder den
grond. Alleen de Lift hield eene hardnek
kige werkstaking en tot spijt van 't gelei
de kon dus van hare werking geen
aanschouwelijke voorstelling of ver
klaring gegeven worden. De trein
van 5 uur 18 nam eindelijk het gansche
gezelschap mede en in snelle vaart
ging het nu terug. Al rijdende gebruik
te men nog een lekkere beet, want
dat het den reizigers niet aan het noo
dige ontbroken had om de krachten bij
elkander te houden, behoeft hier zeker
niet aangestipt. Bij 't Station Alkmaar
werden zij door een driemaal herhaald
luidruchtig hoera uit een honderd
tal keelen, begroet. Wie waren dat
Wel, hunne joDgere schoolkameraden.
Die waren ook op reis geweest. Hon
derd koppen sterk, waren ook zij, met
vijf geleiders, denzelfden dag alleen
een paar uur later met een macht van
rijtuigen naar Schagen gegaan en met den
trein van tienen naar Alkmaar vertrokken.
Daar stond een groot rijtuig gereed
die alleen de kleinsten en de zwaksten
in zich opnam, om hen naar Bergen
te vervoeren. De rest zou dit reisje te
voet doen. Daartoe verdeelde zich de
schaar in drieën. Een twintigtal sterke
knevels van jongens voorop met een
wakkeren aanvoerder aan 't hoofd.
Daarna volgde eene schaar meisjes, die
het, al zingende, iets bedaarder aan
legden en ten slotte kwamen de jong-
sten, die al wandelend en al rustend
een half uurtje langer over den weg
zouden doen. Daar het weer hoege
naamd niets te wenschen overliet het
was stil en niet warm had de wan
deling onder de gunstigste omstandig
heden plaats en tegen half 12 stapte de
laatste ploeg het dorp binnen. Wat keken
zo allen rond, wat vonden ze alles
vreemd, wat was alles mooiNu, dit
is ook zoo. Bergeu is, wat natuurschoon,
wat ligging en bebouwing en wat aan
leg van tuinen en buitenplaatsen betreft,
een dorp bij uitnemendheid.
Maar dat liet kleine goedje zulks al
voelde, en geen woorden kon vinden om
dat gevoel te vertolken, dat was opmer
kelijk. Iu de tintelende kinderoogen
lag dan ook de gauscho ziel.
Tegen 12 uur kwam men eerst aan
het eindstation dezer wandeling n.1. den
speeltuin van C. Bruin, onmiddellijk
grenzend aan de hoogste duinen. De
lange tafels met stoelen en banken
stonden gereed. De melk wachtte
slechts op gedienstige handen om rond
gediend te worden. Broodjes en
versnaperingen in allerlei vorm man
keerden ook niet op 't appèl en zoo ging
men allereerst over tot het restaureeren
van den inwendigen mensch. En toen
Hoe aanlokkelijk zag de schop-
pel er uiteen schoppel voor acht
man, hoe wenkte die wipplank, hoe ver
leidelijk stonden daar voor de kleinsten
de hoppelpaarden gereed
Nauw was men dan ook verzadigd of
in dollen galop ging het op al dat
moois af. En daar had men het lieve
leventje in vollen gang, schoppelen, kun-
stenarijon aan den rekstok, hobbelen,
wippen al leven, vroolijkheid en ge
joel wat er om en aan was. Een half
uurtje ruim had die algemeene pret
zoowat geduurd, toen het sein tot
verzamelen gegeven werd en men
op het duin afging. Echte, mooie, be
groeide en onbegroeide duinen. En wat
een hoogteIedereen wenschte onmid
dellijk zijne onversaagdheid te toonen,
en voort ging hetliefst in éénen
tegen het allerhoogst gevaarte op om,
na een blik op het zich ontplooiend
panorama er aan de andere zijde weer
af te hollen. Dat ging lekker, dus nog
eensEn zoo bijna met de tong
uit den mond, ging het een
tijdje op en af, tot men zoowat met
het zaakje vertrouwd raakte en zich
langzamerhand grappen en comische ta
fereeltjes in allerlei vorm ontwikkelden.
Daar had men o. a. een paar groepen
jongens en meisjes geposteerd op
twee verschillende duinruggen. Zij zouden
elkander vangen. Maar jawel, als de
le partij de hoogte afstoof om de andere
te begaan en men de vijandelijke stelling
eindelijk beklommen had, zag men, dat
de tegenpartij zich dien tijd benuttigd
had, om op een verwijderden top een
nieuwe stelling in te nemen. En zoo
bleef het. Het was een gejakker en een
gejuich van heb ik jou daar. Een an
der stelletje was met opgestroopte mou
wen aan 't graven. Zij werkten, of het
regelrecht naar het middelpunt der
aarde moest. Tot belooning vonden zij
water, maar tot drinken kwam het toch
niet. Het was te groezelig en de pomp
met het heldere duinvocht was nabij.
En de Heeren geleiders, hoe hielden
zich die Om ronduit de waarheid te
zeggen zij waren allen in die gezel
lige uren een kwart eeuw jonger ge
worden. Zij holden en sprongen met
de jongens en meisjes door dik en door
dun. De onder de korenmaat verscho
len gaven van kracht en behendigheid
kwamen nog eens in vollen luister aan
het lichtin één woord, zij gevoelden
zich gelukkig met de gelukkigen en
blij met de blijden. En voor de jongelui
was het werkelijk een zegen, dat zij dien
dag zulk een geleide troffen een geleide,
dat zich zoo geheel wist te geven ten ha-
te der kinderen. Men bezocht natuur
lijk ook het machinegebouw der Alk-
maarsche "Waterleiding met de bijbe-
hoorende reservoirs, hoewel de wijze
van werking voor het meerendeel tot
het onbegrijpelijke bleef behooren. En
dit is natuurlijk, want de oudere meer
ontwikkelde scholieren waren in Am
sterdam. Toen de pret een paar uur ge
duurd had, ging het weer naar den speel
tuin terug. Nog eens gegeten en gedron
ken, nog eenmaal een toertje geschoppeld
en gewipt, toen een afscheids-rennetje
op het duinvanaf de hoogste toppen
de zee nog eens bezien met hare ver
scheidenheid van zeilende schepen en
toen algemeen appèl. De terugtocht zou
aangevangen worden. Ook deze geschied
de geheel naar wensch en juist stond
men weer te Alkmaar op 't perron toen
de Amsterdamsche trein binnenstoomde
en een algemeen hoera de vereeniging
der reizigers aankondigde. Gezamenlijk
ging het nu naar Schagen, elkander
vertellende van de kogels die men te
Bergen in de afgeschoten kerk gezocht,
maar niet gevonden had, van de ko
nijnen die in 't wild zoo vlug als hazen
zijn enz. enz. Te Schagen gekomen,
stonden de rijtuigen gereed en in optocht
ging het nu huiswaarts, elk voorzien
van een gevulden zak om onder weg
zoo lang mogelijk het mondje gaande
te houden. Het halve dorp stond tot
ontvangst den kleine reizigers gereed en
wat er daarna is geschiedenz.
Men was thuis. Het feest was ge
slaagd boven verwachting geslaagd en
de Vereeniging D. D. en de Dames en
Heeren Rederijkers, die de ziel van de
zaak bij elkander wisten te brengen, ko
men een woord van hartelijken dank toe
voor de moeite, die zij zich hebben moe
ten getroosten om tot zulk eene uitkomst
te geraken. Ouders en kinderen waren
dubbel tevreden en het doel, dat men
met dergelijke feesten voor heeft, is weer
eene schrede nader gekomen.* op Kol-