Al IE IS El HEUS-,
AfliEMiÈ- L11M
Yallenfle Sterren.
Donderdag 16 Juli 1896,
40ste Jaargang No. 3115.
d
FEUILLETON.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. WINKEL.
Bureau: 8CHAGKS1» taan, D 4.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60*
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van l tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Binnenlandsch Nieuws,
school feest.
Vergadering van den
raad der gemeente Anna Panlowna,
gehouden op heden Zaterdag 11 Juli
1896, des namiddags 4 ure.
Afwezig vacature Schenk.
Na opening der vergadering worden de
notulen gelezen en onmiddellijk goedge
keurd.
Vervolgens worden ter tafel gebracht
de geloofsbrieven van het nieuw be
noemde raadslid, den heer L. Metzelaar
welke na onderzoek met algemeene stem
men worden goedgekeurd.
De Voorzitter stelt vervolgens voor,
om in geheime zitting te behandelen:
eenige besprekingen omtrent de dokters
woning en een reclame op den Iioofde-
lijken Omslag; hetgeen met algemeene
stemmen werd goed gevonden.
Na heropening der vergadering werd
met algemeene stemmen het volgende
besloten
1. dat, daar er met 1 Augustus f 1200
beschikbaar moet zijn voor het aange
kochte perceel meestoof en met 1 Aug.
geen geld beschikbaar is en f 1000 kas
geld benoodigd is, eene geldleening aan
te gaan van f 2500, bij het Land-
bouwcrediet te Alkmaar en die in 1896
af te lossen en dat te vinden uit den post
Onvoorziene Uitgaven.
2e dat, daar er bij de dokterswoning
een koetshuis met stal gebouwd moet
worden, het reeds genomen besluit van
eene geldleening, aan te gaan van
f 7000.—, in te trekken en daarvoor in
de plaats eene geldleening aan te gaan
van f'9000.— tegen 4°/0 met eenejaar-
lijksche aflossing van f 500.te begin
nen in het jaar 1902 en dat te vinden
uit de gewone middelen der gemeente.
Voorzitter voegde aan deze besluitentoe,
datB.enW.als toelichting een schrijven aan
Ged. St. erbij zouden voegen, waarom
de geldleening op die manier werd aange
gaan. De redactie zou aan B. en W.
wel worden overgelaten meende de Voor
zitter.
Volgde nu de algemeene rondvraag,
Roman van Robert Byr.
TWEEDE BOEK. 10.
„De prins zelf?" De uitroep alleen ver
ried reeds, dat de aankondiging van het
bezoek van den prins groote verwondering
wekte.
Een zacht knikken van den kamerdienaar
was daarop het antwoord. Ook de dames
stonden op, om zich terug te trekken, maar
gaven toch dadelijk aan de uitnoodiging om
te blijven gevolg, wat blijkbaar gravin
Valeska met groote genoegdoening ver
vulde. Er zou zeker weer iets te zien en
op te merken vallen, wat lang niet alle
daags was.
Een merkbare spanning trad iu en men
kon baar zelfs op de ernstige trekken der
prinses lezen. Hare helder blauwe oogen,
kregen een starenden glans, evenals het ijs
in maanlicht. Inderdaad echter duurde het
geen minuut, of de aangediende trad,
door zjjn adjudant gevolgd, de kamer bin
nen.
Trots zijn lange gestalte, trad hij met
lichte, veerkrachtige schreden op de prinses
toe, die opgestaan was en hem te gemoet
trad. Hg knikte haar vriendelijk toe, nam
hare hand en drukte dien tegen zyn baard,
die iets langer was, dan men dit by officie
ren in vredestyd gewoon was, en mond en
kin, ja van de slapen af, zyn gelaat donker
omschaduwde.
„Ik heb met genoegen gehoord, lieve tante,"
zeide hy met diep stemgeluid, dat zoo
treflend bij zyn gansche gestalte paste, „dat
alles zoo goed is afgeloopen; maar ik wilde
beneden toch niet weder terug keeren,
zonder n dat zelve gezegd te hebben."
Haar tegengroet bleef bij al deze vertrouwe
lijkheid stijf en klonk zelfs scherp, toen zij
hem dankend, na een korte aanmerking toe
voegde: „Het is zeer vriendelijk van u en
ik moet het ten zeerste op prys stellen, dat
gij uw afkeer in het afleggen van be
zoeken om mgnentwillè hebt overwonnen.
Ik had het nauwelijks durven hopen, u reeds
weder zoo spoedig terug te zien."
Met een gebaar vol vrouwelyko beleeld-
heid, noodigde zij hem uit, in de volgende
kamer te gaan.
„Ja, gelukkig brandt het niet alle dagen
waarbij niets ter behandeling zich voor
deed, zoodat do vergadering gesloten
werd.
(Dit vorslagje is reeds Zaterdagmiddag aan onze
abonnés in Anna Panlowna en omtrek per Bulle
tin medegedeeld. de Bed.)
Duinwater automaat.
De heer P. Polet, directeur der gasfa
briek eu waterleiding te MIDDELBURG,
heeft den automaat ook op duinwater toe
gepast. De Midd. Ct, vertelt er o. a. het
volgende er vaD
Het instrument ziet er hoogst eenvou
dig uit en heeft den vorm van een om-
kaste pomp. In het bovendeel er van is
een raampje aangebracht, waarin, als het
toestel gevuld is, het woordje „vol" voor
komt, terwijl er onder de volgende ge
bruiksaanwijzing is te lezen
«Zet den met duinwater te vullen ern-
mtr onder den uitloop, en zie of het aan
den voorkant aangebrachte peil op „vol"
staat. Is dat niet het geval, dan wacht
men een oogenblik.
Plaats het aan de voorzijde aanwezige
kandeltje naar rechtswerp een cent in
de aan deu zijkant aanwezige slenf, draai het
kandeltje snel van rechts naar links en men
bekomt een emmer duinwater".
Daardoor kan men zonder kostbare bui
zenleiding op verschillende plaatsen den
inwoners gelegenheid geven, om voor een
luttel bedrag een cent per 10 liter
elk oogenblik van den dag zich van zui
ver water te voorzien, terwijl ook de ex
ploitatie der waterleiding er mede voort
gaat;
De automaat registreert de hoeveelheid
water die verstrekt is, en oefent zoo dus
contió'.e op de kas.
Door tegenwoordigheid
Van geest van den machinist van trein 13 is
dezer dagen aan den spoor—overweg te RO-
ZENDAAL een groot ongeluk voorkomen.
De mailtrein uit Vlissingen reed het
station binnen, doch de afsluitboomen ston
den open en verscheidene personen pas
seerden den overweg.
De machinist remde met kracht, doch
de afstand was te klein, en ieder dacht
niet anders of verscheidene personen wer
den overreden.
by u," antwoordde hy met ongekunstelde
vrymoedigheid, die zich zoo geheel aan den
invloed van baar styve houding onttrok.
„Overigens heb ik mij voorgenomen, my te
beteren, tante. Wanneer ik nu in het tegen
deel mocht vervallen en u naar uw zin te
veel bezoek, moet gy het my eveneens
zeggen."
Hy' was haar, terwijl hy de dames met
zijn muts een lichten groet toewenkte, in het
kleine cabinet gevolgd. Dit was bet vertrekje
waarbeen de prinses zich begaf, als zy
positief alleen wilde zyn, öf hare persoonlyke
zaken wensebte af te doen.
De achtergeblevenen trokken zich een
weinig in de vensternissen terug en dempten
hunne stemmen; slechts het schelie, door
dringende geluid van gravin Valeska, dreigde
soms door de portières naar het cabinetje
door te dringen. Zy was het dan ook na-
tuurlyk, die het gesprek voor het grootste
gedeelte onderhield, dat zich door een paar
vragen van den adjudant op levendigen toon
ontsponnen had. De stramme soldatenflgunr
bewoog zich als een man van de wereld in
dezen kring. Zyne terughouding werd
getemperd door de beleefdste opmerkzaam
heid, die zich door het verbaal van
de op wonde jonge dame, in een „Ahl
„Ja werkelyk 1 Inderdaad 1" lucht gaf.
Deze uitingen van een levendigen indruk
werden slechts verhoogd, door de bepaald
boosaardige voorstellingen, die de gravin
zich veroorloofde van bet ongeval te geven
zoodat zij zichzelve bepaald uitermate'
geestig vond. „Habaha zeer goed
kwam het by zeer kleine tusschenpoozen
in korte stooten, over de lippen van don
militair. Ware deze uitroepen niet zoo rustig
en bedaard geweest, men zou aan de on
weerstaanbaarheid van de geestigheid yaD
Valeska geloof geslagen hebben. By het
gadeslaan evenwel van den styven blik, die
steeds op den uitgang van het cabinet ge
richt was, begreep men dadelyk, dat zy
dienen moest, als dekmantel voor een vol-
komene afwezigheid zijner gedachten. Daar
de vroolijke praatster er verre van was, dit
op te merken, twijfelde zij geen oogenblik
aan de echtheid van zyn betoonden byval
en meende daarom ook harerzyds, hem ge
legenheid te moeten geven, zijn woordje te
doen. De vraag, waarmede zy den luisteraar
in een prater trachtte te veranderen, was
wel wat koen gewaagd.
„Zeg my eens, mynheer do luitenant, is
het werkelyk waar, dat de tooneelspeelster
Jenisch waggelt
„Maar myn kind 1" riep de gravin boos
over zulk eene onbeschaamdheid. „Wat on-
Gelukkig veroorzaakte het remmen een
kleine vertraging, waardoor de personen
nog juist den tijd hadden vlak vóór de
locomotief uit te wijken. Zonder remmen
waren minstens vier personen overreden ge
weest. Allen waren dan ook erg geschrok
ken.
De wachter, belast met het sluiten
der hoornen, heeft echter geen schuld
aan het verzuim. Hij kon den mailtrein
niet zien aankomen, doordien een vertrek
kende goederentrein hem het uitzicht be
lette.
De jaarlijksche harddra-
verij aan de „Hengstman" te Heer Hu-
gowaard, den 12en Juli 1.1. gehouden,
is als gewoonlijk door een talrijke menig
te bijgewoond.
Van de elf harddravers, die aan den
wedstrijd deelnamen, won het paard „de
jonge Willem III", van den heer C. Broers
te Benningbroek, den prijs van f 40 en de
blauwe schimmel „Ideaal", van den heer
S. Snoek te Bergen, de premie van f 10.-—.
Tijdens de wedrennen te
Bussum brak eergisteren een brand uit
in de bosschen, grenzende aan het wed
strijdterrein. Enorme rookwolken dreven
over het bosch heen en soms kon men
de vlammen boven de denneboomen zien
uitkomen. Gelukkig was men er spoe
dig bij, en dear er weinig wind was, kon
men de vaart der vlam ta en door zindbe-
strooiïug vrij spoedig stuiten.
De oorzaak is niet bekend. Waar
schijnlijk zal de brand te wijten zijn aan
het onvoorzichtig omgaan met vuur bij
deze droogte.
De bosschen behooren aan den heer
Laan te Wormerveer en zijn niet verze-
zekerd. De schade is niet groot.
Een honderdjarige. Men-
schen van over de honderd jaar, houden
op zeldzaamheden te zijn. Vrijdag heeft
te ZAAMSLAG de wed. M o e n s haar
lOOen verjaardag gevierd. De bevolking
versierde het huis der eeuwige en bood
haar eenige geschenken aan, terwijl de
kerkeraad der gemeente niet achterbleef,
's Middags en 's avonds was er muziek in
het dorp.
beschaamd 1"
„Maar waarom toch, nun spreekt er toch
algemeen over wat hindert het, Ik zou
het zoo gaarne wetenZeg eens, mynheer
von Ringseis," vleide zy, „gij moet het
toch wel weten, waggelt zy werkelyk?"
Hy had den tijd gehad, zich tegen de naïve
overrompeling te verdedigen.
„Dat zal wel hot geval zyn," antwoord
de hy.
„Hal"
„Zoo dikwyls tenminste als het haar uit-
drukkelyk in haar rol staat voorgeschre
ven," g'ng hy bedaard voort, zonder een
oogenblik zyn gelaat te vertrekken.
»D, gij weet meer," zeide zij, geen ge
noegen nemende, met het onvoldoende
antwoord. „Dat bedoel ik niet, ik bedoel
of bare positie minder vast geworden is."
„Myn lieve Valeska!" deed de gravin op
strengen toon booren.
„Zeker, in hare positie als voorleze
res?' voegde de verwaande jonge dame er
met gekunstelde verwondering en tegelyk
met een listig lachje aan toe.
„Het spijt my ontzettend, freule, niet in
de gelegenheid te zyn, u daarop eenig ant
woord te kunnen geven," antwoordde hij
met een styve buiging. „Alles wat hare
hoogheid, de prinses Helena betreft, komt
uitsluitend voor rekening van haar opvoed
ster. Wanneer gij u wellicht onmiddel-
lijk tot hare exellentie Stachelberg wildet
wenden."
„Dank u, dank u 1* dankte de gravin hem
lachend en met uitgestrekte handen.
De luitenant had zich evenwel reeds aan
baar onttrokken, daar by den hofmaarschalk
moest begroeten, die zoeevon juist was bin
nengetreden en zich nu dadelyk beleefd tot
Hilde wendde. Zij had, zonder zelve aan
het gesprek deel te nomen, stilzwijgend
daarnaar geluistord, ten laatsto niet zonder
wolgevallen, daar zij de tegenwoordigheid
van gesst van den officier zeer leuk go-
vonden had; te meer, daar zy eerst niet
meer dan een ledepop in hem meende te
moeten zien. Nu greep zy verheugd naar
de schets, die zij reeds op het eerste oog
herkende, en die de maarschalk tot dus
verre op den rug gehouden had en haar nu
toestak.
„Is dit niet iets van u vroeg hy mot
welwillende scherts. „Wij hebben het gevon
den onder een commode. Wat krijg ik voor
loon, als vinder
Het antwoord bleef achterwege, daar de
prinses en baar neef weder onder de portières
verschenen. Het bezoek had niet lang ge-
Zondag 12 Juli was voor
de kinderen der drie soholen te Winkel
de lang verbeide dag, de dag van het
Te half twee des namiddags werd het
in het Kerkgebouw der Hervormde Ge
meente geopend door den Voorzitter der
Afdeelir.g Winkel van Volksonderwijs, den
heer d. J. Onnekes.
Allereerst sprak hij tot de leerlingen,
die de school verlaten hebben en aanwezig
waren om een getuigschrift te ontvangen;
hij wees op de beteekenis van dat getuig
schrift, dat gegeven wordt voor getrouw
schoolbezoek, betoonde vlijt en goed gedrag.
„Gij hebt," zeide bij, „de eerste jaren uwer
ontwikkeling doorgebracht; maar meent nu
niet, dat ge volleerd zijl; ge stait aan het
begin eener nieuwe school, de school van
het maatschappelijk leven, waarin vele
moeilijkheden door u zullen moeten over
wonnen worden. Tracht het tot heden ge
leerde in toepassing te brengen, vergeet
het niet en vooral, vergeet ook niet uwe
leermeesters." In de tweede plaats werden
de kleineren toegesproken en eindelijk de
ouders, die in groot aantal aanwezig wa
ren, om mede te genieten van de vreugde
der kinderen.
Hierna werden eenige liederen gezon
gen, met begeleiding van het orgel en had
de verloting plaats klas voor klas
der aangekochte prijz?n. In optocht
ging het nu, met Winkels Fanfarecorps
in het midden, van het Oosteind naar 't
Westeind der gemeente, van het West-
eind naar het Postkantoor en van dsar
naar de kolfbaan van den heer A. Wit,
waar de poppenkastman reeds gereed
stond om door zi,ne vertooningen de kin
deren verder te vermaken.
Eren als vorige jaren was een tiental
dames ijverig in de weer om de grage
mondjes te voorzien van krentenbrood,
koek en verfrisschenden drank. Om zes
uur sloot de voorzitter het feest met een
opwekkend woord tot de kinderen om te
zorgen, dat ze allen een volgend jaar weer
tot het feest kunnen worden toegelaten;
tot de ouders om vooral lid te worden, zoo
ze het nog niet zijn, om door hunne bij
dragen het feestvieren mogelijk te maken;
en met een woord van dank aan allen.
duurd. De prins verontschuldigde de kort
heid daarvan met eenige beleefde woorden
en begaf zich, vooraleer hy heenging, naar
de gravin Böhien, die hij eveneens zyn leed
wezen betuigde over de door baar door
gestane schrik. Terwyl syne tan e vervolgens
den gelukwensch van den adjudant in ont
vangst nam, wendde de prins zich ook nog
tot Hilde. Met dezelfde volle ernst, waarmede
hij straks was binnengetreden, zag hy na
ook op Hilde neer.
„Na, hebt gij nog iets gered, juffrouw
Brandolf, nit den vreeselyken vuurgloed, die,
zooals ik gehoord hebt, u bijzonder bedreigd
heeft vroeg hy spottend.
„öelukkigarwyze niet mij, maar mijn lief
inboedeltje, hoogheid," antwoordde zij on
bevangen, op den toon van den prins in
gaande, die het gebeele voorval alles behalve
zwaar scheen op te nemen. Daarby boog zy
zich diep.
„Daartoe behoort ook zeker dit porfret,"
zeide hy, op de schets van het kasteel Bernhau-
sen wyzende, dat Hilde by zyn binnentreden
haastig tegen een stoel gezet bad. „Het
moet u zeer aan het harte gegaan hebben,
naar de uitdrukking van uw gezichtje tb
oordeelen, dat zooals ik bemerkte van blijd
schap straalde, toen gy dit product in ontvangst
naamt. Heb ik goed gezien en goed ge
raden
„Met de zekerheid van een jager, hoog
heid. Het is een herinnering aan thnis
en daarom zou het verlies mij leed hebben
gedaan."
„Mag men het bezien? Hebt gij hot
zelve geteekend P
„Dan was het verschrikkelijk leelyk ge
worden."
Ean vluchtig lachje vloog er over bet
mannelyke gelaat van den prins. Hy groep,
om Hilde de moeite daarvan te sparen,
zelf uaar de schets en bekeek die met be
langstelling.
„Men kan niet alle talenten hebben,"
knoopte hij nog aan hare opmerking om
trent haar talent van teekenen vast, „wie
zoo meesterlyk speolt, behoeft niet maar
dit is werkelijk mooi. Wonderlijk, dat ik
nog nooit in dien omtrek was. Vanaf
den spoorweg ziet men hot slot zeker
niet P"
„Van uit do verte, over de stad heen, toch
wel, hoogheid."
„Maar hoe komt het dan, dat mij dat
nooit is opgevallen Het moet in één woord
schoon zyn. Ik wist niet, dat het slot zoo
goed ondorboudon was. Zie toch eens, tante,
dat is Beruhausen 1 Kunt gij er u een idee
van vormen Sprookjesachtig 1 Deze bouw-
die tot bet welslagen hadden medegewerkt
De heer J. Bakker dankte namens de
kinderen voor het genotene en met een
paar jodekoeken in de hand, gingen allen
vroolijk en tevreden huiswaarts.
De Afdeeling "Winkel van Volksonder
wijs heeft zich weder kranig gehouden;
zij heeft gemaakt, dat er bijna geen wil
lekeurig schoolverzuim heeft plaats gehad
en daarvoor verdient zij niet alleen dank,
maar ook geldelijken steun van ieder, die
daartoe in staat is.
Dinsdagmiddag, 14 Juli,
is de kapitale boerenplaats, eigendom en
bewoond door den heer A. Dalenlerg Sz.
te Groet, gemeeDte Schoor], door een
onbekende oorzaak tot den grond toe afge
brand. Alles was verzekerd. De vlammen
grepen zoo snel om zich heen, dat niets
gered werd.
-—Daar er in den laatsten
tijd nogal geklaagd wordt over slechte
uitkomsten met het uitbroeden van kip
peneieren, zoo verdient wel vermelding,
dat zich te REUVER (L.) het zeldzame
geval voordeed, dut in een nest* een kie
kentje méér ter wereld kwam, dan er
broedeieren ingelegd waren.
Bij het hooirijden viel
aan de Zedde, nabij Monnikendam, een
voer hooi van den wagen. Eea maaier,
die het afglijden voorkomen wilde, viel
in de sloot eu het hooi boven op hem.
Trots alle maatregelen om hem te redden,
bleek het, dat hij gestikt was.
Benoemd tot Heemraden
van het Heemraadschap Wieringen de
heeren S. Klein en S. Cz. Bakker.
Toelatingsexamen H. B. S.
te Alkmaar.
Van de 47 die zich voor bedoeld exa
men aangegeven hadden, zijn er 43 op,
gekomen. 'Ioegelaten 24Gertrude La-
mot, W. van der Vooit, J. Holsmnller,
Th. Gouverne, W. v. Griethuijsen, H.
Lind, J. Blaauw, M. Bauerman, A. Hoek,
Ariën Schouten, D. Tolle, J. Goes, Th.
Mulder, A. den Bouwmeester, C. Noome,
Bern. Schouten, JohaDna Bossert, H. de
Wildt, L. Prins, N. Gemser, C. Glijnis,
orde is
„Is ook werkelyk sprookjesachtig," haastte
Hilde zich te zeggen, om aan de dwaling
van den prins een einde te maken. „Een
lustslot slechts. Wanneer niet oen toover-
staf, het in werkelykheid weet te veranderen,
blijft het eeuwig in de wolken staan, of
schoon mijn goede papa gelooft, dat het
vandaag of morgen nog eens tot stand zal
komen. Zeker evenals by asschepoetster, waar
bij als de klok twaalf geslagen heeft, alles
weder verdwynt. De koets verandert in
een karn wagen en de paarden in muizen
en de koetsier iu een dikke rat, die weder
naar welgevallen in het oude Bernhausen
kunnen rondvroeten.
„Br., ratten en muizen 1" steunde gravin
Böhien tegen de etiquette in en zag vrees
achtig om zich heen, als dansten die vroo
lijke diertjes rondom haar.
Een vluchtig lachje zweefde er wederom
om de lippen van den prins, maar niet om
de bespoitelyke angst der oude dame; het
gold de jonge, vroolyke praatster, waarop
zyn blik zich onophoudelyk met warmte
vestigde.
Zyne tante lachte niet, dat spel duurde
haar reeds te lang.
„Een fantasie-ontwerp, zonder waarde dus,"
oordeelde zij scherp, zonder de schets een
blik waardig te keuren.
„De waarde is er daardoor des te grootor
door," merkte de prinB op, waarbij hy Hilde
scherp in de oogen zag. „Reimar, wanneer
ik goed lees. Is dat een schilder
„Een ingenieur aan den spoorweg," gaf
Hilde, ernstig wordend, ten antwoord; terwyl
een bijna onmorkbaar rood, hare wangen
kleurde. „Hy beeft in het voorjaar
een paar maanden In Bernhausen zyne be
zigheden gehad. Toen ontstond de schets."
,'t Schynt een geschikt man te zijn. Tee-
koning en idee zijn heel goed, het ontworp
is koen en smaakvol, de kleuren schakeering
kon beter zijn. Voor een ingenieur even
wel zeer goed." Dj prins gaf do schets
aan zijn adjudant, die ze op een tafeltje
lag en wisselde tot grooto genoegdoeuing
der prinses van thema, waarbij hij hare
hofdame woder in bet gesprek trok, door die
te vragen of men nog niets bestemds om
trent den brand wis*.
„Zoovor ik weet, nog niet, hoogheid,"
antwoordde de gravin. „Het is nog niet
vastgesteld geworden, of de oorzaak eon
spiritusvlam, een lucifer of slechts
aarzelend waagde zy haar eigen vermoeden
tegen dat van de prinses te plaatsen „of
ean kool uit een strykyzer
„01 een sigaar is" viel do prins in-