IEE1
AiratsEtit- LulMiL
Zondag 19 Juli 1896.
Q
40ste Jaargang No. 3116.
en
Dit blad verschijnt tweemaal per week Woensdag-
Zat e r d a g a v o n d. Bij inzending tot 's morgens 9 ure, worden
ADVERTENTIEN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f 3.Franco per post f 3.60*
Atzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels f 0.25;iedere regel meer 5 ct.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Bij dit Nummer behoort
een Bijvoegsel.
Binnenlandscb Nieuws.
j
COURANT.
UitgeverJ. WINKEL
Bureau: 8CHAO®®» ILaan, 11 4.
Evenals de Liberale Unie reeds vroe
ger, heeft nu ook de Vereeniging voor
de Staathuishoudkunde en de Statistiek1*
het pacht-eontract aan de orde gesteld.
Het veelzijdig karakter der zaak, waar
op wij bij eene vroegere behandeling
de aandacht vestigden, blijkt nu ook
onwillekeurig uit de keuze der man
nen, aan wie laatstgenoemde vereeni
ging het uitbrengen van praeadviezen
opdroeg en uit den inhoud, of liever
uit de algemeene strekking hunner ad
viezen.
De heer H. M. Hartog, de bekende
landbouwkundige, heeft zich 'geheel be
wogen op het gebied der practijk. Men
zou zijn stuk een handboek kunnen
noemen bij het sluitenjvan pacht-contrac-
ten. Hij behandelt echter hoofdzakelijk
die punten, welke in elk contract ge
regeld moeten worden, maar voor elk
contract van bepaalde omstandigheden
en gegevens afhangen. De heer Har
tog acht een voor alle gevallen gel
dend model-pacht-contract onmogelijk
en, zooals uit het vroeger door ons
gezegde bleek, zijn wij dat met hem
eens.
De tweede praeadviseur is de hoog
leeraar Mr. J. baron d'Aulnis de
Bourouild, die de zaak uitsluitend uit
een rechtskundig oogpunt behandelde en
daarmede een gebied betrad, waarop de
wetgever inderdaad wel wat te zeggen
heeft, daar hij de rechtsverhouding kan
bepalen, die een pacht-overeenkomst
tusschen eigenaar en pachter doet ont
staan. In hoofdzaak overeenkomstig on
ze eigen opvatting, meent hij, dat er
slechts op twee punten sprake kan zijn
van dwingend recht, dat is van be
palingen, die de wetgever aan hen, die
een overeenkomst sluiten, kan opleggen
lo. de vergoeding aan den vertrekken-
den pachter wegens verbeteringen2o.
de verplichtingen van den eigenaar, om
den pachter bij onvoorziene schade te
gemoet te komen.
Tot ons leedwezen is de hoogleeraar
zelfs op die punten geen bepaald voor
stander van dwingend recht, terwijl alle
andere zaken z. i. geheel aan het goed
vinden van partijen moeten worden
overgelaten.
Eindelijk hebben we als derden
praeadviseur de heer K. de Boer Cz.,
lid van de Tweede Kamer, die zijn
vleugelen veel te wijd uitslaat en van
het pacht-contract dingen verlangt, die
het niet geven kan, hoewel wij overi
gens erkennen, dat hij de zaak weer
behandelt uit een ander, en wel uit het
meest belangrijke, het sociaal-economisch
oogpunt. Als hij echter door het pacht-
contract de vormen van het grondbezit
wil wijzigen, en bij de behandeling van
het pacht-contract de progressieve
grondbelasting ter sprake brengt dan is
het duidelijk, dat hij van de zaak meer
verlangt dan zij geven kan.
Wanneer wij de zaak aan de hand der
praeadviezen beschouwen, dan komen
wij tot de gevolgtrekking dat er drieër
lei verhoudingen zijn waar te nemen in
het pacht-contract, die ieder een bij
zondere wijze van behandeling vorde
ren
1°. De rechtsverhouding.
De wetgever moet de daaromtrent be
staande voorschriften noodwendig aan
vullen met bepalingen omtrent de we-
derzijdsche rechten en verplichtingen
van pachter en eigenaar.
Niet alleen achten wij uitkeering aan
den pachter noodig voor de verbeterin
gen, die hij aan den grond heeft aange
bracht, maar evenzeer verhaal voor den
eigenaar op den pachter, die den grond
in waarde doet achteruitgaan. Nu is dat
misschien heel moeilijk te regelen, maar
in allen geval moest men den eigenaar
recht geven} om den pachter, die zijn
grond verwaarloost, binnentijds de pacht
op te zeggen. Wil men beweren, dat dit
een door belanghebbenden in het con-
iiact op te nemen voorwaarde kan zijn,
dan willen wij dat niet tegenspreken,
maar wij zouden ons daarmede niet te
vreden kunnen stellen, in zoover het de
vergoeding voor verbeteringen betreft,
omdat de pachter tegenover den eige
naar de zwakke partij is, die in de wet
steun moet vinden. Maar bovendien is
het een zaak van algemeen belang, dat
de grond niet achteruitga, doch steeds
verbeterd worde. Zeker, de naaste be
langhebbenden zijn eigenaar en pachter,
maar de algemeene welvaart hangt
ten nauwste samen met de steeds toe
nemende productiviteit van den bodem.
2°. De sociaal economische verhoudin
gen.
Als zoodanig beschouwen wij voor
waarden, die wel niet, als de zooeven
bedoelde, in de rechtsverhouding zelve
haar grond vinden en daaruit noodwen
dig voortvloeien, maar toch verder rei
ken dan de na te melden zuiver persoon
lijke verhoudingenmen moet daaron
der begrijpen al die bepalingen, die den
stand der pachters, die den toestand van
den grond in het algemeen ten goede
kunnen komen, b.v. verzekering van een
niet te korten duur der pacht, waarbor
gen, dat een pachter niet ontijdig en an
ders dan om goede redenen van zijn
pacht ontzet wordevoorkeur voor be
stendiging der pacht op niet te bezwa
rende voorwaardenvoorschriften om
trent grondverbetering, wijze van bebou
wing en bemestingwaarborgen tegen
uitputting van den grond, enz.
Al die en dergelijke bepalingen han
gen van bijzondere omstandigheden, van
tijd en plaats af en het is derhalve on
mogelijk ze in een wet te omschrijven
op zoodanige wijze, dat daaraan uitvoe
ring kan verzekerd wordenook zijn
dit alle zaken, waaromtrent in den loop
der tijden de inzichten zeer kunnen wis
selen. Men dient dus wel de opneming
en de wijze van formuleering dier ver
schillende voorwaarden aan belangheb
benden over te laten maar ze zijn aan
den anderen kant van te groot alge
meen belang, om ze geheel aan ieders
welgevallen toe te vertrouwen. Daar
om zouden we meenen, dat de wet ten
deze eenige algemeene regelen zou kun
nen stellen, die daarbij in ieder geval
in acht te nemen zijn, en bovendien
maatregelen zou kunnen verordenen,
waardoor de goede werking en stipte,
nakoming van zulke voorwaarden worde
bevorderd.
3°. De geheel persoonlijke verhoudin
gen.
Of b. v. een eigenaar aan den een
verhuren wil en aan den ander niet, of
hij den een goedkooper wil laten wonen
dan den ander, hoe en wanneer de pacht
betaald moet worden, enz, al die en
dergelijke zaken gaan alleen den eige
naar en den pachter aan. Het is goed,
dat de openbare meening worde voorge
licht en daarvoor vindt men o. a. in het
praeadvies van den heer Hartog goede
gegevensmaar ter handhaving en ver
zekering der nakoming van die voor
waarden zijn de gewone rechtsmiddelen
alleszins voldoende.
De heer de Boer verlangt
1°. dat eene doelmatige behan
deling van den grond gewaarborgd en
deze groote bron van volkswelvaart tot
de hoogst mogelijk productiviteit opge
voerd worden 2°. dat het bestaan ee-
ner plattelandsbevolking gewaarborgd
worde door aan deze het billijk deel
van de opbrengst te verzekeren. Met
deze uitspraken kan men ten volle in
stemmen, maar het is niet denkbaar,
dat die wenschen alleen door de wer
king van het pacht-contract vervuld
worden. Een goede regeling ervan ver
mag echter in die richting veel goeds
te bewerken en daarom moet aller po
gen erop gericht zijn, dat doel zoo spoe
dig mogelijk te bereiken. Daartoe is
echter in de eerste plaats noodig, dat
men zich bepale tot de zaak zelve en
haar niet verwarre of vermeDge met
andere, die, hoe wenschelijk ook wel
licht op zich zelve, moeten geacht wor
den buiten dit onderwerp te staanin
de tweede plaats, dat men wel onder-
scheide, waar en in hoever de wetgever
dwingend kan en dan ook moet optre
den, waar hij slechts helpen en steunen
kan, waar hij zich geheel moet onthouden.
Als de behandeling der zaak in de
Vereeniging voor Staathuishoudkunde en
Statistiek daaromtrent klaarheid van in
zichten en overeenstemming omtrent het
na te jagen doel bereikt, dan zal zij,
door dat onderwerp aan de orde te
stellen, een gewichtig volksbelang een
groote schrede voorwaarts gebracht heb
ben.
|||Na deze algemeene beschouwing ko
men wij later nog wel eens op enkele
bijzondere punten nader terug.
Vergaderingvanden Raad
der gem. Wieringerwaard, gehoa-
den den 15 Juli 1896, des voormid
dags ten 101/2 uur.
Aanwezig de heeren 1b. Zijp Hz., J.
D. Schenk1b. Kooij JzV. Bakker Jz.
en de Burgemeester C. Dz. Rezelman.
Afwezig de heer J. L. 1. Groneman
volgens kennisgeving wegens verhinde
ring.
Na opening der vergadering worden
de notulen der vorige bijeenkomst gele
zen en zonder aan- of opmerkingen goed
gekeurd.
De Voorz. bracht^ daarna ter tafel:
le. Een schrijven van h.h. Ged. Sta
ten d.d. 3 Juli j. 1., houdende goedkeuring
van het raadsbesluit tot het doen van af-
en overschrijvingen op eenige posten in
uitgaaf, op de begrooting van 1895,
2e. Een schrijven vau den heer Rage
man te Barsingerhorn, iuhoudenae de
opgaven van de Assurantie Maatschappij
„Nederland" te Zutfen, betreffende de
door die maatschappij te heffen premiën
voor de verzekering van de gemeente-ge-
bouwen.
Deze stukken worden voor kennisge
ving aangenomen.
Na inzage en goedkeuring van het
Proces-Verbaal der gehouden kas-venfi-
catie d.d. 27 Juni j. 1. over het 2de kwartaal,
wordt overgegaan tot het onderzoek der
geloofsbrieven van den heer A. Sleutel, e.d.
20 Juni j. 1, in plaats van den heer R.
D. Kaandie wegens vertrek zijn ont
slag heeft genomen, tot lid van den Raad
gekozen.
Uit het onderzoek der stukken blijkt,
dat de heer d. Sleutel de betrekking be
kleedt van lidboekhouder van het
Burgerlijk Armbestuur.
Deze betrekking, waaraan bezoldiging
is verbonden wordt onvereenigbaar met
het lidmaatschap v/J. R ad geacht.
Daar echter de heer Sleutel mededee-
ling heeft gedaan, van zijn bezoldiging als
boekhouder afstand te doen, wordt met
algemeene stemmen tot toelating beslo
ten.
Hierna wordt overgegaan tot het vast
stellen van het suppletoir kohier van den
Hoofdelijken Omslag over het loopende
jaar, vermeldende 5 aangeslagenen, totaal
tot een bedrag van f 40.
Thans gaat de Raad over in geheime
zitting, ter behandeling van één reclame
tegen den aanslag in den Hoofdelijken Om
slag.
Na heropening der openbare vergade
ring brengt de Voorz. ter tafel, een adres
van het bestuur der Ambachtsschool te
Alkmaar, waarbij subsidie wordt verzocht
om de kosten t.e dekken, vallende op het
geven van onderwijs aan de leerlingen der
buiten-gemeenten, om die gelijken tred
te doen houden met de te Alkmaar wo
nende leerlingen, die 's avonds onderwijs
ontvangen en waarvan die leerlingen bui
ten de gemeente Alkmaar verstoken zijn.
De Voorz. stelt namen» Burg. en Wh.
voerop grond van het gering belang dat
de gemeente bij die school heeft, geen
subsidie te verleenen.
De heer 1b. Zijp Hz. voegt als zijne opinie
hieraan toe, dat de ambachtsschool wel is
waar bezocht wordt door één leerling uit
deze gemeente, doch dat zulks geen reden
behoeft te zijn om subsidie toe te staan,
daar het Rijk en de Provincie reeds sub-
sidiën verleenen, die toch ook daarvoor
dienen. De ambachtsschool wordt geacht
in het algemeen belang te zijn. Spreker
wenscht geenszins het tegenovergestelde te
beweren en enkel met het oog daarop zou
een gunstige beschikking geweuscht zijn.
Echter om mogelijke aanvragen van ande
re inrichtingen, die van niet meer nut
voor de gemeente zijn als de ambachts
school, te voorkomen, acht hij wenschelijk
geen subsidie te verleenen.
De heer Bakkerdie niet in de verga
dering van Burg. en Weths. tegenwoordig
is geweest, deelt dit gevoelen niethij
acht het beslaan der ambachtsschool door
het voort brengen van flinke ambachtshe
den van groot belang voor de Maatschap
pij en stelt voor, om instemming t« betui
gen, door met het oog op de nuttige
inrichting en om de leerlingen der buiten
gemeenten van bedoeld onderwijs te doen
genieten een kleine subsidie te verlee
nen b. v. van f 10.— 's jaars.
De heer Zijp zegt de ambachtsschool te
hebben bezocht en overtuigd te zijn van
het nut dier school. Echter meent hij, dat
door den verren afstand te weinig gebruik
door personen uit deze gemeente van de
school kan worden gemaakt en wel omdat
juist zij de reis kunnen ondernemen, die
over middelen hebben te beschikken, ter
wijl die personen veelal de ambachtsschool
niet znllen bezoeken. Alle anderen zijn uit
gesloten. Konden die van de school profi-
teeren, dan was spreker er voor.
De heer Bakker oordeelt dat de inrich
ting voorloopig dient gesteund te worden.
Blijkt het bestaan naderhand voor de
gemeente van geen belang te zijn, dan
kan tot intrekking der subsidie worden
besloten.
Tot stemming over het voorstel van
Burg. en Weths. wordt overgegaan. Met
4 tegen |1 stem wordt besloten, geen subsi
die te verleenen. Tegen stemde de heer
Bakker.
Nadat nog door den heer Zijp is gevraagd,
of het vasthouden van eenden reeds is ge
last, waarop de Voorzitter antwoordde,
dat de openbare kennisgeving was geschied
en de tijd van vasthouding is bepaald van
at 18 Juli tot 20 September a.s., wordt
de Vergadering gesloten,
Tegen het vonnis, den SOen
Juni jl. door de arrondissements-reebt-
bank te Alkmaar gewezen in de zaak
tegen den ontslagen gemeente—ontvanger
en gemeente-secretaris, is noch door de
veroordeelden, noch door [den officier van
Justitie hooger beroep aangeteekend. De
termijn daarvoor is thaos verstreken, zoo
dat het vonnis kracht van gewijsde he.-ft
gekregen.
Te NUMANSDORP heeft een
drie en zeventigjarige weduwe B. zich ir.
eene vlaag van zwaarmoedigheid verdron
ken. Zij had haar doodskleed vooraf klaar
gelegd.
De landman P. de W„ wonen
de aan den Rijperweg in de BEEMSTER,
is eergisteren van een hooiwagen gevallen.
Hij was onmiddellijk dood. Hij laat een
groot gezin na.
Te APELDOORN hebben de
kerkeraadsleden der Geref. Kerk A hun
ne betrekkingen neergelegd. Zij meenden
dat hun predikant, wegens hoogen ouder
dom zijn ontslag moest vragen en beslo
ten, hem hiertoe uit te noodigen. Van de
zijde der gemeente zelf vond deze handel
wijze ernstig verzet, waarop de kerkeraad
in zijn geheel bedankte.
Voor het eindexamen A III
der Rijkslandbouwschool te Wageningen
zijn geslaagdM. van Reenente BER
GEN en 1. A. Waiboer, te WINKEL,
die een getuigschrift krijgen voor volbrach
te driejarige studie.
Door den Raad van EDAM
is opnieuw vastgesteld een besluit tot hef
fing van ,wik- en weegloonen", tot een
maximum van f 0,60 per 100 K. G.
Het besluit zal aan de goedkeuring der
hooge regeering onderworpen worden. In
vroeger jaren werd f 0.85 geheven, zoo
dat de vermindering een gevoelig verlies
is voor de gemeentekas.
Met het horloge het graf
in
Te ZAANDAM was een oude apothe
ker gestorven. Na zijne begrafenis kwam
de familie tot de ontdekking, dat de ou
de heer zijn gouden horloge mee in het
graf had genomen. Goede raad was duur.
De familie wilde dat horloge toch gaarne
terughebben en begaf zich derhalve naar
den doodgraver, met het vriendelijk ver
zoek, den doode uog eens te visiteeren.
Toestemming werd daartoe gevraagd van
het hoofd der politie, en zoo geschiedde
het, dat het giaf weer opengedolven werd,
de kist losgeschroefd en de doode ge
fouilleerd. Onder getuigen van den die
naar van Hermandad werd het gouden
uurwerk nog bij den doode gevonden en
aan de familie teruggeschonken.
Naar wordt medegedeeld,
heeft graai Von Barnsdorff, de eigenaar
vau het eiland SCHIERMONNIKOOG te
Berlijn eene ieening gesloten, groot 2
millioeu mark verdeeld in 40 aandeelen,
ieder groot 50000, die alle geplaatst zijn.
Het plan is, nu het eiland geheel in te
richten op den bekenden voet van Bor-
kum en Nordeney. Er zal een vaste
aanlegplaats worden gemaakt, voorts een
groot hotel aan de westzijde, terwijl ook
het bestaande hotel nog zal worden uit
gebreid en verfraaid. Ook zullen aan het
strand tal van villa's verrijzen.
Woensdag is in z ij n e wo-
ning gearresteerd de secretaris, gemeente
ontvanger enz. van Scherpemsse en ont
vanger-griffier van polders. Hij wordt
verdacht van verduistering van gelden en
is, na voor den officier van justitie te
ZIERIKSEE een verhoor te hebben on
dergaan, naar het buis van bewaring al
daar overgebracht.
(M. C.)
IProvinciale Staten van
Noord-Holland..
Zitting Dinsdag 14 Juli. De ontwerp-
begrooting der kosten voor het prov. be
stuur voorzoover het rijksbestuur is voor
1897 ad f 77565 en de begrooting voor
dat jaar, der enkel prov. en huishoude
lijke inkomsten en uitgaven, tot een be
drag van f 361701.51, werden zonder
discussie vastgesteldzoo ook werd be
paald dat over het jaar 1897 zullen wor
den geheven 7 opcenten op de hoofd
sommen der belastingen op de gebouw
de en ongebouwde eigendommen en van
4 op de hoofdsom der belasting op het
personeel over het jaar 1897/98. Het
droeg zeer de goedkeuring der Staten
weg dat dit percentage was gebracht van
5 op 4.
Bij de behandeling der Prov. begroo
ting stelde de heer Boreel voor, de sub
sidie van f2500 ten behoeve van den
aantok van vee alleen dan toe te staan,
als ook het rijk een gelijke som geeft.
Het vorig jaar gaf het rijk slechts
f 500. Dit was te weinig.
Na eenige discussie trok hij echter
zijn amendement in, onder applaus der
leden.
Aan de orde kwam alsnu de brief
van den minister van binnenlandsche
zaken, betreffende wijziging der tabel
A, gevoegd bij de wet, houdende re
geling van de verdeeliog der provincie in
kiesdistricten, inhoudende het voorstel tot:
Splitsing van Amsterdam.
De conclusie van de commissie,
waarbij splitsing werd ontraden, werd
goedgekeurd met 47 tegen 7 stemmen,
die omtrent Haarlem en Weesp met al
gemeene stemmen.
Behandeld werd nu de voordracht van
Ged. Staten om niet over te gaan tot
het opnemen van bepalingen in het re
glement op de wegen naar Noord-Hol
land, betrekkelijk de minimale
grootte van honden die als
trekdieren worden gebruikt,
omdat die bepalingen hoogst moeilijk
zouden zijn toe te passen en de arti
kelen 254 en 455 van het Wetboek van
Strafrecht voldoende zijn om tegen die
renmishandeling te waken.
De commissie uit de Staten was het
hiermede volkomen eens.
Het advies wordt zonder discussie
goedgekeurd.
Aan de orde kwam de voordracht van
Ged. Staten met de daarop voorgestelde
amendementen van de commissie uit de
Staten, betrekkelijk de wijziging der
verordening opdeinrichting
en het gebruik van tramba
nen op of langs de voor het publiek
verkeer openstaande wegen of bruggen.
De voorwaarden tot wijziging der bij
zondere reglementen van bestuur voor
de banne Oosterblokker, den polder Be
schoot, den Dieps- en Maarsmeerpol
der, de banne Binnenwijzend, Westwoud
en H oogkarspel en die van den Noord-
scharwouderpolder werden goedgekeurd.
Toegestaan werd een credriet van hoog
stens f 1670 in de kosten van beharding
van rijkswege van een gedeelte van den
weg op den zuidelijken dijk van het Noord
zeekanaal, strekkende langs den Noord
en Zuid Spaardammerpolder.
Goedgekeurd.
Hierop werd behandeld de voordracht
van Ged. Staten tot vernietiging van
het besluit van het bestuur van
den Thamenbinnenpolder,
omtrent het on11rekken v a n
den weg op IletZijdveldaan
het polderverkeer.