INGEZONDEN. Wieringer Kermis. Wieringen, 27 Juli 1896. Anna Paulowna, 28 Juli 1896. Beemster, 27 J n 1 i. Onweder. Anna Paulowna, 28 Juli '96. Uw Correspondent. GEMENGD NIEUWS. Voor de gezworenen. leiding der woorden„Tot hiertoe heeft de Heer ons geholpeu", gegrift op den gedeuksteen in het kerkgebouw bij de voltooiing in den muur geplaatst, waren 't voor de talrijke opgekomen schare, juichtonen, gevoegd bij woorden van d >nk en hulde, voor de geestelijke genietingen, sedert haar bestaan genoten. Den heer (i. Faas, o n d e r w ij zer aan school no. 2, te Heer HugO- waard, is te Leeuwarden geslaagd voor de hoofdakte. De gemeenteraad heeft onmiddellijk zijn salaris met f 50.verhoogd. In den nacht van Zondag op Maandag, reed de keer J. R. met paard en kar van de kermis te Dirks- horD, naar Schagen. Even voorbij Groen veld gekomen, stuurde de berijdster van het voertuig dat vóór hem reed, den Tol- kerdijk op; haar vrijer dit bemerkende haalde het paard deu goeden kant weer uit. Door dit alles geraakte J. R. die vlsk achter dit voertuig reed, met paard en kar te water. Zijne reisgenoote sprong evenwel vlug uit de kar eu bleef zoodoen de op het droge. J. R. kwam met de schrik en een nat pak vrij. De kar zat zoo diep in den modder, dat die eerst den volgenden dag uit de sloot gehaald kon wordenmet eenige schade aan de tuigen liep het zaakje af. Maandag j.1. heeft er te Bar- Singerhorn een ongeluk plaats gehad, dat ernstige gevolgen had kunnen heb ben. De werklieden P. M. en J. W. waren bij de plaats van den heer J. H., bezig om een kapberg naar beneden te laten zakken, toen door een kleiu ongelukje het dak naar beneden viel en de arbeider J. "W. een ijzeren pen op het hoofd kreeg en P. M. het dak zei ftzij vielen bei den bewusteloos neer. Spoedig aanwezige hulp legde het eerste verband om bet hoofd van J. W. welke wond spoedig daar op door docter Beeker werd genaaid. De ar beider P. M. die bijua dadelijk het bewust- «ijn terng kreeg, scheen eerst geen wonden opgelcopen te hebben, en hielp zijn kame raad naar huis brengen; toen hij terug kwam wilde hij weer aan het werk gaan, maar begon zich toch weldra onpasselijk te gevoelen. De nog aanwezige geneesheer constateerde hersen-schudding en de patiënt werd daarop naar huis gebracht. 't Is kermis, 't is kermiszoo hoort men thans de jeugd langs de straten zin gen. Op de pleinen, en rondom de kerk, ja zelfs op 't land van den heer Dekker ziet men kramen staan. Daar komt de comólie aan en wie is 't 't Is de groo- te schouwburg van den heer W. Hart, die gedurende de kermis vijf vooistellingen zal geven. Ook is de groote draaimolen van den heer Lok van Amsterdam aangeko men; bij de kerk tegenover 't postkantoor staat de groote accrobatentent van den heer Schouten. Verder luisteren een 30—tal kramen en eenige stalletjes de kermis op. Zondagavond omstreeks 9^2 baar uitgenoodigd, bij zijne dochter te ko men en voor haar te spelende zin voor muziek is bij hare kleine hoogheid nog bet meest ontwikkeld. Nu moeten door dien weg ook bare andere bekwaamheden worden op gewekt. In plaats van een voorlezeres zal een pianospeclster worden aangesteld." Hot boosaardige woord trof goed en ont roofde de tot dosverre rustige Ada alle besinning, zoodat zij niet onderscheidde voor wie de steek dienen moest. Woedend sprong zij op. „Hebt gij op u genomen,ook dit aan mij over te brengen stiet zij driftig uit. „Ik bad waarlijk niet gedacht, dat gij de eerste rot zoudt zijn, die bet zinkende schip verlaat." „Wat blieft? Is dat vcor mij?* voer nn ook mevrouw vod Stachelborg uit, door de diepe beleediging bare terughoudendheid verliezende. „Zijt gij niet wel bij uwe zin nen? Ik, die alles heb gedaan, cm den prins toenmaals, gedurende zijn kort oponthoud bij ons, op u opmerkzaam te maken, u met hem saam te brengen en nw engagement aan het hoftheater bier, door zijne bemidde ling tot stand te brengen? Is n dat alles door het hoofd gegaaD. Voor wie heb ik dat alles dan gedaan „Voor uw neef, den officier", hoonde Ada, „opdat hij verhinderd zou werden, om nog meer gekke streken uit te halen. Dat was het tweeledige doelhet voorwerp van aanstoot nit den weg te ruimen, en dat zoo boog te voeren, dat concurrentie voor hem onmogelijk was. Ik verdween in de wolken ïen de sehoone Adolf was gered." „Dat s mijn dank!" „Dien heb ik rijkelijk betaald. Zonder mijne tusschenkomst waart gij nooit met de opvoeding der kleine hoogheid belast ge worden." ,God zij geklaagd, ik heb geen gemakke lijk ambt. Ware mijn man saliger niet over leden, hij zon nu generaal der infanterie zijn geweest." „Zooals het nu eenmaal is, zoudt gij zon- der uwe tegenwoordige betrekking, van het karige pensioen behoeftig kunnen leven, evenals zoo menige andere excellentie. Eu dat behoeft nu niet; daar heb ik alleen voor gezorgd." Hoezeer mevrouw von Stacbelburg ook verbitterd mocht zijn, dit laatste bewijs was afdoendo. De indrok ervan openbaar de zich al dadelijk in de verzuchting van baar toon. „Maar daarom zeg ik je, mijn lieve, wjj moeten naast elkander staan, tegenover het dreigende gevaar. Gjj hebt mij volkomen verkeerd begrepen." Zij verstomde, want een meisje stsk haar hoofd door de deur. „Do thcalorbediende is er," luidde de uur ontlastfe zich, komende uil het Zuiil- Oosten, een zware donderbui boven onzs gemeente, waaruit eenige hevige donder slagen kwamen. Plotseling ziet men in de verte brand, het onweer was in de boerderij vau den heer Dr. P. Maats ge slagen, bewoond door den heer D. Klein. Een arbeider dit zi nde, liep zoo vlug als hij kon naar de plaats d-.s onheils, wa r alles al in brand stond. Het geheele huisge zin, man, vrouw en vier kleine kinde ren, lagen bewusteloos op den vloer, en werden met behulp er spoedig uit gehaald, zoodat zij met den schrik vrij kwameu. Alles was verzekerd. Van verdere ongelukken heeh men hier niet gehoord. De voordracht voor onderwijzeres aan school uo. 1 alhier, bestaat uit de dames M. Klok te Hout rak polder, F. Weurdinge- Eekma te Anna Paulowna en C. Elfrink te Alkrnaa'. De benoeming van onzen len wethou der, den heer K. Edel Jbztot burge meester, is overal in de geineeDte met groote ingenomenheid begroet. Toen de heer Edel nu heden in handen van den commissaris der Koningin den ambtseed had afgelegd eu te Purmerend was aan gekomen, werd hij even buiten de stad opgewacht door een eerewacht te paard, best iat:de uil een 80tal jongelieden, waar bij zich onze gymnastiekvereniging, ons fanfarekorps en ons mannenkoor met hun ne vaandels aansloten. Zoo ging het in optocht naar Midden-Beemster, waarna de installatie van den burgemeester op het raadhuis plaats had. Op het dak van een boer derij onder de gemee.Dte ZEVENHUIZEN in Zuid-Holland (bijna onder den rook van Den Haag) is thans de kop van een paard gelegd om de betooveiing te deen wijken van een 3-jarig knaapje. De zwaite kip* is reeds gekookt, doch zon der succes In de omstrekenvan VEEN- DAM, vend een arbeider vóór eeuigen tijd een nest met eieren van een wilde eend. Hij liet de eieren uitbroeien door e;n kip en verkocht da kuikens, vóór ze vluchtig waren, aan een landbouwer. Op de opmerking, dat ze er wel wat vreemd uitzagen, antwoordde de leuke arbeider „d'Ollen hebben d'er ook zoo uitzijn* (uitgezien). Korten tijd later, toen ze los gelaten waren, vlogen al de jonge eendjes weg. Da boer klaagde daarover bij den rerkooper. Maar deze antwoordde nu „Dat hebben d'ollen ook zoo doan.* In een onbewaakt oogen- blik geraakten Zaterdagmiddag te ZAAN DAM twee kinderen te water, een van 4 en een van 2 jaar. De 4-jariga kleuter wist er zelf uit te klauteren, doch het 2— jarige meisje verdronk. Ergaat in de provincie Zuid-Holland een adres rond aan de Ge deputeerde Staten, waarbij de ondertee- kenaars, allen jagers, verzoeken, de ope ning der jacht op hazen eerst tegen den lsten October a. s. te willen bepalen. Als boodschap, „en de directeur staurt hem en vraagt of de jaffrouw de repetitie vergeten heeft." „Ik kan uu niet komen", deed baar mees teres barsch hooren. Zoodra was de deur niet toe, ofm6vronw von Stachelburg trad met uitgestrekte hand op bare bondgenoote toe. „Ik houd mij trouw ean u, Ada. Gij kunt u op mij verlaten. Ik zal op mijne hoede zijn, voor mij en u." „En ik zal zien of men mij zoo gemak kelijk verdringen kan 1* riep Ada scherp uit. Het was uu niet meer hare offervaar dige bezieling voor de kunst, maar het gold nu niets minder dan bare positie. Het was baar nu slechts om den voorrang te doen. „Zoo is het goed," stemde de excellentie energiek toe. „Gij moogt u niet laten ver dringen, moogt uw pest niet opgeven, het ware lafheid tegenover den vijand, Zij waren elkander niet in het haar ge vlogen zooals het bijna den schijn bad. Het duel was vredig bijgelegd en zij beiden scheidden als twee tronwe bondgenooten. Door de deur, waar zooeven mevrouw von Stecbelburg verdwenen was, trad eenige mi nuten la:er het meieje weder binnen. „De theaterbediende zegt, dat ook mijn heer de intendant op de repetitie was en wachtte." „Zoo, doet bi) Toornig rukte Hcro- ine zich de bandschoenen van de banden, rolde ze ineen en wierp ze tegen den grond; terwijl zij legen de dienstbode, die aan zulk optreden reeds gewoon was, met luide stem toeriep„Ik wil niet komen! Ik kan niet komen 1 Ik ben niet gedisponeerd! Hoort ge dan niet, dat ik heesch ben Ik heb pijn in mijn borst, ik ben ziek i Ik kom niet naar de repetitie ea ik speel ook van avond niet. Men moet het maar afzeg gen I Iets anders op het progrsm zetten. Basta 1" En dat was echtHoe zon men baar met ap plaus overladen hebben. Nooit was zij meer gedisponeerd geweest om te spelen, dan juist du, nu zij zich niet gedisponeerd gevoelde. Dit werd zij trouwens ook heel spoedig rel- ve gewaar, toen zij in baar eigen kamer ge komen, haar beeld toevallig in den spiegel zag. Die aanblik bracht haar tot naden ken. Zij staarde in het glas, streek zich door de haren, en staarde weder naar haar spiegelbeeld en vervolgens probeerde zij voor zicbzelve een gedeelte van haar rol. „Ik zal vanavond toch spelen." besloot zij ten slotte met trotsche bevrediging. ,Men zal ervaren, wat men aan mij verliest; want ik zal en wil ze vanavond mede- sleepen." WORDT VERVOLGD. motief voor dit verzoek wordt aaugevoerd dat de jonge hazeutegen gemtlden da- tuoi eerst genoegzaam zijn ontwikkeld, om geen aanzienlijke vermindering van dit wild voor de toekomst te doen vree zen. T erwijl van Roomse li-K a t- holieke zijne ia Friesland zooveel wordt gewerkt voor de oprichting van eeu boe renbond, is door de te Leeuwarden geve stigde le afdeeliug van de Friesche Maat schappij van landbouw de vraag: Ot de oprichting van een boerenbond wordt ge acht te zijn in het belaDg van den land bouw? na uitvoerige beraadslagingen ontkennend beantwoord. Een vreeselijke daad. Te Gendringen heeft een verpleegde in het R. K. armhuis, die niet wel bij het hoofd wss, zijn bed in brand gestoken. De man kwam ia den vlam om. De brand kreeg geen verdere uitbreiding. Wij hebben ons de moeite gegeven (zegt de N. B. C.) eens na te gaan, hoeveel kiezers te BREDA zullen komen wanneer de nieuwe kieswet in werking treedt, en kwamen tot de conclu sie, dat dit g.-.ta! op 3600 3800 moet worden geschat. Daar het aantal kiezers thans bijna 1700 bedraagt, zou er te Breda ruim 100 pet, vermeerdering plaats hebben. Men schrijft nit het NOOR DEN Een eigenaardig volkje, in Holland zoo goed als onbekend, zijn in de provinciën Groningen en Drente de koeherders wel zeer te onderscheiden van de Amen- kaausche „cowboys", daar onze inheemsche koeherders doorgaans in den leeftijd van 10 tot 12 jaar hun ambt uitoefenen na tuurlijk tot groote schade voor het on derwijs dat zulke kinderen alleen des winters kunnen ontvangen. Ia de lands taal heeten deze heereu „koeheeren" onverschillig of het jongens of meisj'es zijn want ook vele meisjes moeten de koei en hoeden. Dat dit opzicht over het vee noodig is, komt door de gelegenheid der weiden welke in Oost—Drente en Gre- ningen, nl. in de zaadstreken niet aan gelegd zijn en omgeven door sloten maar nog in den natuurstaat verkeereu. Daarbij komt, dat da boeren behalve hun eigen weiderij, ook nog dikwijls ge zamenlijk weiden bezitten, in gebruik, of in huur hebben, werwaarts het vee moet gedreven worden. Een en ander brengt ook nataurlijk mede dat het vee des avonds thuis komt op den potstel en 's morgens weer ouder geleide der koe heeren veldwaarts geleid wordt. In de bosschen en „losgen* van Oost— Drente en Groningen kan het voor een vreemdeling heel aardig wezen, 's morgens al vroeg da boom te vernemen die het vee bijeenroept en daarna de kudden met den dit vee aangeboren rustigen aartsvaderlijken tred naar 't weiland te zien trekken, dikwijls heele einden ver. De koeheeren hebben nu den ganschen dag maar te zorgen dat het vee goede weide heeft en niet in „eens anders wei de* geraakt. Het loon voor zoo'n koeheer bestaat doorgaans niet zoozeer in geld, maar in natura, als daar zijn aardappelen, een pak kleeren, wat zondagsgeld, enz., enz.; meestal hebben zij bij den boer den kost toe. Een brutale inbraak. Da. H. L. Oort, Remonstrantsch predi kant, te UTRECHT die tijdelijk buiten vertoefd had, kwam donderdagmiddag te rug en beproefde te vergeefs om de straat deur te openen, zooals later is gebleken, een gevolg hiervan, dat men aan de bin nenzijde de knippen op de deur had gedsan. Wekte dit reeds zijne bevreemding het werd er niet beter op, toen de bu ren wisten te reitelleD, dat zij reeds een maal twee heeren in en uit de woning hadden zien gaan en dat, naar zij meen den, dezen er ook nu weder in waren. Dat die meening juist was, bleek spoedig, toen op eens een hoofd zichtbaar werd, dat uit het zolderraam krek naar hetgeen er op straat gebeurde, doch onmiddellijk daarop weder verdweeD. Thans zekerheid beko men hebbende, dat er vreemd volk m huis was, nam men de noodigo maatre gelen, dat niemand rou kunnen oDtsnap. pen en waarschuwde inmiddels de politie. Toen deze daarop verscheen en zich door een tuindeur toegaDg tot de woning bad verschaft, trof zij daarin twee jonge man nen aan, die terstond werden gearresteerd. Bij een daarop gevolgd onderzoek kwam aan het licht, dat alles in de woning was doorzocht en dat, voor zoover nu reeds kon worden nagegaan, diverse voorwerpen en goederen waren verdwenen. Indien bet Utrechtsche Dagblad goed is ingelicht dan zijn de beide daders te Amsterdam woon achtig, ruim 20 jareu oud, en zouden ze reeds een paar dagen in die woning, welk zij door inklimming wisten binnen te komen, verblijf hebben gehouden. Eene straatscène. Tooneelde Riviervischmarkt in DEN HAAG. Achter de kerk vaD daan komt een open lanndauer aanrijden met een paard er voordaarbinnen twee heeren. Ter hoog te van het aanplakbord tikt de eene heer den koetsier op den rug. Eén rnk met de teugels het pa-rd glijdt bijna met de ach- terbeenen uithet rijtuig staat stil. Alles doodstil. De twee heeren kijken vluchtig, heel vluchtig naar den muur dei kerk, slaan beiden een Bacdeker open en be ginnen te lezen. Ei gaat een minuut voorbij. Links van het rijtuig staat een slagersjongen stil en gaapt de beide merkwaardigheden—bezichtigers aan. Een leest door. Nog een minuut. Rechts vau het rijtuig posteert zich een metselaar. Met iedere halve minuut vergroot zich het belangstellend publiek. De koetsier maakt het zich gemakkelijk op den bokhet paard druiloort tegen den grond. Na vijf minuten waren de btide heeren nog ver diept in hun Baedekers. Misschien zitten zij er nog Dat noemen Engelschen reizen, zegt het Haagsche Dagbl. Het onweder dat Zondag boven bijna het geheele land heeft gewoed en dat vergezeld ging van een korten doch krachtigen storm, die op alle plaatsen veel had van een windhoos, heeft hier en daar nogal schade en ook ernstige ongelukken veroorzaakt. Zoo is te G o r r e d ij k op een ker- messe d'été een tent, gevuld met bezoe kers, omgewaaid, Het publiek kwam met den schrik vrij, doch glaswerk, lampen enz. werden verbrijzeld. Een aangekondigd bal-cbampêtre kon niet doorgaan. Een schipper te Hardegarijp werd in zijn woonschip door den bliksem gedood. Er vielen op deze plaats hier en daar groote stukken ijs. In den omtrek van Meppel werd een groot aantal boomen ontworteld. Ditzelfde is ook te Deventer ge schied, waar het onweer ook gepaard ging met hagel en stortregens. Een gedeelte van de overkapping van het station te Zwolle is weggewaaid ook daar schijnt het erg boos weer te zijn geweest. In de mark Lonneker sloeg de bliksem in een landbouwerswoning, die geheel verbrandde het treurigste is dat in de vlammen een paard, een kalf, drie biggen en een 25-tal kippen omkwamen. Erg gespookt heeft het ook in de om streken van Amersfoort, met name te U11 e ld, waar o.a. zes woonhuizen tegen den grond zijn gewaaid. Treurig zijn de berichten, die uit de Betuwe komen over het noodweer, dat daar op een cycloon moet hebben geleken. In een paar minuten tijds werden tal van huizen en schuren ver nield. Zoo stortte te D r i e 1 een huis in, waarbij een meisje van 13 jaar on der het puin bedolven en gedood werd. Dikke boomen werden kortweg afgeknot. Van eene stoomboot die op de rivier voer, zijn een heer met een 6-jarig jongentje en eene dame in het water gewaaid. Alleen de dame werd gered, de anderen verdronken. De schade die in die streken aan de op het veld staan de tabak is toegebracht, wordt op meer dan f 30000 geschat. Ook in het land van Maas en Waal heeft het onweer hevig gewoed. Daar is veel schade veroorzaakt aan de vruchten, en het te veld staande ko ren, vooral de tarwe die rijp was, heeft veel geleden. Een reiswagen waaide te W a m e 1 in de sloot, waardoor een vrouw ge- kwest werd. De zuidelijke provincies zijn evenmin van het onweer verschoond gebleven als de noordelijke. Te Roermond is een viertal hui zen door den bliksem getroffen en ge heel uitgebrand. De schade beloopt een f 30000. In het plantsoen aan het kanaal te 's-H e r t o g e n b o s c h zijn verschei dene en zware boomen ontworteld, waar door dit park grootendeels vernield is. Het geheele nieuwe station stond tijdens het onweêr onder waterde goten kon den het water niet verzwelgen. Te G i f- f e zijn van drie huizen tegelijk de daken afgewaaid. Bij een door het inslaan van den bliksem veroorzaakten brand in een landbouwerswoning te Oosterhout, die geheel uitbrandde, zijn een koe, een kalf, negen konijnen en een hond in de vlammen omgekomen. Zondagnacht z ij n naar het Hdbld. uieldt door den stom op het remontedepot te MILLINGEN vier stallen ingestort. Vier paarden zijn ge dood, zeven zijn er tot nu toe vermist. De paarden die tusschen de balken be klemd waren geraakt, zijn er tuschen uit gezaagd moeten worden. Enkele personen die gelukkig niet ernstig gekwetst werden, zijn door dr, Pot nit Apeldoorn verbon den, terwijl de veearts de gewonde paarden verzorgde. De kazerne is mede zeer beschadigd. Dat bet op de Veluwe hevig gestormd heeft, blijkt ook nog hier uit, dat te Meerveld, iü de nabijheid van Apeldoorn,zes boerenwoningen zijn ingestort. {Niet geplaatste ingezonden stukken worden nimmer teruggegeven.) Mijnheer de Redacteur. Ofschoon ik niet van plan was, eenige notitie te nemen van 't schrijven van R. in 't voorlaatste nummer van uw courant, acht ik mij toch genoodzaakt, nu Mop- perjanus in z'n Dagblad van Zater dag en Zondag j. 1. op die zaak ingaat, en dus onder de oogen van andere lezers breLgt, er even op te wijzen, dat het gansche betocg van R. op een infame leugen gegrond is, daar door mij noch in, noch buiten de vergadering, waarin 't plan van het jongste schoolfeest is vast gesteld, eeuige instemming daarmede is betuigd. Ik bohoorde, zoo meu hier weet, met een beduidende minderheid onder de tegenstemmers. Achtend Een engeltje s-m aakster. Uit Pettendorf bij Stockerau wordt ge schreven: Iu ons dorp eu in den gan schen omtrek heeft de arrestatie van Anna Gobler veel opzien gebaard. Dn arrestante had gedurende 6 jaren de verzorging van kinderen uit het Weener-vondelingenge- sticht en van patticnlieren onder haar berusting. Zij was alom bekend en zoo doende bracht de koukenmeid Maria Hein- rich uit Weenen haar een kind, een meis je, en betaalde haar het kostgeld voor 7 weken. Een pa«r weken later kreeg de moeder het bericht, dat het kind overle den en begraven was en of zij de onkos ten maar over wilde zenden. Maria ging dadelijk naar Peltendorf, trof Anna even wei nitt aan, maar vernam daar, dat er geene begrafenis had plaats gehad. In- tusschen, haar kind was en bleef verdwe nen. De politie werd in de zaak gemengd en Anna Gobler moest een streng ver hoor ondergaan, waarbij zij telkens zich- zelre tegenspreekt. De pleegmoeder geeft aaD, dat zij het kind naar de aioeder wil de terugbrengen,doch dat zij de moeder niet had kunnen vinden en dat het kind haar door een rijke, onbekende dame was ont- stoleD. Merkwaardig is het, dat gedu rende die zes jaar, reeds tien kleine kin deren verdwenen zijn, die bij Anna Gobler verpleegd werden. Bij de huiszoeking werd er in de woning van de vrouw een groot aantal kindergoed gevonden, waarvan door baar van tijd tot tijd werd verkocht. Een geschiedenis uit Rumenië. Yoor tien j lar geleden, had zij hem voor de eerste maal gezien. Zij was toen nog een kind, nog geen negen jaar ond. Maar het was, alsof het gisteren geschied was, zoozeer was de heriunering aan deu jongen Pope DamaBkin in haar wakker geroepen. Die zag er geheel anders uit, dan de grijze, bevende zielverzorger van het stadje. Een slanke, groote, krachtige gestalte, oogverblindend in het wonderlijk glinsterend ornaat. Trots als een vorst stond hij daar, het edele, bleeke gelaat naar het aandachtig auditorinm gekeerd, de lange zijde wimpers over de gloeiende oogen geslagen en de krullende lokken afhangend tot op de schouders. En hoe medesleepend klonk zijn stem, zoo week en vol. Deze stem had zij later dikwijls vernomen, daar de jonge geestelijke iederen zondag in het heerenhof verscheen. Hij praatte zeer gaarne met het dochtertje van den heer van het landgoed, dat zoo trots, zoo wild was, maar stil en schuw werd, zoodra zijn groote gestalte zichtbaar werd. En toen hij eenige maanden, nadat hij zijn intréerede gehouden had, haar een af scheidskus op het voorhoofd drukte, toen had zij bitterlijk geweend. Nog een tijd lang had zijn beeld in de ziel van het kind voortgeleefd, daarna was het langza merhand verdwenen. Zij had sedert niets meer van hem ge hooid, zijn bestaan bijna vergeten, toen voor een paar weken geleden, zijn naam na jaren voor de eerste maal weder haar oor trof. Iedereen sprak van hem, vau den schoonen Pope Damaskin, die een vreeselijke misdaad had gepleegd, een vrouw, zijne minnares had vermoord. En zij wist meer dan alle anderen. Haar man was immers rechter die het onder zoek geleid en nu voor de gezworenen de aanklacht moest uitspreken. Zij had met koortsachtige spanning alle deelen van het onderzoek doorloopen. Zij wist dat de moordenaar inzichzelf gekeerd was, dat hij met weinige woorden zijn daad bekend had en dat hij nu slechts den wensch koes terde, zijne veroordeeling zoo spoedig mo gelijk uit den mond van den rechters te ver nemen. Nu was eindelijk die dag aange broken. Mevrouw Helene Dan, de echtgenoote van den rechter, was een geheel uur vcor het begin van het proces op het gerechts gebouw verschenen; maar de zaal was reeds dicht bezet. De voornaamste dameswereld was tegenwoordig. Een Pope, een mooie Pope, als de moordenaar van een vrouw voor de gezworenen te zien, was geen klei nigheid. Helene, die aan den arm van haar man de zaal doorging, begroette lachend eenige vriendinnen en praatte onbe vangen met haar, eer zij op de voorste rij plaats nam. Mijnbeer Dan, een schraal mannetje, straalde van geluk. Hij was eerst sedert koit lot rechter benoemd ge worden. Vandaag werd hem nu gelegen heid geboden, zijne gaven te toonen en dat nog wel in zoo'n algemeen opzienwek- kende zaak. Hij had dan ook een gloei ende rede gemaakt, die hij thuis reeds voor zijne vrouw had opgezegd. „Je zult zien", fluisterde hij haar toe, „ik heb vandaag een enorm groot succes." Vervolgens trok hij zich terug om gelijktijdig met den president en de andere rechters zijn intre de in de zaal te houden. Op twaalf uur was de behandeling van de zaak vastge steld. Er ontbraken nog maar slechts weinige minuten aan dit uur. De dames werden ongeduldig. Het gedruis van lachende en luidruchtige stemmen werd telkens sterker. Eensklaps werd het stil en een zacht gefluister doortrilde de zaal. De aangeklaagde, was door twee soldaten geleid binnengetreden. Zijn uiterljjk beantwoord-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 2