INGEZONDEN.
Wieringer Kermis.
Wieringen, 27 Juli 1896.
Anna Paulowna, 28 Juli 1896.
Beemster, 27 J n 1 i.
Onweder.
Anna Paulowna, 28 Juli '96.
Uw Correspondent.
GEMENGD NIEUWS.
Voor de gezworenen.
leiding der woorden„Tot hiertoe heeft
de Heer ons geholpeu", gegrift op den
gedeuksteen in het kerkgebouw bij de
voltooiing in den muur geplaatst, waren
't voor de talrijke opgekomen schare,
juichtonen, gevoegd bij woorden van d >nk
en hulde, voor de geestelijke genietingen,
sedert haar bestaan genoten.
Den heer (i. Faas, o n d e r w ij
zer aan school no. 2, te Heer HugO-
waard, is te Leeuwarden geslaagd voor
de hoofdakte.
De gemeenteraad heeft onmiddellijk zijn
salaris met f 50.verhoogd.
In den nacht van Zondag
op Maandag, reed de keer J. R. met
paard en kar van de kermis te Dirks-
horD, naar Schagen. Even voorbij Groen
veld gekomen, stuurde de berijdster van
het voertuig dat vóór hem reed, den Tol-
kerdijk op; haar vrijer dit bemerkende
haalde het paard deu goeden kant weer uit.
Door dit alles geraakte J. R. die vlsk achter
dit voertuig reed, met paard en kar
te water. Zijne reisgenoote sprong
evenwel vlug uit de kar eu bleef zoodoen
de op het droge. J. R. kwam met de
schrik en een nat pak vrij. De kar zat
zoo diep in den modder, dat die eerst
den volgenden dag uit de sloot gehaald
kon wordenmet eenige schade aan de
tuigen liep het zaakje af.
Maandag j.1. heeft er te Bar-
Singerhorn een ongeluk plaats gehad,
dat ernstige gevolgen had kunnen heb
ben.
De werklieden P. M. en J. W. waren
bij de plaats van den heer J. H., bezig
om een kapberg naar beneden te laten
zakken, toen door een kleiu ongelukje het
dak naar beneden viel en de arbeider J.
"W. een ijzeren pen op het hoofd kreeg
en P. M. het dak zei ftzij vielen bei
den bewusteloos neer. Spoedig aanwezige
hulp legde het eerste verband om bet
hoofd van J. W. welke wond spoedig daar
op door docter Beeker werd genaaid. De ar
beider P. M. die bijua dadelijk het bewust-
«ijn terng kreeg, scheen eerst geen wonden
opgelcopen te hebben, en hielp zijn kame
raad naar huis brengen; toen hij terug
kwam wilde hij weer aan het werk gaan,
maar begon zich toch weldra onpasselijk
te gevoelen. De nog aanwezige geneesheer
constateerde hersen-schudding en de patiënt
werd daarop naar huis gebracht.
't Is kermis, 't is kermiszoo hoort
men thans de jeugd langs de straten zin
gen. Op de pleinen, en rondom de kerk,
ja zelfs op 't land van den heer Dekker
ziet men kramen staan. Daar komt de
comólie aan en wie is 't 't Is de groo-
te schouwburg van den heer W. Hart, die
gedurende de kermis vijf vooistellingen zal
geven. Ook is de groote draaimolen van
den heer Lok van Amsterdam aangeko
men; bij de kerk tegenover 't postkantoor
staat de groote accrobatentent van den heer
Schouten. Verder luisteren een 30—tal
kramen en eenige stalletjes de kermis op.
Zondagavond omstreeks 9^2
baar uitgenoodigd, bij zijne dochter te ko
men en voor haar te spelende zin voor
muziek is bij hare kleine hoogheid nog bet
meest ontwikkeld. Nu moeten door dien weg
ook bare andere bekwaamheden worden op
gewekt. In plaats van een voorlezeres zal
een pianospeclster worden aangesteld."
Hot boosaardige woord trof goed en ont
roofde de tot dosverre rustige Ada alle
besinning, zoodat zij niet onderscheidde
voor wie de steek dienen moest. Woedend
sprong zij op.
„Hebt gij op u genomen,ook dit aan mij over
te brengen stiet zij driftig uit. „Ik bad
waarlijk niet gedacht, dat gij de eerste rot
zoudt zijn, die bet zinkende schip verlaat."
„Wat blieft? Is dat vcor mij?* voer nn
ook mevrouw vod Stachelborg uit, door de
diepe beleediging bare terughoudendheid
verliezende. „Zijt gij niet wel bij uwe zin
nen? Ik, die alles heb gedaan, cm den prins
toenmaals, gedurende zijn kort oponthoud
bij ons, op u opmerkzaam te maken, u met
hem saam te brengen en nw engagement
aan het hoftheater bier, door zijne bemidde
ling tot stand te brengen? Is n dat alles
door het hoofd gegaaD. Voor wie heb ik
dat alles dan gedaan
„Voor uw neef, den officier", hoonde
Ada, „opdat hij verhinderd zou werden, om
nog meer gekke streken uit te halen. Dat
was het tweeledige doelhet voorwerp
van aanstoot nit den weg te ruimen, en dat
zoo boog te voeren, dat concurrentie voor
hem onmogelijk was. Ik verdween in de
wolken ïen de sehoone Adolf was gered."
„Dat s mijn dank!"
„Dien heb ik rijkelijk betaald. Zonder
mijne tusschenkomst waart gij nooit met de
opvoeding der kleine hoogheid belast ge
worden."
,God zij geklaagd, ik heb geen gemakke
lijk ambt. Ware mijn man saliger niet over
leden, hij zon nu generaal der infanterie
zijn geweest."
„Zooals het nu eenmaal is, zoudt gij zon-
der uwe tegenwoordige betrekking, van het
karige pensioen behoeftig kunnen leven,
evenals zoo menige andere excellentie. Eu
dat behoeft nu niet; daar heb ik alleen voor
gezorgd."
Hoezeer mevrouw von Stacbelburg ook
verbitterd mocht zijn, dit laatste bewijs
was afdoendo. De indrok ervan openbaar
de zich al dadelijk in de verzuchting van
baar toon.
„Maar daarom zeg ik je, mijn lieve, wjj
moeten naast elkander staan, tegenover het
dreigende gevaar. Gjj hebt mij volkomen
verkeerd begrepen."
Zij verstomde, want een meisje stsk haar
hoofd door de deur.
„Do thcalorbediende is er," luidde de
uur ontlastfe zich, komende uil het Zuiil-
Oosten, een zware donderbui boven onzs
gemeente, waaruit eenige hevige donder
slagen kwamen. Plotseling ziet men in
de verte brand, het onweer was in de
boerderij vau den heer Dr. P. Maats ge
slagen, bewoond door den heer D. Klein. Een
arbeider dit zi nde, liep zoo vlug als hij
kon naar de plaats d-.s onheils, wa r alles
al in brand stond. Het geheele huisge
zin, man, vrouw en vier kleine kinde
ren, lagen bewusteloos op den vloer, en
werden met behulp er spoedig uit gehaald,
zoodat zij met den schrik vrij kwameu.
Alles was verzekerd.
Van verdere ongelukken heeh men hier
niet gehoord.
De voordracht voor onderwijzeres aan
school uo. 1 alhier, bestaat uit de dames
M. Klok te Hout rak polder, F. Weurdinge-
Eekma te Anna Paulowna en C. Elfrink
te Alkrnaa'.
De benoeming van onzen len wethou
der, den heer K. Edel Jbztot burge
meester, is overal in de geineeDte met
groote ingenomenheid begroet. Toen de
heer Edel nu heden in handen van den
commissaris der Koningin den ambtseed
had afgelegd eu te Purmerend was aan
gekomen, werd hij even buiten de stad
opgewacht door een eerewacht te paard,
best iat:de uil een 80tal jongelieden, waar
bij zich onze gymnastiekvereniging, ons
fanfarekorps en ons mannenkoor met hun
ne vaandels aansloten. Zoo ging het in
optocht naar Midden-Beemster, waarna de
installatie van den burgemeester op het
raadhuis plaats had.
Op het dak van een boer
derij onder de gemee.Dte ZEVENHUIZEN
in Zuid-Holland (bijna onder den rook
van Den Haag) is thans de kop van
een paard gelegd om de betooveiing te
deen wijken van een 3-jarig knaapje. De
zwaite kip* is reeds gekookt, doch zon
der succes
In de omstrekenvan VEEN-
DAM, vend een arbeider vóór eeuigen tijd
een nest met eieren van een wilde eend.
Hij liet de eieren uitbroeien door e;n
kip en verkocht da kuikens, vóór ze
vluchtig waren, aan een landbouwer. Op
de opmerking, dat ze er wel wat vreemd
uitzagen, antwoordde de leuke arbeider
„d'Ollen hebben d'er ook zoo uitzijn*
(uitgezien). Korten tijd later, toen ze los
gelaten waren, vlogen al de jonge eendjes
weg. Da boer klaagde daarover bij den
rerkooper. Maar deze antwoordde nu
„Dat hebben d'ollen ook zoo doan.*
In een onbewaakt oogen-
blik geraakten Zaterdagmiddag te ZAAN
DAM twee kinderen te water, een van 4
en een van 2 jaar. De 4-jariga kleuter
wist er zelf uit te klauteren, doch het 2—
jarige meisje verdronk.
Ergaat in de provincie
Zuid-Holland een adres rond aan de Ge
deputeerde Staten, waarbij de ondertee-
kenaars, allen jagers, verzoeken, de ope
ning der jacht op hazen eerst tegen den
lsten October a. s. te willen bepalen. Als
boodschap, „en de directeur staurt hem en
vraagt of de jaffrouw de repetitie vergeten
heeft."
„Ik kan uu niet komen", deed baar mees
teres barsch hooren.
Zoodra was de deur niet toe, ofm6vronw
von Stachelburg trad met uitgestrekte hand
op bare bondgenoote toe.
„Ik houd mij trouw ean u, Ada. Gij kunt
u op mij verlaten. Ik zal op mijne hoede
zijn, voor mij en u."
„En ik zal zien of men mij zoo gemak
kelijk verdringen kan 1* riep Ada scherp
uit. Het was uu niet meer hare offervaar
dige bezieling voor de kunst, maar het gold nu
niets minder dan bare positie. Het was baar
nu slechts om den voorrang te doen.
„Zoo is het goed," stemde de excellentie
energiek toe. „Gij moogt u niet laten ver
dringen, moogt uw pest niet opgeven, het
ware lafheid tegenover den vijand,
Zij waren elkander niet in het haar ge
vlogen zooals het bijna den schijn bad. Het
duel was vredig bijgelegd en zij beiden
scheidden als twee tronwe bondgenooten.
Door de deur, waar zooeven mevrouw von
Stecbelburg verdwenen was, trad eenige mi
nuten la:er het meieje weder binnen.
„De theaterbediende zegt, dat ook mijn
heer de intendant op de repetitie was en
wachtte."
„Zoo, doet bi) Toornig rukte Hcro-
ine zich de bandschoenen van de banden,
rolde ze ineen en wierp ze tegen den
grond; terwijl zij legen de dienstbode, die
aan zulk optreden reeds gewoon was, met
luide stem toeriep„Ik wil niet komen! Ik
kan niet komen 1 Ik ben niet gedisponeerd!
Hoort ge dan niet, dat ik heesch ben Ik
heb pijn in mijn borst, ik ben ziek i Ik kom
niet naar de repetitie ea ik speel ook
van avond niet. Men moet het maar afzeg
gen I Iets anders op het progrsm zetten.
Basta 1"
En dat was echtHoe zon men baar met ap
plaus overladen hebben. Nooit was zij meer
gedisponeerd geweest om te spelen, dan juist
du, nu zij zich niet gedisponeerd gevoelde.
Dit werd zij trouwens ook heel spoedig rel-
ve gewaar, toen zij in baar eigen kamer ge
komen, haar beeld toevallig in den spiegel
zag. Die aanblik bracht haar tot naden
ken. Zij staarde in het glas, streek zich
door de haren, en staarde weder naar haar
spiegelbeeld en vervolgens probeerde zij voor
zicbzelve een gedeelte van haar rol.
„Ik zal vanavond toch spelen." besloot
zij ten slotte met trotsche bevrediging.
,Men zal ervaren, wat men aan mij verliest;
want ik zal en wil ze vanavond mede-
sleepen."
WORDT VERVOLGD.
motief voor dit verzoek wordt aaugevoerd
dat de jonge hazeutegen gemtlden da-
tuoi eerst genoegzaam zijn ontwikkeld,
om geen aanzienlijke vermindering van
dit wild voor de toekomst te doen vree
zen.
T erwijl van Roomse li-K a t-
holieke zijne ia Friesland zooveel wordt
gewerkt voor de oprichting van eeu boe
renbond, is door de te Leeuwarden geve
stigde le afdeeliug van de Friesche Maat
schappij van landbouw de vraag: Ot de
oprichting van een boerenbond wordt ge
acht te zijn in het belaDg van den land
bouw? na uitvoerige beraadslagingen
ontkennend beantwoord.
Een vreeselijke daad.
Te Gendringen heeft een verpleegde in
het R. K. armhuis, die niet wel bij het
hoofd wss, zijn bed in brand gestoken.
De man kwam ia den vlam om. De brand
kreeg geen verdere uitbreiding.
Wij hebben ons de moeite
gegeven (zegt de N. B. C.) eens na te
gaan, hoeveel kiezers te BREDA zullen
komen wanneer de nieuwe kieswet in
werking treedt, en kwamen tot de conclu
sie, dat dit g.-.ta! op 3600 3800 moet
worden geschat.
Daar het aantal kiezers thans bijna
1700 bedraagt, zou er te Breda ruim
100 pet, vermeerdering plaats hebben.
Men schrijft nit het NOOR
DEN
Een eigenaardig volkje, in Holland zoo
goed als onbekend, zijn in de provinciën
Groningen en Drente de koeherders
wel zeer te onderscheiden van de Amen-
kaausche „cowboys", daar onze inheemsche
koeherders doorgaans in den leeftijd van
10 tot 12 jaar hun ambt uitoefenen na
tuurlijk tot groote schade voor het on
derwijs dat zulke kinderen alleen des
winters kunnen ontvangen. Ia de lands
taal heeten deze heereu „koeheeren"
onverschillig of het jongens of meisj'es zijn
want ook vele meisjes moeten de koei
en hoeden. Dat dit opzicht over het
vee noodig is, komt door de gelegenheid der
weiden welke in Oost—Drente en Gre-
ningen, nl. in de zaadstreken niet aan
gelegd zijn en omgeven door sloten
maar nog in den natuurstaat verkeereu.
Daarbij komt, dat da boeren behalve
hun eigen weiderij, ook nog dikwijls ge
zamenlijk weiden bezitten, in gebruik, of
in huur hebben, werwaarts het vee moet
gedreven worden. Een en ander brengt
ook nataurlijk mede dat het vee des
avonds thuis komt op den potstel
en 's morgens weer ouder geleide der koe
heeren veldwaarts geleid wordt.
In de bosschen en „losgen* van Oost—
Drente en Groningen kan het voor een
vreemdeling heel aardig wezen, 's morgens
al vroeg da boom te vernemen die het
vee bijeenroept en daarna de kudden
met den dit vee aangeboren rustigen
aartsvaderlijken tred naar 't weiland te
zien trekken, dikwijls heele einden ver.
De koeheeren hebben nu den ganschen
dag maar te zorgen dat het vee goede
weide heeft en niet in „eens anders wei
de* geraakt.
Het loon voor zoo'n koeheer bestaat
doorgaans niet zoozeer in geld, maar in
natura, als daar zijn aardappelen, een
pak kleeren, wat zondagsgeld, enz., enz.;
meestal hebben zij bij den boer den kost
toe.
Een brutale inbraak.
Da. H. L. Oort, Remonstrantsch predi
kant, te UTRECHT die tijdelijk buiten
vertoefd had, kwam donderdagmiddag te
rug en beproefde te vergeefs om de straat
deur te openen, zooals later is gebleken,
een gevolg hiervan, dat men aan de bin
nenzijde de knippen op de deur had
gedsan. Wekte dit reeds zijne bevreemding
het werd er niet beter op, toen de bu
ren wisten te reitelleD, dat zij reeds een
maal twee heeren in en uit de woning
hadden zien gaan en dat, naar zij meen
den, dezen er ook nu weder in waren.
Dat die meening juist was, bleek spoedig,
toen op eens een hoofd zichtbaar werd, dat
uit het zolderraam krek naar hetgeen er op
straat gebeurde, doch onmiddellijk daarop
weder verdweeD. Thans zekerheid beko
men hebbende, dat er vreemd volk m
huis was, nam men de noodigo maatre
gelen, dat niemand rou kunnen oDtsnap.
pen en waarschuwde inmiddels de politie.
Toen deze daarop verscheen en zich door
een tuindeur toegaDg tot de woning bad
verschaft, trof zij daarin twee jonge man
nen aan, die terstond werden gearresteerd.
Bij een daarop gevolgd onderzoek kwam
aan het licht, dat alles in de woning was
doorzocht en dat, voor zoover nu reeds
kon worden nagegaan, diverse voorwerpen
en goederen waren verdwenen. Indien bet
Utrechtsche Dagblad goed is ingelicht dan
zijn de beide daders te Amsterdam woon
achtig, ruim 20 jareu oud, en zouden ze
reeds een paar dagen in die woning, welk
zij door inklimming wisten binnen te
komen, verblijf hebben gehouden.
Eene straatscène.
Tooneelde Riviervischmarkt in DEN
HAAG. Achter de kerk vaD daan komt een
open lanndauer aanrijden met een paard
er voordaarbinnen twee heeren. Ter hoog
te van het aanplakbord tikt de eene heer
den koetsier op den rug. Eén rnk met de
teugels het pa-rd glijdt bijna met de ach-
terbeenen uithet rijtuig staat stil. Alles
doodstil. De twee heeren kijken vluchtig,
heel vluchtig naar den muur dei kerk,
slaan beiden een Bacdeker open en be
ginnen te lezen. Ei gaat een minuut
voorbij. Links van het rijtuig staat een
slagersjongen stil en gaapt de beide
merkwaardigheden—bezichtigers aan. Een
leest door. Nog een minuut. Rechts vau
het rijtuig posteert zich een metselaar.
Met iedere halve minuut vergroot zich het
belangstellend publiek. De koetsier maakt
het zich gemakkelijk op den bokhet
paard druiloort tegen den grond. Na vijf
minuten waren de btide heeren nog ver
diept in hun Baedekers. Misschien zitten
zij er nog
Dat noemen Engelschen reizen, zegt het
Haagsche Dagbl.
Het onweder dat Zondag boven bijna
het geheele land heeft gewoed en dat
vergezeld ging van een korten doch
krachtigen storm, die op alle plaatsen
veel had van een windhoos, heeft hier
en daar nogal schade en ook ernstige
ongelukken veroorzaakt.
Zoo is te G o r r e d ij k op een ker-
messe d'été een tent, gevuld met bezoe
kers, omgewaaid, Het publiek kwam
met den schrik vrij, doch glaswerk,
lampen enz. werden verbrijzeld. Een
aangekondigd bal-cbampêtre kon niet
doorgaan.
Een schipper te Hardegarijp
werd in zijn woonschip door den bliksem
gedood. Er vielen op deze plaats hier
en daar groote stukken ijs.
In den omtrek van Meppel werd
een groot aantal boomen ontworteld.
Ditzelfde is ook te Deventer ge
schied, waar het onweer ook gepaard
ging met hagel en stortregens.
Een gedeelte van de overkapping van
het station te Zwolle is weggewaaid
ook daar schijnt het erg boos weer te
zijn geweest.
In de mark Lonneker sloeg de
bliksem in een landbouwerswoning, die
geheel verbrandde het treurigste is dat
in de vlammen een paard, een kalf, drie
biggen en een 25-tal kippen omkwamen.
Erg gespookt heeft het ook in de om
streken van Amersfoort, met name
te U11 e ld, waar o.a. zes woonhuizen
tegen den grond zijn gewaaid.
Treurig zijn de berichten, die uit de
Betuwe komen over het noodweer,
dat daar op een cycloon moet hebben
geleken. In een paar minuten tijds
werden tal van huizen en schuren ver
nield. Zoo stortte te D r i e 1 een huis
in, waarbij een meisje van 13 jaar on
der het puin bedolven en gedood werd.
Dikke boomen werden kortweg afgeknot.
Van eene stoomboot die op de rivier
voer, zijn een heer met een 6-jarig
jongentje en eene dame in het water
gewaaid. Alleen de dame werd gered,
de anderen verdronken. De schade die
in die streken aan de op het veld staan
de tabak is toegebracht, wordt op meer
dan f 30000 geschat.
Ook in het land van Maas en
Waal heeft het onweer hevig gewoed.
Daar is veel schade veroorzaakt aan de
vruchten, en het te veld staande ko
ren, vooral de tarwe die rijp was, heeft
veel geleden.
Een reiswagen waaide te W a m e 1
in de sloot, waardoor een vrouw ge-
kwest werd.
De zuidelijke provincies zijn evenmin
van het onweer verschoond gebleven als
de noordelijke.
Te Roermond is een viertal hui
zen door den bliksem getroffen en ge
heel uitgebrand. De schade beloopt een
f 30000.
In het plantsoen aan het kanaal te
's-H e r t o g e n b o s c h zijn verschei
dene en zware boomen ontworteld, waar
door dit park grootendeels vernield is.
Het geheele nieuwe station stond tijdens
het onweêr onder waterde goten kon
den het water niet verzwelgen. Te G i f-
f e zijn van drie huizen tegelijk de daken
afgewaaid.
Bij een door het inslaan van den
bliksem veroorzaakten brand in een
landbouwerswoning te Oosterhout,
die geheel uitbrandde, zijn een koe, een
kalf, negen konijnen en een hond in de
vlammen omgekomen.
Zondagnacht z ij n naar
het Hdbld. uieldt door den stom op
het remontedepot te MILLINGEN vier
stallen ingestort. Vier paarden zijn ge
dood, zeven zijn er tot nu toe vermist.
De paarden die tusschen de balken be
klemd waren geraakt, zijn er tuschen uit
gezaagd moeten worden. Enkele personen
die gelukkig niet ernstig gekwetst werden,
zijn door dr, Pot nit Apeldoorn verbon
den, terwijl de veearts de gewonde
paarden verzorgde. De kazerne is mede
zeer beschadigd. Dat bet op de Veluwe
hevig gestormd heeft, blijkt ook nog hier
uit, dat te Meerveld, iü de nabijheid van
Apeldoorn,zes boerenwoningen zijn ingestort.
{Niet geplaatste ingezonden stukken worden
nimmer teruggegeven.)
Mijnheer de Redacteur.
Ofschoon ik niet van plan was, eenige
notitie te nemen van 't schrijven van R.
in 't voorlaatste nummer van uw courant,
acht ik mij toch genoodzaakt, nu Mop-
perjanus in z'n Dagblad van Zater
dag en Zondag j. 1. op die zaak ingaat,
en dus onder de oogen van andere lezers
breLgt, er even op te wijzen, dat het
gansche betocg van R. op een infame
leugen gegrond is, daar door mij noch
in, noch buiten de vergadering, waarin
't plan van het jongste schoolfeest is vast
gesteld, eeuige instemming daarmede is
betuigd. Ik bohoorde, zoo meu hier weet,
met een beduidende minderheid onder de
tegenstemmers. Achtend
Een engeltje s-m aakster.
Uit Pettendorf bij Stockerau wordt ge
schreven: Iu ons dorp eu in den gan
schen omtrek heeft de arrestatie van Anna
Gobler veel opzien gebaard. Dn arrestante
had gedurende 6 jaren de verzorging van
kinderen uit het Weener-vondelingenge-
sticht en van patticnlieren onder haar
berusting. Zij was alom bekend en zoo
doende bracht de koukenmeid Maria Hein-
rich uit Weenen haar een kind, een meis
je, en betaalde haar het kostgeld voor 7
weken. Een pa«r weken later kreeg de
moeder het bericht, dat het kind overle
den en begraven was en of zij de onkos
ten maar over wilde zenden. Maria ging
dadelijk naar Peltendorf, trof Anna even
wei nitt aan, maar vernam daar, dat er
geene begrafenis had plaats gehad. In-
tusschen, haar kind was en bleef verdwe
nen. De politie werd in de zaak gemengd
en Anna Gobler moest een streng ver
hoor ondergaan, waarbij zij telkens zich-
zelre tegenspreekt. De pleegmoeder geeft
aaD, dat zij het kind naar de aioeder wil
de terugbrengen,doch dat zij de moeder niet
had kunnen vinden en dat het kind haar
door een rijke, onbekende dame was ont-
stoleD. Merkwaardig is het, dat gedu
rende die zes jaar, reeds tien kleine kin
deren verdwenen zijn, die bij Anna Gobler
verpleegd werden. Bij de huiszoeking werd
er in de woning van de vrouw een
groot aantal kindergoed gevonden, waarvan
door baar van tijd tot tijd werd verkocht.
Een geschiedenis uit Rumenië.
Yoor tien j lar geleden, had zij hem
voor de eerste maal gezien. Zij was toen
nog een kind, nog geen negen jaar ond.
Maar het was, alsof het gisteren geschied
was, zoozeer was de heriunering aan deu
jongen Pope DamaBkin in haar wakker
geroepen. Die zag er geheel anders uit,
dan de grijze, bevende zielverzorger van
het stadje. Een slanke, groote, krachtige
gestalte, oogverblindend in het wonderlijk
glinsterend ornaat. Trots als een vorst
stond hij daar, het edele, bleeke gelaat
naar het aandachtig auditorinm gekeerd,
de lange zijde wimpers over de gloeiende
oogen geslagen en de krullende lokken
afhangend tot op de schouders. En hoe
medesleepend klonk zijn stem, zoo week
en vol. Deze stem had zij later dikwijls
vernomen, daar de jonge geestelijke iederen
zondag in het heerenhof verscheen. Hij
praatte zeer gaarne met het dochtertje van
den heer van het landgoed, dat zoo trots,
zoo wild was, maar stil en schuw werd,
zoodra zijn groote gestalte zichtbaar werd.
En toen hij eenige maanden, nadat hij zijn
intréerede gehouden had, haar een af
scheidskus op het voorhoofd drukte, toen
had zij bitterlijk geweend. Nog een tijd
lang had zijn beeld in de ziel van het
kind voortgeleefd, daarna was het langza
merhand verdwenen.
Zij had sedert niets meer van hem ge
hooid, zijn bestaan bijna vergeten, toen voor
een paar weken geleden, zijn naam na
jaren voor de eerste maal weder haar
oor trof. Iedereen sprak van hem, vau
den schoonen Pope Damaskin, die een
vreeselijke misdaad had gepleegd, een
vrouw, zijne minnares had vermoord. En
zij wist meer dan alle anderen. Haar
man was immers rechter die het onder
zoek geleid en nu voor de gezworenen de
aanklacht moest uitspreken. Zij had met
koortsachtige spanning alle deelen van het
onderzoek doorloopen. Zij wist dat de
moordenaar inzichzelf gekeerd was, dat hij
met weinige woorden zijn daad bekend
had en dat hij nu slechts den wensch koes
terde, zijne veroordeeling zoo spoedig mo
gelijk uit den mond van den rechters te ver
nemen. Nu was eindelijk die dag aange
broken.
Mevrouw Helene Dan, de echtgenoote
van den rechter, was een geheel uur vcor
het begin van het proces op het gerechts
gebouw verschenen; maar de zaal was reeds
dicht bezet. De voornaamste dameswereld
was tegenwoordig. Een Pope, een mooie
Pope, als de moordenaar van een vrouw
voor de gezworenen te zien, was geen klei
nigheid. Helene, die aan den arm van
haar man de zaal doorging, begroette
lachend eenige vriendinnen en praatte onbe
vangen met haar, eer zij op de voorste rij
plaats nam. Mijnbeer Dan, een schraal
mannetje, straalde van geluk. Hij was
eerst sedert koit lot rechter benoemd ge
worden. Vandaag werd hem nu gelegen
heid geboden, zijne gaven te toonen en
dat nog wel in zoo'n algemeen opzienwek-
kende zaak. Hij had dan ook een gloei
ende rede gemaakt, die hij thuis reeds voor
zijne vrouw had opgezegd. „Je zult zien",
fluisterde hij haar toe, „ik heb vandaag
een enorm groot succes." Vervolgens trok
hij zich terug om gelijktijdig met den
president en de andere rechters zijn intre
de in de zaal te houden. Op twaalf uur
was de behandeling van de zaak vastge
steld. Er ontbraken nog maar slechts
weinige minuten aan dit uur. De dames
werden ongeduldig. Het gedruis van
lachende en luidruchtige stemmen werd
telkens sterker. Eensklaps werd het stil en
een zacht gefluister doortrilde de zaal. De
aangeklaagde, was door twee soldaten geleid
binnengetreden. Zijn uiterljjk beantwoord-