Vervolg
Binnenlandsch Nieuws,
de niet ganscb aan de gestelde verwach-
t' <r Dat was niet de acnooue levens-
lS pope Dainaskiu, waanau men el
kander allerlei galante avontuurtjes ver
telde Hij za? er verwaarloosd uit, schreed
bukt, met knikkende knieën naar de
bank der beschuldigden, waar hij inet het
hoofd op de borst ging zitten. Helene
was op dit gezicht ineengekrompen. Zij sloeg
hem onophoudelijk gade. Was dat dezelf
de mao, die eenmaal iu de ziel van het
kind een ontkiemend gevoel van liefde
had opgewekt? Zeker, nadat zij hem met
ernst had aangezien, moest zij zichzelve be
kennen, dat hij het was, en herkende zij in
dit donker profiel de eertijds zoo regelma
tige trekken van den jongen geestelijke.
Damaskin zat daar onbeweeglijk. Hij
stond werktuigelijk op, toen het gerechtshof
binnentrad; hij scheen nauwelijks op dat
alles te letten, keek niet naar wal er nu
al zoo voorviel, en bleef ook in zijn doffe
neerslachtigheid, toen de voorlezing van
de aanklacht begon. Het publiek verveel
de zich. Zacht, vervolgens luider, over
stemde weldra het gebabbel de s'.em van
den voorzitter. Toen verzocht deze vrien
delijk lachend, dat de dames zich een beetje
rustiger zouden houden. Hel woord dames
scheen Damaskin uit zijne verdooving te
doen ontwaken. Hij hief het hoofd op
en liet zijn blik fluks over het publiek
glijden. Overal vrouwenkopjes; overal
vrouwenoogen, die op hem gelicht waren I
Hij leunde achterover tegen de bank en
trok de witte manchetten uit de mouwen.
Vervolgens streek hij met de opvallend
witte handen door het weelderige haar en
wendde na een poos het gelaat geheel
naar het publiek toe. Zijne oogen gingen
nu langzaam de rijen der vrouwen langs,
tot zijn blik op het gelaat van de jonge
reebtersvrouw gevestigd bleef. Er was in
de oogen van deze vrouw iets bijzonders,
dat hem aantrok en zeldzaam opwekte.
Het was niet die brutale nieuwsgierigheid,
waarmede men een moordenaar aanstaart*
Hij las in deze stralende oogen met de
wijdgeopende papillen iets als medelijden
en erlarmen. En nu, terwijl hunne blik
ken elkander kruisten, vloog er een nau
welijks merkbaar, droevig glimlachje om
hare lippen. Toen was het hem, als of
hij uit zijne verdooving ontwaakte. De
verlammende druk, die gedurende weken,
zijne leden had doen stram worden, ver
dween. Een nieuwe drang om te levea,
doortintelde hem. Van deze twaalf man
nen, die over hem zouden rechten, had
hij niets te hopen. Daarom had hij zich
voorgenomen, ook hier stil en in zichzelf
gekeerd te blijven, evenals gedurende het
onderzoek. Nu echter bliksemde er een
ander besluit in zijn brein op. Het dreef
hem, zich te rechtvaardigen, te verdedigen,
te bewijzen, dat hij onder den indruk van
zijn smart, die hem van alle bezinning
beroofd had, die ellendige daad bedreven
had. Hij wilde dit niet doen om de ge
zworenen te vermurwen; wat deze twaalf
mannen omtrent hem mochten denken,
dat was hem onverschillig. Hij had reeds
met dit leven afgerekend. Maar die vrou
wen, wier oogen op hem gevestigd waren,
die moesten anders over hem denken,
anders over hem oordeelen. En voor al
les die schoone, jonge vrouw, die hem zoo
weemoedig had toegelachen.
De rechters waren dan ook ten zeerate
verwonderd, toen spoedig daarop de gees
telijke opstond, en begon te spreken. Dat
was niet de gebroken man, die men tot
dusverre gezien had. Hij was als omge
draaid. Hoog opgericht atoud Lij daar, het
hoofd trots opgeheven. Zijn stem was niet
dof en heesch, zooals andets; zij klonk
vol en week. „Geheel, zooals eens in het
dorpskerkje", dacht Helene, die, den mond
half geopend en het hoofd vooruit gestrekt,
gierig elk woord opving. Hij vertelde, hoe
hij voor een jaar eene jonge weduwe had
leeren kennen; hoe wi-ldra zijn liefde vcor
haar in een vurigen hartstocht was veran
derd; hoe hij, vast besloten was, den gees
telijken stand, die hem als monnik de
prachtigste vooruitzichten aanbood, vaarwel
te zeggen, alleen, om haar te kunnen trou
wen en op den avond, dat hij haar dat
wilde mededeeleD, vond hij haar iu de
armen van een ander. Nu trad hij eenige
schreden voorwaarts. De machtige ge
stalte scheen Dog grooter te worden, de
stem sloeg om, zij klonk als een schelle
klaük eener reusachtige klokde aderen
op zijn voorhootd zwollen op, zijn gelaat
werd kalkwit, terwijl uit zijne oogen, die
met een strakke uitdrukking in de ruimte
staarden, een donker vaur gloeide.
,De ellendeling", brak hij los, „had laf
de vlucht genomen. Zij echter bleef. Met
losse haren lag zij voor mij. Toen richtte
ik haar omhoog. Met deze vuist. En
toen zij voor mij stond, toen zag ik geen
vrouw meer in haar, geen menschelijk we-
zeD, maar slechts een wilde kat, die men
vernietigen moet. Mijn revolver lag op ta
fel. Maar deze vrouw was geen eerlijke
kogel waard. Met deze handen om
klemde ik haar hals, zoo wat
er verder geschiedde, ik weet het niet."
Hij hield stil. Doodelijke stilte heerschte
ei in de zaal. Helene staarde bevend en
angstig naar den man, die in zijn woede,
met de gebalde vuisten en de dreigende
oogen, als de verpersoonlijking van het
elementaire geweld voor haar stond.
Eveneens bevend en angstig luisterde zij
naar den verderen loop van de zaak, tot
eindelijk na een paar bange uren, de uit
spraak der gezworenen verkondigd werd.
Hij was vrij gesproken Het pleidooi van
den verdediger, die de daad als een uit
vloeisel van geestesverwarring had voorge
steld, had dat uitgewerkt. De jonge vrouw
haalde diep adem. Een gelukkig lachje
speelde er weldra om haren mond.
Daar zat hij nu weder in zijn kamertje.
Op de tafel, waarop de lamp brandde, lag
een papiertje, dat hem door iemand, bij
htt verlaten van de zaal in de hand ge
drukt was. Het bevatte slechts weinige
regelen: #Een vriendin uit uw jeugd zal
u vaudaag nog bezoeken.' Hij had deze
regelen gelezen en er eenige oogenblikken
ovtr nagedacht, wie die vriendin zijner
jeugd toch wel zou kunnen zijn en ver
volgens het blaadje in den zak gestopt.
Hij dacht er nu niet meer aan. Zijne
blikken rusten op een beeltenis, dat in
een gonden lijst voor hem aan den muur
hing. En het beeld bekwam, terwijl
hij zich in de beschouwing ervan verdiep
te, leven en beweging. Het kwam hem
hoe langer hoe duidelijker voor den geest,
tot het hem in al zijn lichtende klaar
heid voor oogen zweefde een jonge vrouw,
levenslustig en opgewekt, met loshangende,
blonde haren. En nu werd weder die
seèue levendig in hem, die hij van mor
gen voor de gezworenen had geschilderd.
Hij zag de jonge vrouw voor zich, het
heerlijke gelaat zoo smartelijk verwrongen.
Hij steunde, alsof hij onder een vreeselijk
lijden gebukt ging. Vervolgeus trok bij
met vaste hand de schuiflade open, haal
de een klein, blinkend wapen te voorschijn
en keek op de klok. Er ontbraken nog
tien minuten, dan was het acht uur. Om
acht, dacht hij, zou zijne huishoudster,
die hij uitgestuurd had, om wiju te halen,
wel weder terug zijn en dan is alles reeds
voorbij.
Toen de wijzer acht uur wees, klopte
er iemand zachtkens, vervolgens harder.
Het was echter niet de huishoudster. Een
jonge, elegante vrouw trad lachend binnen.
Zij bleef aarzelend aan de deur staan. jrDe
arme, hij slaapt," lispelde ze, toen ze hem
met het hootd op de borst gebogeD, met
den rug naar de deur op een stoel zag
zitten. „Hoe verwonderd zal hij zijn."
dacht zij „wanneer hij hoort, dat ik dat
jonge meisje was, dat hij reeds voor jaren
eenmaal gekust heeft.'
Zij riep zijn naam. Hij bewoog zich
nog immer niet. Toen overkwam haar een
kinderlijken overmoed. Zij lachte luid, trad
dicht op hem toe en.... stiet plotseling een
kreet uit. Zij zag in zijn krampachtig ge
sloten rechterhand een revolver en van
zijn slaap druppelde eenige roode drup
pels. Een poosje stond zij als versteend
daar, vervolgens wendde zij zich om en
snelde naar buiten, doodsbleek, bevend.
Tumulten te R ij s e 1.
Te Rijsel hebben de ongeregeldheden
met het vertrek der Duitschers nog niet
opgehoaden. Al was de haat der Rijse-
laars en inzonderheid van de Rijselache
studenten gekeerd tegen de Duitsche s>-
cialisten, hij was ook gekeerd tegen de
socialisten over 't geheel. Dat is zaterdag
avond bewezen, toen Jules Guesde, Jour-
de en andere Éransche socialisten de
stad verlieten en een rumoerige menigte
hen uitgeleide deed onder het uiten van
smadelijke kreten en honende uitroepen.
Overigens blijkt de toestand te Rijsel
vrij ernstig te zijn geweest, hevige aan
vallen op personen en goederen hebben
er plaats gehad, zonder dat ze konden wor
den verhinderd. Een deel der schuld schijnt
daarvan te moeten vallen op de autori
teiten; dezen hebben donderdag en vrijdag
zoo goed als de vrije hand gelaten aan de
opgewonden massa; eerst toen de tumul
ten geen betoogingen meer kondeD wor
den genoemd, maar zij een begin van op
roer en burgeroorlog aanduidden, heelt de
politie wat krachtiger ingegrepen. Geheel
schijnt de rust echter nog niet hersteld.
Te Stonikain Polen is
een afschuwelijke mnord gepleegd. Twee
rijke Israëlietische gezinnen, te zamen ne
gen personen, zijn uitgemoord, vermoede
lijk door boeren uit den omtrek. De wo
ningen werden geplundetd en in brand
gestoken. De moordenaars zijn ontkomen.
Een P r e s b y t e r i a a n s c h
geestelijke, onlangs te Belfast overleden,
zeide in zijn testament, na betoogd te
hebben, dat hijrooken verafschuw
de: „Ik heb mijnen zoons, Jhn. Richard
en Samuel Marcus gezegd, dat zij, als zij
zich steeds aan de gewoonte overgaven,
elk 500 p st. zouden veibeuren, te ver-
deeleu onder hunne zusters en mochten
zij anders later dtze gewoonte beginnen,
dan kunnen hunne zusters hen elk voor
eene schadeloosstelling van 500 p. st.
vervolgen." De zoons wilden niet aldus
gebonden zijn door de bepalingen van het
testament, en de rechtbank heeft hun een
pak van het hart genomeD, door die van
onwaarde te verklaren.
De langste brug der we
reld.
De langste brug op de wereld zal Chi
na wel bezitten. Deze brug ligt dicht bij
Sangang, aan de kust der Gele Zee over
een inham dier zee en heeft een lengte
van 8*/a KM., dus anderhalf uur gaans.
Zij is geheel uit steen gebonwd, en heeft
3000 steenen pijlers. De straatweg over
de brug ligt 21 meter boren het water
vlak. Ieder der pijler draagt een gebeeld-
houwdeu leeuw, driemaal zoo groot als
een werkelijke leeuw. Deze beelden geven
aan de brug een grootschen aanblik. Het
bouwwerk moet reeds ongeveer 800 jaren
oud zijn, zonder eenige sporen van ver
val te toonen.
De Fritzener Forst bij
Königsberg staan sinds eenige dagen in
brand j 1000 morgen land. Ter bewaking
van de koninklijke bosschen in de buurt
heeft men soldaten doen komen.
Een Engelsch geneesheer
waarschuwt wielrijdende dames,
dat zij groot gevaar loopen hare handen
daarmee deerlijk te misvormen, die op
den duur zeer in kracht toenemen, maai
plomp worden als die vaD een ambachts
man, beweert hij.
Oostersche schatten.
Wijlen de shah van Perzië heeft zijn
opvolger een schat nagelaten, die aan In
dische tooverprookjes herinnert. Een escou-
ade soldaten bewaakt dag eu nacht de
gewelven, waarin deze schatten geborgen
zijn. De schatkamers van den shah zijn
opgevuld met verscheidene honderden nr.il-
lioenen goud- en zilvers'ukken en bergen
edele metalen.
De edelgesteenten bevinden zich in een
speciaal vertrek van het paleis te Teheran.
De brillanten, de parelen, robijnen en sma
ragden zijn van een buitengewone schoon
heid. In dezelfde ju weelenzaal vindt men ook
een gouden globe van zestig c. M. mid
dellijn, die geheel bezet is niet kostbare
steenen. Indië wordt voorgesteld door een
prachtigen amethyst, Afrika door een ro
bijn, Engeland door een verzameling bril
lanten en de zeeën door kuustlijnen van
smaragdeD.
Weinigen beseffen welke
een geweldige krachtinspanning door Span
je aangewend wordt om Ouba te behouden.
In de 13 maanden, eindigéDde 10 April
1896, zijn niet minder dan 121,326 sol
daten van alle rangen er heen gezonden
met 130,000 Mauser- en Reraington-ge-
weren, 61000000 patronen en 72000 ki
logram kruit. Nog 40000 d 60000 man
versche troepen stian gereed.
»Iets*;dergelijks", zegt Ihe Nation, „mist
zijne weergade in de geschiedenis. Wij
g. looven niet, dat een volk ooit te voren
120000 strijders 8000 Eng. mijlen over
zee zond voor een veldtocht. Toch is dit
gedaan, met een snelheid en gemak, die
gunstig getuigen voor het militair vervoer in
Spanje. Het vervoeren, uitrusten en voe
den van ai deze manschappen moet ont
zaglijke kosten opleggen aan een zoo arm
land als Spanje. Toch is het gedaan'.
Maar het leger, niet de Spaansche re
geering, schiet tekort. Wel moet erkend
worden, dat aan een veldtocht op Cuba
buitengewone bezwaren verbonden zijn te
allen tijde, en dat die in het regenseizoen
bijna onoverkomelijk zijn.
Maar toch is de taak der verschillende
generaals, die elkaar opvolgden, zoo volko
men mislnkt, dat dit alleen aan een nood
lottig gemis aan tucht en bekwaamheid
bij officieren en manschappen kan worden
toegeschreven.
De gevaren van de tele
foon. In den laatsten tijd is er
reeds meermalen geschreven, dat door de te
lefoon ziekten verspreid worden en in
Weenen zijn daar dezer dagen weer eeni
ge gevallen geconstateerd. Geneeskundige
waarnemingen hebben overbrenging van
Tuberculose door inademing van Tubercul-
bucillen uit de spreekholte der telefoon
geconstateerd. Ook te Triest worden klach
ten vernomen over ziekten, die door het
gebruik van de telefoon, zoowel door de
spreek- als door de hoorholte overgebracht
zijn, en men is reeds druk bezig te be
raadslagen over middelen, die het kwaad
zullen kunnen verhelpen.
Een mop.
Men zal zich herinneren, hoe onlangs
de dokter van TESSEL zijn vroegeren
patiënten een vroolijke kermis wenschte,
hen daarbij herinnerende aan de onbetaal
de dokters-rekeningen. Die dokter kwam
onlangs op het Geneeskundig Congres.
En hoe denkt ge dat zijn collega's hem
noemden Tesselschade
Woensdag steeg op de
tentoonstelling te Cardiff mrj. Albeitino
in een balon op en daalde, toen zij een
groote hoogte bereikt had, aan een val
scherm neer. En krachtige wind dreef
haar intusschen over het kanaal van Bris-
tol, waarin zij verdronk. Menechen aan
den oever zagen haar vallen in het ondiep
water het was eb en zij kon niet
meer uit den modder wegkomen.
Een buitenkansje.
Te Berlijn heeft een dame haar geheele
vermogen nagelaten aan eendeur
waarder, omdat deze eenige maanden gele
den, bij het vervullen van zijn plicht ten
harent zulk een (act en beleefdheid aan
den dag legde, dat zij die nimmer heeft
kunnen vergeten.
Het parket van Rodez
begaf zich eenige dagen geleden naar
Saiiite-Radegonde, waar een verschrikke
lijke gebeurtenis, die zooeven had plaats
gehad, de bevolking stof leverde tot uit
voerige besprekingen. Een drama was
voorgevallen ten huize van den heer Bons-
quet, oud-burgemeester en een der rijkste
grondeigenaars uit den omtrek. De heer
en mevrouw Bousquet waren uitgegaan en
hadden een kind van eenige maanden,
het dochtertje van hun te Parijs wonende
gehuwd dochter, onder het toezicht van
den 16-jarigen zoon achtergelaten.
Nauwelijks was de knaap alleen met
zijn nichtje of hij nam een scheermes en
sneed het arme wicht bet halsje bijna
geheel af. Vervolgens ging hij voor een
een spiegel staan, zette zichzelven het
mes op de keel en bracht zich een hevig
bloedende, doch niet doodelijke verwon
ding toe. De moordenaar is een knaap,
die verstandelijk niet normaal ontwikkeld,
doch overigens, zacht van inborst was,
zoodat het vermoeden veld wint, dat hij
het misdrijf in een vlaag van plotseling
opgekomen waanzin heeft bedreven.
Georpe Law is dood.
Wie kende hem niet in New. York
Hij was clubman, sportman, tramwsybe-
stuurder, millionair. Vóór 54 jaren werd
hij geboren als zoon van den eigenaar
der overhaalschuitjes op Staten Island
hij is op de openbrre school gevormd en
kwam, volwassen, in bet bestuur der tram-
wajlijnen van de acthste en negende ave
nue, waarvan hij, als opvolger van zijn
vader, president werd. Hij was goed voor
de beambten, maar nu bij zijn dood, wordt
hij alleen herdacht als millionair, de me
neer die nooit wandelde dan met een stoet
„vrienden" en ^aanhangers', en schitte
rend het bewijs leverde dat de ware aard
van den wijndrinker boven komt, want
zijn hart liep even gemakkelijk over als
zijn beurs. Toen George Law een paar
jaar geleden zijn huwelijk aankondigde,
zijn de vrienden hevig geschrikt, want nu
zou de goede tijd wel voorbij zijn, vrees
den ze. Maar Law is Law gebleven, llij
bleef zijn gewoonte trouw om Empire Gar
den of andere plaatsen van vermaak, te
begunstigen met zijn bezoeken en nu en
dan aan alle aanwezigen chamgagne re
schenken niet zelden ging er een duizend
dollar op één avond aan wijn op. Hij
was een sportman, dat wil zeggen hij hield
er veel van, vooral van weddeD, en dan
leende hij rechts en links aan de vriendsn
tien tot twintig duizend dollar per week.
Veel vrienden had hij, die tot barstens toe
lachten om zij a moppen; en nooit hebben
ze zoo gelachen als dien avond in het
Grand Union hotel toen Law een juwelier
ontbood met ringen en diamanten spelden,
voor de heeren, om uit te zoeken dien
zelfden avond leenden ze geld van hem en
dronken ze zijn champagne. Ze hadden
twee commissies gevormdeen commit-
tée of escort, dat hem overal en altijd
vergezelde, en een committee of apprecia-
tun
Nu is George Law dood en begraven
Aan zijn sterfbed stond, behalve zijn vronw,
één vriend. De commissies
Mengeling.
Wanneer boos voorbeeld schade aanricht,
Heeft het niet anders kunnen zijn, want,
De roest vreet wel op ijzer in,
Doch nooit en nimmer op goud.
Hoeveel duizenden geurende bloemen
Treedt ge ceder, eer 't u gelukt,
De eenige te vinden,
Wier geur uw leven smukt.
Voor iadereen bestelde God een plaatsje
op de Wereld,
Jammer slechts, dat maar zelden iemand
't rechte plaatsje vindt.
Wilt gij het reinste aardsche geluk verstaan,
Bemin
Wilt gij het zwaars'e aardsche leed leeren
kennen,
Bemin I
Wilt gij de diepte der wijsheid aanschouwen,
Bemin I
En wilt gij uzelf in het schrale niets vergeten,
Bemin
V oorzichtige zelfmoord e-
naars. In den jongsten tijd doen zich
telkens gevallen van zelfmoord voor bij
welke voornamelijk op den voorgrond
treedt, dat de personen al het mogelijke
doen, om maar zooveel mogelijk zeker te
zijn, dat de dood bet gevolg van hun
daad zal zijn en om dat doel te bereiken,
voor de verschrikkelijkste daden niet
terugdeinzen. Zaterdag jl. werd wederom
daar een voorbeeld van gegeven. De te-
legrafie-fceamte Eugen Scheichl plaatste
zich voor een in volle vaart aankomenden
trein en schoot zich, toen deze nog een
paar meters van hem af was, een kogel
door het hoofd, waarna de machine hem
het hootd van de romp rukte. Dit ge
val baarde natuurlijk groot opzien en de
intieme betrekkingen kunnen de drijfvter
tot deze daad, zelfs in de verete verte
niet vermoeden, zoodat er aan krankzin
nigheid wordt gedacht.
Biggen hebben de leelijke
gewoonte, dat zij elkaar tij het eten van
den bak aibijten. Daarom verdient het
aanbeveling, een ionden etensbak te ge
bruiken, die in het midden een draaibaren
epil met zes of acht vleugels bezit. Door
de vleugels wordt de bak in evenveel at-
deelingen verdeeld, zoodat zes of acht
biggen tegelijk kunnen eten, zonder dat
zij elkander hinderen.
Een zeer smakelijke na-
jaars- en wintergroente, die hier echter
nog maar al te weinig wordt aange
kweekt, is de knolkerrel of kervelraap,
die ean zoet en melig vleesch met aan-
genamen geur bezit. Het best zaait men ze
in het najaar, wanneer men er tegen de vorst
een hoopje aarde over gooit. In Juli ver
dort het blad en is de tijd van oogsten
der knollen gekomen, zoodat men dan
nog een tweede vrucht kan telen. De
knollen moeten verscheidene weken, zelfs
maanden bewaard worden, eer ze tot ge
bruik geschikt zijn, wat in den winter op een
vorstvrije plaats moet gebeuren.
Te St. Ives (Cornwall)
heeft Zaterdag, onder toeloop van honder
den nieuwsgierigen eene eigenaardige
plechtigheid plaats gehad, die daar elke
vijf jaar herhaald wordt, overeenkomstig
den laatsten wil van den rechter John
Kniil, een eeuw geleden gestorven.
's Middags werd een optocht gevormd-
best.aode uit den burgemeester, de pre,
dikact, den ontvanger van invoerrechten
en tien meisjes beneden de tien jaar, be
geleid door een vedelaar en de boden
van het stadhuis; deze stoet ging naar
eeu mausoleum buiten de stad, daar vol
gens den wensch van den erflater opge
richt. Hier dansten de meisjes een kwar
tier lang en zongen ten slotte den hon
derdsten Psalm. Daarop marcheerde men te
rug naar het stadhuis, waar de meisjes elk
10 shillings ontvingen, en prijzen werden
uitgereikt aan den besten netteubreider, de
beste vischinpakster en aan het paar, dat
het talrijkst gezin had grootgebracht zon
der door de diakonie bedeeld te zijn. 's
Avonds dineerden de burgemeester, de pre
dikant en de ontvanger met twee vrienden,
waarvoor alle vijf jaar een som van 10
p. st. beschikbaar is.
Te Seinant, in den om
trek van Macon, was eergisteren een land
bouwer bezig met een weide te maaien
zijn zoontje, een kind van drie jaar, was
bij hem en kwam op een oogenblik, zon
der dat zjjn vader het bemerkte, te dicht
bij de zeis. Met één slag van de zeis
werd het hoofd van den armen klei
ne van den romp gescheiden.
De vader, buiten zichzelven van wanhoop,
vluchtte eu hing zich op aan een boom.
Zondag heeft een 30— jarig
man, die met zijn vronw en kind
reeds geraimen tijd te ENSCHEDE in een
slaapstee doorbracht, zijn 2 jarig kind, een
jongetje, bij zijn vader te buurschap Drie-
ve ouder Lonueker, onder een struik te
vondeliug gelegd. Het kind was zoo ver
waarloosd, dat de grootouders het niet
kenden en de buren naar den burge
meester van Lonneker liepen, ten einde de
ze van een en ander in kennis te stellen.
Het jongetje is door de zorgen der politie
bij een oom en tante gebracht, die hoe
wel zelf kinderen hebbende, het kind
gaarne willen hebben. De officier van ju
stitie is van een en ander in kennis ge
steld, terwijl toen de moeder, die evenals
haar man noga] veel misbruik maakt van
sterken drank, gistermorgen het kind weer
kwam opvragen, dit nog niet weer aan
haar is teruggegeven, wijl zij het zoo vree
selijk verwaarloosd had.
Alkmaar, 28 Juli. Geruim en
tijd geleden besloten dijkgraaf, hoogheem
raden en hoofdingelanden van het colle
ge der uit wateren de sluizen in Kenne-
merland en West friesland door den ar
chitect van het waterschap den heer
A. H. D. Rups te Edam plannen te la
ten uitwerken tot stichting van groote
stoomgemalen te Schardam en elders.
De heer Rups is met zijne taak gereed,
de plannen worden gedrukt en zullen
aan de verschillende bestuursleden in han
den gesteld worden. Een quaestie voor
hoofdingelanden, als men bedenkt, dat de
kosten van stichting zeker 11L a 2 mil-
lioen gulden zullen bedragen; terwijl
onderhoud en bediening der verschillen
de gebouwen, machines, waterkopen enz.
énorme sommen vereisehen zullen.
Te begrijpen is het dan ook, dat bij
zeer vele ingelanden, die gebukt gaan
onder de lage prijzen en die de ongunst
der tijden zoozeer gevoelen, de hoop le
vendig is geworden dat die dure werken
niet zullen uitgevoerd, doch het peil
verlaagd zal worden. Als n.1. nu het
water in Schermerboezem tot 8 c.M. -f-
A. P. is gerezen, plaats een der mole
naars (de seingever) een blauwe vlag aan
de bovenste roede van zijn molen, ande
re molens nemen het over en weldra
zijn alle molens in het kruis, of de ma
chine stop gezet. Wordt nu dit peil wat
verlaagd (zoo redeneert men) dan zijn
zeer vele polders tegen overmatige op
zetting van den boezem beschermd en
behoeven de millioenen niet te worden
uitgegeven. Hiertegen bestaat naar hun
oordeel te minder bezwaar omdat het
hooge peil van 8 c.M. -f- A.P. toch
grootendeels denkbeeldig is, daar er dan
heel veel kwelwater door de dijken gaat.
Anderen en vooral de bewoners van
de drooggemaakte meren, die kollossale
stoomgemalen hebben, ijveren voor het
geheel opheffen der verouderde peilbe-
maling en wenschen verwezenlijking der
plannen, door den heer Rups ontworpen.
Zij zeggen„Iedere polder moet kun
nen uitmalen, steeds en onbelemmerd.
Men moet de polders niet beletten vrij
het water uit te slaanieder dient
meester te zijn op eigen terrein."
Er zal nog wel heel wat water door
den Schermerboezem stroomen, eer deze
quaestie is opgelost. Ons komt bet voor,
dat, wordt tot stoombemaling besloten,
het college eerst alle moeite moet doen
om van de regeering den noodigen steun
te krijgen.
Na de afsluiting bij Schellingwoude
kan Schermerboezem niet behoorlijk uit
kozen op het Noordzeekanaal, en het is
van algemeene bekendheid dat dit water
vaak boven peil is opgezet.
Zonder financieele hulp van den staat
zou het onbillijk zijn de enorme kosten
der stoombemaling te doen dragen door
hen, die nu contribueeren aan de uitwa-
terendo sluizen, en dat vooral in deze da
gen, nu onze eigengeërfde boerenstand
allengs meer verdwijnt. N. Rott Ct.