Vervolg Binnenlandsch Nieuws, de niet ganscb aan de gestelde verwach- t' <r Dat was niet de acnooue levens- lS pope Dainaskiu, waanau men el kander allerlei galante avontuurtjes ver telde Hij za? er verwaarloosd uit, schreed bukt, met knikkende knieën naar de bank der beschuldigden, waar hij inet het hoofd op de borst ging zitten. Helene was op dit gezicht ineengekrompen. Zij sloeg hem onophoudelijk gade. Was dat dezelf de mao, die eenmaal iu de ziel van het kind een ontkiemend gevoel van liefde had opgewekt? Zeker, nadat zij hem met ernst had aangezien, moest zij zichzelve be kennen, dat hij het was, en herkende zij in dit donker profiel de eertijds zoo regelma tige trekken van den jongen geestelijke. Damaskin zat daar onbeweeglijk. Hij stond werktuigelijk op, toen het gerechtshof binnentrad; hij scheen nauwelijks op dat alles te letten, keek niet naar wal er nu al zoo voorviel, en bleef ook in zijn doffe neerslachtigheid, toen de voorlezing van de aanklacht begon. Het publiek verveel de zich. Zacht, vervolgens luider, over stemde weldra het gebabbel de s'.em van den voorzitter. Toen verzocht deze vrien delijk lachend, dat de dames zich een beetje rustiger zouden houden. Hel woord dames scheen Damaskin uit zijne verdooving te doen ontwaken. Hij hief het hoofd op en liet zijn blik fluks over het publiek glijden. Overal vrouwenkopjes; overal vrouwenoogen, die op hem gelicht waren I Hij leunde achterover tegen de bank en trok de witte manchetten uit de mouwen. Vervolgens streek hij met de opvallend witte handen door het weelderige haar en wendde na een poos het gelaat geheel naar het publiek toe. Zijne oogen gingen nu langzaam de rijen der vrouwen langs, tot zijn blik op het gelaat van de jonge reebtersvrouw gevestigd bleef. Er was in de oogen van deze vrouw iets bijzonders, dat hem aantrok en zeldzaam opwekte. Het was niet die brutale nieuwsgierigheid, waarmede men een moordenaar aanstaart* Hij las in deze stralende oogen met de wijdgeopende papillen iets als medelijden en erlarmen. En nu, terwijl hunne blik ken elkander kruisten, vloog er een nau welijks merkbaar, droevig glimlachje om hare lippen. Toen was het hem, als of hij uit zijne verdooving ontwaakte. De verlammende druk, die gedurende weken, zijne leden had doen stram worden, ver dween. Een nieuwe drang om te levea, doortintelde hem. Van deze twaalf man nen, die over hem zouden rechten, had hij niets te hopen. Daarom had hij zich voorgenomen, ook hier stil en in zichzelf gekeerd te blijven, evenals gedurende het onderzoek. Nu echter bliksemde er een ander besluit in zijn brein op. Het dreef hem, zich te rechtvaardigen, te verdedigen, te bewijzen, dat hij onder den indruk van zijn smart, die hem van alle bezinning beroofd had, die ellendige daad bedreven had. Hij wilde dit niet doen om de ge zworenen te vermurwen; wat deze twaalf mannen omtrent hem mochten denken, dat was hem onverschillig. Hij had reeds met dit leven afgerekend. Maar die vrou wen, wier oogen op hem gevestigd waren, die moesten anders over hem denken, anders over hem oordeelen. En voor al les die schoone, jonge vrouw, die hem zoo weemoedig had toegelachen. De rechters waren dan ook ten zeerate verwonderd, toen spoedig daarop de gees telijke opstond, en begon te spreken. Dat was niet de gebroken man, die men tot dusverre gezien had. Hij was als omge draaid. Hoog opgericht atoud Lij daar, het hoofd trots opgeheven. Zijn stem was niet dof en heesch, zooals andets; zij klonk vol en week. „Geheel, zooals eens in het dorpskerkje", dacht Helene, die, den mond half geopend en het hoofd vooruit gestrekt, gierig elk woord opving. Hij vertelde, hoe hij voor een jaar eene jonge weduwe had leeren kennen; hoe wi-ldra zijn liefde vcor haar in een vurigen hartstocht was veran derd; hoe hij, vast besloten was, den gees telijken stand, die hem als monnik de prachtigste vooruitzichten aanbood, vaarwel te zeggen, alleen, om haar te kunnen trou wen en op den avond, dat hij haar dat wilde mededeeleD, vond hij haar iu de armen van een ander. Nu trad hij eenige schreden voorwaarts. De machtige ge stalte scheen Dog grooter te worden, de stem sloeg om, zij klonk als een schelle klaük eener reusachtige klokde aderen op zijn voorhootd zwollen op, zijn gelaat werd kalkwit, terwijl uit zijne oogen, die met een strakke uitdrukking in de ruimte staarden, een donker vaur gloeide. ,De ellendeling", brak hij los, „had laf de vlucht genomen. Zij echter bleef. Met losse haren lag zij voor mij. Toen richtte ik haar omhoog. Met deze vuist. En toen zij voor mij stond, toen zag ik geen vrouw meer in haar, geen menschelijk we- zeD, maar slechts een wilde kat, die men vernietigen moet. Mijn revolver lag op ta fel. Maar deze vrouw was geen eerlijke kogel waard. Met deze handen om klemde ik haar hals, zoo wat er verder geschiedde, ik weet het niet." Hij hield stil. Doodelijke stilte heerschte ei in de zaal. Helene staarde bevend en angstig naar den man, die in zijn woede, met de gebalde vuisten en de dreigende oogen, als de verpersoonlijking van het elementaire geweld voor haar stond. Eveneens bevend en angstig luisterde zij naar den verderen loop van de zaak, tot eindelijk na een paar bange uren, de uit spraak der gezworenen verkondigd werd. Hij was vrij gesproken Het pleidooi van den verdediger, die de daad als een uit vloeisel van geestesverwarring had voorge steld, had dat uitgewerkt. De jonge vrouw haalde diep adem. Een gelukkig lachje speelde er weldra om haren mond. Daar zat hij nu weder in zijn kamertje. Op de tafel, waarop de lamp brandde, lag een papiertje, dat hem door iemand, bij htt verlaten van de zaal in de hand ge drukt was. Het bevatte slechts weinige regelen: #Een vriendin uit uw jeugd zal u vaudaag nog bezoeken.' Hij had deze regelen gelezen en er eenige oogenblikken ovtr nagedacht, wie die vriendin zijner jeugd toch wel zou kunnen zijn en ver volgens het blaadje in den zak gestopt. Hij dacht er nu niet meer aan. Zijne blikken rusten op een beeltenis, dat in een gonden lijst voor hem aan den muur hing. En het beeld bekwam, terwijl hij zich in de beschouwing ervan verdiep te, leven en beweging. Het kwam hem hoe langer hoe duidelijker voor den geest, tot het hem in al zijn lichtende klaar heid voor oogen zweefde een jonge vrouw, levenslustig en opgewekt, met loshangende, blonde haren. En nu werd weder die seèue levendig in hem, die hij van mor gen voor de gezworenen had geschilderd. Hij zag de jonge vrouw voor zich, het heerlijke gelaat zoo smartelijk verwrongen. Hij steunde, alsof hij onder een vreeselijk lijden gebukt ging. Vervolgeus trok bij met vaste hand de schuiflade open, haal de een klein, blinkend wapen te voorschijn en keek op de klok. Er ontbraken nog tien minuten, dan was het acht uur. Om acht, dacht hij, zou zijne huishoudster, die hij uitgestuurd had, om wiju te halen, wel weder terug zijn en dan is alles reeds voorbij. Toen de wijzer acht uur wees, klopte er iemand zachtkens, vervolgens harder. Het was echter niet de huishoudster. Een jonge, elegante vrouw trad lachend binnen. Zij bleef aarzelend aan de deur staan. jrDe arme, hij slaapt," lispelde ze, toen ze hem met het hootd op de borst gebogeD, met den rug naar de deur op een stoel zag zitten. „Hoe verwonderd zal hij zijn." dacht zij „wanneer hij hoort, dat ik dat jonge meisje was, dat hij reeds voor jaren eenmaal gekust heeft.' Zij riep zijn naam. Hij bewoog zich nog immer niet. Toen overkwam haar een kinderlijken overmoed. Zij lachte luid, trad dicht op hem toe en.... stiet plotseling een kreet uit. Zij zag in zijn krampachtig ge sloten rechterhand een revolver en van zijn slaap druppelde eenige roode drup pels. Een poosje stond zij als versteend daar, vervolgens wendde zij zich om en snelde naar buiten, doodsbleek, bevend. Tumulten te R ij s e 1. Te Rijsel hebben de ongeregeldheden met het vertrek der Duitschers nog niet opgehoaden. Al was de haat der Rijse- laars en inzonderheid van de Rijselache studenten gekeerd tegen de Duitsche s>- cialisten, hij was ook gekeerd tegen de socialisten over 't geheel. Dat is zaterdag avond bewezen, toen Jules Guesde, Jour- de en andere Éransche socialisten de stad verlieten en een rumoerige menigte hen uitgeleide deed onder het uiten van smadelijke kreten en honende uitroepen. Overigens blijkt de toestand te Rijsel vrij ernstig te zijn geweest, hevige aan vallen op personen en goederen hebben er plaats gehad, zonder dat ze konden wor den verhinderd. Een deel der schuld schijnt daarvan te moeten vallen op de autori teiten; dezen hebben donderdag en vrijdag zoo goed als de vrije hand gelaten aan de opgewonden massa; eerst toen de tumul ten geen betoogingen meer kondeD wor den genoemd, maar zij een begin van op roer en burgeroorlog aanduidden, heelt de politie wat krachtiger ingegrepen. Geheel schijnt de rust echter nog niet hersteld. Te Stonikain Polen is een afschuwelijke mnord gepleegd. Twee rijke Israëlietische gezinnen, te zamen ne gen personen, zijn uitgemoord, vermoede lijk door boeren uit den omtrek. De wo ningen werden geplundetd en in brand gestoken. De moordenaars zijn ontkomen. Een P r e s b y t e r i a a n s c h geestelijke, onlangs te Belfast overleden, zeide in zijn testament, na betoogd te hebben, dat hijrooken verafschuw de: „Ik heb mijnen zoons, Jhn. Richard en Samuel Marcus gezegd, dat zij, als zij zich steeds aan de gewoonte overgaven, elk 500 p st. zouden veibeuren, te ver- deeleu onder hunne zusters en mochten zij anders later dtze gewoonte beginnen, dan kunnen hunne zusters hen elk voor eene schadeloosstelling van 500 p. st. vervolgen." De zoons wilden niet aldus gebonden zijn door de bepalingen van het testament, en de rechtbank heeft hun een pak van het hart genomeD, door die van onwaarde te verklaren. De langste brug der we reld. De langste brug op de wereld zal Chi na wel bezitten. Deze brug ligt dicht bij Sangang, aan de kust der Gele Zee over een inham dier zee en heeft een lengte van 8*/a KM., dus anderhalf uur gaans. Zij is geheel uit steen gebonwd, en heeft 3000 steenen pijlers. De straatweg over de brug ligt 21 meter boren het water vlak. Ieder der pijler draagt een gebeeld- houwdeu leeuw, driemaal zoo groot als een werkelijke leeuw. Deze beelden geven aan de brug een grootschen aanblik. Het bouwwerk moet reeds ongeveer 800 jaren oud zijn, zonder eenige sporen van ver val te toonen. De Fritzener Forst bij Königsberg staan sinds eenige dagen in brand j 1000 morgen land. Ter bewaking van de koninklijke bosschen in de buurt heeft men soldaten doen komen. Een Engelsch geneesheer waarschuwt wielrijdende dames, dat zij groot gevaar loopen hare handen daarmee deerlijk te misvormen, die op den duur zeer in kracht toenemen, maai plomp worden als die vaD een ambachts man, beweert hij. Oostersche schatten. Wijlen de shah van Perzië heeft zijn opvolger een schat nagelaten, die aan In dische tooverprookjes herinnert. Een escou- ade soldaten bewaakt dag eu nacht de gewelven, waarin deze schatten geborgen zijn. De schatkamers van den shah zijn opgevuld met verscheidene honderden nr.il- lioenen goud- en zilvers'ukken en bergen edele metalen. De edelgesteenten bevinden zich in een speciaal vertrek van het paleis te Teheran. De brillanten, de parelen, robijnen en sma ragden zijn van een buitengewone schoon heid. In dezelfde ju weelenzaal vindt men ook een gouden globe van zestig c. M. mid dellijn, die geheel bezet is niet kostbare steenen. Indië wordt voorgesteld door een prachtigen amethyst, Afrika door een ro bijn, Engeland door een verzameling bril lanten en de zeeën door kuustlijnen van smaragdeD. Weinigen beseffen welke een geweldige krachtinspanning door Span je aangewend wordt om Ouba te behouden. In de 13 maanden, eindigéDde 10 April 1896, zijn niet minder dan 121,326 sol daten van alle rangen er heen gezonden met 130,000 Mauser- en Reraington-ge- weren, 61000000 patronen en 72000 ki logram kruit. Nog 40000 d 60000 man versche troepen stian gereed. »Iets*;dergelijks", zegt Ihe Nation, „mist zijne weergade in de geschiedenis. Wij g. looven niet, dat een volk ooit te voren 120000 strijders 8000 Eng. mijlen over zee zond voor een veldtocht. Toch is dit gedaan, met een snelheid en gemak, die gunstig getuigen voor het militair vervoer in Spanje. Het vervoeren, uitrusten en voe den van ai deze manschappen moet ont zaglijke kosten opleggen aan een zoo arm land als Spanje. Toch is het gedaan'. Maar het leger, niet de Spaansche re geering, schiet tekort. Wel moet erkend worden, dat aan een veldtocht op Cuba buitengewone bezwaren verbonden zijn te allen tijde, en dat die in het regenseizoen bijna onoverkomelijk zijn. Maar toch is de taak der verschillende generaals, die elkaar opvolgden, zoo volko men mislnkt, dat dit alleen aan een nood lottig gemis aan tucht en bekwaamheid bij officieren en manschappen kan worden toegeschreven. De gevaren van de tele foon. In den laatsten tijd is er reeds meermalen geschreven, dat door de te lefoon ziekten verspreid worden en in Weenen zijn daar dezer dagen weer eeni ge gevallen geconstateerd. Geneeskundige waarnemingen hebben overbrenging van Tuberculose door inademing van Tubercul- bucillen uit de spreekholte der telefoon geconstateerd. Ook te Triest worden klach ten vernomen over ziekten, die door het gebruik van de telefoon, zoowel door de spreek- als door de hoorholte overgebracht zijn, en men is reeds druk bezig te be raadslagen over middelen, die het kwaad zullen kunnen verhelpen. Een mop. Men zal zich herinneren, hoe onlangs de dokter van TESSEL zijn vroegeren patiënten een vroolijke kermis wenschte, hen daarbij herinnerende aan de onbetaal de dokters-rekeningen. Die dokter kwam onlangs op het Geneeskundig Congres. En hoe denkt ge dat zijn collega's hem noemden Tesselschade Woensdag steeg op de tentoonstelling te Cardiff mrj. Albeitino in een balon op en daalde, toen zij een groote hoogte bereikt had, aan een val scherm neer. En krachtige wind dreef haar intusschen over het kanaal van Bris- tol, waarin zij verdronk. Menechen aan den oever zagen haar vallen in het ondiep water het was eb en zij kon niet meer uit den modder wegkomen. Een buitenkansje. Te Berlijn heeft een dame haar geheele vermogen nagelaten aan eendeur waarder, omdat deze eenige maanden gele den, bij het vervullen van zijn plicht ten harent zulk een (act en beleefdheid aan den dag legde, dat zij die nimmer heeft kunnen vergeten. Het parket van Rodez begaf zich eenige dagen geleden naar Saiiite-Radegonde, waar een verschrikke lijke gebeurtenis, die zooeven had plaats gehad, de bevolking stof leverde tot uit voerige besprekingen. Een drama was voorgevallen ten huize van den heer Bons- quet, oud-burgemeester en een der rijkste grondeigenaars uit den omtrek. De heer en mevrouw Bousquet waren uitgegaan en hadden een kind van eenige maanden, het dochtertje van hun te Parijs wonende gehuwd dochter, onder het toezicht van den 16-jarigen zoon achtergelaten. Nauwelijks was de knaap alleen met zijn nichtje of hij nam een scheermes en sneed het arme wicht bet halsje bijna geheel af. Vervolgens ging hij voor een een spiegel staan, zette zichzelven het mes op de keel en bracht zich een hevig bloedende, doch niet doodelijke verwon ding toe. De moordenaar is een knaap, die verstandelijk niet normaal ontwikkeld, doch overigens, zacht van inborst was, zoodat het vermoeden veld wint, dat hij het misdrijf in een vlaag van plotseling opgekomen waanzin heeft bedreven. Georpe Law is dood. Wie kende hem niet in New. York Hij was clubman, sportman, tramwsybe- stuurder, millionair. Vóór 54 jaren werd hij geboren als zoon van den eigenaar der overhaalschuitjes op Staten Island hij is op de openbrre school gevormd en kwam, volwassen, in bet bestuur der tram- wajlijnen van de acthste en negende ave nue, waarvan hij, als opvolger van zijn vader, president werd. Hij was goed voor de beambten, maar nu bij zijn dood, wordt hij alleen herdacht als millionair, de me neer die nooit wandelde dan met een stoet „vrienden" en ^aanhangers', en schitte rend het bewijs leverde dat de ware aard van den wijndrinker boven komt, want zijn hart liep even gemakkelijk over als zijn beurs. Toen George Law een paar jaar geleden zijn huwelijk aankondigde, zijn de vrienden hevig geschrikt, want nu zou de goede tijd wel voorbij zijn, vrees den ze. Maar Law is Law gebleven, llij bleef zijn gewoonte trouw om Empire Gar den of andere plaatsen van vermaak, te begunstigen met zijn bezoeken en nu en dan aan alle aanwezigen chamgagne re schenken niet zelden ging er een duizend dollar op één avond aan wijn op. Hij was een sportman, dat wil zeggen hij hield er veel van, vooral van weddeD, en dan leende hij rechts en links aan de vriendsn tien tot twintig duizend dollar per week. Veel vrienden had hij, die tot barstens toe lachten om zij a moppen; en nooit hebben ze zoo gelachen als dien avond in het Grand Union hotel toen Law een juwelier ontbood met ringen en diamanten spelden, voor de heeren, om uit te zoeken dien zelfden avond leenden ze geld van hem en dronken ze zijn champagne. Ze hadden twee commissies gevormdeen commit- tée of escort, dat hem overal en altijd vergezelde, en een committee of apprecia- tun Nu is George Law dood en begraven Aan zijn sterfbed stond, behalve zijn vronw, één vriend. De commissies Mengeling. Wanneer boos voorbeeld schade aanricht, Heeft het niet anders kunnen zijn, want, De roest vreet wel op ijzer in, Doch nooit en nimmer op goud. Hoeveel duizenden geurende bloemen Treedt ge ceder, eer 't u gelukt, De eenige te vinden, Wier geur uw leven smukt. Voor iadereen bestelde God een plaatsje op de Wereld, Jammer slechts, dat maar zelden iemand 't rechte plaatsje vindt. Wilt gij het reinste aardsche geluk verstaan, Bemin Wilt gij het zwaars'e aardsche leed leeren kennen, Bemin I Wilt gij de diepte der wijsheid aanschouwen, Bemin I En wilt gij uzelf in het schrale niets vergeten, Bemin V oorzichtige zelfmoord e- naars. In den jongsten tijd doen zich telkens gevallen van zelfmoord voor bij welke voornamelijk op den voorgrond treedt, dat de personen al het mogelijke doen, om maar zooveel mogelijk zeker te zijn, dat de dood bet gevolg van hun daad zal zijn en om dat doel te bereiken, voor de verschrikkelijkste daden niet terugdeinzen. Zaterdag jl. werd wederom daar een voorbeeld van gegeven. De te- legrafie-fceamte Eugen Scheichl plaatste zich voor een in volle vaart aankomenden trein en schoot zich, toen deze nog een paar meters van hem af was, een kogel door het hoofd, waarna de machine hem het hootd van de romp rukte. Dit ge val baarde natuurlijk groot opzien en de intieme betrekkingen kunnen de drijfvter tot deze daad, zelfs in de verete verte niet vermoeden, zoodat er aan krankzin nigheid wordt gedacht. Biggen hebben de leelijke gewoonte, dat zij elkaar tij het eten van den bak aibijten. Daarom verdient het aanbeveling, een ionden etensbak te ge bruiken, die in het midden een draaibaren epil met zes of acht vleugels bezit. Door de vleugels wordt de bak in evenveel at- deelingen verdeeld, zoodat zes of acht biggen tegelijk kunnen eten, zonder dat zij elkander hinderen. Een zeer smakelijke na- jaars- en wintergroente, die hier echter nog maar al te weinig wordt aange kweekt, is de knolkerrel of kervelraap, die ean zoet en melig vleesch met aan- genamen geur bezit. Het best zaait men ze in het najaar, wanneer men er tegen de vorst een hoopje aarde over gooit. In Juli ver dort het blad en is de tijd van oogsten der knollen gekomen, zoodat men dan nog een tweede vrucht kan telen. De knollen moeten verscheidene weken, zelfs maanden bewaard worden, eer ze tot ge bruik geschikt zijn, wat in den winter op een vorstvrije plaats moet gebeuren. Te St. Ives (Cornwall) heeft Zaterdag, onder toeloop van honder den nieuwsgierigen eene eigenaardige plechtigheid plaats gehad, die daar elke vijf jaar herhaald wordt, overeenkomstig den laatsten wil van den rechter John Kniil, een eeuw geleden gestorven. 's Middags werd een optocht gevormd- best.aode uit den burgemeester, de pre, dikact, den ontvanger van invoerrechten en tien meisjes beneden de tien jaar, be geleid door een vedelaar en de boden van het stadhuis; deze stoet ging naar eeu mausoleum buiten de stad, daar vol gens den wensch van den erflater opge richt. Hier dansten de meisjes een kwar tier lang en zongen ten slotte den hon derdsten Psalm. Daarop marcheerde men te rug naar het stadhuis, waar de meisjes elk 10 shillings ontvingen, en prijzen werden uitgereikt aan den besten netteubreider, de beste vischinpakster en aan het paar, dat het talrijkst gezin had grootgebracht zon der door de diakonie bedeeld te zijn. 's Avonds dineerden de burgemeester, de pre dikant en de ontvanger met twee vrienden, waarvoor alle vijf jaar een som van 10 p. st. beschikbaar is. Te Seinant, in den om trek van Macon, was eergisteren een land bouwer bezig met een weide te maaien zijn zoontje, een kind van drie jaar, was bij hem en kwam op een oogenblik, zon der dat zjjn vader het bemerkte, te dicht bij de zeis. Met één slag van de zeis werd het hoofd van den armen klei ne van den romp gescheiden. De vader, buiten zichzelven van wanhoop, vluchtte eu hing zich op aan een boom. Zondag heeft een 30— jarig man, die met zijn vronw en kind reeds geraimen tijd te ENSCHEDE in een slaapstee doorbracht, zijn 2 jarig kind, een jongetje, bij zijn vader te buurschap Drie- ve ouder Lonueker, onder een struik te vondeliug gelegd. Het kind was zoo ver waarloosd, dat de grootouders het niet kenden en de buren naar den burge meester van Lonneker liepen, ten einde de ze van een en ander in kennis te stellen. Het jongetje is door de zorgen der politie bij een oom en tante gebracht, die hoe wel zelf kinderen hebbende, het kind gaarne willen hebben. De officier van ju stitie is van een en ander in kennis ge steld, terwijl toen de moeder, die evenals haar man noga] veel misbruik maakt van sterken drank, gistermorgen het kind weer kwam opvragen, dit nog niet weer aan haar is teruggegeven, wijl zij het zoo vree selijk verwaarloosd had. Alkmaar, 28 Juli. Geruim en tijd geleden besloten dijkgraaf, hoogheem raden en hoofdingelanden van het colle ge der uit wateren de sluizen in Kenne- merland en West friesland door den ar chitect van het waterschap den heer A. H. D. Rups te Edam plannen te la ten uitwerken tot stichting van groote stoomgemalen te Schardam en elders. De heer Rups is met zijne taak gereed, de plannen worden gedrukt en zullen aan de verschillende bestuursleden in han den gesteld worden. Een quaestie voor hoofdingelanden, als men bedenkt, dat de kosten van stichting zeker 11L a 2 mil- lioen gulden zullen bedragen; terwijl onderhoud en bediening der verschillen de gebouwen, machines, waterkopen enz. énorme sommen vereisehen zullen. Te begrijpen is het dan ook, dat bij zeer vele ingelanden, die gebukt gaan onder de lage prijzen en die de ongunst der tijden zoozeer gevoelen, de hoop le vendig is geworden dat die dure werken niet zullen uitgevoerd, doch het peil verlaagd zal worden. Als n.1. nu het water in Schermerboezem tot 8 c.M. -f- A. P. is gerezen, plaats een der mole naars (de seingever) een blauwe vlag aan de bovenste roede van zijn molen, ande re molens nemen het over en weldra zijn alle molens in het kruis, of de ma chine stop gezet. Wordt nu dit peil wat verlaagd (zoo redeneert men) dan zijn zeer vele polders tegen overmatige op zetting van den boezem beschermd en behoeven de millioenen niet te worden uitgegeven. Hiertegen bestaat naar hun oordeel te minder bezwaar omdat het hooge peil van 8 c.M. -f- A.P. toch grootendeels denkbeeldig is, daar er dan heel veel kwelwater door de dijken gaat. Anderen en vooral de bewoners van de drooggemaakte meren, die kollossale stoomgemalen hebben, ijveren voor het geheel opheffen der verouderde peilbe- maling en wenschen verwezenlijking der plannen, door den heer Rups ontworpen. Zij zeggen„Iedere polder moet kun nen uitmalen, steeds en onbelemmerd. Men moet de polders niet beletten vrij het water uit te slaanieder dient meester te zijn op eigen terrein." Er zal nog wel heel wat water door den Schermerboezem stroomen, eer deze quaestie is opgelost. Ons komt bet voor, dat, wordt tot stoombemaling besloten, het college eerst alle moeite moet doen om van de regeering den noodigen steun te krijgen. Na de afsluiting bij Schellingwoude kan Schermerboezem niet behoorlijk uit kozen op het Noordzeekanaal, en het is van algemeene bekendheid dat dit water vaak boven peil is opgezet. Zonder financieele hulp van den staat zou het onbillijk zijn de enorme kosten der stoombemaling te doen dragen door hen, die nu contribueeren aan de uitwa- terendo sluizen, en dat vooral in deze da gen, nu onze eigengeërfde boerenstand allengs meer verdwijnt. N. Rott Ct.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1896 | | pagina 3